Rechtspositie Rijksambtenaar - Werken bij - Belastingdienst
Rechtspositie Rijksambtenaar - Werken bij - Belastingdienst
Rechtspositie Rijksambtenaar - Werken bij - Belastingdienst
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
ouderdomspensioen. Het partnerpensioen bedraagt over aanspraken opgebouwd<br />
vóór 1 januari 2004 5/7 e deel van het ouderdomspensioen. Bij indiensttreding kan<br />
de werknemer ervoor kiezen om de opbouw van het partnerpensioen aan te vullen<br />
tot 5/7 e deel van het ouderdomspensioen.<br />
Wezenpensioen<br />
Het wezenpensioen voor de zogenaamde halve wezen bedraagt 1/10 e deel van het<br />
ouderdomspensioen. Voor volle wezen geldt een pensioen van 2/10 e deel van het<br />
ouderdomspensioen. Het gezamenlijke bedrag van de wezenpensioenen in<br />
verband met hetzelfde overlijden bedraagt nooit meer dan 5/10 e deel van het<br />
ouderdomspensioen. Het wezenpensioen bedraagt over diensttijd vóór 1 januari<br />
2008 1/7 e deel van het ouderdomspensioen voor halve wezen en 2/7 e voor volle<br />
wezen. Over aanspraken opgebouwd vóór 1 januari 2008 bedraagt het<br />
gezamenlijke bedrag van de wezenpensioenen in verband met hetzelfde overlijden<br />
nooit meer dan 5/7 e van het ouderdomspensioen.<br />
Pensioen <strong>bij</strong> ontbinding huwelijk of partnerschap<br />
Scheiding en overlijden<br />
Is er sprake van een (echt)scheiding, dan ontvangt de ex-partner het<br />
partnerpensioen dat de werknemer heeft opgebouwd vóór de datum van de<br />
scheiding. In geval van scheiding na 1 juli 1999 en als de werknemer vóór het<br />
bereiken van de leeftijd van 65 jaar overlijdt, ontvangt de ex-partner het<br />
partnerpensioen dat is opgebouwd vóór 1 juli 1999. De nieuwe partner ontvangt<br />
het partnerpensioen minus het deel van de ex-partner.<br />
Scheiding<br />
Nadat een werknemer is gescheiden, is het ABP onder voorwaarden verplicht om<br />
het ouderdomspensioen dat de werknemer tijdens het huwelijk, de registratie of de<br />
samenwoning heeft opgebouwd, te verdelen over beide partners. Een belangrijke<br />
voorwaarde is dat binnen twee jaar na de scheiding één van de ex-partners het<br />
ABP van die scheiding op de hoogte brengt via een daarvoor bestemd formulier.<br />
Wanneer de werknemer 65 jaar wordt, krijgt de ex-partner zijn deel van het<br />
ouderdomspensioen maandelijks uitbetaald. Overlijdt de ex-partner, dan ontvangt<br />
de werknemer het ouderdomspensioen weer in zijn geheel.<br />
Recht op <strong>bij</strong>zonder ouderdomspensioen<br />
Bij de scheiding kunnen de werknemer en zijn ex-partner ook overeenkomen dat<br />
de laatste een (eigen) recht op <strong>bij</strong>zonder ouderdomspensioen verkrijgt. Dit gaat<br />
dan ten koste van het pensioen van de werknemer. Ook hier moet aan bepaalde<br />
voorwaarden zijn voldaan. Het <strong>bij</strong>zonder ouderdomspensioen zal ingaan op het<br />
tijdstip dat de ex-partner 65 jaar wordt. De ex-partner kan het <strong>bij</strong>zonder<br />
ouderdomspensioen eerder in laten gaan, maar niet eerder dan op de eerste dag<br />
van de maand waarin hij de leeftijd van 60 jaar bereikt. Dit is geregeld in de Wet<br />
verevening pensioenrechten <strong>bij</strong> scheiding.<br />
Afkoop van pensioenrechten<br />
Onder bepaalde voorwaarden is afkoop van kleine pensioenen mogelijk.<br />
Waardeoverdracht<br />
Als een werknemer <strong>bij</strong> indiensttreding al elders pensioenrechten heeft opgebouwd,<br />
kan hij binnen zes maanden verzoeken de waarde hiervan over te dragen aan het<br />
ABP. Ook als iemand het Rijk verlaat en gaat werken <strong>bij</strong> een werkgever die niet<br />
onder het ABP-pensioenreglement valt, kan hij het ABP vragen de opgebouwde<br />
pensioenaanspraken over te dragen aan een andere pensioenverzekeraar. Ook dit<br />
59