02.09.2013 Views

E. Van Dijck Wolters Plantyn

E. Van Dijck Wolters Plantyn

E. Van Dijck Wolters Plantyn

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

E. <strong>Van</strong> <strong>Dijck</strong><br />

<strong>Wolters</strong> <strong>Plantyn</strong>


<strong>Wolters</strong> <strong>Plantyn</strong> ontwikkelt en verspreidt leermiddelen voor het basisonderwijs,<br />

het secundair onderwijs, het hoger en het wetenschappelijk onderwijs en het<br />

volwassenenonderwijs. Daar naast geeft <strong>Wolters</strong> <strong>Plantyn</strong> ook publicaties uit over<br />

schoolmanagement, leerlingenbegeleiding, personeelsbeleid voor het onderwijs<br />

en didactische ondersteuning van leerkrachten en educatief materiaal voor de<br />

thuismarkt. De uitgeverij is zowel in het Nederlandstalige als in het Franstalige<br />

landsgedeelte actief.<br />

Doorheen al onze activiteiten streven we ernaar om maximale kansen te bieden<br />

aan alle lerenden, rekening houdend met de individuele situatie en interesses,<br />

en willen we ertoe bijdragen dat leerkrachten in optimale omstandigheden<br />

kunnen werken. Het is immers onze overtuiging dat leren op een eigentijdse en<br />

aangename manier kan, wat tot uiting komt in onze slogan ‘’t leren is mooi’.<br />

<strong>Wolters</strong> <strong>Plantyn</strong> maakt deel uit van <strong>Wolters</strong> Kluwer Education, een divisie van<br />

het wereldwijde uitgeversconcern <strong>Wolters</strong> Kluwer.<br />

<strong>Wolters</strong> <strong>Plantyn</strong><br />

Adres: Motstraat 32, 2800 Mechelen<br />

Telefoon: 015 36 36 36<br />

Fax: 015 36 36 37<br />

E-mail: klantendienst@woltersplantyn.be<br />

Website: www.woltersplantyn.be<br />

Ontwerp binnenwerk: VRIJDAG Grafi s bvba<br />

Ontwerp omslag: VRIJDAG Grafi s bvba<br />

Zetwerk: VRIJDAG Grafi s bvba<br />

Illustraties: Ruth Geysen, VRIJDAG Grafi s bvba<br />

0 1 2 3 4 / 07 06 05 04 03 NUR 1178<br />

© <strong>Wolters</strong> Kluwer Belgium NV, <strong>Wolters</strong> <strong>Plantyn</strong> Mechelen, België<br />

Alle rechten voorbehouden. Behoudens de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag<br />

niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand<br />

of openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder de uitdrukkelijke voorafgaande en<br />

schriftelijke toestemming van de uitgever.<br />

ISBN 13: 978-90-301-8366-2<br />

ISBN 10: 90-301-8366-7 D/2006/0032/829


Inhoudsopgave<br />

VOEDING 9<br />

DE ACTIEVE VOEDINGSDRIEHOEK 11<br />

A Inleiding 11<br />

B Productgroepen in de voedingsdriehoek 11<br />

C De actieve voedingsdriehoek voor allochtonen 16<br />

D Elf gezonde regels op een rij 17<br />

E Tips om lekkere, gezonde maaltijden te bereiden 17<br />

VOEDINGSMIDDEL, VOEDINGSSTOF 18<br />

A Begrippen 18<br />

B Functie van de voedingsstoffen 18<br />

VOEDSELVEILIGHEID EN HYGIËNE 19<br />

A Hoe komen vreemde stoffen in de voeding terecht? 19<br />

B Gevaren bij maaltijdbereiding en -distributie 19<br />

C Hygiënemaatregelen die bijdragen tot veilig voedsel 19<br />

D Bijkomende tips om zelf bij te dragen tot voedselveiligheid 23<br />

E HACCP 25<br />

VOEDSELETIKETTERING 26<br />

A Inleiding 26<br />

B Verplichte informatie 26<br />

C Niet-verplichte informatie 28<br />

METEN EN WEGEN 30<br />

A Massa 30<br />

B Volume 33<br />

BASISTECHNIEKEN 34<br />

A Schoonmaken van groenten/tuinkruiden 34<br />

B Verkleiningsmethoden 35<br />

C Spuiten met een spuitzak 41<br />

BASISPRINCIPES 43<br />

A Algemeen 43<br />

B Koken 43<br />

Toepassing: koken van aardappelen, eieren<br />

C Pocheren 48<br />

Toepassing: gepocheerde kabeljauw<br />

D Blancheren 51<br />

Toepassing: blancheren van sperzieboontjes<br />

ontvellen van tomaten<br />

E Stomen 53<br />

Toepassing: gestoomde bloemkool en broccoli in stoomkoker<br />

F Stoven 55<br />

Toepassing: stoven van worteltjes<br />

3


4<br />

G Bakken 58<br />

Toepassing: biefstuk, geserveerd met vleessaus<br />

kletskoppen<br />

H Braden 61<br />

Toepassing: gebraden kip in de oven<br />

I Braiseren of smoren 64<br />

Toepassing: goulash<br />

J Sauteren/roerbakken/wokken 66<br />

Toepassing: eenpansgerecht met kip of kalkoen, groenten en rijst<br />

K Roosteren/grilleren 68<br />

Toepassing: brochetten, grillpennen<br />

L Gratineren 70<br />

Toepassing: witlof met hesp en kaassaus<br />

M Paneren 72<br />

Toepassing: cordon bleu<br />

N Farceren 74<br />

Toepassing: kip met ham en kruidenkaas<br />

visrolletjes in mascarponesaus<br />

O Frituren 76<br />

Toepassing: gefrituurde groenten<br />

P Pureren 78<br />

Toepassing: aardbeienmilkshake<br />

ijsshake met perzik<br />

Q Glaceren 80<br />

Toepassing: geglaceerde appels<br />

R Souffl eren 81<br />

Toepassing: champignonsouffl é met roomsaus<br />

passievruchtensouffl é met frambozencoulis<br />

S Bereiden in microgolfoven/magnetron 84<br />

Toepassing: gebraden schelvis à la pagotière<br />

T Diepvriezen 87<br />

BINDEN VAN VOEDINGSMIDDELEN 90<br />

A Defi nitie 90<br />

B Binden met zetmeelhoudende producten 90<br />

C Binden met eieren 92<br />

D Binden met room, boter 93<br />

E Binden met liaison 93<br />

F Inkoken van sausen 93<br />

G Binden met gelatine 93<br />

SMAAK- EN AROMAVERSTERKERS 95<br />

A Bouillon 95<br />

B Fond 96<br />

C Gerechten en kruiden 98<br />

VAKTERMINOLOGIE 99<br />

KALENDERS 105<br />

Groentekalender, fruitkalender, viskalender, wildkalender 105<br />

ETIQUETTE AAN TAFEL 110<br />

A Dekken van de tafel 110<br />

B Op- en afdienen 112<br />

C Plooien van servetten in siervormen 113


RECEPTEN 115<br />

SOEPEN 117<br />

Doorgestoken groentesoep (basisbereiding) 118<br />

Tomatensoep 118<br />

Preisoep 119<br />

Uiensoep met kaas 119<br />

Courgettesoep met kip 119<br />

Paprikasoep met pesto en mascarpone 120<br />

Erwtensoep met broodkorstjes 120<br />

Niet-doorgestoken groentesoep (basisbereiding) 121<br />

Lentejuliennesoep 121<br />

Winterjuliennesoep 122<br />

Kervelsoep met rijst 122<br />

Room- en fl uweelsoep (basisbereiding) 123<br />

Aspergeroomsoep 123<br />

Broccolifl uweelsoep 124<br />

Broccoliwitlofsoep 124<br />

Crème Solferino 125<br />

Garnalenroomsoep 125<br />

Visroomsoep 126<br />

Consommé: consommé Orleans (basisbereiding) 127<br />

Kaasconsommé 127<br />

Groenteconsommé 127<br />

VISGERECHTEN 129<br />

Koude gerechten met vis of schaaldieren: zalmmousse (basisbereiding) 130<br />

Gevulde eieren met garnalenmousse 130<br />

Gevulde meloen met garnalen 131<br />

Gevulde tomaten met garnalen 131<br />

Pocheren van vis: kabeljauw op Florentijnse wijze (basisbereiding) 132<br />

Kabeljauw à la Mornay 133<br />

Tongfi lets met gevulde champignons 133<br />

Gepocheerde zalm 134<br />

Gestoofde Sint-Jacobsvruchten met fi jne kruiden (basisbereiding) 135<br />

Pasteitje met vis/vispannetje 135<br />

Mosselen natuur 137<br />

Mosselen in witte wijn 137<br />

Mosselen in knofl ook 137<br />

Gebakken vis (basisbereiding) 137<br />

Zalmmedaillons met kruiden en bacon 138<br />

Geroosterde vis (basisbereiding) 138<br />

Gebakken reuzengarnalen met knofl ook (basisbereiding) 139<br />

Gebakken reuzengarnalen met knofl ookroomsaus 139<br />

Gebakken reuzengarnalen met fi jne groenten 140<br />

Kabeljauw/lotte in papillot met prei en kaassaus (basisbereiding) 140<br />

Kabeljauw/lotte in papillot met prei en kaassaus in fi lodeeg/brickdeeg 141<br />

Gefrituurde visreepjes met tartaarsaus (basisbereiding) 141<br />

Garnaalkroketten 142<br />

Toast of croque gerookte zalm (basisbereiding) 142<br />

Garnaaltoast 143<br />

GEVOGELTE 143<br />

Koken van gevogelte: kippenfricassee verwerken tot kippenpasteitje (basisbereiding) 144<br />

Croque vidé 145<br />

Gebakken cordon bleu van kip met prei en worteltjes (basisbereiding) 145<br />

5


6<br />

Gebraden kalkoenfi let met rozijntjessaus (zoetzure saus) (basisbereiding) 146<br />

Gesauteerde kalkoen met paprikasaus (basisbereiding) 147<br />

Kip in papillot (basisbereiding) 148<br />

VLEESGERECHTEN 149<br />

Bakken van vlees (basisbereiding) 150<br />

Chinese biefstuk 150<br />

Mignonnettes op z’n Normandisch 151<br />

Gebakken kalfssteaks op koloniale wijze 152<br />

Gehakt verwerken: gehaktballetjes, blinde vink, vleesbrood, worst (basisbereiding) 153<br />

Vogelnestjes 154<br />

Gehaktballetjes in tomatensaus 154<br />

Stoofkarbonades/stoofvlees (basisbereiding) 155<br />

Gestoofd konijn met jagerssaus 156<br />

Gebraden varkenshaasje met kruidenkaas (basisbereiding) 157<br />

Varkenshaasje (of fi letgebraad) met graanmosterdsaus 157<br />

Geroosterde biefstuk 158<br />

GROENTEN 159<br />

Rauwkost: slaatje met gebakken kip (basisbereiding) 160<br />

Slaatje met spek, geitenkaas en noten 160<br />

Salade niçoise 161<br />

Gekookte groenten (basisbereiding) 162<br />

Kooktijden 162<br />

Afwerkingen 163<br />

Asperges op Vlaamse wijze 164<br />

Gekookte broccoli met kaassaus 164<br />

Gestoomde groenten (basisbereiding) 165<br />

Koken in magnetron/microgolfoven (basisbereiding) 165<br />

Stoven van groenten: rodekool (basisbereiding) 166<br />

Ratatouille 166<br />

Gestoofde erwtjes 167<br />

Gestoofd witlof 167<br />

Gesauteerd groentepannetje (basisbereiding) 168<br />

Opgevulde groenten: gevuld witlof met Ardense saus (basisbereiding) 169<br />

Gevulde tomaten met gehakt 170<br />

Gevulde aubergines op Italiaanse wijze 170<br />

Banater gevulde paprika’s 171<br />

Gevulde venkel met zalm en kaassaus 171<br />

AARDAPPELEN 173<br />

Gekookte aardappelen (basisbereiding) 174<br />

Aardappelsla 174<br />

Nieuwe gekookte en gebakken aardappelen 175<br />

Doorgestoken aardappelen: aardappelpuree (basisbereiding) 175<br />

Aardappelkoek of gegratineerde aardappelpuree 176<br />

Aardappelkoek met kaas 176<br />

Hertoginnenaardappelen of gespoten aardappelpuree 176<br />

Gevulde aardappelnestjes met prei en room 167<br />

Aardappelpuree met rauwe groenten 177<br />

Spinaziestamppot 177<br />

Preistamppot 177<br />

Knolselderiestamppot 178<br />

Aardappelsouffl é 178<br />

Gebakken aardappelen (basisbereiding) 179<br />

Aardappelkoekjes 179<br />

Rauw gebakken aardappelen 179


Aardappelgratin (basisbereiding) 180<br />

Gefrituurde aardappelen: frieten (basisbereiding) 181<br />

Aardappelnootjes, Parijse aardappelen, krakertjes 181<br />

Aardappelkroketten 182<br />

DEEGWAREN/PASTA/RIJST 183<br />

Spaghetti Bolognaise (basisbereiding) 184<br />

Lasagne 185<br />

Pasta met preiroomsaus, zalm en garnalen 186<br />

Pasta met preiroomsaus en gerookte zalm 186<br />

Drooggekookte rijst volgens 1-2-1-methode (basisbereiding) 187<br />

Drooggekookte rijst met rijstbuiltjes 187<br />

Risotto met prei 188<br />

SAUSEN 189<br />

Koude saus met onbestendige emulsie: vinaigrettesaus (basisbereiding) 190<br />

Mosterdvinaigrette 190<br />

Kruidenvinaigrette 190<br />

Koude saus met bestendige emulsie: mayonaise (basisbereiding) 191<br />

Met mixer met snijstaaf 191<br />

Met de hand 191<br />

Hoe red je mislukte mayonaise? 192<br />

Cocktailsaus 192<br />

Knofl ooksaus 192<br />

Tartaarsaus 193<br />

Yoghurtdressing 193<br />

Tuinkruidendressing 193<br />

Warme geëmulsioneerde saus: Hollandse saus (basisbereiding) 194<br />

Hoe red je mislukte Hollandse saus? 194<br />

Mousselinesaus 194<br />

Saus op basis van blanke/witte roux: bechamelsaus (basisbereiding) 195<br />

Citroensaus 195<br />

Champignonsaus 195<br />

Kaassaus 196<br />

Saus op basis van blanke/witte roux: blonde saus (basisbereiding) 196<br />

Kerriesaus 196<br />

Groene kruidensaus 197<br />

Saus op basis van bruine roux: Bourgondische saus (basisbereiding) 198<br />

Maderasaus 198<br />

Saus op basis van gestoofde groenten: tomatensaus (basisbereiding) 199<br />

Provençaalse saus 199<br />

Jagerssaus 200<br />

Saus stroganoff 200<br />

DESSERTEN 201<br />

Pudding, room, saus (basisbereiding) 202<br />

Chocoladepudding 202<br />

Karamelpudding 203<br />

Brusselse room 203<br />

Gemarmerde room 203<br />

Ananasroom 204<br />

Griesmeelroom 204<br />

Verfi jnde chocoladesaus 204<br />

Banketbakkersroom (basisbereiding) 205<br />

Yoghurtroom (basisbereiding) 205<br />

Plattekaasschuim met vers fruit (basisbereiding) 206<br />

7


8<br />

Tiramisu (basisbereiding) 207<br />

Tiramisu met peren en frambozen 207<br />

Rijstpap (basisbereiding) 209<br />

Gele rijstpap 209<br />

Fruitsla (basisbereiding) 210<br />

Gestoofde krieken 210<br />

IJs met gebakken ananas (basisbereiding) 211<br />

Gefl ambeerde perzik 212<br />

Sabayon (basisbereiding) 213<br />

Chocolademousse (basisbereiding) 214<br />

Plattekaastaart (basisbereiding) 215<br />

<strong>Van</strong>illebavarois (basisbereiding) 216<br />

Chocoladebavarois 217<br />

Mokkabavarois 217<br />

Appelen uit de oven (basisbereiding) 218<br />

GEBAK 219<br />

Zacht vetdeeg verwerken tot boterdessertkoekjes (basisbereiding) 220<br />

Zacht vetdeeg verwerken tot cake 220<br />

Appelcake 220<br />

Rozijnencake 221<br />

Appel-rozijnencake 221<br />

Rabarbercake 221<br />

Marmercake 221<br />

Notencake 221<br />

Vast vetdeeg verwerken tot speculaas (basisbereiding) 222<br />

Zanddeeg (basisbereiding) 223<br />

Zanddeegkoekjes 223<br />

Half-en-half 224<br />

Spiralen 224<br />

Zanddeegtaartjes 224<br />

Biscuit (basisbereiding) 225<br />

Met boterroom 225<br />

Met slagroom en fruit 226<br />

Met chocoladeschilfers, bresiliennenootjes, marsepein 226<br />

Soezen (basisbereiding) 227<br />

Soezen en éclairs 228<br />

Zwaantjes 228<br />

Gistdeeg (basisbereiding) 229<br />

Flantaart 230<br />

Rijsttaart 230<br />

Pizza 231<br />

Quiche 232<br />

Beslagdeeg verwerken tot clafoutis van appel (basisbereiding) 233<br />

Clafoutis van peren, nectarines 234<br />

Flensjes 234<br />

Appelbeignets 234<br />

Ananasbeignets 234<br />

Bladerdeeg verwerken (basisbereiding) 235<br />

Worstenbroodjes 235<br />

Zalmbroodjes 236<br />

Palmblaadjes 236<br />

Appelfl appen 237<br />

Wafels (basisbereiding) 237<br />

Beslagwafels 237<br />

Brusselse wafels 238


Voeding


10 De voedingsdriehoek


De actieve voedingsdriehoek<br />

A Inleiding<br />

De actieve voedingsdriehoek is het Vlaamse voorlichtingsmodel over voeding gemaakt door<br />

het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie (VIG).<br />

Het is een hulpmiddel om evenwicht te brengen in gezonde voeding.<br />

De aanbevelingen richten zich tot mensen met een matig fysiek bestaan. Mensen die zware<br />

fysieke arbeid verrichten, mogen de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden voedingsstoffen verhogen.<br />

B Productgroepen in de actieve voedingsdriehoek<br />

De actieve voedingsdriehoek telt zeven groepen voedingsmiddelen die elk hun aandeel leveren<br />

in de samenstelling van een gezonde, gevarieerde en evenwichtige voeding.<br />

Je vindt er ook nog een beweeglaag en een restgroep.<br />

Bekijken we de productgroepen van de basis naar de top:<br />

De voedingsdriehoek<br />

11


Lichaamsbeweging<br />

Er zijn steeds meer bewijzen dat een evenwichtige voeding hand in hand gaat met voldoende<br />

beweging. De mens moet leren om zijn energie-inname en energieverbruik in balans te houden.<br />

Het energieverbruik is de laatste jaren sterk gedaald omdat we te vaak de auto nemen, te lang<br />

zittend werken en veel televisie kijken, al dan niet met een energierijke snack.<br />

1 Voordelen van lichaamsbeweging<br />

vermindering van<br />

▶ hart- en vaatziekten<br />

▶ hoge bloeddruk<br />

▶ osteoporose (botontkalking)<br />

▶ diabetes type 2<br />

▶ overgewicht<br />

verbetering van<br />

▶ slaapgewoonten<br />

▶ samenstelling van het lichaam: minder lichaamsvet en meer spiermassa<br />

▶ omgaan met stress<br />

2 Duur en aard van lichaamsbeweging<br />

Elke dag 30 minuten voor volwassenen en 60 minuten voor kinderen en jongeren. Je mag gerust<br />

de aanbevolen tijd spreiden.<br />

Wandelen, fl ink doorstappen, zwemmen, fi etsen, dansen, trappen lopen ...<br />

Bouw lichaamsbeweging zoveel mogelijk in je dagelijkse leefpatroon in, dan kom je<br />

zeker aan de aanbevolen tijd: neem de trap i.p.v. de lift, fi ets of ga te voet i.p.v. met de wagen.<br />

Het beste is zulke gewoonten van jongs af aan te leren. Ouders die zelf veel<br />

lichaamsbeweging nemen, geven het goede voorbeeld aan hun kinderen.<br />

Water<br />

1 Functie<br />

<strong>Van</strong> alle dranken is alleen water onmisbaar.<br />

Water of vocht is onmisbaar omdat het een belangrijke rol speelt bij de levensnoodzakelijke<br />

functies van het lichaam.<br />

Het vervoert de voedingsstoffen naar de verschillende plaatsen in het lichaam en helpt de<br />

lichaamstemperatuur op peil te houden.<br />

2 Voorbeelden van voedingsmiddelen<br />

Water, koffi e, thee, bouillon.<br />

12 De voedingsdriehoek


3 Aanbevolen dagelijkse hoeveelheid<br />

De totale vochtbehoefte ligt minimaal op 2,5 l.<br />

Wanneer je naast het vocht dat in vaste voedingsmiddelen zit, nog 1,5 l drinkt, voldoe je aan<br />

deze behoefte.<br />

Wanneer je sport, zwaar werk verricht of koorts hebt, verlies je meer vocht door transpiratie<br />

en dan moet je meer drinken.<br />

Graanproducten en aardappelen: vormen je basisvoeding<br />

1 Aanvoer van<br />

Meervoudige koolhydraten (zetmeel), voedingsvezels, in water oplosbare vitaminen B, C, mineralen,<br />

plantaardige eiwitten.<br />

2 Functie<br />

Koolhydraten leveren energie om te werken, denken, sporten ... Minstens 50 % van de energie<br />

moet uit zetmeelproducten worden gehaald.<br />

Voedingsvezels zorgen voor een betere werking van de darmen, helpen darmkanker te voorkomen<br />

en verhogen ook het verzadigingsgevoel.<br />

Mineralen staan in voor de opbouw en het herstel van ons lichaam.<br />

Vitaminen helpen bij de regeling van heel wat levensnoodzakelijke processen in ons lichaam en<br />

staan in voor de bescherming tegen ziekten. Vitamine B helpt energie vrij te maken en bevordert<br />

het overbrengen van zenuwprikkels.<br />

Aardappelen zijn een goede bron van vitamine C, die je beschermt tegen infecties, je tandvlees<br />

gezond houdt en helpt bij de opname van ijzer.<br />

Deze producten zijn op zich geen dikmakers, de bereidingsmethode soms wel, denk maar aan<br />

het verschil in calorieën tussen gekookte aardappelen en frietjes.<br />

3 Voorbeelden van voedingsmiddelen<br />

Aardappelen, brood, beschuit, ontbijtgranen, rijst, deegwaren.<br />

Volkorenproducten krijgen de voorkeur omdat ze meer voedingsvezels, vitaminen en mineralen<br />

bevatten dan de meer witte, geraffi neerde soorten.<br />

4 Aanbevolen dagelijkse hoeveelheid<br />

5 tot 12 sneden brood (175 g tot 420 g).<br />

3 tot 5 aardappelen (210 g tot 350 g).<br />

Groenten<br />

1 Aanvoer van<br />

Water, meervoudige koolhydraten, mineralen, voedingsvezels, in water oplosbare vitaminen B,<br />

C en provitamine A.<br />

2 Functie<br />

Provitamine A wordt in ons lichaam omgezet in vitamine A.<br />

Zorgt voor een gezonde huid en slijmvliezen, een goede werking van de ogen en beschermt<br />

tegen infecties.<br />

Omdat niet alle groenten dezelfde vitaminen en mineralen bevatten, is afwisseling noodzakelijk.<br />

Houd bij het kiezen van groenten rekening met het seizoen.<br />

3 Aanbevolen dagelijkse hoeveelheid<br />

300 g groenten, maar je kunt er eigenlijk nooit te veel eten.<br />

Wissel rauwkost af met bereide groenten.<br />

Let er bij de bereiding op dat de voedingsstoffen behouden blijven, denk aan bereidingsmethoden<br />

als stomen of het gebruik van een microgolfoven.<br />

De voedingsdriehoek<br />

13


Fruit<br />

1 Aanvoer van<br />

Water, voedingsvezels, in water oplosbare vitaminen en mineralen.<br />

2 Functie<br />

Zie groenten/graanproducten.<br />

3 Aanbevolen dagelijkse hoeveelheid<br />

Minstens 2 stuks.<br />

Groenten en fruit kunnen elkaar niet vervangen omdat ze elk specifi eke voedingsstoffen bevatten,<br />

denk maar aan bepaalde vitaminen.<br />

Melkproducten en met calcium verrijkte sojaproducten<br />

1 Aanvoer van<br />

Eiwitten, mineralen waaronder calcium, in vet oplosbare vitaminen (A, D, E, K), vetten.<br />

2 Functie<br />

Eiwitten en calcium zorgen voor de opbouw en het herstel van het lichaam.<br />

Calcium is een mineraal dat bijdraagt tot de opbouw en het onderhoud van sterke botten en<br />

tanden: om osteoporose (botontkalking) te voorkomen moet op elke leeftijd voldoende calcium<br />

worden ingenomen.<br />

Vooral jongeren en ouderen moeten meer calcium innemen dan volwassenen.<br />

Voor de vastzetting van calcium is vitamine D noodzakelijk.<br />

Vitamine E speelt o.a. een rol bij het verloop van de bloedsomloop, het leveren van lichamelijke<br />

inspanningen en heeft een invloed op de voortplanting.<br />

Vitamine K is van belang voor de bloedstolling.<br />

3 Aanbevolen dagelijkse hoeveelheid<br />

3 tot 4 glazen melk.<br />

1 tot 2 sneden kaas.<br />

4 Voorbeelden van voedingsmiddelen<br />

Melk, afgeleide producten zoals yoghurt, kaas, platte kaas.<br />

Wissel vette soorten af met halfvette en magere.<br />

Sojaproducten zoals sojadranken, sojadesserts kunnen melk vervangen op voorwaarde dat ze<br />

met calcium verrijkt zijn: zij bevatten plantaardige eiwitten.<br />

Vlees, vis, eieren en vervangproducten<br />

1 Aanvoer van<br />

Eiwitten, in vet oplosbare vitaminen (A, D, E, K), mineralen zoals ijzer en jodium, vetten.<br />

2 Functie<br />

Eiwitten (zie melk en melkproducten).<br />

Peulvruchten bevatten plantaardige eiwitten.<br />

IJzer is een belangrijk bestanddeel in het bloed, het zorgt o.a. voor het transport van zuurstof.<br />

Jodium zorgt voor de goede werking van de schildklier.<br />

3 Aanbevolen dagelijkse hoeveelheid<br />

100 g<br />

14 De voedingsdriehoek


4 Voorbeelden van voedingsmiddelen<br />

Vlees, vis, eieren, peulvruchten.<br />

Kies regelmatig wit vlees, zoals kip, kalkoen.<br />

Eet wat vaker vis, want vis bevat onverzadigde vetzuren die een gunstige invloed hebben op de<br />

cholesterol.<br />

Vervangproducten van vlees, vis, eieren zijn o.a. sojaproducten, peulvruchten en<br />

noten. Plantaardige levensmiddelen bevatten echter geen vitamine B12. Noten zijn energierijk<br />

wegens hun hoog vetgehalte en zijn tegelijk een minder goede bron van ijzer. Om in een vegetarische<br />

voeding vlees volwaardig te vervangen, is het nodig om verschillende plantaardige<br />

eiwitbronnen te combineren of ze samen met melk(producten) of eieren te gebruiken.<br />

Smeer- en bereidingsvetten<br />

1 Aanvoer van<br />

Vetten, in vet oplosbare vitaminen A, D, E, K.<br />

2 Functie<br />

Energie leveren en aanvoer van essentiële vetzuren, die het lichaam niet zelf kan maken.<br />

Ze zijn noodzakelijk in een evenwichtige voeding.<br />

Vitaminen: zie groenten en melk- en melkproducten.<br />

3 Aanbevolen dagelijkse hoeveelheid<br />

Gebruik zo weinig mogelijk: 1 mespuntje smeervet op de boterham en 1 eetlepel bereidingsvet<br />

per persoon voor de warme maaltijd.<br />

Let op ‘verborgen vetten’, zoals in chocolade, eieren, vlees, koeken.<br />

4 Voorbeelden<br />

smeervetten:<br />

▶ boter: dierlijk product, gemaakt van melk;<br />

rijk aan verzadigde vetzuren die het cholesterolgehalte van het bloed verhogen<br />

en af te raden zijn bij hart- en vaatziekten;<br />

bevat 82 % vetten.<br />

▶ margarine: plantaardig product, gemaakt van olie;<br />

bevat onverzadigde of poly-onverzadigde vetzuren;<br />

hebben een neutrale of verlagende invloed op het cholesterolgehalte van<br />

het bloed en zijn aan te raden bij hart- en vaatziekten;<br />

bevat 81 % vetten.<br />

▶ minarine: dit is halfvolle margarine en bevat dus minder vetten, bv. 40 % of minder.<br />

Margarines of minarines met poly-onverzadigde vetzuren krijgen de voorkeur en helpen hart- en<br />

vaatziekten te voorkomen.<br />

bereidingsvetten en oliën:<br />

Zie smeervetten.<br />

Let er bij de keuze van vetstof of olie op dat ze verhit mag worden. Dit kun je afl ezen op de<br />

verpakking.<br />

Boter mag je verwarmen.<br />

Restgroep<br />

De top van de voedingsdriehoek bevat de restgroep, een afzonderlijk loshangend gedeelte.<br />

Hierin zitten alle voedingsmiddelen die strikt genomen niet nodig zijn in een<br />

evenwichtige voeding.<br />

Zij leveren dikwijls enkel energie (suiker, vet) zonder hierbij nuttige voedingsstoffen, zoals<br />

De voedingsdriehoek<br />

15


vitaminen en mineralen, aan te brengen. Hun zoutgehalte ligt ook vaak te hoog, denk maar aan<br />

chips ...<br />

Eet of drink ze niet te veel omdat ze op langere termijn je voedingsevenwicht verstoren.<br />

Toch kun je ze niet wegdenken uit onze voedingscultuur en -gewoonten.<br />

1 Voorbeelden<br />

Frisdrank, alcoholische dranken, koeken, chips, nootjes, mayonaise ...<br />

Voor uitgebreide documentatie zie www.vig.be.<br />

C De voedingsdriehoek voor allochtonen<br />

Ongeveer 5 % van onze bevolking is van allochtone afkomst. Die mensen maken in hun voeding<br />

vaak gebruik van een mengeling van Belgische producten met producten afkomstig uit hun<br />

eetcultuur.<br />

Het is nuttig een voedingsdriehoek aan te bieden die herkenbaar is voor iedereen en veel gebruikte<br />

producten afbeeldt.<br />

Deze voedingsdriehoek omvat volgende aanpassingen:<br />

▶ Lichaamsbeweging wordt uitgebreid met wandelen met de kinderen.<br />

▶ Bij de dranken ruimt onze soep plaats voor dampende muntthee.<br />

▶ Bij de graanproducten worden plat brood en gekookte bulgur (tarwekorrels) toegevoegd.<br />

▶ De groenten worden verrijkt met artisjok, aubergine, paprika en ajuin.<br />

▶ Bij fruit worden kersen vervangen door watermeloen, vijgen en abrikozen.<br />

▶ 1 tot 2 sneden kaas worden vervangen door 4 tot 6 blokjes kaas ter grootte van een dobbelsteen.<br />

▶ Vis en vlees worden aangevuld met inktvisringen, linzen en reuzengarnalen.<br />

Je vindt de actieve voedingsdriehoeken voor de Turkse gemeenschap en voor de Marokkaanse<br />

gemeenschap met alle uitleg op www.vig.be.<br />

16 De voedingsdriehoek


D Elf gezonde regels op een rij<br />

1 Eet gevarieerd.<br />

2 Wees matig met vet; kies een gezonde vetstof en gebruik er zo weinig mogelijk van.<br />

3 Eet volop zetmeel en voedingsvezels.<br />

4 Eet 3 maaltijden per dag en verbruik niet meer dan 4 gezonde tussendoortjes.<br />

5 Kauw je eten goed.<br />

6 Wees zuinig met zout.<br />

7 Drink dagelijks minstens 1,5 l water, maar wees matig met alcohol en frisdrank.<br />

8 Houd je lichaamsgewicht op het juiste peil.<br />

9 Voorkom voedselvergiftiging door een goede hygiëne.<br />

10 Houd rekening met de aanwezigheid van schadelijke stoffen: wees matig met nitraatrijke groenten,<br />

orgaanvlees en zoetwatervis.<br />

11 Lees wat er op de verpakking staat.<br />

E Tips om lekkere, gezonde maaltijden te bereiden<br />

Kies kwaliteitsproducten.<br />

Werk snel.<br />

Kies een juiste werkvolgorde bij de bereiding van groenten en aardappelen om zo weinig mogelijk<br />

voedingsstoffen, waaronder vitaminen en mineralen, verloren te laten gaan:<br />

▶ schoonmaken: alleen de slechte delen verwijderen, felgekleurde delen, bv. het groen van<br />

prei, bevatten de meeste vitaminen; dun schillen;<br />

▶ spoelen;<br />

▶ snijden;<br />

▶ opzetten in zo weinig mogelijk, kokend water;<br />

▶ kooktijd zo kort mogelijk houden;<br />

▶ vuur goed regelen zodat er geen water verdampt;<br />

▶ deksel op kookpan leggen;<br />

▶ kookvocht gebruiken in soepen en sausen.<br />

Stem de grootte van kookpot en kookplaat op elkaar af, zo voorkom je energieverlies.<br />

(Zie ook blz. 44.)<br />

De voedingsdriehoek<br />

17


Voedingsmiddel, voedingsstof<br />

A Begrippen<br />

Voedingsmiddelen zijn de producten waarmee je je dagelijks voedt. Je koopt ze in de winkel of<br />

kweekt ze zelf. Voorbeelden zijn appels, melk, brood, ...<br />

Voedingsstoffen (of nutriënten) zijn de chemische bestanddelen waaruit een voedingsmiddel is<br />

opgebouwd. We onderscheiden:<br />

eiwitten (of proteïnen)<br />

vetten (of lipiden)<br />

koolhydraten (of gluciden): suikers en zetmeel<br />

voedingsvezels<br />

water<br />

mineralen<br />

vitaminen<br />

B Functie van de voedingsstoffen<br />

De voedingsstoffen hebben allemaal een bepaalde functie in ons lichaam:<br />

opbouwen en herstellen van weefsels = bouwstoffen<br />

water<br />

eiwitten<br />

bepaalde mineralen, bv. calcium en ijzer<br />

leveren van energie of werkkracht, lichaamstemperatuur op peil houden = energieleverende<br />

stoffen<br />

vetten<br />

koolhydraten<br />

(het teveel aan eiwitten)<br />

regelen van lichaamsprocessen zodat deze goed verlopen en je minder kans hebt om ziek te<br />

worden = regulerende stoffen<br />

vitaminen<br />

mineralen<br />

voedingsvezels<br />

18 Voedingsmiddel,<br />

voedingsstof


Voedselveiligheid en hygiëne<br />

Voedselveiligheid is een zaak van iedereen die een rol speelt in de voedselketen, van bij de<br />

productie tot het verbruik.<br />

Iedereen die met voedsel in aanraking komt, draagt bij tot de bescherming van de volksgezondheid<br />

en het garanderen van de voedselveiligheid.<br />

A Hoe komen vreemde stoffen in de voeding terecht?<br />

Als restanten van behandeling tijdens teelt of kweek, bv. residu’s van dierengeneesmiddelen;<br />

sproeistoffen op planten.<br />

Door besmetting met ongewenste stoffen die via het milieu (grond, water, lucht) in plant of dier<br />

terechtkomen, bv. planten die in cadmiumrijke grond worden geteeld.<br />

Stoffen die van nature in de plant aanwezig zijn, maar soms overmatig worden opgenomen, bv.<br />

nitraten.<br />

Nitraat op zich is weinig schadelijk, maar wordt bij de spijsvertering voor een klein deel omgezet<br />

in nitriet. Nitriet kan zich omzetten in een kankerwekkende stof. Vooral bij een combinatie<br />

van nitraatrijke groenten met vis gebeurt dat. Nitraatrijke groenten o.a. andijvie, kervel, radijs,<br />

sla, spinazie, ...<br />

Ten gevolge van bewuste toevoegingen (vooral additieven) om bv. de kleur, de bewaarbaarheid,<br />

... van voedsel te verbeteren.<br />

B Gevaren bij maaltijdbereiding en -distributie<br />

Biologisch gevaar<br />

Micro-organismen (ziektekiemen, bacteriën, virussen ...) kunnen ziekteverwekkend zijn.<br />

Je moet erop letten dat hun groei wordt verhinderd.<br />

Zij houden vooral van voldoende vocht, bepaalde voedingsstoffen, warmte (tussen 15 en<br />

45 °C) en zuurstof.<br />

Chemisch gevaar<br />

Giftige bestanddelen kunnen in het voedsel terechtkomen door bv. resten van reinigingsproducten,<br />

ontsmettingsmiddelen, pesticiden, ...<br />

Fysisch gevaar<br />

Afkomstig van bv. stukjes verpakking, houtresten, scherven, haren, ...<br />

C Hygiënemaatregelen die bijdragen tot veilig voedsel<br />

Persoonlijke hygiëne<br />

1 Handhygiëne<br />

Omschrijving<br />

Handhygiëne omvat het wassen van de handen en het ontsmetten ervan.<br />

Door de handen te wassen ontdoe je ze van alle zichtbaar vuil en micro-organismen: hiervoor<br />

gebruik je een hygiënische zeep.<br />

Handen ontsmetten heeft tot doel de micro-organismen die zich aan de oppervlakte van de<br />

huid bevinden, te doden: hiervoor gebruik je een handalcohol of een ontsmettende zeep.<br />

Voedselveiligheid en hygiëne<br />

19


Na het beëindigen van de activiteiten, de handen insmeren met een handcrème: die beschermt<br />

de handen tegen het indringen van bacteriën en houdt de huid soepel.<br />

Belang<br />

Je gebruikt je handen bij alle handelingen: zij zijn het belangrijkste transportmiddel van microorganismen.<br />

Alle voorzorgsmaatregelen om voedingsmiddelen hygiënisch op tafel te brengen, zijn nutteloos<br />

als de voedingsmiddelen ergens in vuile handen terechtkomen.<br />

Frequentie<br />

voor aanvang van het werk;<br />

na elke belangrijke werkonderbreking;<br />

bij verandering van werktaak;<br />

voor en na aanraking met rauwe voeding;<br />

na vieze karweitjes;<br />

na reiniging van keukenmateriaal;<br />

na elk toiletbezoek;<br />

na niezen, snuiten, hoesten;<br />

voor en na de verzorging van wonden;<br />

voor en na het dragen van handschoenen;<br />

na eten en roken.<br />

Voorzieningen<br />

wastafel of lavabo, uitsluitend bedoeld voor handhygiëne;<br />

kraan, bij voorkeur te bedienen met pols, elleboog of voorzien van sensor;<br />

vloeibare zeep in verdeelsysteem met dosering, bv. fl acon met elleboogbediening en muurbevestiging;<br />

individueel handdroogmiddel;<br />

afvalemmer die je zodanig kunt gebruiken dat je je handen niet opnieuw bevuilt, bv. zonder<br />

deksel;<br />

anti-microbieel product, bv. handalcohol met doseersysteem;<br />

voedende handcrèmes die liefst met een pompsysteem worden verdeeld.<br />

20 Voedselveiligheid en hygiëne


Handwastechniek<br />

Bevochtig eerst de handen en neem daarna zeep.<br />

Doe je dit in omgekeerde volgorde, dan beschadig je de huidfl ora.<br />

open de kraan<br />

alle oppervlakten van<br />

de hand goed inwrijven<br />

grondig afspoelen<br />

Voedselveiligheid en hygiëne<br />

handen bevochtigen<br />

de ruimte tussen de<br />

vingers goed wassen<br />

goed de handen drogen<br />

Ontsmettingstechniek met handalcohol<br />

Neem de juiste hoeveelheid (5 ml of 1 pompdruk) handalcohol.<br />

Wrijf handen en voorarmen goed in gedurende 15 seconden.<br />

Vergeet de ruimten tussen de vingers niet.<br />

Blijf wrijven tot de huid volledig droog is.<br />

Nagelverzorging<br />

geen nagellak;<br />

korte en propere nagels.<br />

Draag geen ringen<br />

één dosis zeep uit de<br />

dispenser<br />

nemen<br />

de polsen en de onderarmen<br />

niet vergeten<br />

sluit de kraan met het<br />

gebruikte doekje<br />

21


2 Haarhygiëne<br />

propere, verzorgde haren;<br />

lange haren samenbinden;<br />

haarbeschermkapje dragen: liefst uit wegwerpmateriaal; het kapje moet de volledige haardos<br />

omvatten en verhindert dat de handen in contact komen met haren en hoofdhuid. Zo voorkom<br />

je dat schilfers en haren in de voeding vallen;<br />

korte en verzorgde snor en baard voor de heren.<br />

3 Eethygiëne<br />

Beperk rechtstreeks contact van handen met gerechten.<br />

Raak zo weinig mogelijk eetwaren met blote handen aan.<br />

Proef niet met je vinger, gebruik een propere lepel die je onmiddellijk in de vaat stopt of gebruik<br />

een wegwerplepel.<br />

4 Mondhygiëne<br />

De mondholte bevat zeer veel kiemen en micro-organismen, die gevaarlijk kunnen zijn wanneer<br />

ze in grote hoeveelheden in voeding terechtkomen.<br />

Speeksel zit boordevol micro-organismen.<br />

Niezen en hoesten bezoedelt voedingsmiddelen met kiemen afkomstig uit mond- en keelholte.<br />

Preventie:<br />

▶ nies of hoest niet in hand of handdoek, gebruik hiervoor propere wegwerpdoekjes;<br />

▶ nies of hoest nooit boven voedingsmiddelen;<br />

▶ draag mondmasker bij verkoudheid;<br />

▶ verzorg je tanden.<br />

5 Kledijhygiëne<br />

Draag steeds werkkledij in de keuken.<br />

Ververs dagelijks kleding en onderkleding.<br />

Draag kleding met korte mouwen, dit is handiger bij het handen wassen.<br />

Weinig of geen zakken beletten het opbergen van onnodige spullen.<br />

Draag een speciale schort bij vuil werk.<br />

Draag schoenen die je alleen in de keuken draagt.<br />

Draag geen juwelen, het zijn ideale bacteriëndragers en beletten een grondige wasbeurt.<br />

6 Rookhygiëne<br />

Er geldt een rookverbod in ruimtes waar voeding bereid, bewaard of verhandeld wordt.<br />

7 Persoonlijk gezondheidsgedrag<br />

Was jezelf elke dag grondig.<br />

Er mag geen rechtstreeks contact zijn met voedingsmiddelen bij<br />

▶ ernstige huidaandoeningen zoals open wonden;<br />

▶ zware aandoeningen van ademhalingswegen, draag een mondmasker bij bv. een zware verkoudheid;<br />

▶ ernstige aandoeningen van spijsverteringsstelsel, zoals diarree.<br />

Vermijd contact van handen met mond en neus.<br />

Verzorg wondjes aan handen en armen met waterdicht, gekleurd verband: een gekleurde pleister<br />

zie je beter liggen als er bv. een stukje af is.<br />

Krab niet aan lichaamsdelen.<br />

22 Voedselveiligheid en hygiëne


Hygiëne van de keuken<br />

Werk volgens volgende methode bij de nazorg:<br />

▶ schotels en borden leeg maken<br />

▶ afwas sorteren:<br />

glaswerk<br />

borden<br />

bestek<br />

schotels<br />

kookpotten<br />

pannen.<br />

▶ afwaswater voorbereiden:<br />

zorg dat je in een propere gootsteen werkt;<br />

kies steeds voor heet afwaswater met afwasmiddel;<br />

neem eerst afwasmiddel en laat dan heet water in de gootsteen lopen.<br />

▶ afwassen, hierdoor verwijder je zichtbaar vuil;<br />

▶ naspoelen in heet water om zeepresten te verwijderen;<br />

▶ laten afdruipen;<br />

▶ afdrogen met propere keukenhanddoek;<br />

▶ fornuis, aanrecht en gootsteen schoonmaken door deze na gebruik af te wassen met warm<br />

(of heet) water en afwasmiddel of allesreiniger; spoel steeds met proper water en blink op;<br />

▶ vuilnisbakken ledigen;<br />

▶ vaatdoek en handdoeken verwijderen.<br />

Werkvlak en gootsteen regelmatig ontsmetten, zo dood je micro-organismen. Ontsmet regelmatig<br />

met toegelaten producten. Gebruik zo warm mogelijk water. Respecteer de contacttijd<br />

van deze producten en spoel steeds na.<br />

Kies voor afwasbare en ontsmetbare materialen, bv. inox.<br />

Meng nooit schoonmaakproducten met elkaar.<br />

Zorg voor een goede luchtafvoer.<br />

Zorg voor voldoende verlichting.<br />

Zet geen gerei op de grond.<br />

Gebruik elke dag propere handdoeken, vaatdoeken, schort. Kies voor materialen die de kookwas<br />

verdragen.<br />

Was de koelkast regelmatig uit, bij huishoudelijk gebruik elke maand.<br />

Laat geen huisdieren in de keuken toe.<br />

Zorg voor een aparte personeelsruimte.<br />

D Bijkomende tips om zelf bij te dragen tot de voedselveiligheid<br />

In de winkel: koop bewust<br />

Let op de verpakking: koop alleen voedingsmiddelen waarvan de verpakking ongeschonden is,<br />

bv. geen ingedeukte conserven.<br />

Let op de versheid van voedingsmiddelen: controleer de houdbaarheidsdatum.<br />

Koop diepvrieswaren en gekoelde producten steeds als laatste. Gebruik eventueel een koelbox.<br />

Zorg dat deze voedingswaren zo snel mogelijk opnieuw in diepvries of koelkast belanden.<br />

Eenmaal thuis: respecteer de koudeketen<br />

Stop diepvriesproducten onmiddellijk in de diepvriezer.<br />

Laat diepgevroren producten in de koelkast ontdooien of gebruik de microgolfoven als het snel<br />

moet gaan. Wanneer je op kamertemperatuur laat ontdooien, vermenigvuldigen micro-organismen<br />

zich zeer snel en kan het voedsel bederven.<br />

Voedselveiligheid en hygiëne<br />

23


Vries een ontdooid product nooit opnieuw in. Tijdens het ontdooien kunnen er te veel microorganismen<br />

ontstaan. Wanneer deze producten een tweede maal ontdooien, kan dit gevaarlijk<br />

zijn omdat er dan te veel micro-organismen zijn gevormd.<br />

Bederfbare producten bewaar je zo snel mogelijk in de koelkast. Bewaar ze niet te lang.<br />

De geschikte temperatuur voor de koelkast bedraagt 5 °C op de middelste legger. Controleer<br />

deze temperatuur met een koelkastthermometer.<br />

De temperatuur in de koelkast is niet overal dezelfde. Door het verschil in temperatuur optimaal<br />

te benutten, kun je alle voedsel op de juiste manier bewaren.<br />

Respecteer volgende aanwijzingen:<br />

Plaats in koelkast Temperatuur Aanbevolen voedingswaren<br />

Onderste legger<br />

(boven groentebak)<br />

2 °C Bederfelijke producten zoals vlees(waren),<br />

kip en vis. Zo voorkom je ook dat ze op ander<br />

voedsel zouden kunnen druipen.<br />

Middelste legger 4-5 °C Eieren, zuivelproducten, restjes, producten met<br />

het label ‘na openen in de koelkast bewaren’.<br />

Bovenste legger 8 °C Eieren, zuivelproducten, restjes, producten met<br />

het label ‘na openen in de koelkast bewaren’.<br />

Onderste groentebakken 10 °C Groenten en fruit die bij lagere temperaturen<br />

beschadigd worden.<br />

Binnenkant van deur 10-15 °C Mosterd, drank.<br />

Tips voor een functioneel gebruik van de koelkast:<br />

▶ Overlaad de koelkast niet. Zit ze overvol, dan is er te weinig luchtcirculatie tussen de producten<br />

waardoor de temperatuur niet op peil blijft.<br />

▶ Controleer regelmatig de vervaldatum van producten.<br />

▶ Hanteer het FIFO-principe: fi rst in, fi rst out, dus, zet verse producten altijd achter oudere<br />

producten.<br />

▶ Gebruik eerst begonnen producten.<br />

▶ Pak voedingswaren in om vocht en geurverlies tegen te gaan.<br />

▶ Zet geen grote hoeveelheden warm voedsel in de koelkast. Hierdoor loopt de temperatuur<br />

te hoog op. Laat het voedsel vooraf zo snel mogelijk afkoelen vooraleer het in de koelkast<br />

te plaatsen. Dit alles moet binnen 2 uren gebeuren.<br />

▶ Zet de thermostaat in de zomer kouder dan in de winter.<br />

▶ Open de deur niet onnodig.<br />

Niet in de koelkast bewaren:<br />

exotisch fruit, bananen, tomaten, groene bonen, komkommers, courgettes<br />

In de keuken: hou het netjes<br />

Pas de hygiëneregels toe (zie C Hygiënemaatregelen die bijdragen tot veilig voedsel, blz.19).<br />

Vermijd elk contact tussen rauwe voedingswaren en bereide gerechten: snijd bv. geen rauwkost<br />

op een snijplank waarop vlees heeft gelegen.<br />

Gebruik aparte snijplanken voor vlees, vis, groenten, fruit.<br />

Warm restjes voldoende warm op.<br />

24 Voedselveiligheid en hygiëne


Aan tafel: warm blijft warm, koud blijft koud<br />

Let op de ‘twee-urenregel’. Zorg ervoor dat bederfbare voedingswaren niet langer dan twee<br />

uur in de ‘gevaarlijke’ temperatuurzone blijven (tussen 4 °C en 65 °C).<br />

Restjes stop je zo snel mogelijk in de koelkast of vries je in als je ze niet binnen de twee dagen<br />

gebruikt.<br />

Voeg geen verse voedingswaren toe aan gerechten die meer dan twee uur op kamertemperatuur<br />

zijn gebleven.<br />

Laat koud buffet niet langer dan twee uur staan.<br />

Onderweg: houd het koel<br />

Lang houdbare voedingswaren in de oorspronkelijke verpakking krijgen de voorkeur, zeker<br />

voor langere trips.<br />

Stel deze nooit bloot aan direct zonlicht, maar berg ze op in de kofferruimte.<br />

Gebruik een koelbox.<br />

E HACCP<br />

Om te voorkomen dat voedsel ongezond of onveilig wordt, hanteren producenten een voedselveiligheidssysteem<br />

voor het samenstellen, bereiden en behandelen van levensmiddelen.<br />

HACCP is een controlesysteem om de voedselveiligheid te garanderen.<br />

Hierbij wordt van elke fase in de productie in kaart gebracht wat er fout kan gaan en hoe dit<br />

kan worden voorkomen.<br />

Alle bedrijven die levensmiddelen produceren, bewerken, transporteren en/of opslaan, zijn<br />

verplicht een HACCP-systeem in te voeren en te onderhouden.<br />

Ontleding<br />

Hazard risico<br />

Analyses analyse<br />

Critical kritische<br />

Control controle<br />

Points punten<br />

Doel<br />

Wie met voedsel in aanraking komt, is zelf verantwoordelijk voor de veiligheid van het bereide<br />

voedsel.<br />

Wie aan HACCP doet, beschermt de consument tegen ongemakken of ziekten waarvan onhygienisch<br />

of vervuild voedsel de oorzaak zou kunnen zijn.<br />

HACCP uitvoeren is teamwork. Iedereen die bij de bereiding van voedsel betrokken is, moet<br />

hygiënisch werken.<br />

Het HACCP-ontwerp is een<br />

▶ hygiënische,<br />

▶ preventieve,<br />

▶ en systematische manier van werken in een voedingsdienst.<br />

▶ Het omvat een ingebouwd controlesysteem dat mogelijke gevaren bij de verschillende stappen<br />

van de verwerking van het voedsel beheerst.<br />

▶ Om dit te kunnen doen, worden er controlepunten opgesteld.<br />

▶ Hierdoor wordt een maximale veiligheidsgarantie aan de consument geboden.<br />

HACCP toepassen, betekent gevaren of risico’s<br />

▶ duidelijk omschrijven;<br />

▶ vroegtijdig opsporen;<br />

▶ gericht controleren;<br />

▶ beheersen.<br />

= teamwork<br />

Voedselveiligheid en hygiëne<br />

25


Voedseletikettering<br />

A Inleiding<br />

De warenwetgeving bepaalt precies wat er op een etiket van voedingsmiddelen moet staan.<br />

Dit etiket bevat dan ook een schat aan informatie.<br />

De gegevens moeten op een zichtbare, goed leesbare en onuitwisbare wijze zijn aangebracht<br />

op de verpakking.<br />

De taalkeuze moet overeenstemmen met de landstaal waar het product wordt verkocht, m.a.w.<br />

in onze streek moeten alle gegevens in de Nederlandse taal worden vermeld.<br />

B Verplichte informatie<br />

De verkoopbenaming<br />

Geeft aan om welk product het precies gaat.<br />

De benaming moet voldoen aan de eisen zoals gesteld in de warenwetgeving: voor een groot<br />

aantal producten is de productnaam beschermd of nauwkeurig beschreven.<br />

Bv. yoghurt: moet zijn gemaakt met behulp van minimaal 2 bepaalde bacteriën;<br />

moet minimaal 1 miljoen levende bacteriën per milliliter bevatten;<br />

als yoghurt wordt verhit of met andere bacteriën wordt gemaakt, mag<br />

het geen yoghurt heten.<br />

26 Voedseletikettering


De inhoud<br />

Geeft aan hoeveel milliliter, liter, gram of kilogram er in de verpakking zit.<br />

De inhoud is altijd de nettoproductinhoud: het gewicht van de verpakking telt niet mee.<br />

Op sommige verpakkingen staat ook het uitlekgewicht: het gewicht van het product zonder<br />

vocht. Bv. op conserven waarin fruit zit, is dat het gewicht van het fruit zonder het sap.<br />

De kleine letter ‘e’ die je soms aantreft bij de inhoudsvermelding, komt van het Engelse ‘estimate’<br />

en betekent ‘ongeveer’. De inhoud mag dan een klein beetje meer of minder zijn. Deze<br />

marges zijn ook bij wet vastgelegd. Bv. ‘inhoud 1 liter e’ betekent dat er gemiddeld 1 liter in die<br />

verpakking zit.<br />

De ingrediëntenlijst<br />

Bevat een opsomming van alle ingrediënten die in het product aanwezig zijn.<br />

Het ingrediënt waarvan het meeste is gebruikt in het product, moet als eerste vermeld staan.<br />

Vervolgens het ingrediënt waarvan iets minder is gebruikt.<br />

Soms wordt een product als ingrediënt gebruikt voor een ander product.<br />

Op veel levensmiddelen moet het percentage van één of meerdere ingrediënten vermeld<br />

staan, en dit volgens de zogenaamde kwantitatieve vermelding van ingrediënten. Bv. bij botercake<br />

wordt het percentage boter vermeld; bij krabsalade het percentage krab.<br />

Indien producten gemaakt zijn met moderne biotechnologische methodes, de genetisch gemodifi<br />

ceerde producten, wordt dit ook vermeld.<br />

Als afsluiting volgt een opsomming van de toegevoegde additieven:<br />

▶ kleurstoffen: van E100 tot E199<br />

▶ conserveermiddelen: van E200 tot E299<br />

▶ anti-oxidantia: van E300 tot E399<br />

▶ emulgeer-, verdikkings-, geleer- en stabiliseermiddelen: van E400 tot E499<br />

▶ additieven met andere eigenschappen: E500, ...<br />

De datum van minimale houdbaarheid of uiterste verbruiksdatum<br />

Wordt door de producent bepaald.<br />

Het is de datum tot wanneer de producent de kwaliteit van het product garandeert, op voorwaarde<br />

dat het product ongeopend is en het bewaarvoorschrift wordt opgevolgd.<br />

Deze datum wordt als volgt aangegeven: ‘Ten minste houdbaar tot ....’.<br />

Op zeer bederfelijke producten zoals vers vlees, kip, voorgesneden groenten en koelverse<br />

maaltijden staat: ‘Te gebruiken tot ...’. Deze producten moet je bewaren bij de aangegeven<br />

temperatuur en mag je na de vermelde datum niet langer gebruiken.<br />

De houdbaarheidsdatum staat vlak bij de naam van het product en de inhoudsvermelding. Hier<br />

staat soms ook vermeld waar de houdbaarheidsdatum te vinden is, bv. ‘Ten minste houdbaar<br />

tot: zie deksel’.<br />

De bijzondere bewaarvoorschriften en gebruiksvoorwaarden<br />

Zijn verplicht wanneer het product onderhevig is aan bederf.<br />

Dit kan als volgt: ‘bewaren in de koelkast’, ‘bewaren op een koele, droge plaats’ ...<br />

Op diepvriesproducten moet vermeld staan dat het een diepvriesproduct betreft en dat je het<br />

product na ontdooien niet meer mag invriezen.<br />

Soms staat op het etiket de vermelding ‘verpakt onder beschermende atmosfeer’. Hierbij is de<br />

lucht in de verpakking vervangen door een ander gas, waardoor het product langer houdbaar<br />

is.<br />

Een gebruiksaanwijzing<br />

Is enkel nodig indien het product zonder gebruiksaanwijzing niet behoorlijk kan worden gebruikt.<br />

Voedseletikettering<br />

27


Het lotnummer<br />

Is een code die van belang is wanneer het product niet voldoet aan de vooropgestelde eisen.<br />

Hiermee kan een hele partij worden geïdentifi ceerd of uit de handel worden genomen.<br />

Het wel of niet verplicht zijn van de vermelding van het lotnummer is afhankelijk van de datum<br />

van minimale houdbaarheid.<br />

Indien er staat “tenminste houdbaar tot” is de vermelding van het lotnummer niet verplicht.<br />

Bij de vermelding “tenminste houdbaar tot einde” is de vermelding van het lotnummer wel<br />

verplicht.<br />

De naam en het adres van fabrikant, invoerder, verpakker of verkoper<br />

Zo kun je als koper je ongenoegen uiten als er iets mis is met het product, bv. als de kwaliteit<br />

niet voldoet.<br />

Je kunt via deze weg ook informatie over het product vragen.<br />

De plaats van oorsprong of herkomst<br />

Indien het weglaten ervan de verbruiker zou kunnen misleiden.<br />

Het alcoholvolumegehalte<br />

Wordt vermeld op dranken met een alcoholgehalte hoger dan 1,2 volumeprocent.<br />

De voedingswaarde<br />

Dit is een opsomming van de hoeveelheid energie, eiwitten, koolhydraten ...<br />

Deze vermelding moet volgens bepaalde regels gebeuren bv. per 100 g/100 ml van het<br />

voedingswaar.<br />

De energetische waarde van het product wordt uitgedrukt in kilocalorieën (kcal) of kilojoules<br />

(kJ). 1 kcal komt overeen met 4,18 kJ.<br />

Wanneer in de voedingswaarde vitamines of mineralen vermeld worden, moet ook het percentage<br />

van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) opgegeven worden.<br />

C Niet-verplichte informatie<br />

De prijs<br />

Moet op het product of in de onmiddellijke omgeving ervan staan, bv. op het kaartje op het<br />

rek.<br />

Hierbij moet ook de prijs per liter/kilo vermeld staan.<br />

Het erkenningsnummer<br />

Wordt vermeld op dierlijke producten.<br />

De streepjescode<br />

Zit op bijna elk product of op de verpakking.<br />

Het is handig voor de kassierster en vooral voor het voorraadbeheer van de supermarkt.<br />

De meest gebruikte streepjescode op voedingsmiddelen is de code met dertien cijfers eronder.<br />

Er bestaan ook andere codes.<br />

De streepjescode geeft aan om welk product het gaat.<br />

De twee eerste cijfers staan voor het land van herkomst of het land waar het product nog een<br />

lichte bewerking of verpakking onderging.<br />

▶ de ‘startcode’ voor België en Luxemburg is 54;<br />

▶ 87 staat voor Nederland;<br />

▶ 50 voor Engeland en Ierland;<br />

28 Voedseletikettering


▶ 40 tot en met 43 voor Duitsland;<br />

▶ 30 tot en met 37 voor Frankrijk.<br />

De overige cijfers bieden heel wat informatie over het soort product, de leverancier, ...<br />

De supermarkt kan op zijn beurt nog extra informatie aan de code toevoegen, zoals de prijs,<br />

reclameacties, ...<br />

De afbeeldingen<br />

Symbolen van ‘glasbak en kringloop’ geven aan wat je met de lege verpakking moet doen.<br />

Op die manier kun je kiezen voor milieuvriendelijke producten.<br />

Het kwaliteitslabel ‘biologisch’<br />

Alle plantaardige eetwaren, waarvan de producent beweert dat ze een product zijn van biologische<br />

landbouw, worden regelmatig gecontroleerd door een van de twee door de staat erkende<br />

controle-instellingen: Ecocert en Blik.<br />

Er bestaan ook privélabels, zoals Biogarantie, die een waarborg geven omtrent de biologische<br />

oorsprong.<br />

Voor biologisch vlees en andere dierlijke producten bestaat nog geen Europese regelgeving.<br />

In afwachting daarvan heeft Biogarantie een lastenboek samengesteld en wordt er al over de<br />

hele lijn controle uitgevoerd.<br />

Voedseletikettering<br />

Ecocert<br />

Ecocert<br />

Biogarantie<br />

29


Meten en wegen<br />

Om een gerecht te laten slagen, is het van belang dat je de juiste hoeveelheden ingrediënten<br />

gebruikt.<br />

A Massa<br />

Eenheid van massa<br />

De massa is de hoeveelheid vaste stof.<br />

De eenheid van massa is kilogram (kg).<br />

Daarnaast bestaan er nog afgeleide eenheden zoals hg, dag, g, dg, cg, mg.<br />

1 kg = 1000 g 1 dg = 0,1 g<br />

1 hg = 100 g 1 cg = 0,01 g<br />

1 dag = 10 g 1 mg = 0,001 g<br />

De omrekening kan vlot verlopen met behulp van volgende tabel:<br />

Balans<br />

kg hg dag g dg cg mg<br />

1 0 0 0<br />

1 0 0 0<br />

Om de massa nauwkeurig te bepalen heb je een balans nodig.<br />

In de keuken gebruik je een elektronische weegschaal of een huishoudweegschaal met veer.<br />

Met een balans kun je tot een bepaalde massa meten.<br />

1 Elektronische huishoudweegschaal<br />

Principe<br />

▶ Er zijn drie belangrijke delen aan een elektronische balans:<br />

sensor<br />

signaalverwerker<br />

weergave<br />

▶ De sensor of opnemer meet de massa.<br />

▶ De signaalverwerker verwerkt de gegevens.<br />

▶ De afl ezing gebeurt digitaal op de weergave.<br />

Voordelen<br />

▶ Geeft een duidelijke en snelle afl ezing.<br />

▶ Is gemakkelijk in gebruik.<br />

▶ Meet nauwkeurig.<br />

Nadeel<br />

▶ Vernieuwen van batterij.<br />

30 Meten en wegen


Massametingen met huishoudgerei<br />

Meten en wegen<br />

Principe<br />

2 Veerbalans<br />

▶ Hoe hoger de kracht die inwerkt op de<br />

veer, hoe meer de veer wordt uitgerekt of<br />

samengedrukt.<br />

▶ De naald die aan een veer is<br />

bevestigd, duidt op een schaal de<br />

grootte van de massa aan.<br />

Voordeel<br />

▶ De veerbalans is eenvoudig<br />

in gebruik.<br />

Nadeel<br />

▶ De veerbalans is onnauwkeurig.<br />

Om praktische redenen kan ook huishoudgerei worden gebruikt om de massa van droge en fi jn<br />

verdeelde voedingsmiddelen te bepalen.<br />

1 Eetlepel<br />

De hier vermelde hoeveelheden bij eetlepels zijn i.v.m. de verschillen in lepelgrootte slechts als<br />

richtlijn bedoeld.<br />

Het gaat steeds om een afgestreken eetlepel.<br />

Eetlepel wordt in recepten afgekort als el.<br />

1 eetlepel weegt<br />

Bloem 10 g<br />

Maïzena 10 g<br />

Aardappelzetmeel 10 g<br />

Suiker 15 g<br />

Poedersuiker 10 g<br />

Vetstof 15 g<br />

Zout 15 g<br />

31


2 Maatbeker<br />

Met behulp van een maatbeker kunnen een aantal<br />

voedingswaren worden afgemeten: bv.<br />

suiker<br />

bloem<br />

rozijnen<br />

Principe<br />

▶ Kies op de maatbeker bovenaan de af te meten<br />

voedingswaar.<br />

▶ Doe de voedingswaar in de maatbeker, schud<br />

het goed glad.<br />

▶ Lees af.<br />

Voordeel<br />

▶ Is gemakkelijk in gebruik.<br />

suiker<br />

1000gr<br />

900gr<br />

800gr<br />

700gr<br />

600gr<br />

500gr<br />

400gr<br />

300gr<br />

200gr<br />

100gr<br />

Nadeel<br />

▶ Niet geschikt voor kleine en/of nauwkeurige hoeveelheden.<br />

▶ Slechts een aantal voedingswaren kunnen op deze manier afgemeten worden.<br />

3 Aanduidingen op de verpakking<br />

Op sommige verpakkingen<br />

staan er aanduidingen<br />

wat betreft de massa.<br />

Bv. op een aantal<br />

deegwaren staan<br />

verschillende gewichten.<br />

Bij het openmaken van een pakje margarine staan er maatstreepjes per 50 of 100 g.<br />

Voordeel<br />

▶ Handig en gemakkelijk in gebruik.<br />

▶ Gaat snel.<br />

▶ Weinig middelen nodig.<br />

Nadeel<br />

▶ Nauwkeurigheid.<br />

32 Meten en wegen


B Volume<br />

Eenheid van volume<br />

Het volume is de hoeveelheid vloeistof.<br />

Om het volume van een vloeistof te meten, gebruik je een maatbeker.<br />

Wanneer je een maatbeker gebruikt, wordt het volume uitgedrukt in liter.<br />

De eenheid van volume is 1 m 3 = 1000 liter.<br />

Om praktische redenen werk je niet met m 3 , maar met liter.<br />

Daarnaast bestaan er nog afgeleide eenheden zoals hl, dal, dl, cl en ml.<br />

1 liter = 10 dl = 100 cl = 1000 ml<br />

1 liter = 1000 cc<br />

1 ml = 1 cc<br />

kl hl dal l dl cl ml<br />

1 0 0 0<br />

1 0 0 0<br />

Maatbeker<br />

met behulp van een maatbeker kunnen vloeistoffen worden afgemeten<br />

Principe<br />

▶ Kies de volumeaanduiding.<br />

▶ Om de hoeveelheid in een maatbeker af te lezen, zet je de maatbeker op een plat werkvlak.<br />

▶ Lees de maatbeker horizontaal af op ooghoogte.<br />

Hanteer, indien nodig, volgende omrekeningen:<br />

1/2 l = 5 dl = 500 ml (cc)<br />

1/4 l = 2,5 dl = 250 ml (cc)<br />

Meten en wegen<br />

1/8 l = 1,25 dl = 125 ml (cc) 100<br />

90<br />

80<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

Voordeel<br />

▶ Is gemakkelijk in gebruik.<br />

Volumemetingen met huishoudgerei<br />

Om praktische redenen kan huishoudgerei worden gebruikt om het volume van vloeistoffen te<br />

bepalen.<br />

Huishoudgerei voor het bepalen van volume voor kleine hoeveelheden<br />

eetlepel (1 eetlepel = 1/6 dl) 1 dl = 6 el<br />

koffi elepel (1 koffi elepel = 1/12 dl) 1 dl = 12 kl<br />

63<br />

60<br />

57<br />

33


BASISTECHNIEKEN<br />

A Schoonmaken van groenten/tuinkruiden<br />

Andijvie<br />

Asperge<br />

Bloemkool<br />

Broccoli<br />

Champignon<br />

Courgette<br />

Erwten<br />

Kerstomaat<br />

Kervel<br />

Knofl ook<br />

Knolselderie<br />

Komkommer<br />

Paprika<br />

Peterselie<br />

Peultjes<br />

Pompoen<br />

Snijd het onderste deeltje weg, snijd de gekwetste bladeren weg, spoel<br />

goed.<br />

Schil met een dunschiller van onder het aspergepunt naar het uiteinde<br />

toe. Begin zeer dun, schil onderaan iets dikker. Snijd het onderste deeltje<br />

weg. Controleer met je vingers of er geen stukje schil blijven zitten<br />

is. Spoel.<br />

<strong>Van</strong> groene asperges schil je alleen het onderste gedeelte.<br />

Snijd de roosjes los. Spoel goed in (gezouten) water.<br />

Snijd de roosjes los, de steeltjes mogen iets langer worden gelaten.<br />

Spoel.<br />

Borstel het vuil af met een borsteltje of huishoudpapier, snijd het onderste<br />

stukje weg. Niet afspoelen omdat ze dan te veel water opslorpen.<br />

Al dan niet schillen. Snijd in de lengte door, verwijder de zaadjes en<br />

spoel.<br />

Maak de peultjes open met je vingers, maak de erwtjes los en spoel.<br />

Kroontje wegsnijden, spoelen.<br />

Breek de steeltjes af en spoel goed.<br />

Pel, spoel, snijd overlangs door en verwijder de kiem.<br />

Snijd het gewenste deel af, schil en spoel.<br />

Schil eventueel of gedeeltelijk met een canneleermesje, spoel.<br />

Schil eventueel met een dunschiller (de schil is het moeilijkst verteerbare<br />

deel), snijd overlangs door, snijd het groen kroontje weg, verwijder<br />

de zaadjes, spoel.<br />

Breek de steeltjes af, spoel.<br />

Snijd eventuele bruine vlekjes weg, spoel.<br />

Snijd door, schil, verwijder de zaadjes, spoel.<br />

34 Basistechnieken


Prei<br />

Rapen<br />

Rode kool<br />

Savooikool<br />

Schorseneren<br />

Sla<br />

Sperziebonen of<br />

Prinsessenbonen<br />

Spinazie<br />

Spruiten<br />

Tomaat<br />

Tuinkers<br />

Ui<br />

Venkel<br />

Witlof<br />

Witte kool<br />

Wortel<br />

B Verkleiningsmethoden<br />

Basistechnieken<br />

Snijd alleen de beschadigde delen trapsgewijs weg, de groene delen<br />

bevatten de meeste vitaminen. Verwijder het worteltje, snijd in de<br />

lengte doormidden, spoel met de groene bladeren naar onder gericht.<br />

Vooral de overgang van het witte naar het groene gedeelte bevat veel<br />

zand.<br />

Snijd de aanzet van de bladeren weg, schil, spoel.<br />

Snijd door, verwijder het buitenste blad, snijd de harde kern weg,<br />

spoel.<br />

Snijd de bladeren los, verwijder de nerf, spoel.<br />

Schil, spoel in azijnwater.<br />

Verwijder de beschadigde bladeren, maak blad voor blad los, snijd de<br />

lelijke delen van het blad weg, verwijder de nerven, spoel driemaal,<br />

droog met slazwierder.<br />

Breek de puntjes af, spoel.<br />

Verwijder de steeltjes, spoel.<br />

Snijd het onderste deeltje weg, snijd de beschadigde delen weg, spoel,<br />

maak een inkerving in het hardste gedeelte.<br />

Ontvel eventueel, snijd het kroontje en het harde kegeltje weg, spoel.<br />

Spoel onder stromend water, knip los met een schaar.<br />

Pel, snijd het worteltje weg, spoel.<br />

Snijd de harde kern onderaan weg, snijd de bladeren los, spoel.<br />

Snijd het onderste deeltje weg, haal het bitter kegeltje uit, spoel.<br />

Snijd door, verwijder het buitenste blad, snijd de harde kern weg,<br />

spoel.<br />

Schraap, snijd de steelaanzet weg, spoel.<br />

Groenten, aardappelen, ... moeten worden verkleind voor het bereiden.<br />

Je kunt ze versnijden, raspen, hakken (of knippen).<br />

Versnijden<br />

1 Snijmiddelen<br />

Groenten kun je versnijden met een mes.<br />

Messen zijn belangrijke keukengereedschappen.<br />

Een goed mes vergemakkelijkt het keukenwerk.<br />

35


2 Soorten messen<br />

Voor elk doel bestaat een aangepast mes.<br />

Groentemesje<br />

Aardappelmesje<br />

Tomatenmesje<br />

Kaasmes<br />

Broodmes<br />

Koksmes<br />

voor het keukenwerk<br />

van de kok<br />

Bijzonder mes<br />

gebruikt voor bijzondere<br />

bewerkingen<br />

3 Snijmethode<br />

Bij het snijden met een mes gebruik je<br />

je beide handen.<br />

De geleidende hand drukt met de drie<br />

middelste gekromde vingers op de<br />

groenten.<br />

De vingers worden telkens na iedere<br />

snijbeweging naar achteren gezet.<br />

Duim en pink houden de groenten vast<br />

en blijven achter de gebogen vingers.<br />

Zo duw je de groenten verder.<br />

36 Basistechnieken


4 Andere aangepaste middelen<br />

Naast het snijmes bestaan er apparaten om groenten te versnijden.<br />

Snijder met zaagjes die het voedingsmiddel doorzaagt in schijfjes, bv. tomatensnijder.<br />

Groenterasp met verschillende mesjes.<br />

Snijder met draad of rooster die door het<br />

voedingsmiddel wordt gedrukt en waarmee je<br />

reepjes bekomt, bv. frietsnijder.<br />

5 Vormgeving en grootte<br />

Staafjes of reepjes<br />

▶ Snijd de groente in de lengte in dunne plakken.<br />

▶ Verdeel deze vervolgens in smalle reepjes.<br />

Basistechnieken<br />

37


▶ De breedte van de reepjes bepaal je zelf.<br />

▶ Platte reepjes in de vorm van frietjes<br />

noemt men jardinière.<br />

▶ Dunne reepjes in de vorm van lucifers<br />

noemt men julienne. Worteltjes, prei, knolselderie,<br />

... worden op deze manier gesneden.<br />

▶ Zeer fi jne reepjes in de vorm van sliertjes noemt men chiffonade: rol de bladeren op en<br />

snijd ze in zeer fi jne reepjes. Deze snijtechniek kan worden toegepast op sla, andijvie, ...<br />

Blokjes<br />

▶ Snijd de groenten eerst in de lengte en daarna in de breedte.<br />

▶ De grootte van de blokjes bepaal je zelf.<br />

▶ Blokjes van ongeveer 3 mm noemt men brunoise, bv. van wortelen, uien, selderij, ...<br />

▶ Blokjes van ongeveer 9 mm noemt men mirepoix, bv. van aardappelen, raapjes, paprika’s,<br />

...<br />

Voorbeeld snijden of snipperen van uien<br />

▶ Leg de gehalveerde ui op het snijvlak.<br />

▶ Rechtshandigen leggen de wortelaanzet aan de linkerkant.<br />

▶ Houd de ui met de vingertoppen op hun plaats.<br />

▶ Snijd de uien één of twee keer horizontaal in, zonder ze helemaal door te snijden.<br />

▶ Snijd de uienhelften op korte afstanden vertikaal in, zonder de wortelaanzet door te snijden.<br />

▶ Snijd de uien dan in blokjes.<br />

▶ Linkshandigen leggen de wortelaanzet aan de rechterkant.<br />

38 Basistechnieken


Schijfjes of plakjes<br />

▶ De groenten worden in schijfjes gesneden.<br />

▶ Deze worden tranches genoemd.<br />

▶ Je kunt deze snijtechniek toepassen op champignons, komkommer, aardappelen, ...<br />

▶ Grofgesneden schijven in min of meer<br />

gelijke vorm worden paysanne genoemd.<br />

▶ Je kunt op die manier ui, knolselderie,<br />

wortelen, ... snijden.<br />

Bolletjes<br />

▶ Met een aardappelboor haal je bolletjes uit.<br />

▶ Een aardappelboor kun je in verschillende maten kopen.<br />

▶ Je kunt bolletjes halen uit aardappelen,<br />

komkommer,<br />

meloenen; ...<br />

Basistechnieken<br />

39


Raspen<br />

1 Omschrijving<br />

Raspen is het afschrapen van kleine delen van een voedingsmiddel door middel van een rasp.<br />

Zeer harde voedingsmiddelen kun je verkleinen door te raspen,<br />

bv.wortelen, knolselderie, ...<br />

2 Middelen<br />

Manuele raspen in een platte vorm of toren.<br />

Op de rasp is een zone met fi jne of grove schaafvormen<br />

en een schaafgleuf.<br />

Manuele raspmolentjes.<br />

Elektrische raspen met verschillende raspmodellen.<br />

Bij de meeste raspen kun je zelf de grofheid en de vorm bepalen door de grootte van de<br />

schaafopeningen te kiezen.<br />

3 Methode<br />

Plaats de rasp op een plat vlak.<br />

Schraap de zuivere en gewassen voedingsmiddelen door de rasp.<br />

Hakken / knippen<br />

1 Omschrijving<br />

Snij schoongemaakte of gewassen groenten of tuinkruiden<br />

zeer fi jn zonder ze een bepaalde vorm te geven.<br />

Kan je toepassen op peterselie, kervel, bieslook, ...<br />

2 Middelen<br />

Schaar<br />

Hakmes<br />

Elektrische hakmolen bv. Moulinette<br />

40 Basistechnieken

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!