Perspectief - Katholieke Vereniging voor Oecumene
Perspectief - Katholieke Vereniging voor Oecumene
Perspectief - Katholieke Vereniging voor Oecumene
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Kasper vangt aan met een citaat van Hans Urs von Balthasar: de (onbewuste) beslissing tot<br />
de kinderdoop was “die met de meeste gevolgen van alle beslissingen van de<br />
kerkgeschiedenis”. De zich doorzettende praktijk van de kinderdoop kan gelden als eigenlijk<br />
<strong>voor</strong>spel van het Constantijnse tijdperk. Hier ontstond het als christen geboren worden,<br />
veeleer dan dat je <strong>voor</strong> het geloof ‘kiest’. De kinderdoop werd daarom de basis van het<br />
fenomeen van de volkskerk… die vandaag verdwijnt. Het is daarom goed te verstaan dat<br />
vandaag de kinderdoop in vraag wordt gesteld. “Maar het gaat daarbij om meer dan om het<br />
geïsoleerde fenomeen van de kinderdoop. Het gaat om gestalte en structuur van de kerk van<br />
de toekomst.” Of nog: “In deze vraag meldt zich ten diepste het probleem van vrijheid en<br />
institutie in de Kerk”. 102 Met Duitse Gründlichkeit onderneemt Kasper dan eerst een<br />
bijbeltheologisch en dogmatisch onderzoek naar de kinderdoop, om pas zo tot een<br />
probleemstelling te komen. Vervolgens passeren de heilsbetekenis van het geloof en van de<br />
doop. Het heil van het geloof ziet Kasper <strong>voor</strong>al in het ja zeggen aan God en Jezus Christus,<br />
ook op ‘anonieme’ wijze. De heilsbetekenis van de doop vindt hij in de ‘Herrschaftswechsel’,<br />
ook op de wijze van het doopsel van begeerte. Zo komt hij bij “het fundamentele samen<br />
horen van geloof en doop”. 103<br />
Sporen van een aanvangstijd zonder doop vinden we niet in het Nieuwe Testament. De doop<br />
bestond natuurlijk reeds <strong>voor</strong> het christendom, maar het beslissende onderscheid van de<br />
christelijke doop bestond hierin dat deze van bij de aanvang met een zich bekennen (= ook<br />
‘belijden’) tot Jezus Christus was verbonden. Er werd dus een geloofsbelijdenis uitgesproken<br />
in samenhang met de doop: doop en belijdenis hangen ten diepste samen. Bij Paulus<br />
worden ze soms bijna als synoniemen uitgewisseld, hebben exegeten opgemerkt. Zo<br />
bij<strong>voor</strong>beeld in de Romeinenbrief, waar de rechtvaardiging uit het geloof (Rom. 3-5) ineens<br />
overgaat in het leven als verrezenen en dus als gedoopten (Rom. 6). 104 Het gaat hierbij niet<br />
om twee ‘strengen’ naast elkaar in de theologie van Paulus, beklemtoont Kasper, maar om<br />
een onlosmakelijk samen horen van doop en geloof: sacramentum fidei.<br />
Kasper onderscheidt nu een drievoudig op elkaar betrokken zijn van geloof en doop.<br />
a) Het geloof gaat aan de doop <strong>voor</strong>af en begeleidt de doop. Dit is het model van<br />
Handelingen (8, 12; 18, 8). Het geloof is de weg en dispositie <strong>voor</strong> de doop. Maar dit model<br />
mag niet worden verabsoluteerd.<br />
b) Er is ook het model van de ‘doopherinnering’. In Rom. 6, 3 en elders 105 gaat Paulus van<br />
de reeds voltrokken doop uit. Hij benut het duidelijke proces van de onderdompeling om de<br />
noodzaak van verandering en nieuwheid te begronden. Hier wil de geloofsverkondiging dus<br />
niet tot de doop leiden, maar in de reeds gebeurde doop binnenleiden. 106 Het doopsel maakt<br />
duidelijk wat christen zijn is. Het doopsel begrondt hier dus ook de nieuwe aanvang in het<br />
geloof.<br />
c) Het derde model is erg invloedrijk geworden in de traditie: de doop schenkt het geloof.<br />
“Hier stelt de doop het geloof niet <strong>voor</strong>op, zoals in het eerste model; de doop zet echter ook<br />
niet louter de weg van het geloof uiteen vanuit zichzelf, zoals in het tweede model; veeleer<br />
schenkt de doop het geloof. Dit zou de zin kunnen zijn van Schriftuitspraken over de doop<br />
als verlichting (footismos).” 107 Hier wordt de bodem gelegd <strong>voor</strong> de leer van het ingestorte<br />
geloof (fides infusa) en de doopgenade.<br />
Dat brengt Kasper nu tot beschouwingen over de kinderdoop. Hij vervolgt: “Als men deze<br />
drie modellen overweegt, komt daaruit naar voren dat de verhouding tussen geloof en doop<br />
niet zo eenduidig op de weg van geloof naar doop is vastgelegd als de tegenstanders van de<br />
102 Kasper, a.c., resp. bladz. 148-149<br />
103 Kasper, a.c., bladz. 164<br />
104 Verschillende Bijbelcitaten in: Kasper, a.c., bladz. 165-166<br />
105 Kasper, a.c., bladz. 171 vermeldt <strong>voor</strong>ts 1 Kor. 6, 11; 10, 1 en 1 Pe. 3, 21<br />
106 Dit kunnen we dus het model noemen van het ‘catechumenaat na het doopsel’ of ook van de mystagogie.<br />
107 Kasper, a.c., bladz. 171 met verwijzing naar Hebr. 6, 4; 10, 32; 2 Kor. 4, 6; Ef. 1, 18; 3, 9; 2 Tim. 1,1 0<br />
<strong>Perspectief</strong>, Digitaal Oecumenisch Theologisch Tijdschrift<br />
<strong>Katholieke</strong> <strong>Vereniging</strong> <strong>voor</strong> <strong>Oecumene</strong>, nr. 11, maart 2011<br />
38