Kleur bekennen. Kwalitatief kleuronderzoek en Goethes ...
Kleur bekennen. Kwalitatief kleuronderzoek en Goethes ...
Kleur bekennen. Kwalitatief kleuronderzoek en Goethes ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Zolang dit verbind<strong>en</strong>de idee niet wordt gevond<strong>en</strong>, kun je eig<strong>en</strong>lijk alle<strong>en</strong><br />
constater<strong>en</strong> dat kleurervaring<strong>en</strong> puur subjectief zijn <strong>en</strong> dat de betek<strong>en</strong>is ervan<br />
tijd- <strong>en</strong> cultuurgebond<strong>en</strong> is. Ik wil niet ontk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> dat ook subjectiviteit <strong>en</strong> zelfs<br />
willekeur e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong> bij de toepassing <strong>en</strong> beleving van kleur, hoewel ik d<strong>en</strong>k<br />
dat ook hier de schijn kan bedrieg<strong>en</strong>. In onze cultuur wordt blauw bijvoorbeeld<br />
soms met het mannelijke, soms met het vrouwelijke geassocieerd. Dat lijkt op<br />
willekeur. Maar als je kijkt welke kwaliteit<strong>en</strong> m<strong>en</strong> hierbij voor og<strong>en</strong> heeft, blijkt het<br />
om verschill<strong>en</strong>de kwaliteit<strong>en</strong> te gaan. Het ‘mannelijk’ blauw wordt geassocieerd<br />
met de deugd<strong>en</strong> van arbeid <strong>en</strong> geest (Heller, 1990), zoals conc<strong>en</strong>tratie, sportiviteit,<br />
zelfstandigheid, moed <strong>en</strong> prestatie. Naast het wit wordt dit blauw geassocieerd<br />
met verstandigheid, wet<strong>en</strong>schappelijkheid, nauwkeurigheid <strong>en</strong> stiptheid (Heller,<br />
1990). Bij het ‘vrouwelijk’ blauw word<strong>en</strong> kwaliteit<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd als ontvankelijkheid,<br />
overgave, passiviteit, aantrekkingskracht, niet-attaquer<strong>en</strong>d, wijk<strong>en</strong>d, verlokk<strong>en</strong>d of<br />
verleidelijk, omhull<strong>en</strong>d <strong>en</strong> ruimtebied<strong>en</strong>d (onder andere Heller, 1990; Bruns, 1998;<br />
Goethe, 2000).<br />
Met dit voorbeeld wil ik illustrer<strong>en</strong> dat de visie die ervan uitgaat dat de beleving<br />
van kleur puur subjectief <strong>en</strong> tijd-/cultuurgebond<strong>en</strong> is, niet altijd het hele verhaal<br />
vertelt. Want in deze visie wordt onvoldo<strong>en</strong>de recht gedaan aan de archetypische<br />
kracht van de kleur, die voor veel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ervaringsfeit is.<br />
Goethe <strong>en</strong> het intellectus archetypus<br />
Letterlijk betek<strong>en</strong>t het woord archetype: pre-exist<strong>en</strong>te vorm. Jung (2003) beschrijft<br />
het archetype als e<strong>en</strong> vormgev<strong>en</strong>de kracht die in het collectief onbewuste<br />
voorhand<strong>en</strong> is <strong>en</strong> zich in het bewustzijn uitdrukt in e<strong>en</strong> veelheid aan onderling<br />
verwante beeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> ervaring<strong>en</strong>. Deze beeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> ervaring<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> per<br />
periode <strong>en</strong> cultuur verschill<strong>en</strong>, maar het archetype dat ze met betek<strong>en</strong>is vult, blijft<br />
hetzelfde. Hij noemt bijvoorbeeld het archetype van de Vader, van de Reus/de<br />
Geweld<strong>en</strong>aar, de Femme Fatale, <strong>en</strong>zovoort.<br />
E<strong>en</strong> kunstwerk wordt meer ‘onsterfelijk’ naarmate de beeld<strong>en</strong> die word<strong>en</strong> gebruikt,<br />
meer rak<strong>en</strong> aan archetypische beeld<strong>en</strong>, aldus Jung. Het kunstwerk belichaamt<br />
dan iets dat de toeschouwers bek<strong>en</strong>d voorkomt <strong>en</strong> raakt. E<strong>en</strong> guur als Hamlet<br />
herleeft niet voor niets steeds opnieuw in de theaters, terwijl zijn schepper allang<br />
begrav<strong>en</strong> is. Hamlet heeft aan Shakespeare k<strong>en</strong>nelijk niet zijn bestaan, maar vooral<br />
zijn naam <strong>en</strong> taal te dank<strong>en</strong>.<br />
In de vorige eeuw is door beeld<strong>en</strong>d kunst<strong>en</strong>aars opnieuw ontdekt dat de kleur,<br />
los van de vorm, e<strong>en</strong> dergelijke archetypische werking kan hebb<strong>en</strong>. M<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />
als Barnett Newman, Mark Rothko <strong>en</strong> Yves Klein mak<strong>en</strong> dit voor vele m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />
ervaarbaar.<br />
In de losoe komt het begrip archetype na e<strong>en</strong> lange tijd weer terug bij<br />
Descartes, John Locke <strong>en</strong> Immanuel Kant. In de tweede helft van Kants “Kritik der<br />
Urteilskraft” (Kant, 1952, voor het eerst gepubliceerd in 1790) bespreekt hij het<br />
onderscheid tuss<strong>en</strong> het intellectus ectypus <strong>en</strong> het intellectus archetypus.<br />
79