Annotatie inzake bevoegdhedenovereenkomst, nakoming en ... - Akd
Annotatie inzake bevoegdhedenovereenkomst, nakoming en ... - Akd
Annotatie inzake bevoegdhedenovereenkomst, nakoming en ... - Akd
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
AB 2011/298 ab rechtspraak bestuursrecht<br />
met dit aanzi<strong>en</strong>lijke kantoorvolume, t<strong>en</strong> behoeve<br />
van derd<strong>en</strong> te ontwikkel<strong>en</strong>, heeft ingestemd’ (rov.<br />
6) <strong>en</strong><br />
(v) dat ‘er ge<strong>en</strong> aanwijzing<strong>en</strong> zijn dat de<br />
Geme<strong>en</strong>te aan de verklaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> gedraging<strong>en</strong><br />
van Etam cs redelijkerwijs niet de inhoud heeft<br />
mog<strong>en</strong> toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> als zij heeft gedaan (artikel<br />
3:35 BW)’ (rov. 7), ligt volg<strong>en</strong>s het subonderdeel<br />
beslot<strong>en</strong> dat het hof in rov. 5 (k<strong>en</strong>nelijk) op basis<br />
van (louter) de tekst van de overe<strong>en</strong>komst — <strong>en</strong><br />
met name van hetge<strong>en</strong> ‘niet expliciet’ in die tekst<br />
is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> — tot e<strong>en</strong> voorshands gegev<strong>en</strong><br />
oordeel aangaande de uitleg van de overe<strong>en</strong>komst<br />
is gekom<strong>en</strong>, vooralsnog zonder e<strong>en</strong> inhoudelijke<br />
beoordeling van de door Etam c.s. voor de<br />
door h<strong>en</strong> verdedigde uitleg van de overe<strong>en</strong>komst<br />
aangevoerde <strong>en</strong> door het hof (t<strong>en</strong> dele) in rov. 4<br />
weergegev<strong>en</strong> stelling<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dat het hof vervolg<strong>en</strong>s<br />
heeft beoordeeld of er aanleiding is Etam c.s. tot<br />
bewijslevering toe te lat<strong>en</strong>.<br />
Volg<strong>en</strong>s het subonderdeel stond het het hof niet<br />
vrij om op deze wijze de door de Geme<strong>en</strong>te verdedigde<br />
uitleg van de overe<strong>en</strong>komst voorshands<br />
bewez<strong>en</strong> te acht<strong>en</strong> (behoud<strong>en</strong>s door Etam c.s. aan<br />
te voer<strong>en</strong> stelling<strong>en</strong> ter onderbouwing van e<strong>en</strong><br />
andere uitleg <strong>en</strong>/of door Etam c.s. te lever<strong>en</strong> bewijs<br />
di<strong>en</strong>aangaande), aangezi<strong>en</strong> het hof niet heeft<br />
vastgesteld dat (<strong>en</strong> zo ja, welke) feit<strong>en</strong> <strong>en</strong> omstandighed<strong>en</strong><br />
zich voordo<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de<br />
(i) de aard van de overe<strong>en</strong>komst <strong>en</strong>/of<br />
(ii) de wijze van totstandkoming van de overe<strong>en</strong>komst,<br />
die e<strong>en</strong> dergelijke werkwijze rechtvaardig<strong>en</strong>,<br />
althans feit<strong>en</strong> <strong>en</strong> omstandighed<strong>en</strong> die<br />
er (anderszins) op wijz<strong>en</strong> dat partij<strong>en</strong> zodanig<br />
aandacht aan de formulering van de overe<strong>en</strong>komst<br />
hebb<strong>en</strong> besteed, dat, behoud<strong>en</strong>s bewijs<br />
van e<strong>en</strong> andere uitleg, mag word<strong>en</strong> aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />
dat hetge<strong>en</strong> (expliciet) in de tekst van de overe<strong>en</strong>komst<br />
is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, uitputt<strong>en</strong>d de bedoeling<br />
van partij<strong>en</strong> weergeeft; de <strong>en</strong>kele overweging<br />
van het hof dat e<strong>en</strong> expliciete vermelding ‘voor<br />
de hand geleg<strong>en</strong> zou hebb<strong>en</strong>, gelet op het ingrijp<strong>en</strong>de<br />
karakter van deze gestelde afspraak’, is<br />
daartoe niet voldo<strong>en</strong>de.<br />
In elk geval zijn 's hofs overweging<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s het<br />
subonderdeel onvoldo<strong>en</strong>de gemotiveerd, aangezi<strong>en</strong><br />
uit die overweging<strong>en</strong> niet blijkt op welke<br />
grond<strong>en</strong> — anders dan ‘het ingrijp<strong>en</strong>de karakter<br />
van deze gestelde afspraak’ —het hof heeft geme<strong>en</strong>d<br />
om op basis van (louter) de tekst van de<br />
overe<strong>en</strong>komst te mog<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> voorshands<br />
gegev<strong>en</strong> oordeel aangaande de uitleg van<br />
die overe<strong>en</strong>komst.<br />
3.4 Bij de beoordeling van het subonderdeel<br />
stel ik voorop dat, waar Etam c.s. zich op het<br />
bestaan van e<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>komst van bepaalde<br />
strekking hebb<strong>en</strong> beroep<strong>en</strong>, het aan Etam c.s.<br />
was e<strong>en</strong> dergelijke overe<strong>en</strong>komst te stell<strong>en</strong>, bij<br />
betwisting daarvan aan te voer<strong>en</strong> op welke grond<strong>en</strong><br />
van e<strong>en</strong> dergelijke overe<strong>en</strong>komst zou moet<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> uitgegaan <strong>en</strong> die grond<strong>en</strong> zonodig te<br />
bewijz<strong>en</strong>.<br />
Hetge<strong>en</strong> het hof heeft overwog<strong>en</strong> sluit daarbij<br />
aan. Het hof heeft allereerst gereleveerd dat Etam<br />
c.s. zich op het standpunt hebb<strong>en</strong> gesteld dat is<br />
overe<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong> dat zij de grond<strong>en</strong> van de fas<strong>en</strong><br />
2 <strong>en</strong> 3 t<strong>en</strong> behoeve van derd<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> dat volg<strong>en</strong>s de overe<strong>en</strong>komst zelfstandige,<br />
grootschalige kantoorontwikkeling<br />
(60.000 m2) is toegestaan. Na te hebb<strong>en</strong> geconstateerd<br />
dat e<strong>en</strong> dergelijke strekking niet expliciet<br />
uit de schriftelijke overe<strong>en</strong>komst blijkt, heeft het<br />
hof de stelling<strong>en</strong> van Etam c.s. di<strong>en</strong>aangaande<br />
nader onderzocht. Daarbij is het tot de conclusie<br />
gekom<strong>en</strong> dat hetge<strong>en</strong> Etam c.s. naar vor<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />
gebracht ontoereik<strong>en</strong>d is om daaruit de instemming<br />
van de Geme<strong>en</strong>te met e<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>komst<br />
van de gestelde strekking te kunn<strong>en</strong> destiller<strong>en</strong>,<br />
bij welke stand van zak<strong>en</strong> ook aan bewijslevering<br />
ter zake niet wordt toegekom<strong>en</strong>. Om die red<strong>en</strong> is<br />
het hof uitgegaan van e<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>komst die Etam<br />
c.s. niet de door h<strong>en</strong> bedoelde kantoorontwikkeling<br />
t<strong>en</strong> behoeve van derd<strong>en</strong>, maar slechts e<strong>en</strong><br />
ontwikkeling van de fas<strong>en</strong> 2 <strong>en</strong> 3 t<strong>en</strong> behoeve van<br />
de eig<strong>en</strong> bedrijfsontwikkeling (de textielbranche)<br />
toestaat.<br />
Anders dan het subonderdeel lees ik de bestred<strong>en</strong><br />
overweging<strong>en</strong> niet aldus, dat het hof<br />
daarin de door de Geme<strong>en</strong>te verdedigde uitleg<br />
van de overe<strong>en</strong>komst, louter op basis van de tekst<br />
daarvan, ‘voorshands bewez<strong>en</strong>’ (p. 5 van de cassatiedagvaarding,<br />
tweede alinea) zou hebb<strong>en</strong> geacht.<br />
Nog daargelat<strong>en</strong> dat niet de uitleg van de<br />
Geme<strong>en</strong>te, maar de uitleg van Etam c.s. zonodig<br />
bewijs behoefde, is het hof, bij gebreke aan e<strong>en</strong><br />
toereik<strong>en</strong>de adstructie van de door Etam c.s. aan<br />
de overe<strong>en</strong>komst gegev<strong>en</strong> uitleg, aan bewijslevering<br />
überhaupt niet toegekom<strong>en</strong>. Ev<strong>en</strong>min kan<br />
het hof word<strong>en</strong> verwet<strong>en</strong> zich anderszins ontoelaatbaar<br />
door e<strong>en</strong> (louter op de tekst gebaseerd)<br />
‘voorshands gegev<strong>en</strong> oordeel’ over de inhoud van<br />
de overe<strong>en</strong>komst te hebb<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>. Het getuigt<br />
niet van e<strong>en</strong> onjuiste rechtsopvatting <strong>en</strong> het<br />
is ev<strong>en</strong>min onbegrijpelijk dat het hof, bij zijn<br />
beoordeling van de stelling<strong>en</strong> van Etam c.s. over<br />
de strekking van de tuss<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>komst,<br />
in de eerste plaats heeft onderzocht of<br />
die strekking uit de tekst van de overe<strong>en</strong>komst<br />
blijkt, <strong>en</strong> dat het, na die vraag in ontk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>de zin<br />
te hebb<strong>en</strong> beantwoord, vervolg<strong>en</strong>s heeft onderzocht<br />
of hetge<strong>en</strong> Etam c.s. voor het overige hebb<strong>en</strong><br />
aangevoerd (zie rov. 6, eerste volzin: ‘Hetge<strong>en</strong><br />
Etam cs verder op dit punt naar vor<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />
gebracht (...)’), anders dan de tekst van de overe<strong>en</strong>komst,<br />
voldo<strong>en</strong>de steun aan de door h<strong>en</strong> ver-<br />
1784 Afl. 40 - 2011 AB<br />
PPMG_T1_AB_Pag. 0012<br />