Annotatie inzake bevoegdhedenovereenkomst, nakoming en ... - Akd
Annotatie inzake bevoegdhedenovereenkomst, nakoming en ... - Akd
Annotatie inzake bevoegdhedenovereenkomst, nakoming en ... - Akd
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
AB 2011/298 ab rechtspraak bestuursrecht<br />
fase 2 <strong>en</strong> 3 te verkrijg<strong>en</strong>, de geme<strong>en</strong>te dit altijd<br />
heeft afgehoud<strong>en</strong>. (rov. 4)<br />
Dat Etam c.s., zoals zij stell<strong>en</strong>, de grond<strong>en</strong> van<br />
fase 2 <strong>en</strong> 3 mog<strong>en</strong> gaan ontwikkel<strong>en</strong> t<strong>en</strong> behoeve<br />
van derd<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat volg<strong>en</strong>s de overe<strong>en</strong>komst zelfstandige,<br />
grootschalige kantoorontwikkeling<br />
(60.000 m2) is toegestaan, blijkt niet expliciet<br />
uit de schriftelijke overe<strong>en</strong>komst, hoewel dit<br />
toch wel voor de hand geleg<strong>en</strong> zou hebb<strong>en</strong> gelet<br />
op het ingrijp<strong>en</strong>de karakter van deze gestelde<br />
afspraak. Hetge<strong>en</strong> zij verder op dit punt naar<br />
vor<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> gebracht is onvoldo<strong>en</strong>de om daaruit<br />
(anderszins) de instemming van de geme<strong>en</strong>te<br />
te destiller<strong>en</strong>, <strong>en</strong> rechtvaardigt in de gegev<strong>en</strong><br />
omstandighed<strong>en</strong> niet de conclusie dat de geme<strong>en</strong>te<br />
met dit aanzi<strong>en</strong>lijke kantoorvolume, t<strong>en</strong><br />
behoeve van derd<strong>en</strong> te ontwikkel<strong>en</strong>, heeft ingestemd.<br />
Uitgegaan zal dus word<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>komst,<br />
waarbij Etam c.s. fase 2 <strong>en</strong> 3 (slechts)<br />
mog<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong> t<strong>en</strong> behoeve van de eig<strong>en</strong><br />
bedrijfsuitbreiding (de textielbranche). De omstandigheid<br />
dat Etam c.s. naar hun zegg<strong>en</strong> de<br />
overe<strong>en</strong>komst anders hebb<strong>en</strong> opgevat maakt dit<br />
niet anders, nu er ge<strong>en</strong> aanwijzing<strong>en</strong> zijn dat de<br />
geme<strong>en</strong>te aan de verklaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> gedraging<strong>en</strong><br />
van Etam c.s. redelijkerwijs niet die inhoud heeft<br />
mog<strong>en</strong> toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> als zij heeft gedaan. Aan bewijslevering<br />
wordt niet toegekom<strong>en</strong>, nu de stelling<strong>en</strong><br />
van Etam c.s. ontoereik<strong>en</strong>d zijn om hun<br />
andersluid<strong>en</strong>de conclusie te drag<strong>en</strong>. (rov. 5–7)<br />
E<strong>en</strong> groot deel van de verwijt<strong>en</strong> die Etam c.s.<br />
mak<strong>en</strong> over de inhoud <strong>en</strong> totstandkoming van het<br />
bestemmingsplan Dwarstocht — het tekortschiet<strong>en</strong><br />
in de contractuele verplichting e<strong>en</strong> bestemmingsplan<br />
op te stell<strong>en</strong> dat inhoudelijk overe<strong>en</strong>stemt<br />
met de bepaling<strong>en</strong> van de overe<strong>en</strong>komst<br />
alsmede de rol van de geme<strong>en</strong>te daarin (zie verwijt<br />
(a) in 3.2 hiervoor) — stuit reeds af op de<br />
hiervoor gegev<strong>en</strong> uitleg van de overe<strong>en</strong>komst.<br />
Het bestemmingsplan biedt voldo<strong>en</strong>de mogelijkhed<strong>en</strong><br />
om, al dan niet na aanpassing op het punt<br />
van de bedrijfsgebond<strong>en</strong> kantoorruimte (door<br />
middel van binn<strong>en</strong>planse vrijstellingsmogelijkhed<strong>en</strong>),<br />
tot de in de overe<strong>en</strong>komst voorzi<strong>en</strong>e<br />
eig<strong>en</strong> bedrijfsuitbreiding in fas<strong>en</strong> 2 <strong>en</strong> 3 te kom<strong>en</strong>.<br />
Dit betek<strong>en</strong>t dat de geme<strong>en</strong>te art. 3.1 van de<br />
overe<strong>en</strong>komst, in ieder geval naar de strekking<br />
hiervan, is nagekom<strong>en</strong>. De omstandigheid dat de<br />
geme<strong>en</strong>te in gebreke is geblev<strong>en</strong> met het in art.<br />
3.1 afgesprok<strong>en</strong> overleg maakt dit niet anders,<br />
terwijl Etam c.s. bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> belang hebb<strong>en</strong><br />
bij hun verwijt aan de geme<strong>en</strong>te op dit punt, nu<br />
het causaal verband tuss<strong>en</strong> (de wijze van totstandkoming<br />
van) het bestemmingsplan <strong>en</strong> de<br />
gestelde schade gelet op het voorgaande ontbreekt.<br />
(rov. 8)<br />
Voor het overige stuit<strong>en</strong> de klacht<strong>en</strong> terzake af<br />
op de formele rechtskracht van het bestemmings-<br />
plan. Anders dan Etam c.s. betog<strong>en</strong> kan ook e<strong>en</strong><br />
bestemmingsplan formele rechtskracht verkrijg<strong>en</strong>,<br />
terwijl de gestelde verdere onregelmatighed<strong>en</strong><br />
bij de voorbereiding ervan zozeer sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong><br />
met het beoogde bestemmingsplan, dat zij<br />
t<strong>en</strong> opzichte daarvan e<strong>en</strong> onzelfstandig karakter<br />
drag<strong>en</strong>. (rov. 9)<br />
Het bestemmingsplan Oosterheem <strong>en</strong> de<br />
bouwvergunning<strong>en</strong> voor de aldaar (nabij Dwarstocht)<br />
geleg<strong>en</strong> woning<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s jeg<strong>en</strong>s<br />
Etam c.s. formele rechtskracht verkreg<strong>en</strong>, zodat<br />
uitgangspunt di<strong>en</strong>t te zijn dat dit plan <strong>en</strong> deze<br />
vergunningverl<strong>en</strong>ing in overe<strong>en</strong>stemming met<br />
de wettelijke voorschrift<strong>en</strong> <strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e rechtsbeginsel<strong>en</strong><br />
— waaronder het vertrouw<strong>en</strong>sbeginsel<br />
— tot stand zijn gekom<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s Etam c.s.<br />
heeft de geme<strong>en</strong>te zich niet gehoud<strong>en</strong> aan de<br />
afsprak<strong>en</strong> in art. 5.4 van de overe<strong>en</strong>komst dat zij<br />
de woning<strong>en</strong> in Oosterheem zal realiser<strong>en</strong> met<br />
inachtneming van het in dat artikel g<strong>en</strong>oemde<br />
rapport. In dit rapport is aangegev<strong>en</strong> dat de desbetreff<strong>en</strong>de<br />
woning<strong>en</strong> e<strong>en</strong> minimale afstand tot<br />
de inrichting di<strong>en</strong><strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong>, dan wel dat er<br />
geluidwer<strong>en</strong>de voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (onder meer) aan<br />
de woning<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> getroff<strong>en</strong>. De geme<strong>en</strong>te<br />
had op dit punt dus <strong>en</strong>ige beleidsruimte,<br />
welke beleidsruimte zij tot uitdrukking heeft gebracht<br />
in het betreff<strong>en</strong>de bestemmingsplan <strong>en</strong> de<br />
vergunningverl<strong>en</strong>ing. Voor zover Etam c.s. van<br />
m<strong>en</strong>ing war<strong>en</strong> dat de geme<strong>en</strong>te e<strong>en</strong> onjuist gebruik<br />
heeft gemaakt van deze beleidsruimte, hebb<strong>en</strong><br />
zij de mogelijkheid gehad hierteg<strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />
met voldo<strong>en</strong>de waarborg<strong>en</strong> omgev<strong>en</strong> bestuursrechtelijk<br />
traject op te kom<strong>en</strong>. Onder deze omstandighed<strong>en</strong><br />
verzet het beginsel van de formele<br />
rechtskracht zich teg<strong>en</strong> (hernieuwde) beoordeling<br />
door de burgerlijke rechter. Hierop stuit verwijt<br />
(c) af. (rov. 10–11)<br />
Volg<strong>en</strong>s Etam c.s. heeft de geme<strong>en</strong>te onjuiste<br />
informatie verstrekt aan de provincie Zuid-Holland<br />
<strong>en</strong> het stadsgewest Haagland<strong>en</strong>, ter verkrijging<br />
van e<strong>en</strong> verklaring van ge<strong>en</strong> bezwaar t<strong>en</strong><br />
behoeve van het verstrekk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> bouwvergunning<br />
voor fase 1, hetge<strong>en</strong> onrechtmatig is<br />
jeg<strong>en</strong>s Etam c.s. Nog daargelat<strong>en</strong> dat de geme<strong>en</strong>te<br />
gemotiveerd heeft betwist dat onjuiste informatie<br />
is verstrekt, valt niet in te zi<strong>en</strong> dat zij daarmee<br />
onrechtmatig heeft gehandeld jeg<strong>en</strong>s Etam c.s.,<br />
nu zij immers de door Etam c.s. gew<strong>en</strong>ste bouwvergunning<br />
heeft gerealiseerd. Verwijt (d) wordt<br />
verworp<strong>en</strong>. (rov. 15–16)<br />
3.4 Onderdeel 1 van het middel is gericht<br />
teg<strong>en</strong> de rov. 5–7, waarin het hof de stelling van<br />
Etam c.s. heeft verworp<strong>en</strong> dat zij op grond van de<br />
overe<strong>en</strong>komst op het in bestemmingsplan<br />
Dwarstocht geleg<strong>en</strong> gebied van fase 2 <strong>en</strong> 3 mog<strong>en</strong><br />
overgaan tot zelfstandige, grootschalige kantoorontwikkeling<br />
t<strong>en</strong> behoeve van derd<strong>en</strong>.<br />
1776 Afl. 40 - 2011 AB<br />
PPMG_T1_AB_Pag. 0004<br />