Annotatie inzake bevoegdhedenovereenkomst, nakoming en ... - Akd
Annotatie inzake bevoegdhedenovereenkomst, nakoming en ... - Akd
Annotatie inzake bevoegdhedenovereenkomst, nakoming en ... - Akd
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
AB 2011/298 ab rechtspraak bestuursrecht<br />
belang van e<strong>en</strong> volcontinu distributieproces respectievelijk<br />
het ess<strong>en</strong>tiële belang bij uitbreiding<br />
met de fas<strong>en</strong> 2 <strong>en</strong> 3 met het oog op de continuïteit<br />
van het distributiec<strong>en</strong>trum <strong>en</strong> de daarbij behor<strong>en</strong>de<br />
werkgeleg<strong>en</strong>heid, belang<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />
zijn van e<strong>en</strong> rechtsopvolger van Etam Groep,<br />
indi<strong>en</strong> het daarbij slechts zou gaan om e<strong>en</strong> rechtsopvolger<br />
in het kader van <strong>en</strong>igerlei financieringsconstructie.<br />
3.16 K<strong>en</strong>nelijk heeft het hof het oog gehad op<br />
de verwijzing<strong>en</strong> in de considerans naar de w<strong>en</strong>s<br />
e<strong>en</strong> vol continu distributieproces te hanter<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
naar het belang van de uitbreiding van de fas<strong>en</strong> 2<br />
<strong>en</strong> 3 voor de continuïteit van het distributiec<strong>en</strong>trum,<br />
<strong>en</strong> geoordeeld dat dit e<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander k<strong>en</strong>nelijk<br />
niet de willekeurige derd<strong>en</strong> betreft, t<strong>en</strong> behoeve<br />
van wie Etam c.s. zich thans tot zelfstandige<br />
(kantoor)ontwikkeling bevoegd acht<strong>en</strong>. Teg<strong>en</strong> die<br />
achtergrond is het bestred<strong>en</strong> oordeel niet onbegrijpelijk<br />
<strong>en</strong> kan de klacht van het subonderdeel<br />
niet tot cassatie leid<strong>en</strong>.<br />
Overig<strong>en</strong>s zie ik niet in waarom, zoals het<br />
subonderdeel betoogt, het belang van de mogelijkheid<br />
van e<strong>en</strong> vol continu distributieproces <strong>en</strong><br />
het belang van de uitbreiding van de fas<strong>en</strong> 2 <strong>en</strong> 3<br />
voor de continuïteit van het distributiec<strong>en</strong>trum<br />
de derde/rechtsopvolger onder bijzondere titel<br />
die bij de financiering van e<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander t<strong>en</strong><br />
behoeve van Etam Groep is betrokk<strong>en</strong>, niet<br />
mede zoud<strong>en</strong> aangaan. Daarbij komt dat het hof<br />
het faciliter<strong>en</strong> van financieringsconstructies k<strong>en</strong>nelijk<br />
slechts heeft g<strong>en</strong>oemd als e<strong>en</strong> voorbeeld<br />
van het belang met het oog waarop in de considerans<br />
van ‘Etam Groep <strong>en</strong>/of haar rechtsopvolgers<br />
onder algem<strong>en</strong>e of bijzondere titel’ wordt<br />
gesprok<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> ander voorbeeld, dat ev<strong>en</strong>min de<br />
juistheid van de door Etam c.s. verdedigde uitleg<br />
van de overe<strong>en</strong>komst impliceert, betreft het geval<br />
dat het bedrijf van Etam Groep door e<strong>en</strong> andere<br />
<strong>en</strong>titeit wordt voortgezet.<br />
3.17 Subonderdeel 1.7 is gericht teg<strong>en</strong> de vaststelling<br />
in rov. 6 dat hetge<strong>en</strong> de Geme<strong>en</strong>te heeft<br />
gesteld over de (lagere) grondprijs (als bedrijfsgrond<br />
<strong>en</strong> niet voor grootschalige kantoorbouw),<br />
onweersprok<strong>en</strong> is. Volg<strong>en</strong>s het subonderdeel, dat<br />
naar e<strong>en</strong> vindplaats in de stukk<strong>en</strong> van de feitelijke<br />
instanties verwijst, hebb<strong>en</strong> Etam c.s. aangevoerd<br />
dat de prijs niet is gebaseerd op de waarde als<br />
bedrijfsterrein, maar e<strong>en</strong> alleszins redelijk gemiddelde<br />
prijs voor bedrijfsruimte <strong>en</strong> kantoorruimte<br />
was.<br />
3.18 Voor het hof was k<strong>en</strong>nelijk ess<strong>en</strong>tieel dat<br />
de overe<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong> prijs in elk geval niet e<strong>en</strong><br />
voornem<strong>en</strong> van grootschalige kantoorbouw<br />
weerspiegelde. De door het subonderdeel bedoelde<br />
betwisting laat onverlet dat inderdaad<br />
van e<strong>en</strong> lagere prijs dan die voor kantoorruimte<br />
sprake was, nog daargelat<strong>en</strong> of Etam c.s. met de<br />
prijs voor kantoorruimte ook hetzelfde hebb<strong>en</strong><br />
bedoeld als het hof, waar dit van de grondprijs<br />
voor grootschalige kantoorbouw heeft gesprok<strong>en</strong>.<br />
Overig<strong>en</strong>s acht ik het argum<strong>en</strong>t van het hof<br />
valide. Daarbij moet onder meer word<strong>en</strong> bedacht<br />
dat grondtransacties tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> overheid <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
commerciële marktpartij teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> lagere grondprijs<br />
dan objectief is verantwoord, in het licht van<br />
de Europese staatssteunregels problematisch<br />
kunn<strong>en</strong> zijn 9 .<br />
3.19 Subonderdeel 1.8 bestrijdt het oordeel in<br />
rov. 7 dat aan bewijslevering niet wordt toegekom<strong>en</strong>,<br />
nu de stelling<strong>en</strong> van Etam c.s. ontoereik<strong>en</strong>d<br />
zijn om hun andersluid<strong>en</strong>de conclusie te<br />
drag<strong>en</strong>. Dat oordeel zou getuig<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> onjuiste<br />
rechtsopvatting, althans onbegrijpelijk, dan wel<br />
onvoldo<strong>en</strong>de gemotiveerd zijn.<br />
Voor het geval dat het hof heeft bedoeld dat<br />
Etam c.s. onvoldo<strong>en</strong>de hebb<strong>en</strong> gesteld, zodat aan<br />
bewijslevering niet wordt toegekom<strong>en</strong>, betoogt<br />
het subonderdeel dat zonder nadere motivering,<br />
die ontbreekt, niet valt in te zi<strong>en</strong> waarom zulks<br />
het geval zou zijn, waarbij het subonderdeel aanvoert,<br />
dat de stelling<strong>en</strong> di<strong>en</strong>aangaande, die — naar<br />
in subonderdeel 1.5 ligt beslot<strong>en</strong>, slechts t<strong>en</strong> dele<br />
in rov. 4 zijn weergegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> nog kleiner<br />
gedeelte in rov. 6 zijn besprok<strong>en</strong> — zowel op de<br />
(taalkundige uitleg van de) tekst van de overe<strong>en</strong>komst<br />
als op de verklaring<strong>en</strong> van partij<strong>en</strong> voor (<strong>en</strong><br />
ook na) het sluit<strong>en</strong> van de overe<strong>en</strong>komst betrekking<br />
hebb<strong>en</strong>.<br />
Voor zover het geval dat het hof zou hebb<strong>en</strong><br />
geoordeeld dat Etam c.s. weliswaar voldo<strong>en</strong>de<br />
hebb<strong>en</strong> gesteld, maar aan hun bewijsaanbod kan<br />
word<strong>en</strong> voorbijgegaan, omdat hun stelling<strong>en</strong> niet<br />
ter zake di<strong>en</strong><strong>en</strong>d zijn, betoogt het subonderdeel<br />
dat die stelling<strong>en</strong> wel degelijk kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot,<br />
althans bijdrag<strong>en</strong> aan de conclusie dat Etam c.s. de<br />
grond<strong>en</strong> mocht<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong> t<strong>en</strong> behoeve van<br />
derd<strong>en</strong>.<br />
Voor zover het hof niet zou hebb<strong>en</strong> bedoeld<br />
aan <strong>en</strong>ig bewijsaanbod voorbij te gaan omdat dit<br />
niet ter zake di<strong>en</strong><strong>en</strong>d zou zijn, maar zou hebb<strong>en</strong><br />
geoordeeld dat nadere bewijslevering het hof niet<br />
tot e<strong>en</strong> andere uitleg van de overe<strong>en</strong>komst zou<br />
kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>, zou het hof van e<strong>en</strong> onjuiste<br />
rechtsopvatting hebb<strong>en</strong> blijk gegev<strong>en</strong>, omdat<br />
het hof alsdan op grond van e<strong>en</strong> verbod<strong>en</strong> prognose<br />
omtr<strong>en</strong>t het resultaat daarvan aan bewijslevering<br />
is voorbijgegaan.<br />
3.20 Het hof heeft in rov. 6 overwog<strong>en</strong> dat<br />
hetge<strong>en</strong> Etam c.s. (verder) op dit punt (met betrekking<br />
tot de vraag of de overe<strong>en</strong>komst Etam c.s.<br />
ontwikkeling van de betrokk<strong>en</strong> grond<strong>en</strong> t<strong>en</strong> be-<br />
9 Mededeling van de Commissie betreff<strong>en</strong>de staatssteunelem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
bij de verkoop van grond<strong>en</strong> <strong>en</strong> gebouw<strong>en</strong> door op<strong>en</strong>bare<br />
instanties, PbEG 1997, C 209/3-5.<br />
1788 Afl. 40 - 2011 AB<br />
PPMG_T1_AB_Pag. 0016<br />