Onderzoek - KWH
Onderzoek - KWH
Onderzoek - KWH
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Hoe sterk zijn uw<br />
samenwerkingsketens?<br />
<strong>Onderzoek</strong> naar ketensamenwerking in de corporatiesector<br />
Rotterdam, april 2011<br />
<strong>Onderzoek</strong>sinstituut OTB, Technische Universiteit Delft<br />
Drs. Ing. Gerard van Bortel<br />
Drs. Mariëtte Heemskerk MMC<br />
In opdracht van <strong>KWH</strong>
Voorwoord<br />
Samenwerking lijkt vandaag de dag een toverwoord. Wie goed samenwerkt, biedt betere woondiensten, betere<br />
zorg of beter onderwijs. De aandacht voor ketensamenwerking neemt ook in de corporatiesector toe. Steeds<br />
vaker gaat de samenwerking tussen corporaties en haar partners verder dan individuele projecten, activiteiten of<br />
opdrachten. Steeds vaker krijgen samenwerkingsverbanden een strategisch en duurzaam karakter die geborgd<br />
worden in langdurige samenwerkingsovereenkomsten, raamcontracten of gezamenlijke ondernemingen.<br />
Er is tot nu toe weinig zicht op de activiteiten en ambities van corporaties op het vlak van ketensamenwerking.<br />
Daarom voerde <strong>KWH</strong> in samenwerking met het <strong>Onderzoek</strong>sinstituut OTB, onderdeel van de TU Delft, een<br />
onderzoek uit naar dit onderwerp. Met het onderzoek willen we een beeld krijgen van de manier waarop<br />
woningcorporaties hun ketensamenwerking vorm geven en wat de achterliggende visie is.<br />
Op welke terreinen werken corporaties samen met andere partijen? Wat is het doel ervan? En hoe hebben<br />
corporaties de samenwerking georganiseerd? Vragen waar we u graag een antwoord op geven. Met dit<br />
onderzoeksrapport bieden wij u inzicht in de laatste stand van zaken op dit gebied.<br />
Sjoerd Hooftman<br />
directeur-bestuurder <strong>KWH</strong><br />
Hoe sterk zijn uw samenwerkingsketens?<br />
Pagina 2 van 53
Inhoudsopgave<br />
Samenvatting ......................................................................................................................................................... 4<br />
1. Inleiding .............................................................................................................................................................. 7<br />
1.1 Introductie .................................................................................................................................................... 7<br />
1.2 <strong>Onderzoek</strong>sverantwoording ......................................................................................................................... 7<br />
1.3 De interviews ................................................................................................................................................ 8<br />
1.4 Afbakening van het begrip ketensamenwerking en leeswijzer ..................................................................... 9<br />
2. De samenwerkingsketens ............................................................................................................................... 12<br />
2.1 Introductie .................................................................................................................................................. 12<br />
2.2 Beleidsvorming ........................................................................................................................................... 12<br />
2.3 Leefbaarheid .............................................................................................................................................. 14<br />
2.4 Wonen-Werken-Leren ................................................................................................................................ 16<br />
2.5 Wonen-Zorg-Welzijn................................................................................................................................... 18<br />
2.6 Samenwerking op andere terreinen ........................................................................................................... 20<br />
3. Doelen van ketensamenwerking .................................................................................................................... 25<br />
3.1 Introductie .................................................................................................................................................. 25<br />
3.2 Overzicht doelen ........................................................................................................................................ 25<br />
4. Prioriteiten van ketensamenwerking ............................................................................................................. 29<br />
4.1 Introductie .................................................................................................................................................. 29<br />
4.2 Prioriteiten ketensamenwerking ................................................................................................................. 29<br />
5. (Be)sturen van samenwerkingsketens .......................................................................................................... 33<br />
5.1 Introductie .................................................................................................................................................. 33<br />
5.2 Leiderschap ................................................................................................................................................ 33<br />
5.3 Strategie en Beleid ..................................................................................................................................... 34<br />
5.4 Bedrijfsmiddelen ......................................................................................................................................... 35<br />
5.5 Bedrijfsprocessen ....................................................................................................................................... 36<br />
6. Conclusies en aanbevelingen ........................................................................................................................ 39<br />
6.1 Introductie .................................................................................................................................................. 39<br />
6.2 De samenwerkingsketens .......................................................................................................................... 39<br />
6.3 De doelen ................................................................................................................................................... 40<br />
6.4 De prioriteiten ............................................................................................................................................. 40<br />
6.5 De aansturing ............................................................................................................................................. 40<br />
6.6 Verschillen tussen grote en kleine/middelgrote corporaties ...................................................................... 41<br />
6.7 Wat gaat goed? .......................................................................................................................................... 42<br />
6.8 Wat kan beter? ........................................................................................................................................... 43<br />
6.9 Conclusies en aanbevelingen .................................................................................................................... 45<br />
BIJLAGEN<br />
- Overzicht corporaties die aan het onderzoek hebben deelgenomen<br />
- Tabellen<br />
Hoe sterk zijn uw samenwerkingsketens?<br />
Pagina 3 van 53
Samenvatting<br />
De samenwerkingsketens<br />
Corporaties werken veel samen, dat is een conclusie die we op basis van dit onderzoek kunnen trekken.<br />
Samenwerking op het gebied van leefbaarheid komt het meest voor, vooral op het vlak van overlastbestrijding en<br />
de kwaliteit van de woonomgeving. Samenwerking in de keten van Wonen-Zorg-Welzijn is een goede tweede.<br />
Duurzame samenwerking op het gebied van Wonen-Werken-Leren komt wat minder voor.<br />
Er wordt vaak samengewerkt op basis van schriftelijk vastgelegde afspraken; vooral bij samenwerking op het<br />
terrein van Wonen-Zorg-Welzijn en leefbaarheid is dat het geval. Op het gebied van Wonen-Werken-Leren is dat<br />
minder gebruikelijk.<br />
Joint ventures en gezamenlijke organisaties als „drager‟ van<br />
ketensamenwerking komen vooral voor bij<br />
projectontwikkelingsactiviteiten, ook hier zien wij dergelijke<br />
samenwerkingsvormen vooral op het vlak van Wonen-Zorg-<br />
Welzijn en leefbaarheid.<br />
De doelen<br />
Het realiseren van een hoger maatschappelijk rendement is<br />
voor woningcorporaties veruit het belangrijkste doel van<br />
ketensamenwerking. Verbeteren van de kwaliteit staat -op<br />
afstand- op de tweede plaats. Vergroten van kennis en het<br />
innovatief vermogen zijn eveneens doelen die relatief vaak<br />
worden genoemd. De meer „harde‟ doelen van<br />
samenwerking, zoals het verlagen van kosten, het verhogen<br />
van financieel rendement en het spreiden van risico‟s<br />
worden weinig genoemd als belangrijke doelen voor<br />
ketensamenwerking. Dit is opvallend, want deze doelen<br />
worden wel vaak gebruikt als motief voor corporatiefusies.<br />
Blijkbaar zien corporaties fusie als een geschikter instrument<br />
om „harde‟ doelen zoals risicospreiding en<br />
efficiencyverhoging te bereiken dan ketensamenwerking.<br />
De prioriteiten<br />
Corporaties hechten veel waarde aan het uitbouwen van<br />
ketensamenwerking op het terrein van Wonen-Zorg-Welzijn;<br />
leefbaarheid staat op de tweede plaatst. Het uitbouwen van<br />
ketensamenwerking op het gebied van Wonen-Werken-<br />
Leren heeft een relatief lage prioriteit.<br />
De (be)sturing van ketensamenwerking<br />
Corporaties geven in meerderheid aan dat zij weloverwogen<br />
keuzes maken over met welke partners zij samenwerken; zij<br />
gaan daarbij niet over een nacht ijs. Veel corporaties vinden<br />
dat zij partners stimuleren om te zoeken naar mogelijkheden<br />
om de samenwerking nog verder te verbeteren.<br />
Hoe sterk zijn uw samenwerkingsketens?<br />
De Do’s van ketensamenwerking<br />
1. Vier en deel successen. Dat versterkt de<br />
legitimatie van samenwerkingsverbanden en de<br />
daaraan deelnemende organisaties. Deel ook je<br />
twijfels en dilemma‟s.<br />
2. Samenwerkingsverbanden ontstaan vaak uit<br />
toevallige contacten en gesprekken. Een „klik‟<br />
tussen mensen en gesprek in de marges van<br />
een bijeenkomst. Investeer in dergelijke<br />
ontmoetingen en bedenk dat je weinig kunt<br />
plannen. Geef ook toeval een kans.<br />
3. Investeer in de relatie, maar maak ook duidelijke<br />
en meetbare afspraken; voorkom dat je te lang<br />
blijft praten en te weinig doet.<br />
4. Wees alert op je eigen rol in<br />
samenwerkingsverbanden. Lever je een actieve<br />
bijdrage, of lift je mee en leun je achterover?<br />
Als dat laatste het geval is moet je je de vraag<br />
stellen of je de samenwerking moet voortzetten.<br />
Wees eerlijk naar jezelf en naar je partners.<br />
5. Samenwerken in ketens moet aantrekkelijk zijn.<br />
Ga op zoek naar de prikkels die dat kunnen<br />
stimuleren. Dat kunnen positieve, maar ook<br />
negatieve prikkels zijn: iets willen ontwijken of<br />
voorkomen door samenwerking, zoals de<br />
strafkortingen die zorgkantoren kunnen<br />
opleggen als er onvoldoende wordt<br />
samengewerkt.<br />
Pagina 4 van 53
Samenwerken gaat voor de meeste corporaties duidelijk<br />
verder dan een opdrachtgever/opdrachtnemer relatie, maar<br />
heeft in veel gevallen nog geen invloed op de<br />
organisatiestructuur van de corporatie; zij passen in de regel<br />
hun organisatie niet aan om de samenwerking met<br />
ketenpartners beter te laten verlopen. Veel corporaties<br />
evalueren de kwaliteit van hun samenwerkingsverbanden niet<br />
regelmatig. In samenwerkingsverbanden gaat het meer over<br />
het realiseren van maatschappelijk relevante prestaties en<br />
minder over financiën en de risico‟s. Bedrijfsprocessen in<br />
samenwerkingsketens verlopen over het algemeen adequaat,<br />
maar er blijft ook hier ruimte voor meer duidelijkheid over<br />
verantwoordelijkheden, bevoegdheden en taken en meer<br />
aandacht voor evaluatie en reflectie.<br />
Verschillen tussen grote en kleine/middelgrote<br />
corporaties<br />
Aan het onderzoek hebben evenveel grote (5.000 of meer<br />
VHE) als kleine/middelgrote corporaties (minder van 5.000<br />
VHE) deelgenomen. Er zijn duidelijke verschillen tussen beide<br />
groepen. Grotere corporaties werken in de regel meer samen<br />
in ketens dan kleine en middelgrote corporaties. Dit geldt voor<br />
terreinen als beleidsvorming, leefbaarheid en Wonen-<br />
Werken-Leren, maar in mindere mate voor Wonen-Zorg-<br />
Welzijn. Op dit terrein is de betrokkenheid van veel kleine en<br />
middelgrote corporaties zelfs iets intensiever, zoals bij het<br />
onderhouden van zorg- en welzijnsvastgoed en het<br />
faciliteren/ondersteunen van diensten. Kleine en middelgrote<br />
corporaties hechten wat meer belang aan risicospreiding en<br />
het vergroten van kennis als doelen van ketensamenwerking.<br />
Zij kiezen hun samenwerkingspartners nog zorgvuldiger dan<br />
de grotere corporaties. Daarnaast zijn kleine en middelgrote<br />
corporaties wat vaker de mening toegedaan dat zij door<br />
samenwerking meer baanbrekende initiatieven kunnen<br />
ondernemen en doelen beter kunnen bereiken.<br />
Wat gaat goed?<br />
Er gaat veel goed in samenwerkingsketens.<br />
Ketensamenwerking heeft meerwaarde. Corporaties melden<br />
dat samenwerking concrete resultaten levert<br />
op gebieden van zorgvastgoed, maatschappelijk vastgoed en<br />
leefbaarheid.<br />
Corporaties benoemen vooral veel „zachte‟, procesaspecten,<br />
als positieve elementen van samenwerking: vertrouwen en<br />
wederkerigheid, gevoel van vertrouwen, van synergie en<br />
energie en de wil om er met elkaar uit te komen, ook als het<br />
moeilijk wordt. Veel samenwerkingsketens worden<br />
gekenmerkt door enthousiaste en betrokken partners.<br />
Hoe sterk zijn uw samenwerkingsketens?<br />
Inspirerende voorbeelden<br />
Corporaties die deelnamen aan het onderzoek<br />
noemden een groot aantal voorbeelden die hen<br />
inspireerden:<br />
Beleidsvorming<br />
Bestuurstafels voor periodiek overleg met<br />
belanghouders.<br />
Leefbaarheid<br />
Buurtbemiddeling samen met maatschappelijk<br />
werk.<br />
Bemiddelingsteams bij overlast of<br />
probleemsituaties met gemeente, politie en<br />
hulpverlening. Organiseren op het onverwachte.<br />
Samenwerking tussen corporaties, gemeenten en<br />
overlastbestrijding.<br />
Een Wonen en Wijken Fonds waar activiteiten en<br />
verantwoordelijkheden van corporaties en<br />
gemeente elkaar.<br />
Wonen-Werken-Leren<br />
Gezamenlijke projecten voor en met jongeren<br />
(Jongeren foyers).<br />
Broedplaatsen voor startende ondernemers.<br />
Activiteiten van corporatie De Woonplaats op het<br />
gebied van wonen,werken en leren.<br />
Educatief Centrum Lombardije (ECL) is in<br />
samenwerking met (toekomstige huurders) school<br />
en kinderopvang ontwikkeld en gebouwd.<br />
Wonen-zorg-welzijn<br />
Woonvoorzieningen voor PG-cliënten en<br />
verstandelijk gehandicapten in samenwerking met<br />
zorginstellingen.<br />
Project Skaeve Huze als mooi voorbeeld van<br />
samenwerking tussen corporaties, gemeente GGZ<br />
en politie.<br />
WonenPlus in Velsen en Bloemendaal (hand- en<br />
span)diensten voor ouderen.<br />
Verpleeghuiszorg aan huis.<br />
De Rotterdamse Woonladder voor personen met<br />
een verslavingsprobleem of -verleden<br />
Project Texelhoeve in Den Burg. Begeleid wonen,<br />
kantoorruimte en lunchrestaurant voor mensen met<br />
beperkingen. Samenwerking tussen corporatie,<br />
zorgorganisaties, gemeente en ondernemers.<br />
Pagina 5 van 53
Veel corporaties vertellen dat samenwerkingspartners elkaar goed kennen en gemakkelijk weten te vinden. In het<br />
bijzonder wordt gemeld dat bij calamiteiten partners elkaar snel weten te vinden; dat is ook een vorm van<br />
ketensamenwerking.<br />
Wat kan beter?<br />
Er is nog voldoende ruimte om te leren en te verbeten. Door hun enthousiasme over samenwerkingsprocessen,<br />
lijkt men soms te vergeten om concrete afspraken te maken over bijvoorbeeld de financiën, rollen,<br />
verantwoordelijkheden en het concreet gewenste eindresultaat.<br />
Wanneer we ketensamenwerking in de corporatiesector langs de meetlat van de Plan-Do-Check-Act cirkel<br />
leggen, dan ligt de nadruk nog sterk op de fases Plan en Do. Het evalueren van de uitkomsten van<br />
samenwerkingsketens (Check), en het bijsturen (Act) is nog minder ver ontwikkeld,<br />
De organisatorische verankering van ketensamenwerking vraagt aandacht. De samenwerking krijgt vorm in<br />
aparte overlegvormen, zoals werk- of projectgroepen, maar de organisatiestructuur en bedrijfsprocessen worden<br />
veelal niet aangepast. Wat soms ook wordt vergeten is de afspraken die worden gemaakt tussen partijen goed te<br />
verankeren in de interne besluitvorming van de betrokken organisaties. Daar moeten goede afspraken over<br />
gemaakt worden.<br />
Waar de zachte aspecten domineerden bij de door corporaties genoemde positieve kanten van samenwerking,<br />
komen bij de verbeterpunten vooral (maar niet uitsluitend) de zakelijke kanten naar voren: meer wederkerigheid,<br />
meer zakelijkheid en duidelijkheid.<br />
Hoe sterk zijn uw samenwerkingsketens?<br />
Pagina 6 van 53
1. Inleiding<br />
1.1 Introductie<br />
Ketensamenwerking is een actueel thema. Veel corporaties realiseren zich dat zij door samen te werken met<br />
andere organisaties beter in staat zijn om in te spelen op de vragen van klanten en samenleving. Dit onderzoek<br />
wil een bijdrage leveren aan een scherper beeld van ketensamenwerking in de corporatiesector: wat gebeurt er<br />
op dit terrein, wat zijn de doelen en prioriteiten, waar halen corporaties hun inspiratie, wat gaat goed en wat kan<br />
beter. Het onderzoek uitgevoerd in opdracht van <strong>KWH</strong> door <strong>Onderzoek</strong>sinstituut OTB, onderdeel van de<br />
Technische Universiteit Delft. <strong>KWH</strong> is het kwaliteitscentrum voor woningcorporaties. <strong>KWH</strong> zelf is een mooi<br />
voorbeeld van ketensamenwerking. De organisatie komt voort uit het initiatief van 5 corporaties in de regio<br />
Haaglanden. De betrokken corporaties vonden elkaar op de gedeelde ambitie om de krachten te bundelen<br />
teneinde de kwaliteit van de dienstverlening beter in beeld te brengen en op basis daarvan corporaties te<br />
ondersteunen in het verbeteren van hun service aan klanten. Leren en verbeteren staat nog steeds hoog in het<br />
vaandel bij <strong>KWH</strong>.<br />
<strong>KWH</strong> richtte zich oorspronkelijk met het <strong>KWH</strong>-Huurlabel op de kwaliteit van de dienstverlening. <strong>KWH</strong> heeft haar<br />
activiteiten uitgebreid met onder andere het <strong>KWH</strong>-Maatschappijlabel, het <strong>KWH</strong>-Participatielabel en<br />
maatschappelijke visitaties. Dit weerspiegelt de verbreding van de activiteiten van corporaties, want in de<br />
afgelopen 15 jaar is veel veranderd. Het Besluit Beheer Sociale Huursector dat de basis vormt voor de activiteiten<br />
van woningcorporaties is in 1997 aangevuld met het prestatieveld leefbaarheid en in 2001 met het prestatieveld<br />
wonen en zorg. Zorg voor goede en betaalbare woningen is nog steeds de basis van het werk van corporaties,<br />
maar is uitgebreid met een (met andere partijen gedeelde) zorg voor de kwaliteit van de woonomgeving,<br />
leefbaarheid, de wijkeconomie en de sociaal/maatschappelijke positie van bewoners. Bijdragen aan vitale wijken<br />
en kernen is een belangrijke taak van corporaties geworden.<br />
Net als de ambities van de grondleggers van <strong>KWH</strong> vragen de nieuwe uitdagingen waarvoor corporaties staan om<br />
samenwerking. Samenwerking met collega corporaties, met gemeenten en zorg- en welzijnsorganisaties. Dit<br />
onderzoek wil meer inzicht bieden in de mate waarin corporaties duurzaam samenwerken met andere<br />
organisaties om het hoofd te bieden aan die uitdagingen.<br />
1.2 <strong>Onderzoek</strong>sverantwoording<br />
Het onderzoek naar ketensamenwerking bestond uit een schriftelijke vragenlijst en een zestal diepte-interviews<br />
met corporatiebestuurders en managers en bestuurders van zorg- en welzijnsorganisaties. Voor de vormgeving<br />
van het onderzoek hebben wij aansluiting gezocht bij de door INK in 2010 gepubliceerde Handleiding<br />
Wooncorporaties Positie en Ambitie bepalen. Deze INK-Handleiding is gebaseerd op het eind 2008 vernieuwde<br />
INK-Managementmodel.<br />
De schriftelijke vragenlijst is de tweede helft van 2010 uitgezet onder alle Nederlandse corporaties. Uiteindelijk<br />
zijn 62 enquêtes ingevuld teruggestuurd. Hiervan zijn vijf enquêtes binnengekomen na de sluitingsdatum. De<br />
uitkomsten hiervan zijn niet verwerkt in de statische gegevensanalyse, maar wel in de kwalitatieve analyse.<br />
De corporaties die hebben deelgenomen aan dit onderzoek vormen een goede afspiegeling van de<br />
corporatiesector (zie tabel 1.3.1). Hierbij vallen de volgende nuances te plaatsen: de groep corporaties in de<br />
grootteklasse 5.000 – 10.000 is licht oververtegenwoordigd. De zeer kleine corporaties (minder dan 500<br />
woningen) zijn niet vertegenwoordigd. Deze groep blijkt moeilijk te bereiken.<br />
Hoe sterk zijn uw samenwerkingsketens?<br />
Pagina 7 van 53
Waar relevant hebben wij enquêteresultaten uitsplitst naar corporaties kleiner en corporaties groter dan 5.000<br />
vhe‟s. Beide groepen zijn precies even groot. Daarnaast hebben we een overzicht van de functies van de<br />
respondenten opgenomen in tabel 1.3.3.<br />
Tabel 1.2.1 Deelnemers aan het onderzoek naar grootteklasse<br />
Grootteklasse (aantal VHE’s) Deelnemers aan dit<br />
Hoe sterk zijn uw samenwerkingsketens?<br />
onderzoek<br />
Totale corporatiesector<br />
Op basis van CFV-gegevens*<br />
Aantal % Aantal %<br />
0 – 500 0 0,0% 58 13%<br />
500 – 5.000 32 56,1% 240 56%<br />
5.000 – 10.000 17 29,8% 77 18%<br />
10.000 – 20.000 5 8,8% 33 8%<br />
≥ 20.000 3 5,3% 22 5%<br />
TOTAAL 57 100,0% 430 100%<br />
* = Verslag financieel toezicht 2009 / ** Van 5 corporaties is de omvang onbekend<br />
Bronnen: CFV Sectorbeeld voornemers 2010 en Jaarverslag <strong>KWH</strong> 2009.<br />
Tabel 1.2.2 Functie van de respondenten<br />
Functie van de<br />
respondent<br />
Kleiner dan<br />
5.000 VHE<br />
Gelijk of groter<br />
dan 5.000 VHE<br />
Onbekend<br />
Totaal<br />
Aantal % Aantal % Aantal % Aantal %<br />
Directeur-bestuurder 9 34,6% 9 34,6% 1 20,0% 19 33,3%<br />
Directeur 6 23,1% 6 10,5%<br />
Manager 6 23,1% 5 19,2% 1 20,0% 12 21,1%<br />
Medewerker /<br />
Beleidsmedewerker<br />
6 23,1% 4 15,4% 2 40,0% 12 21,1%<br />
Onbekend 5 19,2% 2 7,7% 1 20,0% 8 14,0%<br />
TOTAAL 26 100,0% 26 100,0% 5 100,0% 57 100,0%<br />
1.3 De interviews<br />
Het onderzoek bestond naast een schriftelijke enquête ook uit een zestal semi-gestructureerde interviews met<br />
bestuurders en managers van woningcorporaties en zorg- en welzijnsorganisaties.. De interviews komen terug<br />
door het rapport heen en geven u een goed beeld van ketensamenwerking in de praktijk.<br />
De onderstaande personen zijn voor dit onderzoek geïnterviewd. Wij willen hen hartelijk bedanken voor hun<br />
bijdrage.<br />
Wim van den Bergh, manager Zorgvastgoed en Techniek bij Stadlander;<br />
René Lemson, directeur-bestuurder van Arcade;<br />
Pierre Sponselee, directeur-bestuurder van Woonwaard Kennemerland;<br />
Lex Roseboom, bestuurder van AxionContinue;<br />
Jan Peters, directeur-bestuurder van Laris Wonen en diensten;<br />
Bram Schinkelshoek, bestuurder van de Kessler Stichting.<br />
Pagina 8 van 53
1.4 Afbakening van het begrip ketensamenwerking en leeswijzer<br />
In het INK managementmodel wordt een keten omschreven als een geheel van samenwerkende partners, die<br />
samen producten en/of diensten voorbrengen voor externe klanten. In dit onderzoek verbreden wij deze<br />
omschrijving ook naar samenwerking tussen partijen op het gebied van beleidsvorming; een essentiële activiteit<br />
die vooraf gaat aan het daadwerkelijk voortbrengen van producten en diensten.<br />
Woningcorporatie kunnen het verschil maken in wijken, maar ze kunnen het niet alleen. Corporaties werken<br />
steeds meer samen met collega-corporaties, met projectontwikkelaars, aannemers, met gemeenten, met scholen,<br />
met zorg- en welzijnsinstellingen en met andere maatschappelijke organisaties. Corporaties werken samen in<br />
netwerken van andere organisaties. Zij zoeken partners om mee samen te werken zodat ze de waarde van de<br />
totale keten kunnen vergroten (Kroon, 2010). Deze horizontale samenwerkingsverbanden zijn veelal gebaseerd<br />
op vertrouwen en wederkerigheid, dit in tegenstelling tot verticale verbanden die meer draaien om macht en<br />
hiërarchische verhoudingen (wie is de baas?) In ketens staat samenwerking centraal. De traditionele<br />
scheidslijnen van opdrachtgever/opdrachtgever, producent/consument, toeleverancier/afnemer vervagen.<br />
Ketensamenwerking vraagt om paradigma shift, om een andere manier van kijken naar leiderschap en het<br />
omgaan met macht. Ketensamenwerking gaat veel verder dan een managementvraagstuk, het raakt de ideologie<br />
van hoe we zaken in onze samenleving organiseren. Prof. Teun Hadjorno noemt in het boek Ketensamenwerking<br />
(Hadjorno et al. 2010 pp. 191-193) vier randvoorwaarden voor succesvolle ketensamenwerking:<br />
1. inclusief denken; zoeken naar meerwaarde voor alle betrokken partijen, jezelf verplaatsen in de denk- en<br />
leefwereld en logica van je samenwerkingspartners<br />
2. holistisch kijken; zien van samenhang en onderkennen van onderlinge afhankelijkheden. Het gaat om de<br />
onderdelen én het geheel.<br />
3. resultaatgericht werken; beweeg je in de goede richting. Resultaat gericht werken gaat verder dan jezelf<br />
doelen stellen. Doelen zijn gefixeerde ijkpunten. Resultaat gaat over beweging: gaan we in de goede richting<br />
en in de juiste snelheid?<br />
4. uitgaan van taakvolwassenheid. In de keten vertrouw je erop dat samenwerkingspartners hun vak<br />
verstaan. Het gaat om wederzijds respect en de overtuiging in staat te zijn de afgesproken bijdrage te<br />
leveren en tekorten in de eigen vakkennis aan te vullen.<br />
In het navolgende presenteren wij resultaten van ons onderzoek naar ketensamenwerking in de corporatiesector.<br />
Veel van de door Hardjono genoemde randvoorwaarden voor succesvolle ketensamenwerking zijn in het<br />
onderzoek terug te vinden. Het onderzoek omvatte de volgende onderzoeksvragen:<br />
1. Op welke terreinen werken corporaties duurzaam samen met andere organisaties en hoe is die<br />
samenwerking georganiseerd? (hoofdstuk 2)<br />
2. Welke doelen streven corporaties na in samenwerkingsketens? (hoofdstuk 3)<br />
3. Welke prioriteiten stellen corporaties in ketensamenwerking? (hoofdstuk 4)<br />
4. Hoe sturen en besturen corporaties kun samenwerkingsketens? (hoofdstuk 5)<br />
5. Wat gaat goed in samenwerkingsverbanden en wat kan beter? (hoofdstuk 6)<br />
Hoe sterk zijn uw samenwerkingsketens?<br />
Pagina 9 van 53
Wim van den Bergh, manager Zorgvastgoed en Techniek van woningcorporatie<br />
Stadlander<br />
KETENSAMENWERKING; LEARNING ON THE JOB<br />
Schets van de organisatie<br />
Stadlander is een corporatie met ongeveer negenduizend woningen in de gemeenten Bergen op Zoom,<br />
Steenbergen, Woensdrecht en Roosendaal. Stadlander is een maatschappelijk georiënteerde onderneming met<br />
als belangrijkste taak het zorgen voor goede huisvesting voor kwetsbare groepen in de samenleving. Er gaat dan<br />
ook veel aandacht uit naar de laagstbetaalden en zorgbehoevenden. Maar de corporatie doet meer dan<br />
woningen verhuren en onderhouden. 'Wonen' is meer dan een dak boven het hoofd vinden ze in Bergen op<br />
Zoom. De leefbaarheid van de woonomgeving in wijken en dorpen is zeker zo belangrijk. Daarom werkt<br />
Stadlander veel samen met andere organisaties en instellingen op het gebied van wonen, welzijn en zorg.<br />
Wim van den Bergh is manager Zorgvastgoed en Techniek bij Stadlander en aanjager van ketensamenwerking<br />
binnen de organisatie.<br />
Kunst van Ketensamenwerking<br />
Op de vraag in welke ketens Stadlander participeert, antwoordt Wim van den Bergh dat hij vindt dat de<br />
samenwerkingsverbanden waarin Stadlander deelneemt, nog lang niet allemaal ketens zijn volgens de definitie<br />
van het INK: ”De verankering van ketensamenwerking binnen de organisatie is best lastig. Het vraagt immers een<br />
andere werkwijze van medewerkers en een andere blik op processen. Maar het levert dan ook wel wat op<br />
benadrukt hij. Een goed voorbeeld is het project met tanteLouise-Vivensis.”<br />
Het kan: interim ouderenhuisvesting bouwen voor de lange termijn<br />
In 2007 is Stadlander samen met zorginstelling tanteLouise-Vivensis en een aantal bouwbedrijven gestart met de<br />
ontwikkeling van interim huisvesting voor 227 psychogeriatrische (pg) en somatische cliënten van zorginstelling<br />
tanteLouise-Vivensis. Omdat de zorginstelling nog veel vierpersoonskamers had en vanuit het ministerie van<br />
VWS druk was om het aantal cliënten per kamer af te bouwen, moest er snel iets gebeuren. Stadlander verhuurt<br />
het gebouw de komende vijf jaar aan tanteLouise-Vivensis. De woningcorporatie wil graag dat het gebouw na<br />
deze termijn de zorgfunctie behoudt. Maar bij de bouw is ook rekening gehouden met een eventueel ander<br />
gebruik. Denk daarbij bijvoorbeeld aan onderwijs of bedrijfshuisvesting.<br />
De complexiteit en de tijdsdruk veroorzaakt door de erbarmelijke huisvesting van de huidige ABG bewoners, zijn<br />
er de oorzaak van dat Stadlander de traditionele wijze van aanbesteden voor dit uitdagende project heeft<br />
losgelaten. Het was meteen duidelijk dat met een standaard aanpak het niet zou lukken om het te realiseren in de<br />
beschikbare tijd. Daarom zijn de zorginstelling, corporatie, architect en een aantal bekende en vertrouwde<br />
bouwpartijen om tafel gaan zitten. Het besef van urgentie was bij alle partijen duidelijk. Het onderschrijven van de<br />
urgentie en belangen en het open staan voor andere manieren om het gebouw te verwezenlijken, was<br />
voorwaarde om aan tafel te zitten bij de voorbesprekingen vertelt Wim. De partijen hebben vervolgens samen de<br />
opties bekeken. Een aantal zaken was duidelijk: het moest een permanent gebouw zijn, geschikt voor<br />
ouderenhuisvesting maar ook aanpasbaar voor andere doeleinden en met een oppervlakte van circa 16.000 m2.<br />
Met relatief weinig gegevens, zonder uitgebreid bestek maar met ieders kaarten open op tafel, is men met elkaar<br />
tot een globaal plan gekomen. Vervolgens is de vergunning aangevraagd bij de gemeente. Wim vertelt dat de<br />
gemeente duidelijk heeft meegewerkt om het proces van aanvragen van de bouwvergunning te versnellen. Dit<br />
leidde ertoe dat in oktober 2007, vier maanden na het indienen van de aanvraag, de bouwvergunning werd<br />
verstrekt. Helaas gooide een bezwarenprocedure van een omwonende roet in het eten; hierdoor kon de bouw<br />
pas 14 maanden later starten, begin 2009. In juni 2010 is het pand opgeleverd.<br />
Hoe sterk zijn uw samenwerkingsketens?<br />
Pagina 10 van 53
Op de vraag waar nu het voordeel van de ketensamenwerking voor dit project het meest tot uiting komt, legt Wim<br />
uit dat dit met name in de korte voorbereidingstijd van het traject te vinden is: “Zonder de 14 maanden, zou het<br />
pand in circa twee jaar zijn ontwikkeld en gebouwd: van het eerste overleg tot de sleutel. Dat is een stuk sneller<br />
dan normaal vertelt hij trots. De bouwperiode is op zich niet veel korter, wel is het eindresultaat relatief minder<br />
kostbaar. We hebben nu een kwalitatief hoogwaardiger gebouw voor hetzelfde bedrag als bij een standaard<br />
traject uit zou zijn gegeven.”<br />
Wim besluit het voorbeeld met de opmerking dat met het neerzetten van de interim huisvesting, eigenlijk aan een<br />
keten binnen een keten is gewerkt. Het is de bedoeling dat de 227 cliënten in kleinere panden, bestemd voor<br />
circa 36 tot zo‟n maximaal 60 cliënten, terug keren in de wijken van Bergen op Zoom en zo het gebouw weer<br />
beschikbaar komt. Dit zal de komende jaren nog veel vragen van Stadlander en biedt tegelijkertijd veel kansen<br />
voor de opgaven van de corporatie.<br />
Leren van ketensamenwerking<br />
Het traject heeft voor Stadlander een aantal zaken duidelijk gemaakt. Het oorspronkelijke vrij open contract bij<br />
aanvang van het traject, vraagt nu bij de afwikkeling van het contract met de zorginstelling extra aandacht om er<br />
samen goed uit te komen. Hier speelt mee dat de risico‟s voor Stadlander behoorlijk zijn omdat het gebouw voor<br />
een periode van vijf jaar wordt verhuurd. Als verbeterpunt geeft Wim aan dat hij bij een nieuwe<br />
ketensamenwerking contractuele zaken bij aanvang gedetailleerder geregeld wil hebben.<br />
Belangrijkste in een ketensamenwerking is het werken aan vertrouwen en het investeren in het proces vindt Wim:<br />
“Dit zijn beide lastige aspecten. Wat betreft het werken aan vertrouwen moetje in geval van onzekerheid<br />
gezamenlijk blijven zoeken naar wat waar is. Leg alles open op tafel. Het werken aan vertrouwen is één van de<br />
aspecten die veel tijd vragen. Daar hoort wat mij betreft ook het leren van elkaars taal en cultuur bij. Wees en blijf<br />
bereid om naar elkaar te luisteren. Leer van elkaar en van elkaars fouten. Leg in situaties waar het fout gaat niet<br />
de rekening bij een partij maar deel deze.”<br />
Toekomstige ontwikkelingen op het gebied van ketensamenwerking<br />
Kijkend naar de toekomst verwacht Wim dat vooral intern in organisaties nog veel gedaan zal moeten worden<br />
aan het werven van nieuwe medewerkers die in vrijheid binnen kaders kunnen werken, flexibel en creatief zijn en<br />
voldoende communicatieve vaardigheden bezitten en de principes van ketensamenwerking steunen en uitdragen:<br />
”Natuurlijk is dit in praktijk lastig voor mensen die op een andere manier gewend zijn te werken. Een deel van de<br />
vaardigheden om in ketens samen te werken moet je ook opdoen in de praktijk (learning on the job). Zo weet ik<br />
bijvoorbeeld inmiddels aardig wat over de zorgsector. En belangrijker nog, ik zie wat het oplevert als je<br />
samenwerkt en elkaar de ruimte geeft. Door te sturen op gezamenlijk resultaat groeien de marges en<br />
mogelijkheden van alle partijen. Meer lol in je werk, een hogere realisatiesnelheid en een hogere kwaliteit, dat is<br />
wat ik nu al terugzie in de beschreven ketensamenwerking en wat ik ook verwacht te vinden in nieuwe<br />
samenwerkingsverbanden.”<br />
Hoe sterk zijn uw samenwerkingsketens?<br />
Pagina 11 van 53
2. De samenwerkingsketens<br />
2.1 Introductie<br />
Op welke terreinen werken corporaties duurzaam samen met andere organisaties en hoe is die samenwerking<br />
georganiseerd? We zijn hiervoor op zoek gegaan naar duurzame samenwerkingsvormen van woningcorporaties.<br />
Hiermee bedoelen wij samenwerking die de duur van een individueel project of activiteit en de verhouding<br />
opdrachtgever-opnemer, inkoper-toeleverancier overstijgen. We hebben de corporaties gevraagd of zij duurzaam<br />
samenwerken met andere partijen op de volgende beleidsterreinen:<br />
beleidsvorming;<br />
leefbaarheid;<br />
Wonen-Werken-Leren;<br />
Wonen-Zorg-Welzijn;<br />
overig.<br />
Als er sprake is van duurzame samenwerking, werd gevraagd naar de wijze waarop deze was georganiseerd.<br />
Gekozen kon worden uit de volgende opties:<br />
> joint-venture / gezamenlijke organisatie;<br />
> schriftelijke overeenkomst;<br />
> mondeling overeenkomst;<br />
> anders.<br />
2.2 Beleidsvorming<br />
100%<br />
90%<br />
80%<br />
70%<br />
60%<br />
50%<br />
40%<br />
30%<br />
20%<br />
10%<br />
0%<br />
Figuur 2.2.1 Duurzame samenwerking op het terrein van beleidsvorming<br />
Gezamenlijk<br />
woningmarktonderzoek.<br />
Hoe sterk zijn uw samenwerkingsketens?<br />
Gezamenlijke<br />
prestatieafspraken<br />
met gemeenten<br />
Gezamenlijke<br />
afstemming<br />
strategisch<br />
voorraadbeleid.<br />
Gezamenlijke<br />
monitoring van<br />
maatschappelijke<br />
effecten (b.v.<br />
leefbaarheidsonderzoek)<br />
Weet niet<br />
De meeste woningcorporaties werken structureel samen bij het uitvoeren van woningmarktonderzoek en het<br />
opstellen van prestatieafspraken met gemeenten (meer dan 80%, zie figuur 2.2.1). Sommige corporaties<br />
geven aan dat het samen met collega‟s uitvoeren van een woningmarktonderzoek uitdrukkelijk was bedoeld<br />
als uitnodiging aan de gemeente om zich hier bij aan te sluiten.<br />
Nee<br />
Ja<br />
Pagina 12 van 53
Samenwerking op het vlak van beleidsvorming vindt niet alleen op gemeentelijk niveau plaats, maar ook<br />
regionaal zoals in de Stadsregio Eindhoven (SRE). Dit leidt tot regionale woonvisies en prestatieafspraken.<br />
Soms gebruiken corporaties gezamenlijk marktonderzoek om een bod aan de gemeente uit te brengen over<br />
de prestaties die zij kunnen leveren.<br />
Ongeveer de helft van de corporaties stemmen hun strategisch voorraadbeleid onderling op elkaar af, of<br />
zoeken naar aansluiting met het gemeentelijk woonbeleid. Deze inhoudelijke afstemming blijkt in de meeste<br />
gevallen nog vrij pril.<br />
In toenemende mate wordt gezamenlijk onderzoek gedaan naar de maatschappelijke effecten van<br />
interventies, bijvoorbeeld in de vorm van leefbaarheidsonderzoeken.<br />
70%<br />
60%<br />
50%<br />
40%<br />
30%<br />
20%<br />
10%<br />
0%<br />
Hoe sterk zijn uw samenwerkingsketens?<br />
Figuur 2.2.2 Organisatievorm samenwerking beleidsvorming<br />
Mondelinge afspraken<br />
28%<br />
Anders<br />
6%<br />
Gezam enlijke afstem m ing strategisch<br />
voorraadbeleid<br />
37%<br />
63%<br />
64%<br />
36%<br />
53%<br />
47%<br />
120%<br />
100%<br />
80%<br />
60%<br />
40%<br />
20%<br />
0%<br />
Gezam enlijk w oningm arktonderzoek.<br />
71%<br />
29%<br />
96%<br />
4%<br />
noodsituaties. Corporaties, gemeente en politie hebben soms hennepconvenanten afgesloten om kwekerijen<br />
aan te pakken.<br />
Een enkele corporatie met een sterk verspreid woningbezit meldt dat de aandacht op leefbaarheid en<br />
daarmee ook de samenwerking met anderen op dit vlak, beperkt is omdat zij nergens sterk<br />
vertegenwoordigd zijn. De nadruk ligt bij deze corporatie op doelgroepen, niet op geografische gebieden.<br />
100%<br />
90%<br />
80%<br />
70%<br />
60%<br />
50%<br />
40%<br />
30%<br />
20%<br />
10%<br />
0%<br />
Hoe sterk zijn uw samenwerkingsketens?<br />
Figuur 2.3.2 Organisatievorm samenwerking leefbaarheid<br />
Mondelinge afspraken<br />
27%<br />
Activiteiten gericht op w oonom geving<br />
78%<br />
22%<br />
92%<br />
8%<br />
83%<br />
17%<br />
120%<br />
100%<br />
80%<br />
60%<br />
40%<br />
20%<br />
0%<br />
78%<br />
Activiteiten gericht<br />
op overlastbestrijding<br />
22%<br />
100%<br />
0%<br />
Corporaties zijn betrokken bij de bouw van brede scholen, multifunctionele ruimten, sportzalen, huisvesting<br />
70%<br />
60%<br />
50%<br />
40%<br />
30%<br />
20%<br />
10%<br />
0%<br />
en ondersteunende diensten voor startende ondernemers.<br />
Diverse corporaties melden dat zij projecten op het vlak van Wonen-Werken-Leren ondersteunen, zoals<br />
projecten ter bestrijding van laaggeletterdheid.<br />
Veel corporaties bieden stageplekken aan, en stellen - in samenwerking met aannemers en scholen -<br />
leerling-bouwplaatsen ter beschikking.<br />
Sommige corporaties concentreren zich meer op kerntaken en trekken zich terug uit<br />
samenwerkingsverbanden op het vlak van Wonen-Werken-Leren.<br />
Voor samenwerking op het gebied van Wonen-Werken-Leren zijn vaak - vaker dan samenwerking op het<br />
gebied van beleidsontwikkeling, leefbaarheid - specifieke overeenkomsten gesloten. Niet projectgebonden<br />
samenwerking is vaak vastgelegd in intentieovereenkomsten of raamovereenkomsten. Deze<br />
overeenkomsten zijn vooral te vinden in krachtwijken.<br />
Figuur 2.4.3 Overzicht samenwerking op het vlak van Wonen-Werken-Leren, uitgesplitst naar grootte<br />
corporatie<br />
W onen- W erken- Leren<br />
Ontw ikkelen en bouw en van vastgoed<br />
39%<br />
61%<br />
60%<br />
40%<br />
Hoe sterk zijn uw samenwerkingsketens?<br />
50% 50%<br />
80%<br />
70%<br />
60%<br />
50%<br />
40%<br />
30%<br />
20%<br />
10%<br />
0%<br />
100%<br />
90%<br />
80%<br />
70%<br />
60%<br />
50%<br />
40%<br />
30%<br />
20%<br />
10%<br />
0%<br />
31%<br />
W onen- W erken- Leren<br />
Verhuren van vastgoed<br />
69%<br />
Figuur 2.5.1 Duurzame samenwerking op het terrein van Wonen-Zorg-Welzijn<br />
Ontwikkelen en<br />
- bouwen van<br />
vastgoed<br />
58%<br />
42%<br />
80%<br />
70%<br />
60%<br />
50%<br />
40%<br />
30%<br />
20%<br />
10%<br />
0%<br />
Verhuren van<br />
vastgoed<br />
Hoe sterk zijn uw samenwerkingsketens?<br />
W onen- W erken- Leren<br />
Leveren van diensten ( b.v.<br />
Opleidingsplaatsen)<br />
52%<br />
48%<br />
Onderhouden<br />
van vastgoed<br />
68%<br />
32%<br />
60%<br />
Faciliteren<br />
(ondersteunen,<br />
bekostigen) van<br />
diensten<br />
40%<br />
Voor de samenwerking op het vlak van Wonen-Zorg-Welzijn hebben wij corporaties gevraagd naar vijf<br />
specifieke vormen van samenwerking:<br />
- ontwikkelen en bouwen van vastgoed op het vlak van Wonen-Zorg-Welzijn;<br />
- verhuren van vastgoed;<br />
- onderhouden van vastgoed;<br />
- faciliteren/bekostigen van activiteiten op het vlak van Wonen-Zorg-Welzijn;<br />
- het zelf leveren van diensten (zoals opleidingsplaatsen).<br />
Ongeveer 80 tot 90% van de corporaties is betrokken bij het ontwikkelen, bouwen en verhuren van zorg- of<br />
welzijnsvastgoed, zoals woonzorgcomplexen en zorgwoningen. De betrokkenheid bij het onderhouden van<br />
zorg- en welzijnsvastgoed, het ondersteunen of leveren van diensten op dit terrein ligt op een aanzienlijk<br />
lager niveau (tussen de 45 en 65%) (zie figuur 2.5.1).<br />
Diverse corporaties werken samen met welzijnsorganisaties bij het creëren van woonoplossingen in het<br />
souterrain van de woning, bijvoorbeeld in samenwerking met de GGZ en het Leger des Heils.<br />
Hoe sterk zijn uw samenwerkingsketens?<br />
Figuur 2.5.2 Organisatievorm samenwerking Wonen-Zorg-Welzijn<br />
Mondelinge afspraken<br />
6%<br />
Anders<br />
3%<br />
Schriftelijke<br />
overeenkomst<br />
81%<br />
Joint-venture /<br />
gezamenlijke<br />
organisatie<br />
10%<br />
In 80% van de gevallen ligt een schriftelijke overeenkomst ten grondslag aan de samenwerking op de vlak<br />
van Wonen-Zorg-Welzijn. Op het terrein van Wonen-Werken-Leren lag dat percentage met 65% een stuk<br />
lager (zie paragraaf 2.4).<br />
Evenals bij samenwerking op het gebied van Wonen-Werken-Leren is bij samenwerking op het vlak van<br />
Wonen-Zorg-Welzijn vaak eerst sprake van intentieovereenkomsten die in een lager stadium worden<br />
omgezet in meer specifieke samenwerkingsovereenkomsten.<br />
Pagina 19 van 53
Figuur 2.5.3 Overzicht samenwerking op het vlak van Wonen-Zorg-Welzijn, uitgesplitst naar grootte<br />
corporatie<br />
120%<br />
100%<br />
80%<br />
60%<br />
40%<br />
20%<br />
0%<br />
90%<br />
80%<br />
70%<br />
60%<br />
50%<br />
40%<br />
30%<br />
20%<br />
10%<br />
0%<br />
W onen- Wonen-Zorg-Welzijn<br />
Zorg- W elzijn<br />
Ontw Ontwikkelen ikkelen en bouw bouwen en van vastgoed<br />
91%<br />
84%<br />
9%<br />
W onen- Zorg- W elzijn<br />
Onderhouden van vastgoed<br />
16%<br />
96%<br />
4%<br />
80% 78%<br />
20%<br />
De verschillen tussen kleine en grote corporaties zijn op het terrein van Wonen-Zorg-Welzijn erg klein. Op<br />
sommige terreinen is de betrokkenheid van de kleine en middelgrote corporaties in<br />
samenwerkingsverbanden zelfs iets intensiever, zoals bij het onderhouden van zorg- en welzijnsvastgoed en<br />
het faciliteren/ondersteunen van diensten op dit terrein.<br />
Hoe sterk zijn uw samenwerkingsketens?<br />
22%<br />
2.6 Samenwerking op andere terreinen<br />
Er wordt door corporaties veel samenwerkt. We hebben in de enquête expliciet gevraagd naar<br />
ketensamenwerking op het terrein van beleidsvorming, leefbaarheid en samenwerking in de ketens van Wonen-<br />
Zorg-Welzijn en Wonen-Werken-Leren. Corporaties geven aan ook samen te werken op een groot aantal andere<br />
terreinen. Veel van deze samenwerkingsvormen liggen dicht bij de kernactiviteiten van corporaties.<br />
Woonruimtebemiddeling<br />
Woningcorporaties werken al sinds jaar en dag samen op het vlak van woonruimtebemiddeling, onder andere via<br />
Woningnet; een organisatie waarmee al sinds een jaar of tien ongeveer 100 woningcorporaties samenwerken 1 .<br />
Deze samenwerkingsverbanden zijn vaak regionaal en omvatten ook veelal gemeenten als partners.<br />
Woonruimtebemiddeling vormt vaak de basis voor verdergaande samenwerking, zoals het proberen te sturen en<br />
bevorderen van doorstroming in de woningmarkt en het vergroten van verhuisketens.<br />
Projectontwikkeling<br />
Projectontwikkeling wordt eveneens genoemd als belangrijk terrein van samenwerking. De schaal van die<br />
samenwerkingsverbanden loopt sterk uiteen; van een gezamenlijk bouwkundig bureau of afdeling<br />
projectbegeleiding waarbinnen een aantal kleine/middelgrote corporaties hun krachten bundelen, tot omvangrijke<br />
projectontwikkelingsorganisaties zoals<br />
Kristal en Cofier. 2 . Dergelijke<br />
samenwerkingsverbanden hebben het<br />
zwaar in de huidige economische crisis.<br />
Kristal heeft aangekondigd te stoppen met<br />
haar werk, projectontwikkelingsactiviteiten<br />
worden weer ondergebracht bij de<br />
deelnemende corporaties.<br />
Treasury en personeelsmanagement<br />
Samenwerking op het gebied van<br />
projectontwikkeling is vooral gericht op het<br />
bundelen van ontwikkelvolume en<br />
expertise. Ook op andere terreinen<br />
bundelen corporaties hun krachten op<br />
deze manier: onder ander op het vlak van<br />
treasury en personeelsmanagement.<br />
Bouwen en Beheren<br />
Enkele corporaties melden dat zij<br />
duurzaam samenwerken met aannemers<br />
bij het uitvoeren van reparatie en<br />
onderhoud. Reparatieverzoeken worden<br />
afgehandeld voor een vast prijs per woning<br />
per maand Service level Agreements<br />
(SLA‟s). Ketensamenwerking bij de bouw<br />
van nieuwe woningen krijgt steeds meer<br />
aandacht. Dat blijkt uit de antwoorden van<br />
enkele corporaties op de vragenlijst.<br />
1 Voor meer informatie: www.woningnet.nl<br />
2 Voor meer informatie: www.kristal.nl ; www.cofier.nl<br />
Hoe sterk zijn uw samenwerkingsketens?<br />
Project ketenintegratie Wonion wint innovatieprijs <strong>KWH</strong>-i-<br />
Opener<br />
Corporatie Wonion uit Varsseveld heeft in 2010 de <strong>KWH</strong>-i-Opener<br />
ontvangen voor haar bijdrage aan transparantie en ketenintegratie in de<br />
bouwsector. De corporatie selecteerde voor een project van 60<br />
energieneutrale woningen een consortium van aannemers,<br />
constructiebedrijven, installateurs, architecten en toeleveranciers. Die<br />
gingen vervolgens op zoek naar innovatieve en betaalbare oplossingen<br />
voor het project. Dit leverde geen beoordeling op basis van een prijs op<br />
zoals bij de traditionele manier van aanbesteden, maar een<br />
productaanbieding waaraan een prijskaartje en een specificatie hangt.<br />
Op de website van Wonion is een filmpje te zien over deze bijzondere<br />
vorm van aanbesteding:<br />
http://www.wonion.nl/wonion_bouwt/Soft%20Selection%20Methodology/<br />
153/<br />
Foto: Henk<br />
Veerman,<br />
Directeur-bestuurder<br />
van Wonion<br />
neemt prijs<br />
<strong>KWH</strong>-i-Opener<br />
in ontvangst.<br />
Pagina 21 van 53
Enkele voorbeelden:<br />
ComWonen en Dura Vermeer werken in Rotterdam al sinds 2008 aan een methode om de bouwkosten te<br />
verlagen en de kwaliteit te verhogen. Bij een eerder woningbouwproject in Lombardijen wisten de twee<br />
partijen al een kostenbesparing van twaalf procent te bereiken.<br />
Woningcorporatie Woonwaard Noord-Kennemerland is bijzonder actief op het vlak van ketensamenwerking<br />
in de bouw en heeft hiervoor een eigen website opgezet: www.bouwketens.nl.<br />
Hoe sterk zijn uw samenwerkingsketens?<br />
Pagina 22 van 53
Bram Schinkelshoek, bestuurder Kessler Stichting<br />
PARTNERS MOETEN ELKAARS A-MERK WORDEN<br />
Schets van de organisatie<br />
De Kessler Stichting is een stichting voor de opvang van dak- en thuislozen voor de regio Den Haag en bestaat<br />
zo‟n 100 jaar. Naast het aanbieden van laagdrempelige opvang richt de Kessler Stichting zich ook nadrukkelijk<br />
op het vervolgaanbod voor hun cliënten. Veel daarvan ligt buiten de eigen locaties, het zijn betaalbare woningen<br />
waar cliënten verder kunnen werken aan de maatschappelijke terugkeer. De Kessler Stichting helpt cliënten een<br />
eigen leven op te bouwen in hun eigen huis en woonomgeving. Ook is er steeds meer oog voor preventie; het<br />
voorkomen van dakloosheid is een zeer effectieve manier om het aantal daklozen op termijn te verminderen.<br />
Bram Schinkelshoek is sinds vijf jaar bestuurder van de Kessler Stichting. Hij heeft een achtergrond in de zorg,<br />
welzijn en aanverwante sectoren zoals de maatschappelijke opvang.<br />
De corporatie als partner<br />
De Kessler Stichting neemt deel in verschillende ketens. Een heel belangrijke keten is het plan Den Haag Onder<br />
Dak, dat eigenlijk als een paraplu boven veel ketensamenwerkingsverbanden van de organisatie hangt. Het plan<br />
Den Haag Onder Dak is afgeleid van een landelijk plan van VWS, dat in (met name) de grote steden verdere<br />
uitwerking vindt (zie voor meer info ook www.kesslerstichting.nl onder Regionale zorgketen). In het plan werken<br />
veel verschillende partijen samen, waaronder ook woningcorporaties. Doelstelling in fase 1 was cliënten aan een<br />
dak boven hun hoofd helpen; nu gaat men richting fase 2: het dak ook behouden. Naast deze belangrijke keten<br />
heeft de Kessler Stichting samenwerkingsverbanden met diverse andere partijen, zoals woningcorporaties en<br />
welzijnsorganisaties. De corporaties waar de Kessler Stichting mee samenwerkt zijn Staedion en HaagWonen.<br />
Ketensamenwerking met Haag Wonen in samenwerkingsverband Sesam<br />
Met Haag Wonen is actief contact gezocht om gezamenlijk iets te kunnen doen aan het verminderen van<br />
huisuitzettingen en daarmee ook aan het beperken van groei van de groep dak- en thuislozen. “Voordat deze<br />
samenwerking echt vorm en invulling kreeg waren we een jaar verder, vertelt Bram. “Uit de jaarverslagen bleek<br />
dat Haag Wonen een hoog aantal huisuitzettingen had, dus er moest een kans liggen om dit aantal gezamenlijk<br />
te verminderen.” Uiteindelijk is in 2009 de samenwerking Sesam van start gegaan, een samenwerking tussen de<br />
Kessler Stichting en Haag Wonen. De samenwerking richt zich op het voorkomen van huisuitzettingen. Beide<br />
partijen hebben hier een rol in: de corporatie signaleert en de medewerkers van de Kessler Stichting gaan bij<br />
mensen op bezoek. Heel belangrijk in deze samenwerking zijn de medewerkers van de corporatie die een<br />
signaalfunctie in de wijk hebben. Deze mensen nemen contact op met de Kessler Stichting als zij signaleren dat<br />
er een situatie is waar de Kessler Stichting ingezet kan worden. De medewerkers van de Kessler Stichting gaan<br />
er, na een grondige voorbereiding, vervolgens op af. Er wordt bewust geen afspraak op kantoor gemaakt, omdat<br />
in praktijk blijkt dat dit vaak niet werkt; mensen komen dan niet opdagen. Omdat de Kessler Stichting geen<br />
bedreiging is voor mensen, komen zij eigenlijk altijd binnen bij mensen. Dit beschouw ik ook als één van de<br />
krachten van de Stichting en een belangrijke toegevoegde waarde in de ketensamenwerking. De corporatie wordt<br />
soms als een bedreiging gezien (pakken m‟n huis af), net als dit voor partijen als de GGZ kan gelden. De Kessler<br />
Stichting heeft niet te maken met dergelijke vooroordelen. Bij de evaluatie na 10 maanden bleek deze opzet<br />
succesvol; het aantal huisuitzettingen is gedaald ”<br />
Tot stand komen van ketens<br />
Het starten van samenwerkingsverbanden met partners vraagt veel energie vertelt Bram: ” Een samenwerking als<br />
Sesam is gericht op preventie, waarmee het vaak lastiger scoren is bij de gemeente en dus ook lastiger om<br />
financiën voor elkaar te krijgen. Wil je als bestuurder dat een samenwerking een succes wordt, dan moet je er<br />
ook echt voor willen gaan. Dat betekent een voorbeeld zijn in de samenwerking en boegbeeld willen zijn. Als er<br />
een persoonlijke klik is met andere bestuurders, maakt dit het starten van een samenwerking vaak makkelijker is<br />
Hoe sterk zijn uw samenwerkingsketens?<br />
Pagina 23 van 53
mijnervaring van Bram. Je kunt ook zelf sturen; ben je zelf als bestuurder aanwezig bij bijeenkomsten van de<br />
samenwerking, dan is de bestuurder van de partner er meestal ook bij.”<br />
Bram noemt als belangrijk onderdeel van ketensamenwerking dat je je successen viert. Daarmee geef je ook<br />
legitimatie aan partners; zij zien hun maatschappelijk aanzien stijgen. Door te laten zien wat<br />
samenwerkingsverbanden opleveren voor de deelnemers en voor de maatschappij, helpt dit ook de partner om<br />
legitimatie te vinden in deelname. Als voorbeeld haalt Bram een artikel aan in het magazine van Haag Wonen<br />
waar een stukje over de Kessler Stichting is opgenomen. Hierin komt heel goed naar voren wat de Kessler<br />
Stichting doet en kan. Dat is goed voor Haag Wonen, maar zeker ook voor de Stichting zelf. Het helpt enorm bij<br />
een goede beeldvorming over de Kessler Stichting bij huurders en relaties van Haag Wonen.”<br />
Succesfactoren<br />
Bram vertelt over hoe hij samenwerkingsverbanden ingaat en er in beweegt. Het belangrijkste is volgens hem het<br />
gedrag dat je zelf vertoont, ook bij een prille samenwerking waar nog helemaal niet duidelijk is wat er uitkomt:<br />
“Wij zijn daar heel bewust mee bezig; we gaan in op uitnodigen van woningcorporaties voor bijeenkomsten en<br />
gelegenheden en we nodigen ook bewust zelf partners hiervoor uit. In het populair jaarverslag van Kessler<br />
Stichting zijn de logo‟s van de twee corporaties die in Den Haag actief zijn en partner zijn van de Stichting, dan<br />
ook bewust opgenomen. Het lijken kleine aandachtspunten, maar toch kunnen zij enorm belangrijk zijn.<br />
Wanneer lukt een samenwerking niet in zijn ogen? ”Als partners in de samenwerking achterover gaan leunen in<br />
plaats van voorover geleund aan tafel zitten. Als je achterover gaat zitten, stap je eigenlijk uit de keten. Wijs niet<br />
naar elkaar maar pak het samen op. Het helpt als je goede en meetbare afspraken met elkaar maakt; dat maakt<br />
ook de meerwaarde van de samenwerking duidelijk Het afspreken van meetbare resultaten verdient meer<br />
aandacht; hiermee voorkom je ook dat je te lang blijft praten en er te weinig gebeurt.”<br />
Toekomstige ontwikkelingen op het gebied van ketensamenwerking<br />
Op de vraag naar wat toekomstige ontwikkelingen zijn op het gebied van samenwerking, maakt Bram<br />
onderscheid naar inhoud en vorm van ketensamenwerking:” Wat betreft inhoud mag wat mij betreft de corporatie<br />
terug naar de core-business, het voorzien in huisvesting voor mensen die zich geen huis kunnen permitteren én<br />
mag de corporatie zich meer richten op de wijk waar hun stenen staan. De sleutelfiguren die bijvoorbeeld in het<br />
samenwerkingstraject Sesam een rol spelen, zijn van grote waarde in de samenwerking tussen de Kessler<br />
Stichting en corporaties. Door nog meer aandacht te geven in de wijken, ontstaan er kansen voor samenwerking<br />
tussen bijvoorbeeld corporaties, welzijnsorganisaties en organisaties als de Kessler Stichting. Wonen is meer dan<br />
alleen de voordeur! Wat betreft vormgeving van ketensamenwerking zou ik het goed vinden als er financiële<br />
prikkels gerelateerd zijn aan samenwerking. Ik merk dit bijvoorbeeld in de afspraken met het zorgkantoor;<br />
wanneer de Kessler Stichting in haar jaarlijkse aanvraag aangeeft geen ketensamenwerkingstrajecten te hebben<br />
met partners en niet aangeeft wat hier de resultaten van zijn, wordt een strafkorting toegekend voor de<br />
aangevraagde vergoedingen. Ik werk zelf liever met verleidingsprincipes, het moet aantrekkelijk zijn om deel te<br />
nemen in een keten. Partners moeten elkaars A-merk worden.”<br />
Hoe sterk zijn uw samenwerkingsketens?<br />
Pagina 24 van 53
3. Doelen van ketensamenwerking<br />
3.1 Introductie<br />
Corporatie werken om uiteenlopende redenen samen. In ons onderzoek hebben wij gevraagd naar het belang<br />
van de volgende doelen:<br />
Lagere kosten<br />
Hoger maatschappelijk rendement<br />
Hoger financieel rendement<br />
Reductie faalkosten<br />
Betere kwaliteit<br />
Hoger innovatief vermogen<br />
Risicospreiding<br />
Vergroten kennis<br />
Versterken marktpositie<br />
Efficiëntere bedrijfsprocessen<br />
3.2 Overzicht doelen<br />
100%<br />
90%<br />
80%<br />
70%<br />
60%<br />
50%<br />
40%<br />
30%<br />
20%<br />
10%<br />
0%<br />
Lagere kosten<br />
Hoger maatschappelijk rendement<br />
Hoger financieel rendement<br />
Reductie faalkosten<br />
Hoe sterk zijn uw samenwerkingsketens?<br />
Figuur 3.2.1 Belang doelen ketensamenwerking?<br />
Betere kwaliteit<br />
Hogere innovatief vermogen<br />
Risicospreiding<br />
Vergroten kennis<br />
Versterken marktpositie<br />
Efficiëntere bedrijfsprocessen<br />
Geen mening of geen antw oord<br />
Onbelangrijk<br />
Enigszins belangrijk<br />
Belangrijk<br />
Zeer belangrijk<br />
Wanneer wij de score „belangrijk‟ en „zeer belangrijk‟ gebruiken als maatstaf voor belang, dan wordt de top-5 van<br />
meest belangrijke doelen gevormd door:<br />
1. hoger maatschappelijk rendement;<br />
2. betere kwaliteit;<br />
3. hoger innovatief vermogen;<br />
4. vergroten kennis.<br />
Corporaties noemen ook nog een aantal andere relevante doelen:<br />
betere producten;<br />
meer kansen voor huurders.<br />
Pagina 25 van 53
De meer „harde‟ doelen, zoals het verlagen van kosten, het verhogen van financieel rendement en het spreiden<br />
van risico‟s worden door corporaties minder belangrijk gevonden<br />
Figuur 3.2.2 Overzicht doelen met de grootste verschillen tussen grote en kleine/middelgrote corporaties<br />
100%<br />
90%<br />
80%<br />
70%<br />
60%<br />
50%<br />
40%<br />
30%<br />
20%<br />
10%<br />
0%<br />
Reductie faalkosten<br />
Pierre Sponselee, directeur-bestuurder Woonwaard Noord-Kennemerland<br />
BLIJVEN KIJKEN NAAR NIEUWE MOGELIJKHEDEN EN<br />
KANSEN<br />
Schets van de organisatie<br />
Pierre Sponselee is directeur-bestuurder van Woonwaard Noord Kennemerland.<br />
Woonwaard is als woningcorporatie actief in de regio Noord-Kennemerland met ruim 13.500 woningen in de<br />
gemeenten Alkmaar, Heerhugowaard, Graft-De Rijp, Langedijk, Heiloo en Bergen. Woonwaard ziet het als haar<br />
verantwoordelijkheid dat al haar klanten goed wonen in een omgeving die hen past. Woonwaard maakt zich<br />
hard voor het behouden en/of realiseren van vitale stedelijke en dorpse woon- en leefomgevingen in Noord-<br />
Kennemerland. Woonwaard biedt wonen en woondiensten, met speciale aandacht voor hen die niet zelfstandig in<br />
passende huisvesting kunnen voorzien.<br />
Deelname in ketens<br />
Woonwaard neemt in een aantal ketens deel, vertelt Pierre Sponselee. De corporatie is vooral actief in ketens<br />
met partijen uit de bouwwereld. Hier zijn vergaande ketensamenwerkingsverbanden gerealiseerd die hun waarde<br />
bewijzen voor klant, corporatie en aannemer. Naast de bouwketens is Woonwaard ook actief in de<br />
ketensamenwerking door met andere corporaties samen te werken: zo is met Intermaris Hoeksteen en<br />
Wooncompagnie Trevin gestart, een shared service center voor ict, inkoop en beleid/kennisdeling. Ook binnen<br />
Woonwaard kijkt men naar vormgeving van de keten: recent is er gekeken naar mogelijkheden om de<br />
doorlooptijd van het mutatieproces te verkorten. In een pilot die recent is gestart zijn medewerkers van diverse<br />
afdelingen bij elkaar gaan zitten om samen te bekijken hoe een woning weer sneller verhuurd kan worden.<br />
De bouw als partner<br />
In de eerste stap van de ketensamenwerking is gestart met het opstellen van een prijzenboek met een aantal<br />
aannemers met wie Woonwaard reeds een klant-leverancier relatie onderhield. De tweede stap betrof het<br />
neerleggen van de regie bij de aannemer en dus ook het eerder betrekken van de aannemer bij projecten. Dit<br />
heeft uiteindelijk geresulteerd in de Pak-en-Plak-dag. Op deze dag presenteert Woonwaard 80% van haar<br />
projecten in de vorm van resultaten. De vaste ketenpartners en hun onderaannemers van Woonwaard worden<br />
uitgenodigd. Door middel van de 20% projecten die niet via de Pak-en-Plak-dag worden verdeeld, kunnen nieuwe<br />
partners toetreden als vaste ketenpartner. De ketenpartners gaan met elkaar aan de slag en verdelen onderling<br />
het werk conform de spelregels die hiervoor zijn opgesteld. Hierbij gelden een aantal randvoorwaarden:<br />
Woonwaard stelt bijvoorbeeld eisen aan de kwaliteit, de omvang van het project in relatie tot de omzet van de<br />
aannemer en dat soort zaken Op de Pak-en-Plak-dag vormen de ketens zich tussen de aanwezige ketenpartners<br />
en in praktijk houden ze ook stand aldus Pierre. Het uitgangspunt is „waar voeg je waarde toe‟. De resultaten van<br />
de dag mogen er zijn licht Pierre toe:<br />
> Planningen worden gehaald en zijn in het algemeen korter dan voorheen,<br />
> De bewonerstevredenheid is gestegen,<br />
> Er zijn weinig tot geen opleverpunten bij projecten,<br />
> Er is geen meer/minderwerk.<br />
Het mooie van de ketensamenwerking tussen Woonwaard en aannemers is dat dit weer leidt tot verdere<br />
ketensamenwerkingsverbanden verderop in de keten; zo ziet Pierre bijvoorbeeld ook de banden tussen<br />
aannemer en fabrikant versterkt worden. Ook hier wordt gekeken naar wie wat kan toevoegen. Bang voor<br />
bedrijven die zich overschrijven is Pierre niet; partijen weten heel goed wat ze wel en wat ze niet kunnen, en waar<br />
ze wel en niet goed in zijn. Ze zoeken elkaar juist op om op de andere punten versterking te vinden vertelt hij.<br />
Lessen uit ketensamenwerking in de bouw<br />
“Het opdoen van ervaring in samenwerking met ketenpartners in de bouw, leidt tot een aantal lessen”, vertelt<br />
Pierre. Het is belangrijk om deze lessen te kennen, onder meer omdat ze kunnen helpen bij het vormgeven van<br />
Hoe sterk zijn uw samenwerkingsketens?<br />
Pagina 27 van 53
ketensamenwerking met ander type partnerorganisaties. Eén van de belangrijkste punten is het vermogen om te<br />
ontkokeren en daardoor waarde toe te voegen; samen kijken naar wat je zelf kunt en wat de ander kan. Ook vindt<br />
Pierre innovativiteit van belang voor ketensamenwerking; blijf kijken naar nieuwe mogelijkheden en kansen.<br />
Leiderschap en het vertrouwen hebben in elkaar zijn tenslotte ook belangrijke lessen. Leiderschap in de vorm van<br />
de moed hebben om een stap vooruit te doen. Dit hangt samen met vertrouwen. Vertrouwen kun je ook schenken<br />
in plaats van af te wachten. Met het schenken van vertrouwen maak je een begin van een potentiële<br />
(keten)samenwerking.”<br />
Verkokering voorkomen<br />
Pierre benadrukt dat het van belang is om verkokering te voorkomen:” Daar is op bestuurlijk niveau ook moed<br />
voor nodig. Bestuurders in het Alkmaarse komen elkaar regelmatig tegen; toch liggen er nog uitdagingen genoeg<br />
in Alkmaar en omgeving op het gebied van ketensamenwerking meent hij. Een voorbeeld is het Alkmaarse<br />
Wijkservicebedrijf in de Vogelaarwijk dat actief is voor mensen uit de wijk. Hier werken diverse professionals<br />
samen vanuit de één-loket gedachte; diverse disciplines bemensen het loket. Het samenwerken levert veel op,<br />
maar het zou nog veel meer op kunnen leveren. Samenwerken op de werkvloer lukt vaak goed, maar bestuurlijk<br />
blijven het verkokerde organisaties. O.a. door verkokerd overheidsbeleid en financieringswijze. De financiering<br />
van vooral diverse type zorg- en welzijnsorganisaties die regelmatig gebaseerd is op aantal intakes of aantal<br />
cliënten. Hiermee belemmer je eigenlijk het inzetten van preventieve acties doordat een daling van het aantal<br />
intakes negatieve financiële effecten heeft voor partijen. Als we dit kunnen doorbreken dan zijn we al weer een<br />
grote stap vooruit.”<br />
Toekomstige ontwikkelingen op het gebied van ketensamenwerking<br />
Hoe ziet Pierre de toekomstige ontwikkelingen op het gebied van ketensamenwerking? Hij vindt het goed om<br />
zaken meer meetbaar te maken zodat je weet wat ketensamenwerkingsverbanden echt opleveren. Ook al<br />
gebeurt dit nu al wel, dit kan nog steeds beter. De lessen die Woonwaard heeft geleerd uit de samenwerking met<br />
partners in de bouw kunnen ingezet worden voor verdergaande ketensamenwerking met zorg- en/of<br />
welzijnsorganisaties. In de sociale en economische pijlers liggen nog veel kansen om goede<br />
ketensamenwerkingsverbanden te realiseren.<br />
Ook de woningcorporaties kunnen nog meer samenwerken. Door samen te werken in de regio en daarbinnen<br />
gezamenlijk op te trekken bij thema‟s als krimp, probleemwijken et cetera. Dit maakt het voor alle partijen<br />
makkelijker. Regionale samenwerking kan wel tot een politiek legitimatievraagstuk leiden, immers regio‟s zijn<br />
groter dan gemeenten en kleiner dan provincies. Door samen op te trekken ben je eerder gesprekspartner en<br />
krijg je soms sneller iets van de grond. Bijvoorbeeld de landelijke ideeën over een regio-indelingen tussen het<br />
niveau provincie en gemeente in, maakt dat we vooruit moeten blijven kijken. Daar moeten we nu mee starten.<br />
Hoe sterk zijn uw samenwerkingsketens?<br />
Pagina 28 van 53
4. Prioriteiten van ketensamenwerking<br />
4.1 Introductie<br />
We hebben corporaties gevraagd naar hun prioriteiten op het vlak van ketensamenwerking. Hierbij hebben wij<br />
corporaties de volgende categorieën voorgelegd:<br />
Beleidsvorming<br />
Leefbaarheid<br />
Wonen-Werken-Leren<br />
Wonen-Zorg-Welzijn<br />
Anders, namelijk ...<br />
4.2 Prioriteiten ketensamenwerking<br />
100%<br />
90%<br />
80%<br />
70%<br />
60%<br />
50%<br />
40%<br />
30%<br />
20%<br />
10%<br />
0%<br />
Hoe sterk zijn uw samenwerkingsketens?<br />
Figuur 4.2.1 Prioriteiten beleidsterreinen ketensamenwerking<br />
Beleidsvorming Leefbaarheid Wonen-Werken-Leren Wonen-Zorg-Welzijn<br />
Geen mening / geen antw oord<br />
Geen prioriteit<br />
Lage prioriteit<br />
Matige prioriteit<br />
Hoge prioriteit<br />
Zeer hoge prioriteit<br />
De grootste prioriteit voor het uitbouwen van samenwerkingsketens ligt op het vlak van Wonen-Zorg-Welzijn,<br />
ongeveer 80% van de corporaties geeft dit beleidsterrein een zeer hoge tot hoge prioriteit; het beleidsterrein<br />
leefbaarheid staat op de tweede plaats. Wonen-Werken-Leren heeft de laagste prioriteit.<br />
Een enkele corporatie antwoordt dat ze zichzelf te klein en te slecht uitgerust vindt om samen te werken op<br />
het vlak van Wonen-Werken-Leren, anderen geven aan dat er geen leefbaarheidsproblemen voorkomen in<br />
hun werkgebied. Wellicht heeft dit invloed op de lage prioriteit die wordt gegeven aan Wonen-Werken-Leren.<br />
Het is ook een relatief nieuw terrein voor corporaties. Pas na de introductie van de Vogelaarwijken zijn<br />
werken en leren, bijvoorbeeld in de vorm van zorg voor een vitale wijkeconomie, onderdeel geworden van<br />
het takenpakket van corporaties.<br />
Enkele corporaties hebben prioriteiten die minder gemakkelijk zijn in te passen in de genoemde categorieën,<br />
zoals:<br />
- ketenintegratie in de bouw;<br />
- gezamenlijke gebiedsvisies maken en omzetten in prestatieafspraken;<br />
- samenwerking met andere corporaties op het gebied van ICT en personeel.<br />
Een aantal corporaties geeft aan dat zij de samenwerking niet zozeer op specifieke terreinen wil versterken,<br />
maar streeft naar het meer concreet maken van prestatieafspraken met gemeenten en andere partners.<br />
Pagina 29 van 53
Meerdere corporaties signaleren dat formele samenwerkingsverbanden gericht op fysieke herstructurering in<br />
de loop van de tijd uitgebreid worden met informele samenwerkingsverbanden (maatschappelijk vastgoed,<br />
woonomgeving, achter de voordeur, school, werk, empowerment). Zij willen zich de komende tijd richten op<br />
deze organische groei van ketensamenwerking.<br />
Figuur 4.2.2 Overzicht prioriteiten ketensamenwerking met een uitsplitsing naar grote en kleine<br />
corporaties met de grootste verschillen tussen grote en kleine/middelgrote corporaties<br />
100%<br />
90%<br />
80%<br />
70%<br />
60%<br />
50%<br />
40%<br />
30%<br />
20%<br />
10%<br />
0%<br />
100%<br />
90%<br />
80%<br />
70%<br />
60%<br />
50%<br />
40%<br />
30%<br />
20%<br />
10%<br />
0%<br />
Beleidsvorm ing<br />
Lex Roseboom, bestuurder AxionContinue<br />
VAN STENENSTAPELAARS NAAR BINDING ZOEKEN IN DE<br />
WIJK<br />
Schets van de organisatie<br />
AxionContinu is een organisatie voor ouderenzorg in de regio Utrecht en Lekstroom, waartoe inmiddels dertien<br />
(woon)zorgvoorzieningen en een groot aantal serviceappartementen horen.<br />
Naast AWBZ zorg aan haar bewoners levert AxionContinu thuiszorg in de vorm van (huishoudelijke) verzorging,<br />
begeleiding en verpleging, vooral in de eigen aanleun- en service- appartementen en aan zelfstandig wonende<br />
cliënten in de wijk. De medewerkers van AxionContinu leveren zorg aan ruim 1.700 cliënten in de regio‟s Utrecht<br />
Noord, Midden en Zuid, in Leidsche Rijn en in regio Lekstreek.<br />
AxionContinu werkt met verschillende type organisaties samen, waaronder diverse woningcorporaties in de regio<br />
Utrecht. Lex Roseboom is (enig) bestuurder bij AxionContinu.<br />
De corporatie als partner<br />
De samenwerkingsverbanden met woningcorporaties zijn in het algemeen gericht op vastgoed. Vaak gaat dat<br />
over stenen, soms gaat het ook verder. Zo wordt met Provides (IJsselstein) een samenwerking aangegaan<br />
waarbij de corporatie de stenen levert en AxionContinu de zorginhoudelijke kennis. In een appartement renoveert<br />
en verbouwt Provides en draagt AxionContinu de kennis aan over de praktische haalbaarheid van<br />
domoticavoorzieningen.<br />
Belangrijk bij ketensamenwerking, volgens Lex Roseboom, is dat je elkaars taal spreekt, elkaars beelden kent en<br />
op elkaar afstemt. Iets kan technisch fantastisch zijn, maar niet werken voor de doelgroep. Daar moet je elkaar in<br />
zien te vinden: “Wat mij betreft mogen corporaties wat minder „stenenstapelaars‟ zijn en meer aandacht besteden<br />
aan hun (mede)verantwoordelijkheid voor wat betreft sociale binding in de wijk. Met inzet van het netwerk in de<br />
wijk van partners en van jezelf, worden daar goede stappen gezet. Het kan nog veel sterker, en daar hebben we<br />
elkaar bij nodig.”<br />
Door het werken met diverse woningcorporaties in samenwerkingsverbanden, ziet hij ook verschillen: “De ene<br />
corporatie heeft soms meer een houding van „dit kan er‟ terwijl andere corporaties vragen „hoe wilt u het? Ik zie<br />
een positieve ontwikkeling hierin bij verschillende woningcorporaties; de ervaring van het met elkaar<br />
samenwerken en elkaar kennen helpt hierbij ook.”<br />
Tot stand komen van ketens<br />
Het tot stand komen van ketensamenwerking begint met het elkaar tegen komen. Daar leer je elkaar kennen en<br />
raak je in gesprek. AxionContinu wordt bijvoorbeeld regelmatig uitgenodigd voor bijeenkomsten van<br />
woningcorporaties. Het is belangrijk om daar te zijn, vindt Lex. Dat zijn de gelegenheden om elkaar te leren<br />
kennen en te horen wat er speelt en gebeurt in hun wereld.<br />
Het is van belang voor AxionContinu om de koers van de organisatie duidelijk te hebben. Wat is de positie van de<br />
organisatie, waar wil de organisatie over 10 jaar zijn, en wat is daar voor nodig? Ook de plannen van andere<br />
partijen zoals de gemeente zijn van belang om het palet helder te krijgen. Met die informatie in gedachten gaat<br />
Lex Roseboom na wat mogelijke partners zijn voor mogelijke ontwikkelingen en projecten. Dat is een meerjarig<br />
proces: het laten rijpen van de idee, en het kijken naar een geschikte partner. Niet een proces met duidelijk<br />
afgebakende stappen in de vorm van een procedure, maar een ontwikkelproces. Lex Roseboom neemt hierin<br />
vaak het initiatief richting corporaties. Dit zou wat hem betreft best wat meer van de corporaties mogen komen.<br />
Rollen<br />
De rol van bestuurder van de organisatie in een ketensamenwerking is niet altijd hetzelfde. Soms is Lex alleen in<br />
de beginfase betrokken, soms gedurende het hele traject. Dat is afhankelijk van de complexiteit van het project<br />
Hoe sterk zijn uw samenwerkingsketens?<br />
Pagina 31 van 53
en de risico‟s die het met zich mee brengt. Als bestuurder is zijn rol vooral gericht op de relatie: het bouwen aan<br />
en onderhouden van de (bestuurlijke) relatie met andere partijen. In de uitvoering sluiten managers uit de<br />
organisatie (zorgmanager en/of manager Facilitair en Bouw) aan met inbreng van hun expertise.<br />
De stuurgroep kan divers samengesteld zijn bij een project; een project dat risicovol is voor AxionContinu hoeft dit<br />
niet persé ook voor de corporatie te zijn. Belangrijk in de stuurgroep vindt Lex je respect hebt voor elkaars<br />
belangen en naar elkaar luistert.<br />
Lex benadrukt dat hij in een ketensamenwerking streeft naar een rol als partij met een duidelijke mening: “De<br />
corporatie weet wat er kan, en AxionContinu weet wat zij wil. Dit zal bij elkaar moeten komen. In het proces willen<br />
we niet het gevoel krijgen gematst te worden, omdat de corporatie bijvoorbeeld de onrendabele top zegt te<br />
nemen. Benoem elkaars belangen, communiceer eerlijk, zorg dat je vindt waar de klik zit. Samenwerken met<br />
elkaar moet iets meer opleveren dan dat AxionContinu het alleen doet.”<br />
Toekomstige ontwikkelingen op het gebied van ketensamenwerking<br />
Hoe ziet Lex de toekomstige ontwikkelingen op het gebied van ketensamenwerking tussen zorginstellingen en<br />
woningcorporaties?” Ik hoop dat corporaties afstappen van het puur stenen stapelen en zich meer richten op het<br />
binden in de wijk, en het realiseren van die binding.”<br />
Hoe sterk zijn uw samenwerkingsketens?<br />
Pagina 32 van 53
5. (Be)sturen van samenwerkingsketens<br />
5.1 Introductie<br />
Voor de vormgeving van hoofdstuk 5, het sturen en besturen van samenwerkingsketens hebben wij nadrukkelijk<br />
aansluiting gezocht bij de INK Handleiding Wooncorporaties Positie en Ambitie (Hierna: de Handleiding) bepalen.<br />
Het INK-managementmodel onderscheidt 4 dimensies om naar organisaties te kijken:<br />
de activiteit;<br />
het proces;<br />
de organisatie als geheel<br />
de keten / het netwerk.<br />
Wij hebben ons gericht op de “keten”. In ons onderzoek hebben wij voor 4 organisatiegebieden van het INK-<br />
managementmodel uit de Handleiding voor de zelfevaluatie een aantal stellingen gedestilleerd. Deze stellingen<br />
hebben betrekking op de volgende terreinen:<br />
leiderschap;<br />
strategie en beleid;<br />
bedrijfsmiddelen;<br />
bedrijfsprocessen.<br />
De vragen in de INK-zelfevaluatie hebben wij omgezet in een set met stellingen die wij aan de corporaties<br />
hebben voorgelegd.<br />
5.2 Leiderschap<br />
100%<br />
90%<br />
80%<br />
70%<br />
60%<br />
50%<br />
40%<br />
30%<br />
20%<br />
10%<br />
0%<br />
Mijn corporatie maakt<br />
w eloverw ogen keuzes<br />
met w elke partners w ij<br />
samenw erken.<br />
Hoe sterk zijn uw samenwerkingsketens?<br />
Figuur 5.1.1 Stellingen over ketensamenwerking: leiderschap<br />
Maatschappelijke partners<br />
hebben een herkenbare<br />
invloed op de doelen en<br />
activiteiten van mijn<br />
corporatie.<br />
Mijn corporatie past w aar<br />
nodig haar organisatie aan<br />
om de samenw erking met<br />
ketenpartners goed te<br />
laten verlopen.<br />
Mijn corporatie stimuleert<br />
initiatieven om de<br />
samenw erking met<br />
partners te verbeteren.<br />
De organisaties w aarmee<br />
w ij samenw erken w orden<br />
vooral gezien als<br />
toeleveranciers en niet als<br />
ketenpartners.<br />
Geen mening / geen antw oord<br />
Helemaal niet van toepassing<br />
Grotendeels niet van toepassing<br />
Grotendeels van toepassing<br />
Helemaal van toepassing<br />
Pakweg 90% van de corporaties is van mening dat zij weloverwogen keuzes maakt met welke partners zij<br />
samenwerkt en ook initiatieven ondersteunt om de samenwerking te verbeteren. Veel partners hebben<br />
invloed op de activiteiten van de corporatie, maar slechts de helft van de corporaties geeft aan dat zij haar<br />
organisatie aanpast om de samenwerking met ketenpartners goed te laten verlopen.<br />
Een corporatie geeft aan dat de stellingen bij het onderdeel leiderschap vooral gaan over beleidsmatig<br />
leiderschap, in sommige gevallen, zoals bij calamiteiten zoals woningbranden, is sprake van<br />
crisisleiderschap, samenwerking is dan gewoonweg noodzakelijk en liggen de samenwerkingspartners voor<br />
de hand (politie, brandweer, GGD, GGZ en andere hulpverleners). Het gaat dan vooral om operationeel<br />
Pagina 33 van 53
leiderschap. Samenwerking in deze gevallen verloopt vaak soepel omdat partijen elkaar in de regel goed<br />
kennen, aldus de corporatie.<br />
Figuur 5.2.2 Overzicht stellingen op het vlak van “leiderschap” met een uitsplitsing naar grote en kleine<br />
corporaties met de grootste verschillen tussen beide groepen<br />
100%<br />
90%<br />
80%<br />
70%<br />
60%<br />
50%<br />
40%<br />
30%<br />
20%<br />
10%<br />
0%<br />
LEI DERSCHAP<br />
Mijn corporatie past w aar nodig haar organisatie aan om<br />
de sam enw erking m et ketenpartners goed te laten<br />
100%<br />
90%<br />
80%<br />
70%<br />
60%<br />
50%<br />
40%<br />
30%<br />
20%<br />
10%<br />
0%<br />
Samenwerkingsverbanden waar vooral over geld en risico‟s wordt gesproken zijn zeldzaam, het gaat vooral<br />
100%<br />
90%<br />
80%<br />
70%<br />
60%<br />
50%<br />
40%<br />
30%<br />
20%<br />
10%<br />
0%<br />
over het realiseren van maatschappelijk relevante prestaties. Overigens vindt slechts 11% van de corporaties<br />
dat de stelling “met onze samenwerkingspartners praten wij vooral over de maatschappelijke prestaties”<br />
helemaal van toepassing op hun organisatie; 61% vindt de stelling grotendeels van toepassing. Een hogere<br />
score had hier meer voor de hand gelegen als je bedenkt dat 57% van de woningcorporaties een hoger<br />
maatschappelijk rendement een zeer belangrijk doel van ketensamenwerking vindt.<br />
Figuur 5.3.2 Overzicht stellingen op het gebied van “strategie en beleid” met een uitsplitsing naar grote<br />
en kleine corporaties met de grootste verschillen tussen beide groepen<br />
100%<br />
STRATEGI E EN BELEI D<br />
Door de sam enw erking m et partners ondernem en w ij m eer<br />
baanbrekende initiatieven dan w ij alleen zouden doen.<br />
90%<br />
80%<br />
70%<br />
60%<br />
50%<br />
40%<br />
30%<br />
20%<br />
10%<br />
0%<br />
Een aanzienlijke groep corporaties geeft aan dat de verdeling van kosten en risico‟s met partners nog niet<br />
100%<br />
90%<br />
80%<br />
70%<br />
60%<br />
50%<br />
40%<br />
30%<br />
20%<br />
10%<br />
0%<br />
goed in balans is en het rendement van samenwerking nog te weinig zichtbaar en transparant.<br />
Figuur 5.4.2 Overzicht stellingen op het vlak van “bedrijfsmiddelen” met een uitsplitsing naar grote en<br />
kleine corporaties met de grootste verschillen tussen beide groepen<br />
BEDRI JFSMI DDELEN<br />
De verdeling van kosten en risico s tussen m ijn corporatie en<br />
haar partners is in balans.<br />
100%<br />
90%<br />
80%<br />
70%<br />
60%<br />
50%<br />
40%<br />
30%<br />
20%<br />
10%<br />
0%<br />
Jan Peters, directeur-bestuurder Laris Wonen en diensten<br />
REGIEROL VOOR LARIS IN WOONSERVICEGEBIEDEN<br />
Schets van de organisatie<br />
Laris Wonen en diensten is gevestigd in Didam en heeft bezit in 7 kernen / dorpen. Laris heeft ruim 2100<br />
woningen in bezit. Laris is een regionale volkshuisvester die zekerheid in wonen biedt voor al zijn huurders. De<br />
klant staat centraal luidt het motto. Bijzonder aandacht is er voor lage(re) inkomensgroepen, ouderen en mensen<br />
die zorg en begeleiding nodig hebben. Laris maakt zich sterk voor de ontwikkeling en behoud van goede<br />
bewoonbare buurten en wijken in de regio waarin zij actief is.<br />
Woonservicezones<br />
Jan geeft aan dat Laris vooruitstrevend bezig is in het ontwikkelen van woonservicegebieden. Ook in de kleine<br />
kernen, wel kiempunten genoemd. Laris wordt gezien als voorbeeld en werkt onder meer samen met het SEV op<br />
dit gebied. Jan voegt er meteen aan toe dat het voor Laris belangrijk is om in het traject naar een<br />
woonservicegebied de regierol te vervullen: Wij hebben als woningcorporatie met veel partijen contacten en zijn<br />
goed in staat om deze partijen bij elkaar te brengen. In praktijk werkt het goed als Laris de regierol vervult. De<br />
corporatie heeft ervaring met het realiseren van woonservicezones, kent de culturen en taal van andere<br />
deelnemende partijen en weet de juiste focus te behouden.”<br />
De woonservicezones die Laris helpt ontwikkelen vormen een gebied met een omtrek van circa 300 meter. Naast<br />
een woonzorgcomplex met allerhande voorzieningen heeft Laris hier zelf woningen, die indien nodig worden<br />
opgeplust tot levensloopbestendige woningen of er vindt nieuwbouw plaats. Jan geeft aan dat de vergrijzing een<br />
belangrijk aandachtspunt is voor Laris – met de woonservicezones wordt hier op ingespeeld. In de samenwerking<br />
kunnen partijen gebruik maken van elkaars netwerken; zo is het voor de corporatie bijvoorbeeld niet mogelijk om<br />
financiering via het zorgkantoor te regelen terwijl de zorginstelling hier wel succes kan hebben.<br />
De toegevoegde waarde van Laris ligt naast de regierol op vastgoedontwikkeling, op het beheer en het leveren<br />
van woondiensten. Ook heeft Laris veel kennis opgedaan in het efficiënt bouwen van woonzorgcomplexen en is<br />
er veel aandacht voor de logistieke lijnen in gebouwen en de woonservicezone. Laris pretendeert niet altijd de<br />
goedkoopste te zijn aldus Jan, maar wel de beste: “We realiseren plannen en leveren meerwaarde voor andere<br />
partijen in de keten met onze ervaring en kennis, net zoals de andere partijen ook hun meerwaarde leveren in het<br />
traject.”<br />
Rol Laris in de keten<br />
Laris vervult in de samenwerking om te komen tot een woonservicegebied naast de regierol ook de rol van<br />
financier en beheerder. De verhuur van vastgoed in het woonservicegebied komt voor rekening van Laris,<br />
evenals het beheer, ontwikkeling en woondiensten in het gebied. Jan ziet het als een belangrijke competentie van<br />
Laris:” Als organisatie moet je vooral dingen doen waar je goed in bent. Als woningcorporatie heeft Laris<br />
bijvoorbeeld juist voor zorginstellingen de toegevoegde waarde en kennis op het gebied van<br />
vastgoedontwikkeling. Laris heeft inmiddels vier woonservicezones ontwikkeld en er zijn er nog vier in<br />
ontwikkeling. Er is dus veel ervaring opgebouwd in de organisatie.”<br />
Succesfactoren in de keten<br />
Om te komen tot een woonservicegebied, werkt Laris met een blauwdruk van het proces. Jan ziet dit als één van<br />
de belangrijkste slaagfactoren van de tot nu toe succesvol gerealiseerde vier woonservicegebieden: “In deze<br />
blauwdruk is het proces beschreven om te komen tot het realiseren van een woonservicegebied met zoveel<br />
mogelijk passende voorzieningen. Als eerste wordt gekeken naar wat partijen willen. In praktijk zijn dit meestal<br />
realistische wensen. Na deze ronde wordt geïnventariseerd wat er kan en vervolgens wat financieel haalbaar is.<br />
Het is funest wanneer de focus alleen maar op de financiën ligt. Kijk eerst naar wat partijen willen en kunnen, en<br />
wat de meerwaarde is van samenwerken. Iedereen bepaalt eerst voor zichzelf of deelname in de ontwikkeling<br />
Hoe sterk zijn uw samenwerkingsketens?<br />
Pagina 37 van 53
van het woonservicegebied een meerwaarde heeft. Wanneer het geen succes lijkt te worden voor een partij,<br />
kunnen ze afhaken in het proces. In praktijk heb ik dit nog niet meegemaakt. Wel gebeurt het dat partijen<br />
gedurende het traject aanhaken.”<br />
Ook Welzijn speelt een belangrijke rol in het succes van een woonservicegebied. Dit besef is met de toegenomen<br />
ervaring van deelname in woonservicegebieden gegroeid. Hoewel Welzijn vaak een kleine partij is, zijn zij zeer<br />
belangrijk in de uitvoering. Het succes van een woonservicegebied hangt af van wat er in en rond de zone wordt<br />
georganiseerd. Hierin heeft welzijn vaak een leidende rol. Daarnaast is de onafhankelijke rol die<br />
welzijnsmedewerkers spelen van belang, volgens Jan:” Zij hebben onafhankelijke mensen in dienst die niet<br />
gelinkt zijn aan een belanghebbende partij. Dat maakt het soms makkelijker om iets voor elkaar te krijgen.”<br />
Toekomstige ontwikkelingen op het gebied van ketensamenwerking<br />
Kijkend naar de toekomst van ketensamenwerking verwacht Jan dat de wijze van ontwikkeling van<br />
woonservicegebieden nog wel zo door kan gaan. Zeker gezien de alsmaar toenemende vergrijzing. Deze is de<br />
komende jaren substantieel. De vraag is echter of er voldoende financiën beschikbaar zijn om de zones te<br />
kunnen blijven ontwikkelen. Overal in de zorg is immers sprake van bezuinigingen. Door woon-zorgdiensten te<br />
kunnen clusteren in woonservicegebieden, worden middelen op efficiënte wijze ingezet. Laris hoort regelmatig<br />
terug van deelnemers in de woonservicegebieden dat zij blij zijn met deelname in de zone en dat het<br />
bedrijfsresultaat is verbeterd. Het samenwerken in de ontwikkeling en het gebruik kunnen blijven maken van<br />
elkaars expertise blijven belangrijke factoren om de zones blijvend te laten slagen.<br />
Hoe sterk zijn uw samenwerkingsketens?<br />
Pagina 38 van 53
6. Conclusies en aanbevelingen<br />
6.1 Introductie<br />
In dit hoofdstuk geven wij allereerst een overzicht van de conclusies die corporaties zelf hebben getrokken over<br />
ketensamenwerking: wat gaat goed en wat kan beter? Vervolgens presenteren wij een aantal voorbeelden van<br />
ketensamenwerking die de deelnemende corporaties hebben geïnspireerd. Waar mogelijk hebben we een<br />
website vermeld waar meer informatie voorhanden is. We sluiten het onderzoek of met onze eigen conclusies en<br />
aanbevelingen.<br />
Tabel 6.1.1 De resultaten samengevat<br />
Terrein van<br />
samenwerking<br />
Hoe sterk zijn uw samenwerkingsketens?<br />
Percentage corporaties<br />
dat duurzaam samenwerkt<br />
op dit terrein<br />
Percentage corporaties<br />
samenwerkt op basis van<br />
een schriftelijke<br />
overeenkomst op dit<br />
terrein<br />
Percentage corporaties<br />
dat hoge of zeer hoge<br />
prioriteit geeft aan de<br />
uitbouw van<br />
samenwerkingsketens op<br />
dit terrein<br />
Beleidsvorming 66,9% 34,7% 51,6%<br />
Leefbaarheid 79,0% 45,7% 67,6%<br />
Wonen-Werken-Leren 44,7% 29,0% 32,3%<br />
Wonen-Zorg-Welzijn 72,9% 59,4% 79,0%<br />
6.2 De samenwerkingsketens<br />
Corporaties werken veel samen, dat is een conclusie die we op basis van dit onderzoek kunnen trekken.<br />
Samenwerking op het gebied van leefbaarheid komt het meest voor (79% van de corporaties), vooral op het vlak<br />
van overlastbestrijding en de kwaliteit van de woonomgeving. Samenwerking in de keten van Wonen-Zorg-<br />
Welzijn is met 73% een goede tweede. Duurzame samenwerking op het gebied van Wonen-Werken-Leren komt<br />
relatief het minst voor (45%).<br />
Vaak ligt bij aan duurzame samenwerking, ten minste een schriftelijke overeenkomst aan de basis. Bij<br />
samenwerking op het terrein van Wonen-Zorg-Welzijn is dat voor 60% van de corporaties het geval. In de keten<br />
van Wonen-Werken-Leren is dat slechts voor 29% van de corporaties het geval.<br />
Joint ventures en gezamenlijke organisaties als „drager‟ van ketensamenwerking komen vooral voor bij<br />
projectontwikkelingsactiviteiten. Ruim 11% van de corporaties meldt dat voor het ontwikkelen en bouwen van<br />
vastgoed op het vlak van Wonen-Zorg-Welzijn voor een dergelijke samenwerkingsvorm is gekozen. Op het<br />
gebied van leefbaarheid werkt circa 10% van de corporaties samen in de vorm van een gezamenlijke organisatie.<br />
Ruim 14% van de corporaties heeft voor gezamenlijk marktonderzoek een aparte organisatievorm gekozen,<br />
veelal worden deze onderzoeken door lokale of regionale samenwerkingsverbanden van corporaties uitgevoerd.<br />
Regelmatig zijn lokale en/of regionale overheden onderdeel van deze samenwerking.<br />
Pagina 39 van 53
6.3 De doelen<br />
Het realiseren van een hoger maatschappelijk rendement is voor<br />
woningcorporaties veruit het belangrijkste doel van ketensamenwerking;<br />
57% vindt dit zeer belangrijk. Verbeteren van de kwaliteit staat met 29%<br />
-op afstand- op de tweede plaats. Vergroten van kennis en het<br />
innovatief vermogen zijn eveneens doelen die relatief vaak worden<br />
genoemd. De meer „harde‟ doelen van samenwerking, zoals het<br />
verlagen van kosten, het verhogen van financieel rendement en het<br />
spreiden van risico‟s worden weinig genoemd als belangrijke<br />
doelstelling.<br />
6.4 De prioriteiten<br />
Corporaties hechten veel waarde aan het verbreden van<br />
ketensamenwerking op het terrein van Wonen-Zorg-Welzijn, ongeveer<br />
80% van de corporaties geeft dit beleidsterrein een zeer hoge tot hoge<br />
prioriteit, gevolgd door leefbaarheid met 68%. Verder uitbreiden van<br />
ketensamenwerking op het gebied van Wonen-Werken-Leren heeft een<br />
lagere prioriteit, slechts 32% van de corporaties geeft dit een hoge tot<br />
zeer hoger prioriteit.<br />
6.5 De aansturing<br />
We hebben de corporaties een aantal, van het INK-Managementmodel<br />
afgeleide, stellingen over ketensamenwerking voorgelegd. Deze<br />
stellingen hadden betrekking op het sturen en beheren van<br />
samenwerkingsketens. De stellingen waren verdeeld over de thema‟s<br />
leiderschap, strategie en beleid, bedrijfsmiddelen en bedrijfsprocessen.<br />
We zullen van elk van deze thema‟s de meest opvallende uitkomsten<br />
presenteren<br />
Leiderschap<br />
Corporaties geven aan dat zij weloverwogen keuzes maken over met<br />
welke partners zij samenwerken (55% vindt deze stelling helemaal van<br />
toepassing op zijn corporatie). Corporaties vinden dat zij partners<br />
stimuleren om de samenwerking te verbeteren (35% is het daar<br />
helemaal mee eens). Samenwerken gaat verder dat een relatie als<br />
opdrachtgever/opdrachtnemer (36% vindt het label van toeleverancier<br />
helemaal niet van toepassing op zijn samenwerkingsketens.<br />
Samenwerken heeft in veel gevallen nog geen invloed op de<br />
organisatiestructuur van de corporatie; 42% geeft aan haar organisatie<br />
niet of vrijwel niet aan te passen om de samenwerking met<br />
ketenpartners beter te laten verlopen.<br />
Hoe sterk zijn uw samenwerkingsketens?<br />
Initiatieven voor ketensamenwerking:<br />
Partners for Healthy Cities in Pact<br />
op Zuid, duurzame samenwerking op<br />
het gebied van gezondhied en<br />
scholing., partners zijn Albeda<br />
College, Com·wonen, Dura Vermeer<br />
Bouw Rotterdam, GGD Rotterdam<br />
en De Stromen Opmaat Groep.<br />
Project opgestart “Van Grond tot<br />
Mond” om inwoners van Rotterdam<br />
bewust te maken van hoe eten wordt<br />
geproduceerd en informatie te geven<br />
over gezonde voedingsgewoontes.<br />
http://www.euricur.nl/default.asp?id=<br />
794&page=&keuze=projects&project<br />
s=29<br />
Dienstenmakelaar PuntExtra. Een<br />
coöperatie van twee<br />
woningcorporaties en twee<br />
zorginstellingen in de regio<br />
Eindhoven-Helmond.<br />
www.puntextra.nl<br />
Kindvriendelijke wijk (KiWi) in het<br />
Oude Noorden in Rotterdam.<br />
Uitgangspunt van Meervoudige<br />
Intelligenties onderschreven door<br />
alle partners en verkankerd in<br />
samenwerking en alle projecten. In<br />
deze samenwerking nemen o.a.<br />
deel: school, kinderopvang,<br />
opbouwwerk, deelgemeenten en<br />
gemeentelijke sportstimulering.<br />
http://www.project.vrom.nl/project.as<br />
p?code_prjt=10603&code_prgm=1<br />
Ketensamenwerking in de bouw.<br />
Door gebruik maken van elkaars<br />
expertise komen tot een hogere<br />
kwaliteit, lagere kosten en een<br />
snellere bouw. www.bouwketens.nl<br />
Welwonen, Enkhuizen. Welwonen<br />
is een samenwerkingsverband<br />
tussen een woningcorporatie en een<br />
welzijnsorganisatie.<br />
www.woondiensten-enkhuizen.nl<br />
Pagina 40 van 53
Strategie en Beleid<br />
Uit de antwoorden op de stellingen valt vooral op dat corporaties vooral<br />
samenwerken omdat zij daarmee hun doelen beter of eerder kunnen<br />
bereiken dan wanneer zij dit alleen oppakken. Er wordt veel aandacht<br />
besteed aan het afstemmen van beleids- en uitvoeringplannen met<br />
samenwerkingspartners; eendere van de corporaties evalueert de<br />
kwaliteit van haar samenwerkingsverbanden niet regelmatig.<br />
Samenwerkingsverbanden waar vooral over geld en risico‟s wordt<br />
gesproken zijn zeldzaam, het gaat vooral over het realiseren van<br />
maatschappelijk relevante prestaties. Een (nog)<br />
hogere score had hier meer voor de hand gelegen als je bedenkt dat<br />
57% van de woningcorporaties een hoger maatschappelijk rendement<br />
een zeer belangrijk doel van ketensamenwerking vindt; er zijn geen<br />
doelen die een hoger score halen. Op basis van wat corporaties<br />
antwoordden op de vraag “wat kan beter?” (zie paragraaf 6.8), mag<br />
men het met samenwerkingspartners wel wat vaker hebben over de<br />
financiën en de risico‟s.<br />
Bedrijfsmiddelen en Bedrijfsprocessen<br />
Zowel op het vlak van bedrijfsmiddelen als bedrijfsprocessen in<br />
samenwerkingsverbanden lijken corporaties relatief tevreden, maar is<br />
er nog veel ruimte voor verbetering. Bijvoorbeeld door meer aandacht<br />
te besteden aan het op elkaar afstemmen van informatiesystemen,<br />
organisatiestructuren en het rendement van samenwerking.<br />
Bedrijfsprocessen in samenwerkingsketens verlopen over het<br />
algemeen adequaat, maar er blijft ook hier ruimte voor meer<br />
duidelijkheid over verantwoordelijkheden, bevoegdheden en taken en<br />
meer aandacht voor evaluatie en reflectie.<br />
6.6 Verschillen tussen grote en<br />
kleine/middelgrote corporaties<br />
Aan het onderzoek hebben evenveel grote (5.000 of meer VHE) als<br />
kleine/middelgrote corporaties (minder van 5.000 VHE) deelgenomen.<br />
Er zijn duidelijke verschillen tussen beide groepen. Grotere corporaties<br />
werken in de regel meer samen in ketens dan kleine en middelgrote<br />
corporaties. Dit geldt voor terreinen als beleidsvorming, leefbaarheid en<br />
Hoe sterk zijn uw samenwerkingsketens?<br />
Vereniging Woon<br />
(Samenwerkingsverband tussen<br />
Twentse corporaties, onder andere<br />
op het vlak van woonruimteverdeling<br />
en gezamenlijk<br />
belangenbehartiging:<br />
www.woneninregiotwente.nl.<br />
Futura: inspirerend kennisplatform,<br />
stimuleert innovatie, ontwikkeling<br />
gezamenlijke producten,<br />
gezamenlijke inkoop. www.futura.nl<br />
Wijkpunten Samenwerking met<br />
vele partijen (gemeente, scholen,<br />
zorgpartijen, corporatie) in de<br />
ontwikkeling en realisatie van<br />
mulltifunctionele wijkvoorzieningen<br />
(wijkpunten). Zie bijvoorbeeld:<br />
www.balade.nl en<br />
www.pannenhoef.nl<br />
Schoolmate. De gemeente<br />
Rotterdam en<br />
Woningbouwcorporatie Woonbron<br />
bieden zes scholen in Rotterdam de<br />
middelen om een 'schoolmate 'aan<br />
te stellen. Deze ondersteunt de<br />
school om verbindingen in de wijk te<br />
leggen en te verbeteren door het<br />
organiseren en coördineren van<br />
zinvolle vrijetijdsbesteding van<br />
kinderen en volwassenen.<br />
http://www.cbsdeakker.nl/SchoolMat<br />
e.htm<br />
Wonen-Werken-Leren, maar in mindere mate waar Wonen-Zorg-Welzijn. Op dit terrein is de betrokkenheid van<br />
veel kleine en middelgrote corporaties zelfs iets intensiever, zoals bij het onderhouden van zorg- en<br />
welzijnsvastgoed en het faciliteren/ondersteunen van diensten op dit terrein. Kleine en middelgrote corporaties<br />
hechten wat meer belang aan risicospreiding en het vergroten van kennis als doelen van ketensamenwerking. Zij<br />
kiezen hun samenwerkingspartners nog zorgvuldiger dan de grotere corporaties. Daarnaast zijn kleine en<br />
middelgrote corporaties wat vaker de mening toegedaan dat zij door samenwerking meer baanbrekende<br />
initiatieven kunnen ondernemen en doelen beter kunnen bereiken.<br />
Pagina 41 van 53
6.7 Wat gaat goed?<br />
Er gaat veel goed in samenwerkingsketens. Corporaties melden dat samenwerking concrete resultaten levert op<br />
gebieden zoals zorgvastgoed, maatschappelijk vastgoed en leefbaarheid. De ontwikkeling van zorgvastgoed<br />
wordt door veel corporaties als complex en lastig ervaren.<br />
Corporaties benoemen vooral veel „zachte‟ of procesaspecten als positieve elementen van samenwerking: gevoel<br />
van vertrouwen, van synergie en energie en met elkaar doorgaan, ook als het moeilijk wordt. Veel<br />
samenwerkingsketens worden gekenmerkt door enthousiaste en betrokken partners. Samenwerkingspartner zijn<br />
in de regel van goede wil. Men is bereid tot inzet, tot het erkennen van elkaars positie en rol en om naar elkaar<br />
toe te bewegen.<br />
Veel corporaties vertellen dat samenwerkingspartners elkaar goed kennen en elkaar gemakkelijk weten te<br />
vinden. In veel gevallen wordt daar ook actief aan gewerkt. Bijvoorbeeld door het organiseren van expertmeetings<br />
of netwerkcafé; waar samenwerkingspartners uit de wereld van wonen, zorg en welzijn elkaar ontmoeten. In het<br />
bijzonder wordt gemeld dat bij zaken met een hoge urgentie, zoals brand of andere calamiteiten alle partners snel<br />
beschikbaar zijn.<br />
De gemeente komt naar voren als een bijzonder samenwerkingspartner. Enkele corporaties melden dat<br />
samenwerking met de gemeente op ambtelijk niveau wel goed gaat, maar op bestuurlijk niveau met wethouders<br />
een stuk stroever verloopt.<br />
We hebben de opmerkingen van corporaties -die zij via de vragenlijsten aan ons doorgaven- gebundeld onder de<br />
volgende thema‟s:<br />
ketensamenwerking heeft meerwaarde;<br />
vertrouwen en wederkerigheid (dit komt straks ook terug bij punten die beter kunnen);<br />
Opmerkingen vanuit het onderzoek:<br />
Ketensamenwerking heeft meerwaarde<br />
> “Samenwerking leidt tot bundeling van deskundigheid vanuit diverse organisaties”.<br />
> Synergie: - 1+1+1 > 3. Gezamenlijk rendement is groter dan de som van de individuele rendementen. “<br />
> “Gebiedsgericht werken heeft de samenwerking een „boost‟ gegeven, vooral het elkaar treffen in de wijk,<br />
samen nadenken over de wijk versterkt samenwerking”.<br />
Vertrouwen en wederkerigheid<br />
> “Samenwerking groeit gestaag, er is veel vertrouwen. Samenwerking loopt over het algemeen soepel”.<br />
> “Verhoudingen in samenwerkingsverbanden zijn in de regel goed en inspirerend”.<br />
> “Het betrekken van belanghebbenden bij het opstellen van visie en beleid door corporaties. Succesfactor:<br />
interactiviteit”.<br />
> “Partners weten steeds beter wat ze van elkaar kunnen en mogen verwachten. Er groeit gaandeweg meer<br />
begrip en doelen worden meer gezamenlijk”.<br />
> “Gezamenlijk problemen definiëren en vooraf doelstellingen benoemen en daarin het gezamenlijk belang<br />
vinden”.<br />
> “Partners zetten door bij realisatie van zorg- en welzijnsvoorzieningen, ook onder vaak moeilijke<br />
omstandigheden”.<br />
Hoe sterk zijn uw samenwerkingsketens?<br />
Pagina 42 van 53
“De toon van de samenwerking is in de regel goed, zowel het overleg op bestuurlijk als op uitvoeringsniveau<br />
gaat goed. Het koppelen van beide niveaus is soms lastig”.<br />
> “Samenwerking vindt vaak plaats op basis van gelijkwaardigheid en vertrouwen. De bereidheid om samen te<br />
werken is groot”.<br />
> “Samenwerkingspartners luisteren naar elkaars wensen, mogelijkheden en onmogelijkheden“.<br />
> “De intentie en ambities zijn gedeeld”.<br />
6.8 Wat kan beter?<br />
Door enthousiasme van samenwerking lijkt men soms te vergeten om concrete afspraken te maken, over<br />
bijvoorbeeld de financiën, rollen, verantwoordelijkheden en het concreet gewenste eindresultaat. Misschien<br />
is dit laatste ook lastig als het eindresultaat zich in de loop van de tijd moet uitkristalliseren.<br />
Wanneer we ketensamenwerking in de corporatiesector langs de meetlat van de Plan-Do-Check-Act cirkel<br />
leggen, dan ligt de nadruk nog sterk op de fases Plan en Do. Het evalueren van de uitkomsten van<br />
samenwerkingsketens (Check), en het bijsturen (Act) is nog minder ver ontwikkeld,<br />
De organisatorische verankering van ketensamenwerking vraagt aandacht. De samenwerking krijgt vorm in<br />
aparte overlegvormen, zoals werk- of projectgroepen, maar de organisatiestructuur en bedrijfsprocessen<br />
worden veelal niet aangepast. Wat soms ook wordt vergeten is de afspraken die worden gemaakt tussen<br />
partijen goed te verankeren in de interne besluitvorming van de betrokken organisaties. Daar moeten goede<br />
afspraken over gemaakt worden.<br />
Ketensamenwerking is geen gemakkelijk speeltje. In de woorden van de geïnterviewde Rene Lemson van<br />
Arcade: „het is een intensief en tijdrovend gebeuren. Het vergt motivatie en creativiteit.‟<br />
Samenwerking met zorginstellingen blijkt soms problematisch door wijzigingen in zorgfinanciering.<br />
Samenwerking op het gebied van preventie (b.v. ontruimingen) blijkt lastiger, omdat resultaten minder<br />
zichtbaar zijn.<br />
Waar de zachte aspecten domineerden bij de door corporaties genoemde positieve kanten van samenwerking,<br />
komen bij de verbeterpunten vooral (maar niet uitsluitend) de zakelijke kanten naar voren: meer wederkerigheid,<br />
meer zakelijkheid en duidelijkheid. Ook in dit overzicht hebben wij de oorspronkelijke opmerkingen van<br />
corporaties over wat beter kan zoveel mogelijk behouden en gebundeld onder de volgende samenvattende<br />
thema‟s:<br />
> wederkerigheid en vertrouwen;<br />
> zakelijkheid en duidelijkheid;<br />
> resultaten en effecten;<br />
> stabiliteit en kwaliteit samenwerkingsrelaties.<br />
Wederkerigheid en vertrouwen<br />
Sommige corporaties voelen dat vooral zij aan de samenwerking moeten trekken en dat andere organisaties<br />
wat achterover hangen.<br />
Hoe sterk zijn uw samenwerkingsketens?<br />
Pagina 43 van 53
“De gemeente onttrekt zich te vaak aan zijn verantwoordelijkheden en afspraken. Met name ambtenaren<br />
handelen niet in de „geest‟ maar zoeken uitvluchten in de „letter‟ van afspraken”.<br />
“Meer onderling vertrouwen”.<br />
“Partijen kunnen zich nog beter inleven in elkaars werelden”.<br />
Zakelijkheid en duidelijkheid<br />
“Corporaties moeten meer verantwoordelijkheid nemen op de terreinen die tot hun kerntaken behoren, maar<br />
ook duidelijk zijn over wat niet hun werkgebied of expertise is”.<br />
“Afspraken vooraf over rollen en wederzijdse verwachtingen kunnen duidelijker. Dat geldt ook voor planning<br />
en resultaten en elkaar daar op aanspreken”.<br />
“Sommige samenwerkingsverbanden zijn te persoonsafhankelijk. Ze zouden „objectiever‟ moeten<br />
functioneren”.<br />
“Meer structuur, heldere afspraken maken, meer leren van anderen”.<br />
“Afspraken over kosten en risico‟s zijn vaak niet duidelijk. Corporaties pakken daar soms een te groot<br />
aandeel in. Gezien de financiële positie van corporaties moet daar meer balans in komen.”<br />
Resultaten en effecten<br />
“Het meten van maatschappelijk rendement van samenwerkingsverbanden en hieruit samen conclusies<br />
trekken”.<br />
“Ontwikkelingen samenwerking beter volgen en waar nodig bijstellen”.<br />
“Meer evalueren, niet automatische continueren”.<br />
“Beter monitoren van processen en prestaties”.<br />
“Samenwerkingsketens richten zich soms nog teveel op wat zij zelf te bieden hebben en niet op de vraag uit<br />
de markt”.<br />
“De lijn tussen beleid en uitvoerig is niet altijd goed waardoor evaluatie en optimalisatie effectiever kunnen”.<br />
Stabiliteit en kwaliteit samenwerkingsrelaties<br />
“Politieke „instabiliteit‟ door verkiezingen iedere vier jaar”.<br />
“Samenwerkingsverbanden zijn vaak wel in de top verankerd maar niet lager in de organisaties ingebed”.<br />
“Samenwerkingsketens hebben er last van dat veel partijen te maken krijgen met onzekerheden door<br />
bijvoorbeeld op handen zijnde financiële bezuinigingen. Dit leidt tot een remmende houding van sommige<br />
partijen”.<br />
“Samenwerking met het middenmanagement gaat vaak stroever dan op bestuurlijk- en uitvoerend niveau”.<br />
“Overleg op bestuurlijk als op uitvoeringsniveau gaat goed. Het aan elkaar koppelen van beide niveaus is<br />
soms lastig”<br />
“Het gedurende lange tijd „vasthouden van inzet van partijen is lastig. Vaak zijn er andere wijken en<br />
problemen die om aandacht vragen”.<br />
Hoe sterk zijn uw samenwerkingsketens?<br />
Pagina 44 van 53
“Langdurige samenwerking betekent ook personele wijzigingen en het vertrek van een<br />
samenwerkingspartner. Het estafettestokje doorgeven en waarborgen dat zaken goed gaan vergt veel tijd en<br />
aandacht en veroorzaakt ook weleens ruis”.<br />
6.9 Conclusies en aanbevelingen<br />
> In het inleidende hoofdstuk verwezen wij naar de vier randvoorwaarden van Professor Hadjorno voor<br />
succesvolle ketensamenwerking (Hadjorno et al., 2010): 1) inclusief denken, 2) holistisch kijken, 3)<br />
resultaatgericht werken en 4) uitgaan van taakvolwassenheid. Hoewel niet expliciet verwerkt in de<br />
onderzoeksopzet, komen veel van de door Hadjorno genoemde randvoorwaarden terug in de antwoorden<br />
van corporaties op de open vragen.<br />
Uit die antwoorden lijkt inclusief denken, dus het zoeken naar meerwaarde voor alle partijen, nog een<br />
onderdeel waar verbetering mogelijk is. Partijen kunnen zich nog beter inleven in elkaars werelden en<br />
sommige corporaties voelen dat vooral zij aan de samenwerking moeten trekken.<br />
Holistisch denken in samenwerkingsketens, het zien van samenhang en onderlinge verbanden, lijkt -op basis<br />
van de antwoorden - vooral een wenkend perspectief. Corporaties lijken zich nog vooral te richten op<br />
individuele samenwerkingsprojecten. Het vinden van samenhang wordt door respondenten niet genoemd als<br />
aandachtspunt.<br />
Resultaatgericht werken en vooral beter zicht krijgen op de baten voor de samenleving, het maatschappelijk<br />
rendement, is voor veel corporaties nog een verbeterpunt. Dat geldt ook voor het evalueren van de<br />
samenwerking.<br />
Uitgaan van taakvolwassenheid, kortom vertrouwen dat partners tegen hun taak zijn opgewassen, lijkt in veel<br />
samenwerkingsketens goed verankerd. Partners lijken steeds beter te weten wat ze van elkaar kunnen en<br />
mogen verwachten.”<br />
Ketensamenwerking is vooral de kracht van het combineren van „hard‟ en „zacht‟. De zachte kant is het<br />
begrijpen van elkaar taal en cultuur, investeren in vertrouwen en een open communicatie. Uit ons onderzoek<br />
blijkt dat dit in veel samenwerkingstrajecten ook gebeurt. Vaak krijgt de „harde‟ kant van ketensamenwerking<br />
minder aandacht, zoals het benoemen van risico‟s, het vastleggen van rollen en verantwoordelijkheden,<br />
maar ook een open boekhouding over wat je kunt en wil investeren/betalen. Er lijkt enige koudwatervrees te<br />
bestaan om ook die „harde‟ zakelijke kant te regelen omdat het contrasteert met het enthousiasme en de<br />
energie die veel samenwerkingsverbanden genereren. Uit de ervaringen van de bij dit onderzoek betrokken<br />
corporaties blijkt dat beide aspecten elkaar versterken; investeren in vertrouwen en openheid creëert een<br />
goede basis om de meer zakelijke aspecten van de samenwerking aan de orde te stellen.<br />
Samenwerking in ketens haal je niet uit de boekjes, maar leer je vooral in de praktijk. Succesvolle<br />
samenwerking vraagt om nieuwe vaardigheden, en misschien ook wel een nieuw soort<br />
corporatiemedewerkers: flexibel, creatief, communicaties met voldoende vrijheid en mandaat om met<br />
partners op zoek te gaan naar oplossingen met meerwaarde voor alle betrokkenen, inclusief de eigen<br />
organisatie. Of, om de woorden van Wim van de Bergh van Stadlander aan te halen, ketensamenwerking<br />
kan leiden tot “meer lol in je werk, een hogere realisatiesnelheid en een hogere kwaliteit”.<br />
Hoe sterk zijn uw samenwerkingsketens?<br />
Pagina 45 van 53
René Lemson, directeur-bestuurder Arcade<br />
SAMENGAAN VOLKSHUISVESTING EN ZORG<br />
Schets van de organisatie<br />
Arcade is op 1 januari 2007 ontstaan uit een fusie tussen Westambacht en Westland Wonen. De corporatie is de<br />
belangrijkste verhuurder in de woonkernen De Lier, Monster, Poeldijk, Heenweg,<br />
‟s-Gravenzande en Ter Heijde van de gemeente Westland. Daarnaast bezit Arcade ook woningen in Den Haag<br />
en Naaldwijk.<br />
Ervaring bezit de corporatie onder meer op het gebied van het beheren en ontwikkelen van onroerend goed en<br />
specifieke huisvesting voor senioren, gehandicapten en kinderopvang. Arcade heeft drie vestigingen en een<br />
hoofdkantoor.<br />
René Lemson is directeur-bestuurder van Arcade en circa 25 jaar actief in de volkshuisvestingsector.<br />
Deelname in ketens<br />
Arcade neemt deel in verschillende ketens. De samenwerkingsverbanden liggen vooral op het gebied van zorg<br />
en welzijn. Er wordt nauw samengewerkt op het gebied van ouderenhuisvesting, kinderopvang,<br />
huisartsenpraktijken, welzijnsstichtingen, studentenhuisvesting en, vooral veel op het gebied van huisvesting voor<br />
mensen met een beperking. De rol van Arcade ligt in dit type samenwerkingsverbanden met name op het gebied<br />
van het realiseren en beheren van het vastgoed. Bij de realisatie van een project vormen de voorwaarden van<br />
Arcade het uitgangspunt. Deze voorwaarden zijn duidelijk en blijken in praktijk vaak realistisch te zijn.<br />
Bouwen voor mensen met en zonder een beperking<br />
In elk project dat Arcade realiseert is ook ruimte opgenomen voor mensen met een beperking. Dit geldt zowel<br />
voor bestaande bouw als voor nieuwbouw. René Lemson: ”Arcade neemt hier soms zelf het initiatief voor, maar<br />
wordt ook regelmatig hiervoor benaderd. Na de vele projecten die Arcade heeft gedaan en doet voor mensen met<br />
een beperking, worden we wel gevonden. We hebben bijvoorbeeld een project op de locatie van ‟s Heeren Loo<br />
gerealiseerd en daarnaast zijn we een project beschermd wonen aan het voorbereiden in de ‟s-Gravenzandse<br />
wijk Oostzijde. De instellingen voor mensen met een beperking hebben de afgelopen jaren te maken gehad met<br />
omgekeerde integratie: in plaats van met alle bewoners en cliënten op een afgesloten terrein te wonen,<br />
decentraliseert dit zich en mengen mensen met en zonder een beperking zich steeds meer. Hoewel het soms<br />
met horten en stoten gaat, komen we steeds een stapje verder.”<br />
Financiën regelen<br />
Veel projecten op het gebied van ouderenhuisvesting liggen stil of komen niet van de grond ziet René om zich<br />
heen. Regelmatig vormt de financiering van deze projecten een probleem voor zorginstellingen. René wil met dit<br />
soort initiatieven pragmatisch omgaan: ”Belangrijk is openheid tegenover elkaar als deelnemende partijen in een<br />
samenwerking. Wij leggen de boekhouding als partners open op tafel en kijken hoe we een optimum kunnen<br />
bereiken voor alle partijen. We puzzelen samen met elkaar om tot een goede oplossing te komen. Het financiële<br />
deel onder de streep moet kloppen; boven de streep moet je er met elkaar uitkomen.”<br />
Intensief<br />
Ketensamenwerking is een intensief en tijdrovend gebeuren, geeft René aan. Maar met een grote motivatie bij<br />
deelnemers en een creatieve instelling dan lukt het: “Projecten ketsen eigenlijk vrijwel nooit af, tenzij dit meteen in<br />
het begin is. Wanneer eenmaal is gestart, duidelijk is wat men wil, wat er kan en wat er niet kan, dan gaat het<br />
eigenlijk altijd goed. Je moet wel blijven investeren in de samenwerking en gebruik maken van de kennis die<br />
partijen inbrengen. Wij werken bewust niet met stuurgroepen in ketensamenwerkingsverbanden. Wij houden van<br />
een pragmatische aanpak, met ter zake kundige mensen aan tafel. Het opstellen van uitgebreide contracten met<br />
daarin ook duidelijk de verantwoordelijkheden opgenomen werkt in praktijk prima. Alle partijen weten waar ze aan<br />
Hoe sterk zijn uw samenwerkingsketens?<br />
Pagina 46 van 53
toe zijn en wat de verantwoordelijkheden zijn. Zo is het bijvoorbeeld de verantwoordelijkheid van de partners om<br />
in de eigen organisatie de besluitvorming te regelen. Natuurlijk is er wel regelmatig contact met bestuurders. Als<br />
een project niet van de grond komt, weten we elkaar te vinden en in de dagelijkse praktijk kom je elkaar<br />
regelmatig tegen als bestuurder.”<br />
Kleinschalige projecten<br />
Door af en toe nieuwe projecten te doen, verleg je ook weer je terrein vertelt René: ”Arcade heeft de afgelopen<br />
jaren circa 1.300 woningen gekocht in Den Haag, waarvan circa 600 in de Schilderwijk. De Haagse corporaties<br />
zijn vrij groot. Het realiseren van kleinschalige projecten met meerdere partijen is een specialiteit van Arcade<br />
welke ook in Den Haag zijn nut prima bewijst. Met de aankoop van de woningen en de samenwerking met<br />
diverse zorg- en welzijnspartijen komt ook in Den Haag weer nieuwe ketensamenwerking tot stand."<br />
Toekomstige ontwikkelingen op het gebied van ketensamenwerking<br />
Over toekomstige ontwikkelingen op het gebied van ketensamenwerking is René duidelijk: fusie tussen<br />
woningcorporaties en zorginstellingen. Dat is eigenlijk de ultieme vorm van samenwerking vindt hij: “Je ziet beide<br />
sectoren steeds meer naar elkaar toe groeien en we hebben toch een behoorlijke gezamenlijke doelstelling en<br />
doelgroepen. De ontwikkelingen op financieel gebied zowel in de volkshuisvesting als in de zorg, maken het zeer<br />
goed mogelijk dat een fusie tussen zorginstelling en woningcorporatie werkelijkheid wordt. Nu de toestemming<br />
nog!”<br />
Hoe sterk zijn uw samenwerkingsketens?<br />
Pagina 47 van 53
Bijlage 1. Overzicht organisaties die aan het onderzoek hebben deelgenomen<br />
ACW „Samenwerking‟ BA, Amsterdam<br />
Algemene Woningbouwvereniging Monnickendam, Monnickendam<br />
Brabants Westhoek, Klundert<br />
Casade Woondiensten, Waalwijk<br />
De Goede Woning, Zoetermeer<br />
De Key, Amsterdam/Zandvoort<br />
De Woningstichting, Wageningen<br />
Domein, Tilburg<br />
Groenrand Wonen, Vleuten<br />
Haag Wonen, Den Haag<br />
L‟escaut Woonservice, Vlissingen<br />
Laris Wonen en Diensten, Didam<br />
Laurentius, Breda<br />
Maasdelta Groep, Spijkenisse<br />
Mercatus, Emmeloord<br />
Omnivera, Hardinkxveld-Giessendam<br />
Parteon, Zandstad<br />
Patrimonium Barendrecht, Barendrecht<br />
Provides, IJsselstein<br />
PWS Rotterdam, Rotterdam<br />
SallandWonen, Raalte<br />
Soomland, Bergen op Zoom<br />
Stichting Com.Wonen, Rotterdam<br />
Stichting Futura, Tilburg<br />
Stichting Woningbeheer Betuwe, Lienden<br />
SVU Wonen, Uden<br />
Volksbelang, Raamsdonksveer<br />
Welwonen, Enkhuizen<br />
woCom, Someren<br />
Woningbedrijf Velsen, IJmuiden<br />
Woningbouwvereniging Brederode, Bloemendaal<br />
Woningbouwvereniging Poortugaal, Poortugaal<br />
Woningbouwvereniging Reeuwijk, Reeuwijk<br />
Woningstichting Aert Swaens, Veldhoven<br />
Woningstichting Hellendoorn, Nijverdal<br />
Woningstichting Nijkerk, Nijkerk<br />
Woningstichting Putten, Putten<br />
Woningstichting Roermond, Roermond<br />
Woningstichting Sint Antonius van Padua, Noordwijkerhout<br />
Woningstichting Sint Jospeh, Almelo<br />
Woningstichting SWZ, Zwolle<br />
Woningstichting Vaals, Vaals<br />
Woningstichting Volksbelang, Wijk bij Duurstede<br />
Woonbron Delft, Delft<br />
Woonbron Hoogvliet, Hoogvliet<br />
Woongoed Zeeuws-Vlaanderen, Terneuzen<br />
Woongroep Holland, Amstelveen<br />
WoonopMaat, Heemskerk<br />
Woonpunt Westelijke Mijnstreek, Geleen<br />
Hoe sterk zijn uw samenwerkingsketens?<br />
Pagina 48 van 53
Woonpunt, Elsloo<br />
Woonstichting Vrijleve, Lobith<br />
Woontij, Den Burg<br />
Woonvisie, Ridderkerk<br />
ZO Wonen, Sittard<br />
Hoe sterk zijn uw samenwerkingsketens?<br />
Pagina 49 van 53
Bijlage 2: tabellen<br />
Vraag 1<br />
Op welke van de onderstaande terreinen en in welke vorm werkt u duurzaam samen met andere organisaties.<br />
BELEIDSVORMING<br />
Hoe sterk zijn uw ketensamenwerkingen?<br />
aantal % aantal % aantal % aantal % aantal % aantal % aantal % aantal %<br />
Gezamenlijk woningmarkt-onderzoek. 9 14,5% 21 33,9% 18 29,0% 2 3,2% 50 80,6% 10 16,1% 2 3,2% 62 100,0%<br />
Gezamenlijke prestatieafspraken met gemeenten 5 8,1% 42 67,7% 5 8,1% 1 1,6% 53 85,5% 8 12,9% 1 1,6% 62 100,0%<br />
Gezamenlijke afstemming strategisch<br />
voorraadbeleid.<br />
Gezamenlijke monitoring van maatschappelijke<br />
effecten (b.v. leefbaarheids-onderzoek)<br />
Ja, op basis van:<br />
Joint-venture /<br />
gezamenlijke organisatie<br />
Ja, op basis van:<br />
Schriftelijke overeenkomst<br />
Ja, op basis van: Ja,<br />
Ja TOTAAL Nee<br />
Mondelinge afspraken Anders<br />
4 6,5% 7 11,3% 12 19,4% 5 8,1% 28 45,2% 31 50,0% 3 4,8% 62 100,0%<br />
5 8,1% 16 25,8% 12 19,4% 2 3,2% 35 56,5% 24 38,7% 3 4,8% 62 100,0%<br />
Gemiddelde 6 9,27% 22 34,68% 12 18,95% 3 4,03% 42 66,94% 18 29,44% 2 3,63% 62 100,00%<br />
LEEFBAARHEID<br />
Wonen-Werken-Leren<br />
Ja, op basis van: Ja, op basis van: Ja, op basis van: Ja,<br />
Nee Weet niet of geen<br />
Joint-venture /<br />
gezamenlijke organisatie<br />
Schriftelijke overeenkomst Mondelinge afspraken Anders<br />
antwoord<br />
aantal % aantal % aantal % aantal % aantal % aantal % aantal % aantal %<br />
Woonomgeving 6 9,7% 28 45,2% 15 24,2% 1 1,6% 10 16,1% 2 3,2% 62 100,0% 50 80,6%<br />
Sociale samenhang 7 11,3% 24 38,7% 12 19,4% 2 3,2% 14 22,6% 3 4,8% 62 100,0% 45 72,6%<br />
Overlastbestrijding 6 9,7% 33 53,2% 13 21,0% 0 0,0% 8 12,9% 2 3,2% 62 100,0% 52 83,9%<br />
Gemiddelde 6 10,2% 28 45,7% 13 21,5% 1 1,6% 11 17,2% 2 3,8% 62 100,0% 49 79,03%<br />
Ja, op basis van: Ja, op basis van: Ja, op basis van:<br />
Joint-venture /<br />
gezamenlijke organisatie<br />
Schriftelijke overeenkomst Mondelinge afspraken<br />
aantal % aantal % aantal % aantal % aantal % aantal % aantal % aantal %<br />
Ontwikkelen en bouwen van vastgoed 6 9,7% 18 29,0% 4 6,5% 2 3,2% 30 48,4% 2 3,2% 62 100,0% 30 48,4%<br />
Verhuren van vastgoed 2 3,2% 19 30,6% 3 4,8% 1 1,6% 34 54,8% 3 4,8% 62 100,0% 25 40,3%<br />
Onderhouden van vastgoed 2 3,2% 16 25,4% 2 3,2% 3 4,8% 39 61,9% 1 1,6% 63 100,0% 23 36,5%<br />
Faciliteren (ondersteunen, bekostigen) 2 3,2% 15 24,2% 6 9,7% 2 3,2% 35 56,5% 2 3,2% 62 100,0% 25 40,3%<br />
Leveren van diensten (b.v. opleidingsplaatsen) 3 4,8% 22 35,5% 9 14,5% 2 3,2% 24 38,7% 2 3,2% 62 100,0% 36 58,1%<br />
Gemiddelde 3 4,8% 18 29,0% 5 7,7% 2 3,2% 32 52,1% 2 3,2% 62 100,0% 28 44,7%<br />
Ja,<br />
Anders<br />
Nee Weet niet of geen<br />
antwoord<br />
Weet niet<br />
of geen<br />
Totaal<br />
Totaal<br />
Totaal<br />
Ja TOTAAL<br />
Ja TOTAAL<br />
50 van 53
Wonen-Zorg-Welzijn<br />
Vraag 2<br />
In elke mate zijn de onderstaande doelen belangrijk in uw samenwerkingsketens?<br />
Doelen Zeer belangrijk Belangrijk Enigszins belangrijk Onbelangrijk Geen mening of geen<br />
antwoord<br />
Vraag 3<br />
Op welke beleidsterreinen legt u de prioriteit bij het uitbouwen van uw samenwerkingsketens?<br />
Doelen<br />
Beleidsterrein: aantal % aantal % aantal % aantal % aantal % aantal % aantal %<br />
Beleidsvorming 16 25,8% 16 25,8% 16 25,8% 1 1,6% 6 9,7% 7 11,3% 62 100,0%<br />
Leefbaarheid 18 29,0% 24 38,7% 6 9,7% 1 1,6% 7 11,3% 6 9,7% 62 100,0%<br />
Wonen-Werken-Leren 4 6,5% 16 25,8% 20 32,3% 2 3,2% 13 21,0% 7 11,3% 62 100,0%<br />
Wonen-Zorg-Welzijn 17 27,4% 32 51,6% 2 3,2% 0 0,0% 5 8,1% 6 9,7% 62 100,0%<br />
Gemiddelde 14 22,2% 22 35,5% 11 17,7% 1 1,6% 8 12,5% 7 10,5% 62 100,0%<br />
Hoe sterk zijn uw ketensamenwerkingen?<br />
Ja, op basis van: Ja, op basis van: Ja, op basis van:<br />
Joint-venture /<br />
gezamenlijke organisatie<br />
Schriftelijke overeenkomst Mondelinge afspraken<br />
aantal % aantal % aantal % aantal % aantal % aantal % aantal % aantal %<br />
Ontwikkelen en - bouwen van vastgoed 7 11,3% 45 72,6% 1 1,6% 2 3,2% 6 9,7% 1 1,6% 62 100,0% 55 88,7%<br />
Verhuren van vastgoed 3 4,8% 51 82,3% 1 1,6% 0 0,0% 6 9,7% 1 1,6% 62 100,0% 55 88,7%<br />
Onderhouden van vastgoed 3 4,8% 43 69,4% 1 1,6% 1 1,6% 13 21,0% 1 1,6% 62 100,0% 48 77,4%<br />
Faciliteren (ondersteunen, bekostigen) van<br />
diensten<br />
5 8,1% 26 41,9% 5 8,1% 2 3,2% 20 32,3% 4 6,5% 62 100,0% 38 61,3%<br />
Leveren van diensten 5 8,1% 19 30,6% 5 8,1% 1 1,6% 24 38,7% 8 12,9% 62 100,0% 30 48,4%<br />
Gemiddelde 5 7,4% 37 59,4% 3 4,2% 1 1,9% 14 22,3% 3 4,8% 62 100,0% 45 72,9%<br />
aantal % aantal % aantal % aantal % aantal % aantal %<br />
Lagere kosten 3 4,8% 15 24,2% 26 41,9% 9 14,5% 9 14,5% 62 100,0%<br />
Hoger maatschappelijk rendement 36 57,1% 20 31,7% 2 3,2% 1 1,6% 4 6,3% 63 100,0%<br />
Hoger financieel rendement 3 4,8% 13 21,0% 30 48,4% 10 16,1% 6 9,7% 62 100,0%<br />
Reductie faalkosten 8 12,9% 19 30,6% 20 32,3% 8 12,9% 7 11,3% 62 100,0%<br />
Betere kwaliteit 18 29,0% 37 59,7% 1 1,6% 1 1,6% 5 8,1% 62 100,0%<br />
Hogere innovatief vermogen 10 16,1% 30 48,4% 13 21,0% 1 1,6% 8 12,9% 62 100,0%<br />
Risicospreiding 6 9,7% 16 25,8% 21 33,9% 11 17,7% 8 12,9% 62 100,0%<br />
Vergroten kennis 11 17,7% 30 48,4% 14 22,6% 1 1,6% 6 9,7% 62 100,0%<br />
Versterken marktpositie 6 9,7% 20 32,3% 20 32,3% 8 12,9% 8 12,9% 62 100,0%<br />
Efficiëntere bedrijfsprocessen 9 14,5% 18 29,0% 24 38,7% 4 6,5% 7 11,3% 62 100,0%<br />
Gemiddelde 11 17,7% 22 35,1% 17 27,5% 5 8,7% 7 11,0% 62 100,0%<br />
Ja,<br />
Anders<br />
Zeer hoge prioriteit Hoge prioriteit Matige prioriteit Lage prioriteit Geen prioriteit<br />
Binnen 1 jaar resultaat Binnen 2 jaar resultaat Binnen 4 jaar resultaat Na 4 jaar resultaat<br />
Nee Weet niet of geen<br />
antwoord<br />
Totaal<br />
Geen mening / geen<br />
antwoord<br />
Ja TOTAAL<br />
Totaal<br />
Totaal<br />
51 van 53
Vraag 4<br />
In welke mate zijn de onderstaande stellingen op uw corporatie van toepassing?<br />
Leiderschap<br />
Mijn corporatie maakt weloverwogen keuzes met<br />
welke partners wij samenwerken.<br />
Maatschappelijke partners hebben een herkenbare<br />
invloed op de doelen en activiteiten van mijn<br />
corporatie.<br />
Mijn corporatie past waar nodig haar organisatie<br />
aan om de samenwerking met ketenpartners goed<br />
te laten verlopen.<br />
Mijn corporatie stimuleert initiatieven om de<br />
samenwerking met partners te verbeteren.<br />
De organisaties waarmee wij samenwerken worden<br />
vooral gezien als toeleveranciers en niet als<br />
ketenpartners.<br />
Strategie en beleid<br />
We stemmen onze beleids- en uitvoeringsplannen<br />
af met die van samenwerkende partners.<br />
Met onze samenwerkingspartners praten wij vooral<br />
over de maatschappelijke prestaties.<br />
Met onze partners praten wij vooral over geld en<br />
risico‟s.<br />
Door de samenwerking met partners ondernemen<br />
wij meer baanbrekende initiatieven dan wij alleen<br />
zouden doen.<br />
Door de samenwerking met onze partners bereiken<br />
wij onze doelen beter en/of eerder dan wanneer wij<br />
alleen zaken oppakken.<br />
Wij evalueren regelmatig de sterke punten en<br />
verbetermogelijkheden in de samenwerking met<br />
partners.<br />
Hoe sterk zijn uw ketensamenwerkingen?<br />
Helemaal van toepassing Grotendeels van toepassing Grotendeels niet van<br />
toepassing<br />
Helemaal van toepassing Grotendeels van toepassing<br />
Grotendeels niet van<br />
toepassing<br />
Helemaal niet van<br />
toepassing<br />
aantal % aantal % aantal % aantal % aantal % aantal %<br />
Helemaal niet van<br />
toepassing<br />
Geen mening / geen<br />
antwoord<br />
34 54,8% 23 37,1% 1 1,6% 2 3,2% 2 3,2% 62 100,0%<br />
12 19,4% 41 66,1% 6 9,7% 1 1,6% 2 3,2% 62 100,0%<br />
6 9,7% 26 41,9% 22 35,5% 4 6,5% 4 6,5% 62 100,0%<br />
21 33,9% 33 53,2% 1 1,6% 2 3,2% 5 8,1% 62 100,0%<br />
0 0,0% 6 9,7% 32 51,6% 22 35,5% 2 3,2% 62 100,0%<br />
Gemiddelde 15 23,5% 26 41,6% 12 20,0% 6 10,0% 3 4,8% 62 100,0%<br />
Geen mening / geen<br />
antwoord<br />
aantal % aantal % aantal % aantal % aantal % aantal %<br />
12 19,4% 33 53,2% 12 19,4% 3 4,8% 2 3,2% 62 100,0%<br />
7 11,3% 38 61,3% 12 19,4% 3 4,8% 2 3,2% 62 100,0%<br />
1 1,6% 22 35,5% 28 45,2% 6 9,7% 5 8,1% 62 100,0%<br />
15 24,2% 31 50,0% 11 17,7% 3 4,8% 2 3,2% 62 100,0%<br />
20 32,3% 36 58,1% 2 3,2% 2 3,2% 2 3,2% 62 100,0%<br />
8 12,9% 32 51,6% 16 25,8% 3 4,8% 3 4,8% 62 100,0%<br />
Gemiddelde 11 16,9% 32 51,6% 14 21,8% 3 5,4% 3 4,3% 62 100,0%<br />
Totaal<br />
Totaal<br />
52 van 53
Bedrijfsmiddelen<br />
Mijn corporatie deelt haar kennis en technologie<br />
met partners.<br />
Onze informatiesystemen en die van onze partners<br />
zijn op elkaar afgestemd.<br />
De verdeling van kosten en risico‟s tussen mijn<br />
corporatie en haar partners is in balans.<br />
Het rendement van de samenwerking is zichtbaar<br />
en transparant.<br />
Bedrijfsprocessen<br />
In onze samenwerkingsverbanden is<br />
overeenstemming over taken,<br />
verantwoordelijkheden en bevoegdheden.<br />
Processen in samenwerkingsketens verlopen<br />
nagenoeg foutloos en in harmonie.<br />
Voor de start van de samenwerking is het proces<br />
dat wij volgen helder vastgelegd. Eventueel wordt<br />
tussentijds bijgestuurd.<br />
Met samenwerkingspartners wordt structureel<br />
gewerkt aan de verbetering van producten,<br />
diensten en processen.<br />
Vergelijking met andere corporaties en<br />
samenwerkingsverbanden zijn voor mijn corporatie<br />
een bron van creatieve oplossingen en<br />
mogelijkheden.<br />
Hoe sterk zijn uw ketensamenwerkingen?<br />
Helemaal van toepassing Grotendeels van toepassing Grotendeels niet van Helemaal niet van Geen mening / geen<br />
Totaal<br />
toepassing<br />
toepassing<br />
antwoord<br />
aantal % aantal % aantal % aantal % aantal % aantal %<br />
7 11,3% 36 58,1% 13 21,0% 3 4,8% 3 4,8% 62 100,0%<br />
0 0,0% 2 3,2% 39 62,9% 16 25,8% 5 8,1% 62 100,0%<br />
2 3,2% 30 48,4% 18 29,0% 4 6,5% 8 12,9% 62 100,0%<br />
3 4,8% 33 53,2% 18 29,0% 4 6,5% 4 6,5% 62 100,0%<br />
Gemiddelde 3 4,8% 25 40,7% 22 35,5% 7 10,9% 5 8,1% 62 100,0%<br />
Helemaal van toepassing Grotendeels van toepassing Grotendeels niet van<br />
toepassing<br />
Helemaal niet van<br />
toepassing<br />
Geen mening / geen<br />
antwoord<br />
aantal % aantal % aantal % aantal % aantal % aantal %<br />
7 11,3% 44 71,0% 6 9,7% 2 3,2% 3 4,8% 62 100,0%<br />
0 0,0% 31 50,0% 17 27,4% 4 6,5% 10 16,1% 62 100,0%<br />
3 4,8% 35 56,5% 16 25,8% 5 8,1% 3 4,8% 62 100,0%<br />
4 6,5% 35 56,5% 13 21,0% 5 8,1% 5 8,1% 62 100,0%<br />
7 11,3% 30 48,4% 13 21,0% 2 3,2% 10 16,1% 62 100,0%<br />
Gemiddelde 4 6,8% 35 56,5% 13 21,0% 4 5,8% 6 10,0% 62 100,0%<br />
Totaal<br />
53 van 53