04.09.2013 Views

herbestemming van wederopbouwkerken - 1meter98

herbestemming van wederopbouwkerken - 1meter98

herbestemming van wederopbouwkerken - 1meter98

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

ijzonder architectonisch object in de wijk te ontwerpen. De kerken <strong>van</strong> de<br />

modernisten liggen vaak verder <strong>van</strong> het stadscentrum af. Meestal langs een grote verkeersader.<br />

In veel gevallen wordt de kerk tussen een groen park of waterpartij gesitueerd.<br />

(Van Meeteren, 1999)<br />

2.2.2 Architectuur <strong>van</strong> <strong>wederopbouwkerken</strong><br />

Omdat de kerkgebouwen herkenningspunt dienden te worden, waren dit zeer<br />

interessante ontwerpopgaven voor architecten. In de wederopbouwperiode werd<br />

gezocht naar nieuwe vormen. Via diverse media werden discussies gevoerd over hoe<br />

<strong>wederopbouwkerken</strong> te ontwerpen. De bouwstijlen die fel in de discussie werden bediscussieerd<br />

waren de functionalistische (ook wel modernistisch genoemd) en de traditionalistische<br />

bouwstijl. De traditionalisten ontwierpen gebouwen die zich kenmerkten<br />

door toepassing <strong>van</strong> traditionele materialen en plattegronden die teruggrepen op<br />

de vooroorlogse vormen. Een toenadering tussen functionalisme en traditionalisme<br />

ontstond die later met de term ‘shake-hands’ zou worden aangeduid. Met het oog<br />

op materiaalgebruik resulteerde dit vaak in een combinatie <strong>van</strong> een betonnen casco<br />

ingevuld met metselwerk. Door veelvuldig gebruik <strong>van</strong> beton werd het mogelijk om<br />

kolomvrije ruimten te creëren. Hierdoor kregen architecten meer vormvrijheid in de<br />

indeling <strong>van</strong> kerkplattegronden.<br />

Door de wijkgedachte werden kerkgebouwen meer complexen met daarin ruimtes<br />

voor diverse functies. Activiteitenzalen, vergaderruimte in combinatie met pastorie en/<br />

of kosterswoning, scholen, bejaardencentra, etc. (voorbeeld is de Opstandingskerk in<br />

Voorburg) Wat in de krappere kavels ook voorkomt is de verdiepingskerk. De kerkzaal<br />

ligt hierbij bovenop een (half verdiepte) voorzieningenlaag met daarin allerlei nevenruimten.<br />

Een bijkomend effect hier<strong>van</strong> is de statige kerkruimte die zich hoger boven<br />

zijn omgeving bevindt. Daarnaast werden ook kerken toegepast die een eigen open<br />

ruimte ontsloot door een L, U of O-vormige plattegrond. Architecten maakten gebruik<br />

<strong>van</strong> subtiele overgangen tussen privaat en publieke ruimtes. Hierbij gebruikten zij<br />

naast de bouwdelen <strong>van</strong> de kerk zelf ook tuinmuren, torens of overkappingen.<br />

(Van der Harst en De Waard, 2007)<br />

Rooms-katholieke kerken<br />

Binnen de rooms-katholieke kerk werden de Bossche en de Delftse School als de twee<br />

denkwijzen voor kerkenbouw gebruikt. Binnen de Bossche School werd gezocht naar<br />

ideale maten en verhoudingen die zouden moeten resulteren in<br />

harmonieuze gebouwen.<br />

Een aantal bouwmaterialen werden als niet passend geacht voor de bouw <strong>van</strong> een<br />

kerk. Hout en metaal behoorden tot die materialen. De architectuurstroming <strong>van</strong><br />

de Delftse School sprak zich uit tegen het gebruik <strong>van</strong> beton als bouwmateriaal.<br />

Ondanks deze stroming zou beton steeds vaker worden toegepast. Een belangrijke<br />

ontwikkeling in de architectuurvormentaal <strong>van</strong> de rooms- katholieke kerk is een<br />

beslissing <strong>van</strong> het tweede Vaticaans Concilie (1962 – 1965). Er zijn regels opgesteld<br />

10 ONDERZOEK HERBESTEMMING VAN WEDEROPBOUWKERKEN<br />

die een kerk toegankelijker zou moeten maken voor de leden <strong>van</strong> de gemeente.<br />

Hierin werd onder andere besloten dat de voorganger met het gezicht naar zijn gemeenteleden<br />

moest staan. (Van den Heuvel, 2008)<br />

Gereformeerde kerken<br />

Tegen het eind <strong>van</strong> de wederopbouwperiode werden er door de gereformeerde kerk<br />

richtlijnen opgesteld voor het ontwerp <strong>van</strong> een kerk. De ruimten in het gebouw<br />

moesten een eenheid vormen waarbij de nevenruimtes waren afgezonderd <strong>van</strong> de<br />

liturgische ruimte. Deze nevenruimten kregen een aparte ingang. De ontmoetingsruimte<br />

gold als een overgangsruimte tussen de buitenwereld en de kerk. Ook mocht<br />

er niet teveel glas in de wanden worden verwerkt. (Van den Heuvel, 2008)<br />

Nederlands Hervormde kerken<br />

Al voor de oorlog was de hervormde kerk bezig met het opstellen <strong>van</strong> nieuwe richtlijnen<br />

waarbij de relatie tussen liturgie en gebouw centraal stond. Het liturgisch centrum<br />

moest dicht bij de gemeente staan en de wanden die om de kerkzaal stonden moesten<br />

extra aandacht krijgen (die bepaalde immers mede het karakter <strong>van</strong> de ruimte). Het<br />

contact met de buitenwereld moest worden vermeden. Dit resulteerde in hoge ramen<br />

die het ‘menselijk handelen’ onzichtbaar maakten. (Van den Heuvel, 2008) De nadruk<br />

lag op wat er in het gebouw afspeelde, niet het gebouw zelf. De architectuur werd<br />

daardoor niet benadrukt, de buitenkant sluit aan bij de soberheid aan de binnenzijde.<br />

2.2.3 Typologieën <strong>van</strong> <strong>wederopbouwkerken</strong><br />

Er zijn veel verschillende variaties te vinden in de opzet <strong>van</strong> liturgische ruimte en<br />

nevenruimten. Ook de opstelling <strong>van</strong> de banken is per kerk verschillend. In deze paragraaf<br />

worden de verschillende soorten omschreven.<br />

Plattegronden<br />

Met betrekking tot de plattegrond <strong>van</strong> <strong>wederopbouwkerken</strong> zijn er een aantal opvallende<br />

varianten vindbaar. Met name in de vorm <strong>van</strong> de kerkzaal en de manier waarop<br />

hierin banken werden opgesteld (het bankenplan). De keuze voor een bepaalde variant<br />

was voornamelijk afhankelijk <strong>van</strong> de liturgische eisen <strong>van</strong> een bepaalde<br />

geloofsstroming en de persoonlijke voorkeuren <strong>van</strong> opdrachtgever en architect.<br />

Hilde <strong>van</strong> Meeteren omschrijft in ‘De geest leidt het schip’ diverse plattegrond<br />

varianten:

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!