herbestemming van wederopbouwkerken - 1meter98
herbestemming van wederopbouwkerken - 1meter98
herbestemming van wederopbouwkerken - 1meter98
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Langskerk<br />
In langskerken werd de diepte-as <strong>van</strong> de kerkzaal benadrukt door de aandacht te<br />
richten op het liturgisch centrum. Door te entree <strong>van</strong> de kerkzaal recht tegenover dit<br />
centrum te plaatsen wordt het blikveld naar het liturgisch centrum versterkt. Door middel<br />
<strong>van</strong> lichtinval door middel <strong>van</strong> ramen of het<br />
toevoegen <strong>van</strong> een apsis kan de lengtewerking worden versterkt.<br />
Dwarsruimte<br />
Deze variant is een verdraaiing <strong>van</strong> de langskerken. Het liturgisch<br />
centrum is haaks verdraaid naar de lange zijde <strong>van</strong> de kerkzaal. Het fig. 2.1:<br />
architectonische lijnenspel wordt hierdoor doorbroken wat een intiemere langskerk<br />
sfeer kan creëren.<br />
Centraalbouw<br />
Alle lijnen die in de plattegronden voorkomen <strong>van</strong> de centraalbouw<br />
komen bijeen in het liturgisch centrum. Om een kerkdienst te kunnen<br />
houden wordt in plaats <strong>van</strong> een volledige ronde vorm vaak een halve<br />
cirkel gebruikt. Dit vergemakkelijkt de kijkrichting <strong>van</strong> de voorganger en<br />
verbetert het beeld <strong>van</strong> de gemeenteleden.<br />
Kruisvorm<br />
In de oudere kerkenbouw is de kruisvorm de belangrijkste vorm. Ook in de wederopbouw<br />
werd deze nog toegepast. Met name in Katholieke kerkgebouwen werd deze<br />
vorm toegepast. Voornamelijk redenen voor deze vorm was om meer<br />
kerkgangers bij het koor te plaatsen en om de ruimte te<br />
vergroten <strong>van</strong> de zaalkerk. De kerken die niet in deze categorieën<br />
vallen, werden gebouwd in een combinatie te maken <strong>van</strong> bovenstaande<br />
vormen. De rechthoek en cirkel werden hier gecombineerd. Dit resul-<br />
teerde in vijf-, zes- en zelfs achthoekige plattegronden. Trapezium of<br />
ellipsvormige plattegronden waren geen uitzondering. Sommige kerken<br />
fig. 2.2:<br />
dwarsruimte<br />
fig. 2.3:<br />
centraalbouw<br />
(zoals de Adventkerk in Aerdenhout) zijn niet direct te herleiden naar een<br />
<strong>van</strong> de basisvormen. Deze laatstgenoemde vorm komt niet vaak voor in Nederland.<br />
Bankopstelling<br />
De basilicale opstelling was één <strong>van</strong> de twee varianten die over het<br />
meest werd toegepast in <strong>wederopbouwkerken</strong>. Het is een rechtlijnige<br />
indeling <strong>van</strong> de kerkzaal die recht tegenover het liturgisch centrum werd<br />
geplaatst. Daarnaast werd de centrale opstelling ook veel toegepast. Dit<br />
was een vorm waarin de banken om het liturgisch centrum heen werden fig. 2.4:<br />
geplaatst. Op figuur 2.4 wordt een volledige centraalbouw weerge- centrale opzet<br />
geven. In de praktijk werd uit praktische overweging (geluid) vaak een<br />
halve cirkel gebruikt. Een halve cirkel wordt ook wel scharing genoemd.<br />
Naast deze strikte vormen zijn veel combinaties <strong>van</strong> beide vormen ontstaan.<br />
(Van Meeteren, 1999)<br />
De kerk als complex<br />
Naast de bovenstaande verdeling in de plattegrond kwamen er in veel<br />
gevallen ook nevenfuncties in kerkgebouwen. De gebouwen gingen<br />
als wijkcomplexen fungeren. In het onderbrengen <strong>van</strong> nevenfuncties is<br />
ook een onderscheid te maken in de vormgeving. Van der Harst en De<br />
Waard onderscheiden de volgende typologieën:<br />
Beperkte nevenaccommodatie<br />
Aan de kerkzaal wordt een ondergeschikt bouwvolume aan de<br />
kerkzaal gebruikt voor nevenactiviteiten. (fig. 2.6)<br />
Verdiepingskerk<br />
De nevenruimten in dit type kerkcomplex wordt onder de kerkzaal<br />
geplaatst (op beganegrond of souterrain). Een voorbeeld hier<strong>van</strong> is<br />
de Christus Koningkerk in Heerlen. (fig. 2.7)<br />
Atriumkerk<br />
De kerkzaal en nevenruimten omsluiten een binnenhof. Voorbeeld hier<strong>van</strong><br />
is de Stefanuskerk in Utrecht. (fig. 2.8)<br />
Verweving<br />
Bouwdelen <strong>van</strong> kerkzaal en nevenaccommodaties zijn<br />
(gedeeltelijk) verweven. (fig. 2.9)<br />
fig. 2.5:<br />
basilicale opzet<br />
fig. 2.6<br />
beperkte nevenaccomodatie<br />
fig. 2.7:<br />
verdiepingskerk<br />
fig. 2.8:<br />
atriumkerk<br />
fig. 2.9:<br />
verweving<br />
ONDERZOEK HERBESTEMMING VAN WEDEROPBOUWKERKEN<br />
11