Deutsche Bank ziet kansen in regio Rijnmond - Rijnmond BUSINESS

Nederlandse les
onder werktijd
De Rotterdamse wethouder Korrie Louwes (D66, Arbeidsmarkt,
Hoger Onderwijs, Innovatie en Participatie) werkt aan
een serieus plan waarbij werknemers die de Nederlandse taal
onvoldoende machtig zijn les krijgen onder werktijd. Van de
werkgever wordt op diverse manieren inzet verwacht: geld,
energie en het accepteren van niet-productieve uren. Althans,
uren die niet worden besteed aan het primaire doel van het
bedrijf. Beter Nederlands beheersen levert natuurlijk winst op
voor werknemer én werkgever.
Vanaf 2013 zullen werkgevers een fi nancieel
steentje bij moeten dragen omdat na
die datum de participatiegelden vanuit
Den Haag wordt gehalveerd. “Als werkgevers
nú met taalcursussen willen starten,
dan kunnen we hen nog helpen. Na
2012 wordt het lastiger”, waarschuwt
wethouder Louwes.
Nederlands leren onder werktijd is niet
echt nieuw, want binnen de schoonmaaksector
zijn bijvoorbeeld al CAO afspraken
gemaakt over taalcursussen. Maar
een favoriet voorbeeld van de wethouder
komt van twee schildersbedrijven in
Vlaardingen die materiaal hebben ontwikkeld
voor een cursus Nederlands voor
de schildersbranche. Zo leerden werknemers
tijdnes de lessen termen die op de
werkvloer worden gebruikt. “Deze werkgevers
hebben de cursus om twee redenen
ontwikkeld. Ten eerste om zo de veiligheid
tijdens het werk te vergroten en ten
tweede om werknemers in de gelegenheid
te stellen om makkelijker door te
stromen naar een betere functie, bijvoorbeeld
als leidinggevende. In hun plaats
komen er dan weer nieuwe leerlingen.
Eén cursist had zó de smaak te pakken
dat hij met succes staatsexamen Nederlands
heeft gedaan.”
Wethouder Louwes wijst er op dat laaggeletterdheid
niet cultureel bepaald is. Er
zijn ook veel autochtonen die problemen
hebben met lezen en schrijven. Alleen
kan de fi nanciële bijdrage van de gemeente
dan niet betaald worden uit participatiegelden,
want die zijn bedoeld voor
niet-Nederlanders.
Wethouder Louwes begrijpt dat vooral
voor kleinere bedrijven de kosten voor
taallessen niet altijd een haalbare kaart
zijn. “Op dit moment bestaat de bedrage
van ondernemers bijvoorbeeld uit het beschikbare
stellen van een locatie voor de
taallessen en het doorbetalen van de nietproductieve
uren. Zelf bestaande cursussen
toespitsen op de branche kost natuurlijk
ook geld en het is niet voor iedere
ondernemer uitvoerbaar. Daarom vind ik
het zo belangrijk dat er afspraken binnen
de sector worden gemaakt, zodat kleinere
bedrijven een beroep kunnen doen op de
opleidingsgelden van het sectorfonds. Het
beste is echter om de plicht om werknemers
indien nodig een taalcursus te bieden
in de CAO is vastgelegd.”
Maar aan die verplichting hangt een factuur
die je als (kleine) ondernemer wel
moet kunnen betalen. Bestaat niet het ge-
vaar dat werkgevers in verband met bijkomende
kosten bepaalde sollicitanten
gaan weren?
“De beslissing of de achterstand van een
sollicitant tot de baan waarnaar hij solliciteert
overbrugbaar is, blijft in handen van
de werkgever”, aldus de wethouder.
RIJNMOND BUSINESS | NUMMER 4 | MEI 2011 73