Technologie Special - DJBroadcast
Technologie Special - DJBroadcast
Technologie Special - DJBroadcast
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
v/a<br />
Mobilee Back To Back vol. 4<br />
(MOBILEE)<br />
Mobilee, het label van Anja Schneider, heeft meer te bieden dan alleen minimal en techno. Dat is<br />
de boodschap van de vierde aflevering van Mobilee Back To Back, dubbelaars waarop een mix<br />
van recent materiaal uit eigen stal wordt gekoppeld aan een tweede schijf met bewerkingen van<br />
Mobilee tracks. Ter vergelijk zijn de originele tracks ook bijgevoegd.<br />
De eerste schijf van Volume 4, met een mix van tien Mobilee releases uit de afgelopen twaalf<br />
maanden, is samengesteld en gemixed door And.Id, de vanuit Berlijn werkende Griek Andreas<br />
Dimitriades. Hij trad twee jaar terug toe tot de stal van het Berlijnse label met de track One Is Not<br />
Enough; sindsdien bracht hij nog twee 12 inches uit via Mobilee. Zijn selectie is met de beste wil van<br />
de wereld geen minimal te noemen, eerder house met uitstapjes richting deep house en techno.<br />
Maar And.Id’s mix is niet alleen weinig voorspelbaar, hij is ook gevarieerd. GummiHz levert een<br />
schitterende diepe, vocale technotrack af, Sleepless Nights. Het duo Pan-Pot pakt het iets steviger<br />
aan met hun Confronted, clubtechno met een donker randje. En slottrack No News Today van<br />
het duo Exercise One heeft bezonken downtempo met zang en een prominente plek in het arrangement<br />
voor de piano te bieden. Mooie selectie, afwijkende mix.<br />
And.Id is opgegroeid met jazz en van huis uit trompetist. Op de tweede schijf neemt hij een zestal<br />
tracks uit de Mobilee catalogus onder handen: bijgestaan door zijn B.A.N.D van jazzprofessionals<br />
en studiomuzikanten giet hij tracks van Sebo K, Dan Curtin, GummiHz, Anja Schneider & Sebo K,<br />
Pan-Pot en zichzelf in jazzy arrangementen. Denk Nicole Conte, maar dan met electrische piano<br />
in plaats van een akoestische vleugel.<br />
Beetje brutaal misschien, maar het pakt uitstekend uit. Het worden zonder uitzondering warm klinkende<br />
fusion/broken beats tracks, die behoorlijk afwijken van de originele versies die ook te horen<br />
zijn. Al had Dimitriades wat ons betreft best iets vaker de trompet aan zijn lippen mogen zetten. Met<br />
Back To Back heeft Mobilee een aardige variant op het concept ‘labelverzamelaar’ gevonden. Het<br />
idee staat of valt met de uitwerking en die is bij And.Id in goede handen. ***** (Enrico Riva)<br />
Four Tet<br />
There Is Love In You<br />
(DOMINO/MUNICH)<br />
Het is al weer vijf jaar geleden dat Kieran Hebdan als<br />
Four Tet het album Everything Ecstatic op de wereld<br />
losliet en laat dat nu net zijn minst overtuigende plaat<br />
zijn. Maar ieder nadeel heeft zijn voordeel, want je<br />
kunt jezelf nauwelijks voordeliger herintroduceren<br />
dan Hebdan doet met zijn nieuwe album, There Is Love<br />
In You. Op zijn vier vorige albums was Four Tet een<br />
zoekende producer wiens avontuurlijke tracks eerder<br />
in de hoek van folktronica en postrock konden worden<br />
geplaatst, met There Is Love In You levert hij zijn meest<br />
club-georienteerde langspeler af. Het is niet alleen een<br />
avontuurlijk en gefocust album, het is ook stilistisch<br />
behoorlijk breed. Beeldschone ambient techno naast<br />
diepe grooves, juweeltjes van ‘intelligent dance music’,<br />
onderbroken door een korte soundscape. Thom Yorke<br />
is al jaren fan van Four Tet en na beluistering van deze<br />
prachtplaat ben jij dat ook. ***** (Enrico Riva)<br />
v/a<br />
Defected In The House Miami ’10: Riva Starr<br />
(DEFECTED/N.E.W.S.)<br />
Riva Starr heeft een originele kijk op house en dat komt<br />
wellicht omdat hij ver van hotspots als Londen, New York of<br />
Berlijn zijn muzikale opvoeding heeft genoten. De man uit<br />
Napels maalt niet om een folkloristische deun hier of een<br />
balkan beatje daar. Sterker, hij heeft er zijn handelsmerk<br />
van gemaakt. Nadat de goedgeluimde Italiaan de afgelopen<br />
twee jaar golven maakte met sterke clubreleases<br />
voor labels als Claude Vonstroke’s Dirtybird en Fatboy<br />
Slims Southern Fried, is hij door Defected gevraagd om<br />
hun prestigieuze jaarlijkse Miami mix (opgehangen aan<br />
de Winter Music Conference) samen te stellen. Daarop<br />
staan een vracht van Starr remixen en eigen producties,<br />
aangelengd met kruidige bouillon uit de ketels van<br />
ondermeer Nick Curly, de Amsterdammer Madskillz en<br />
de onvermijdelijke Dennis Ferrer. Het resultaat is een<br />
stomende mix die niet wil imponeren, maar vermaken.<br />
Als dit het geluid van house anno 2010 is, dan is de crisis<br />
in clubland ver te zoeken. ***** (Enrico Riva)<br />
The ruby suns<br />
Fight Softly<br />
(MEMPHIS INDUSTRIES)<br />
Eerlijk is eerlijk, de twee vorige Ruby Suns albums hadden<br />
we gemist. Die zijn verschenen via het kleine onafhankelijke<br />
Lil’ Chief label uit Aukland, Nieuw Zeeland,<br />
dat is gespecialiseerd in een stijl die sunshine pop wordt<br />
genoemd: melodieuze liedjes met fraaie harmonieën en<br />
een ontspannen toon. Maar sunshine pop zul je op Fight<br />
Softly tevergeefs zoeken, al heeft het derde album van<br />
de groep rond de Californische expat Ryan McPhun<br />
(zou-ie echt zo heten?) nog steeds veel aandacht voor<br />
melodie. De arrangementen zijn echter onvervalst eigentijds<br />
en electronisch. Het resultaat klinkt behoorlijk<br />
eigenwijs, als een mengvorm van jaren ’80 new wave<br />
en jaren ’60 psychedelica; denk de Beach Boys gekruist<br />
met Radiohead. Op papier klinkt het krankzinnig, maar<br />
Fight Softly is een aangename verrassing. Het is prettig<br />
wegluisterende pop met een ongewoon geluid, die bij<br />
iedere beluistering aan diepgang wint. Liefhebbers van<br />
Radiohead en Bibio opgelet, dit is een groeibriljantje.<br />
***** (Enrico Riva)<br />
sharam Jey<br />
In My Blood<br />
(KING KONG)<br />
Wie met plezier terugdenkt aan Sharam Jey’s debuutalbum<br />
(4 Da Loverz, 2005) op Darren Emersons Underwater<br />
label, moet ’s mans nieuwe werkstuk eerst even<br />
checken alvorens de portomonnee te trekken. Dat is<br />
namelijk andere koek, meer gesuikerd en voorzien van<br />
een dikke laag spijs. Vorig jaar kwam het titelnummer<br />
uit op single en dat was al een duidelijke aanwijzing: de<br />
veteraan uit Keulen gaat op de ‘commerciële’ toer. Een<br />
soort electro house met Top 40 aspiraties, afgewisseld<br />
door kalere tracks die eerder aan Princess Superstar<br />
herinneren. En verdomd, die doet ook mee! Het siert<br />
de man dat hij niet stilstaat en zijn sound doelbewust<br />
opentrekt. Hij is ook niet ijdel en laat de microfoon aan<br />
gasten als Nik Valentino, Tommie Sunshine, de verrukkelijk<br />
stoute Cornelia en de al genoemde Princess<br />
Superstar. Maar is het bijzonder of verrassend? Nee,<br />
maar wel strak. ***** (Enrico Riva)<br />
reviews<br />
alessandro magnanini<br />
Someway Still I Do<br />
(SCHEMA)<br />
Op Someway Still I Do heeft deze relatieve nieuwkomer,<br />
die in het verleden vooral op de achtergrond werkte als<br />
gitarist, componist en producer, een fraaie menukaart<br />
van filmische jazz samengesteld. We horen onder<br />
andere de vocalen van Jenny B (bekend van S-Tone Inc.)<br />
een aantal maal terugkomen. Met haar inbreng krijgt de<br />
muziek de typische Shirley Bassey ‘touch’. Naast Jenny B<br />
zetten ook, onder andere, Liam McKahey (van de formatie<br />
Cousteau) en labelgenote Rosalia de Souza hun beste<br />
beentje voor op deze sfeervolle jazzplaat die bol staat<br />
van de prachtige, cinematische strijk-, toets- en blaasmelodieën.<br />
Op Someway Still I Do is er ook ruimschoots<br />
aandacht voor bossa- en latininvloeden, die zoals bijna<br />
vanzelfsprekend voor de nodige extra warmte zorgen.<br />
Na 45 minuten speeltijd blijkt Alessandro Magnanini’s<br />
muzikale output een ware aanwinst voor de Schema stal.<br />
Een oorstrelend debuut. ***** (Art-D-Fact)<br />
klipar<br />
Black Cake<br />
(BASSERK DIGITAL)<br />
Het Amsterdamse Basserk label heeft een fijne neus<br />
voor het betere digitale beukwerk. In alle hoeken en<br />
gaten van Europa weet men ze te vinden, de producers<br />
die electro en gabber weten de klutsen tot gewapend<br />
muziekbeton. De laatste vondst heet Klipar (Diogo<br />
Cunha) en diens mini-album is een van de betere Basserk<br />
releases. De Portugees kan een potje scheuren,<br />
maar verliest nimmer de details en de dubbele bodem<br />
uit het oog. Na een korte flirt met trance is de brillemans<br />
pardoes de andere kant uitgegaan, van feeërieke<br />
strings naar botte bassen. En klompendansritmes. Maar<br />
dat alles met een onbekommerde flair die in Rotterdam<br />
al een eeuwigheid terug onder de tegels is gestampt.<br />
Het maakt Black Cake charmant, al zal menige ‘kenner’<br />
er een raar gezicht bij trekken. Laat dat nu juist de<br />
bedoeling zijn. ***** (Enrico Riva)<br />
pagina<br />
107