10.09.2013 Views

Register het - Register Belastingadviseurs

Register het - Register Belastingadviseurs

Register het - Register Belastingadviseurs

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

22<br />

n n n n n<br />

2013/15 Snelle verkoopwinst op<br />

pand onbelast<br />

Het rendabel maken van vermogen op een wijze die normaal, actief<br />

vermogensbeheer te buiten gaat, is op grond van art. 3.91, lid 1, onderdeel<br />

c Wet IB 2001 belast in box 1 als resultaat uit overige werkzaamheden<br />

en maakt dan geen deel uit van de rendementsgrondslag van<br />

box 3. In een zaak voor Rechtbank Haarlem was in geschil of een verhuurder<br />

van onroerende zaken de verkoopwinst van ruim € 1 mln op<br />

een pand dat binnen zes maanden na aankoop weer was verkocht, terecht<br />

tot box 3 had gerekend. De inspecteur vond dat deze verhuurder<br />

een meer dan gemiddelde kennis van de vastgoedmarkt had en al<br />

voor de aankoop van <strong>het</strong> pand wist dat de bestemming zou worden<br />

gewijzigd van verhuur in hotelexploitatie. De door hem verrichte arbeid<br />

ging volgens de inspecteur normaal vermogensbeheer te boven.<br />

De rechtbank was <strong>het</strong> daar niet mee eens. Bij de aankoop van <strong>het</strong> pand<br />

bestond <strong>het</strong> voornemen om de daarin gelegen appartementen te verhuren.<br />

Dat daarna geleidelijk <strong>het</strong> idee was ontstaan om te onderzoeken<br />

of <strong>het</strong> pand kon worden verbouwd tot hotel, was volgens de rechtbank<br />

niet voldoende om aan te nemen dat een werkzaamheid was<br />

verricht. De rechtbank vond <strong>het</strong> aannemelijk dat de verkoper geen bemoeienis<br />

had gehad met de (uitvoering van de) plannen om een hotel<br />

te realiseren. Het was niet aan zijn arbeid, kennis en deskundigheid te<br />

danken dat bij de verkoop een aanzienlijke winst was gemaakt.<br />

In een zaak voor Hof Arnhem werd de bijzondere kennis van een<br />

aan­ en verkoopadviseur van onroerende zaken toegerekend aan<br />

een administrateur van een bv, die samen met de dga van die bv<br />

via een beleggingsmaatschap twee maanden na de aankoop een<br />

perceel voor meer dan <strong>het</strong> dubbele van de aankoopprijs verkocht.<br />

Volgens <strong>het</strong> hof beschikte de adviseur bij de aankoop van <strong>het</strong> perceel<br />

over bijzondere kennis, waardoor <strong>het</strong> behalen van voordeel bij<br />

de wederverkoop redelijkerwijs voorzienbaar was. De administrateur<br />

had de adviseur ingeschakeld als bemiddelaar bij de aan­ en<br />

verkoop van <strong>het</strong> perceel en daarom moest diens bijzondere kennis<br />

aan hem worden toegerekend. In dit geval werd de verkoopwinst<br />

wel belast als resultaat uit overige werkzaamheden.<br />

■ Rechtbank Haarlem 26 november 2012, nr. 12/3017, LJN: BY9789 en Hof Arnhem 22 januari 2013,<br />

nr. 12/00227, LJN: BZ0265<br />

2013/16 Lagere inbrengwaarde<br />

woon-werkpand door zelfbewoning<br />

Als een ondernemer een door hemzelf bewoond pand vanuit zijn<br />

privévermogen overbrengt naar <strong>het</strong> ondernemingsvermogen, moet<br />

bij de inbrengwaarde van dit pand rekening worden gehouden met<br />

de waardrukkende factor van zelfbewoning. Dit heeft de Hoge Raad<br />

in kernachtige bewoordingen beslist in de zaak van een accountant<br />

die in 2004 een praktijk startte vanuit de door hem bewoonde woning<br />

die voor de onderneming was verbouwd en uitgebreid. Hij<br />

merkte de woning aan als ondernemingsvermogen en activeerde<br />

<strong>het</strong> pand naar de vrije verkoopwaarde per 1 januari 2004 van<br />

€ 600.000. In 2006 verplaatste hij de onderneming en bracht die in<br />

een bv in. De woning bracht hij toen voor € 390.000 over naar zijn<br />

privévermogen. Dit was de boekwaarde ultimo 2006 van € 605.879<br />

minus een correctie wegens zelfbewoning van 35%. Het daarbij ontstane<br />

boekverlies van € 215.879 bracht de accountant in zijn aangifte<br />

IB 2006 ten laste van zijn belastbare inkomen. De inspecteur wei­<br />

<strong>het</strong> <strong>Register</strong> | april 2013 | nummer 2<br />

Jurisprudentie en wetgeving<br />

gerde de aftrek en stelde dat de inbrengwaarde van de woning in<br />

2004 moest worden gesteld op € 390.000.<br />

De Hoge Raad was <strong>het</strong> hiermee eens. Als een belastingplichtige<br />

een onderneming begint en daarbij een pand vanuit zijn privévermogen<br />

overbrengt naar <strong>het</strong> ondernemingsvermogen, moet dit<br />

pand volgens de Hoge Raad worden geactiveerd voor de waarde in<br />

<strong>het</strong> economisch verkeer op <strong>het</strong> moment van de inbreng. Duurzame<br />

zelfbewoning kan de waarde van <strong>het</strong> pand beïnvloeden en<br />

daarom moet hiermee bij <strong>het</strong> bepalen van die waarde rekening<br />

worden gehouden.<br />

■ Hoge Raad 1 februari 2013, nr. 11/03882, LJN: BX4036<br />

2013/17 VAR-row voor met dga<br />

verknochte werkzaamheden<br />

Een dga van een juridisch adviesbureau verzocht om een verklaring<br />

arbeidsrelatie (VAR­dga) voor commissiewerkzaamheden die hij<br />

naast zijn fulltime dienstbetrekking verrichtte. Voor <strong>het</strong> bijwonen<br />

van zittingen van twee bezwaarschriftencommissies van een gemeente<br />

kreeg hij een vergoeding per zitting. Verder was hij lid van<br />

een examencommissie en een bezwaarschriftencommissie van een<br />

school. De dga liet zijn bv voor deze werkzaamheden factureren.<br />

Hof Den Bosch oordeelde dat de commissiewerkzaamheden niet<br />

plaatsvonden voor rekening en risico van die bv, omdat de dga strikt<br />

op persoonlijke titel was benoemd in de bezwaarschriftencommissie<br />

en deze benoeming voortvloeide uit zijn persoonlijke kwaliteiten.<br />

De dga kon ook alleen persoonlijk de werkzaamheden verrichten,<br />

zodat deze plaatsvonden voor zijn rekening en risico.<br />

Op <strong>het</strong> cassatieberoep van de dga besliste de Hoge Raad dat <strong>het</strong> hof<br />

met zijn uitspraak tot uitdrukking had gebracht dat de werkzaamheden<br />

zozeer waren verknocht met de persoon van de dga dat alleen<br />

hij in persoon kon worden aangemerkt als degene tegenover<br />

wie de gemeente als opdrachtgever optrad en <strong>het</strong>geen uit de opdracht<br />

voortvloeide ook alleen hem aanging. De inspecteur had<br />

daarom volgens de Hoge Raad terecht een VAR­row (resultaat uit<br />

overige werkzaamheden) afgegeven.<br />

■ Hoge Raad 11 januari 2013, nr. 12/01043, LJN: BY8155<br />

Loonbelasting<br />

2013/18 Eindheffing bij ontslag<br />

niet EU-proof<br />

In een opzienbarende uitspraak van Hof Arnhem was de materiële<br />

terugwerkende kracht in geschil van de pseudo­eindheffing over<br />

excessieve vertrekvergoedingen zoals die sinds 1 januari 2009 bestaat.<br />

Bij de vraag of sprake is van een vertrekvergoeding wordt<br />

aangesloten bij <strong>het</strong> in <strong>het</strong> jaar van vertrek (jaar t) en <strong>het</strong> daaraan<br />

voorafgaande jaar (jaar t­1) genoten fiscale loon. In de zaak voor<br />

<strong>het</strong> hof werd bij de berekening van de eindheffing ook loon betrokken<br />

dat de werknemer op grond van een overeengekomen aandelenplan<br />

had genoten vóór de inwerkingtreding van de wet, en zelfs<br />

vóór de indiening van <strong>het</strong> desbetreffende wetsvoorstel op 13 mei<br />

2008. Het hof constateerde dat de wetsgeschiedenis geen reden

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!