Verslag WINN-leersessie over 'Doorwerking' - Innoveren met water
Verslag WINN-leersessie over 'Doorwerking' - Innoveren met water
Verslag WINN-leersessie over 'Doorwerking' - Innoveren met water
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Notitie<br />
Aan<br />
Alle deelnemers sessie <strong>WINN</strong> Doorwerking 4 december 2008<br />
Van<br />
Mike Duijn, Geiske Bouma en Hanneke Puts (allen TNO) en Iris Casteren van<br />
Cattenburgh (CvC)<br />
Onderwerp<br />
<strong>Verslag</strong> <strong>WINN</strong>-<strong>leersessie</strong> <strong>over</strong> het thema ‘Doorwerking’, van 4 december jl.<br />
Inleiding<br />
Een onmisbare competentie voor het organiseren en uitvoeren van innovaties in het<br />
publieke domein is het vermogen om adequaat en in gezamenlijkheid de doorwerking<br />
van vernieuwing vorm en inhoud te geven. Innovatie in het publieke domein, zoals het<br />
<strong>water</strong>beheer, vindt zijn meerwaarde in de doorwerking van ideeën, concepten en/of<br />
technologieën naar het beheer, het beleid of het publieke debat. Doorwerking is dus<br />
een thema dat relevant is voor alle professionals die betrokken zijn in de verschillende<br />
rollen binnen <strong>WINN</strong>. Iedereen krijgt <strong>met</strong> de vraag te maken hoe zijn/haar innovatieinspanningen<br />
doorwerken. En iedereen kan vanuit zijn/haar eigen rol en<br />
verantwoordelijkheid een productieve bijdrage leveren aan de gewenste doorwerking<br />
om zo de relevantie én de meerwaarde van <strong>WINN</strong> als innovatieprogramma van<br />
Rijks<strong>water</strong>staat, te versterken. Om deze reden is doorwerking gekozen als inhoudelijk<br />
thema voor een <strong>leersessie</strong> die op 4 december jl. heeft plaatsgevonden. De centrale<br />
vraag in deze <strong>leersessie</strong> was: wat verstaan we eigenlijk onder doorwerking? Welke<br />
beelden hebben we daarbij? En hoe vertalen we die beelden naar de concrete<br />
organisatie van de doorwerking van <strong>WINN</strong>-innovaties? Wat is er nodig voor een<br />
(verbeterde) doorwerking van <strong>WINN</strong>-innovaties naar beheer, beleid en debat en wat<br />
kan elke <strong>WINN</strong>-professional daar zelf concreet aan bijdragen?<br />
Binnen Deltares en Rijks<strong>water</strong>staat wordt momenteel onderzoek gedaan naar<br />
doorwerking. De uitkomsten van de <strong>leersessie</strong>, zoals beelden <strong>over</strong> en bijdragen aan<br />
doorwerking, zullen benut worden om het thema voor 2009 verder vorm en inhoud te<br />
geven.<br />
Programma<br />
I. Inleiding (13.00 – 13.20u)<br />
Het programma van de workshop wordt toegelicht door Mike Duijn (TNO).<br />
De focus op “Doorwerking” in het lopende <strong>WINN</strong>-programma wordt toegelicht door<br />
programmamanager Marco Hofman. Hij stelt dat <strong>WINN</strong> minstens twee dingen moet<br />
doen ten aanzien van doorwerking in het innovatieproces:<br />
1. <strong>met</strong> de beoogde eindgebruiker zo snel mogelijk aan tafel om ervoor te zorgen<br />
dat de nieuwe kennis en mooie ideeën ook landen;<br />
2. laten zien welke nieuwe (kennis)projecten worden ontwikkeld.<br />
Innovatie en Ruimte<br />
Van Mourik Broekmanweg 6<br />
Postbus 49<br />
2600 AA Delft<br />
www.tno.nl<br />
T +31 15 276 30 00<br />
F +31 15 276 30 10<br />
info-BenO@tno.nl<br />
Datum<br />
17 december 2008<br />
Onze referentie<br />
E-mail<br />
mike.duijn@tno.nl<br />
Doorkiesnummer<br />
+31 15 269 54 26<br />
Doorkiesfax<br />
+31 0 31 15 269 5469
II. Toelichting op drie <strong>WINN</strong>-projecten en hun doorwerkingsuitdaging (13.20 –<br />
13.50u)<br />
Drie <strong>WINN</strong>-projectleiders geven een korte inleiding op dé uitdaging voor doorwerking<br />
in hun projecten. Het gaat om de projecten Zandmotor, INSIDE en Rijke Dijk/Bio-<br />
Bouwers.<br />
III. Uitdagingen voor doorwerking in drie <strong>WINN</strong>-projecten (13.50 – 14.40u)<br />
In drie subgroepen wordt de toegelichte uitdaging per project besproken en indien<br />
mogelijk, van oplossingen voorzien. In de groep wordt, onder begeleiding van TNO,<br />
toegewerkt naar een korte terugkoppeling (1 A0 flip<strong>over</strong>) <strong>over</strong> hoe de groep de<br />
uitdaging (her)formuleert, verklaart en zou aanpakken.<br />
IV. Terugkoppeling uit de drie subgroepen (14.40 – 15.00u)<br />
De flip<strong>over</strong>s uit elke subgroep worden kort (10 min. per groep) plenair gepresenteerd<br />
en toegelicht.<br />
V. Pauze (15.00 – 15.20u)<br />
VI. “Driemanschappen” (15.20 – 16.00u)<br />
In dit programma-onderdeel gaan de deelnemers in drie groepjes uiteen om <strong>met</strong> elkaar<br />
de uitdagingen voor doorwerking in hun project te bespreken. Het is de bedoeling om<br />
“te spiegelen”. Ook wordt elk ‘driemanschap’ gevraagd de slogan “Doorwerking is<br />
volgens ons….”, af te maken.<br />
VII. Terugkoppeling uit de “driemanschappen” (16.00 – 16.40u)<br />
Aan elk van de “driemanschappen” wordt gevraagd om een korte terugkoppeling te<br />
geven van hun gesprekken.<br />
VIII. Reacties op de middag en afsluiting (16.40 – 17.00u)<br />
Mike Duijn maakt een rondje langs de deelnemers. Wat nemen zij van de middag mee<br />
voor hun eigen projecten?<br />
Vanaf 17.00 borrel en buffet.<br />
Het navolgende verslag is een weergave van de stappen 2 t/m 4. In de bijlage is een<br />
korte weergave van de slogans uit stap 6 opgenomen.<br />
Voor elke van de gepresenteerde projecten is een tweetal vragen behandeld:<br />
1. Hoe zit de uitdaging in elkaar als het gaat om doorwerking?<br />
2. Hoe gaan we de doorwerkingsuitdaging voor dit project aanpakken?<br />
Datum<br />
17 december 2008<br />
Onze referentie<br />
Blad<br />
2/2
I. Doorwerking Inside<br />
Na de plenaire inleiding van Huub de Bruijn gaat de groep aan de slag <strong>met</strong> de twee<br />
vragen.<br />
Hoe zit de uitdaging in elkaar als het gaat om doorwerking?<br />
1. Kennis-inhoudelijke uitdaging<br />
Deze uitdaging gaat vooral om het inzichtelijk maken van de risico’s van de nieuwe<br />
technieken in de uitvoeringsfase en in de fase van beheer en onderhoud. Wat is de<br />
levensduur van de technieken? Hoe kan een Inside-techniek het beste onderhouden en<br />
beheerd worden op de langere termijn? En heel belangrijk, hoe kunnen de Insidetechnieken<br />
meegenomen worden als voorkeursvariant bij <strong>water</strong>schappen?<br />
2. Procesmatige uitdaging<br />
Deze uitdaging komt voort uit de huidige procedures rond dijkverbeteringen of<br />
-versterkingen. Deze procedures ‘trechteren’ het keuzeproces naar de concrete<br />
vormgeving van één type oplossing. Ze bieden geen ruimte om tijdens het<br />
afwegingsproces andere, alternatieve toepassingen zoals Inside-technieken te<br />
vergelijken <strong>met</strong> de ‘conventionele’ technieken voor dijkverbeteringen of<br />
- versterkingen. De vraag is nu hoe we deze procedures kunnen wijzigen cq. kunnen<br />
‘oprekken’ zodanig dat een vergelijking van technieken ook in een later stadium van<br />
het afwegingsproces mogelijk wordt.<br />
Kansen in:<br />
Programma Hoog<strong>water</strong>bescherming ( HWBP), bijvoorbeeld via het concept<br />
‘doorbraakvrije dijk’.<br />
RvR-locaties. Hierbij gaat het om bestuurlijk lef bij gebiedsautoriteiten zoals<br />
<strong>water</strong>schappen en provincies, maar ook bij PDR.<br />
2. Hoe gaan we de doorwerkingsuitdaging voor Inside aanpakken?<br />
De Inside-technieken kunnen het beste toegepast worden in projecten <strong>met</strong> een concrete<br />
noodzaak voor dijkverbetering cq. –versterking. Kenmerken:<br />
- van beperkte omvang. Niet te grote dijkvakken ineens maar klein beginnen;<br />
- monitoring noodzakelijk bij deze projecten. Inzetten van bestaande<br />
monitoringtechnieken, zoals uitgetest bij de IJkdijk;<br />
- deze projecten worden vanuit een ‘marketingpet’ ontwikkeld, dus<br />
voorafgaand en tijdens de uitvoering publiciteit genereren.<br />
Datum<br />
17 december 2008<br />
Onze referentie<br />
Blad<br />
3/3
In schema ziet een dergelijk project er als volgt uit:<br />
Provincie<br />
Rijk<br />
“Voorbeeld” MER<br />
Dijkverbetering RvR:<br />
PDR (opdrachtgever)<br />
<strong>WINN</strong> (expert)<br />
Waterschappen<br />
Ingenieursbureaus<br />
& aannemers<br />
Werken in een dergelijke opzet betekent dat het project:<br />
> in de planstudie-fase opgestart moet kunnen worden;<br />
> de regels van toekomstige aanbestedingsprocedures vanaf de start meeneemt;<br />
> vanaf de start de relevante partijen rond het vraagstuk dijkverbeteringen of<br />
- versterkingen mee zal koppelen.<br />
Het is van belang dat deze partijen de juiste rollen spelen. Bijvoorbeeld: Het Rijk en<br />
Provincie zitten dan vooral in een toetsende en lerende rol (welke knelpunten doen<br />
zich voor en hoe kunnen we die oplossen, bijvoorbeeld door de procedure-regels aan<br />
te passen), <strong>WINN</strong> zit in de expert-rol omdat daar de kennis <strong>over</strong> de nieuwe Insidetechnieken<br />
aanwezig is. Waterschappen en PDR zitten dan vooral in de rol van<br />
probleemeigenaar / eindgebruiker. Zij toetsen of de nieuwe techniek het probleem<br />
oplost en hoe <strong>met</strong> toekomstig beheer en onderhoud omgegaan kan worden.<br />
Ingenieursbureaus en aannemers kijken mee en adviseren ‘on the spot’. Zij leren zo als<br />
het ware de nieuwe technieken kennen waarbij hun kennis niet beperkt blijft tot één<br />
(bestaande) techniek.<br />
In de voorbereidingsfase van een dergelijk ‘real life’ demonstratie-project is er een<br />
aantal zaken dat vooraf uitgezocht moet worden. Het gaat om de volgende<br />
vraagstukken:<br />
- terughalen onderscheid van INSIDE voor een probleemeigenaar, zoals PDR<br />
en de <strong>water</strong>schappen. Wat was ook alweer de aanleiding om Insidetechnieken<br />
te gaan ontwikkelen? Voor wie en waarom? Dat moet helder en<br />
eenduidig uit te leggen zijn aan potentiële probleemeigenaren /<br />
eindgebruikers.<br />
- Uitzoeken bij de Commissie MER welke vrijheidsgraden een (strategische)<br />
MER heeft voor het vergelijken van verschillende technieken in verschillende<br />
fasen van planvorming.<br />
Datum<br />
17 december 2008<br />
Onze referentie<br />
Blad<br />
4/4
- Uitzoeken op welke wijze Design & Construct aanbestedingsprocessen<br />
waarin slechts 1 aannemer en 1 techniek betrokken zijn, vermeden kunnen<br />
worden;<br />
- Monitoringstechnieken in beeld hebben en hun meerwaarde voor de concrete<br />
toepassing van de nieuwe Inside-technieken inzichtelijk maken. Bijvoorbeeld<br />
door in beeld te hebben (ism DID) welke monitoringstechnieken inzetbaar<br />
kunnen zijn;<br />
- Baten in zicht brengen en een risico-analyse op de beoogde locatie uitvoeren;<br />
- “test locaties” Inside-technieken evalueren. Hoe staan de technieken er<br />
momenteel voor op locaties waar zij echt zijn uitgeprobeerd? In welke<br />
technische staat zijn ze momenteel? Welke consequenties voor het reguliere<br />
beheer en onderhoud van de <strong>water</strong>schappen hebben zij gehad? Is er sprake<br />
van verzakking of verzwakking op de testlocaties? Zo ja, wat zijn de<br />
oorzaken? Zo nee, wat zijn de verwachtingen voor de langere termijn?<br />
- voorbeelden uit andere werkvelden in beeld brengen. Er wordt het voorbeeld<br />
genoemd van de toepassing van zg. ‘euroklei’ (sediment uit de Rotterdamse<br />
Haven benutten om bestaande rivierdijken te versterken <strong>met</strong> de garantie van<br />
het Rijk dat evt. risico’s door hen gedragen zouden worden).<br />
- Ruimtelijke meerwaarde (gebiedsontwikkeling) van Inside-technieken helder<br />
kunnen verwoorden. Wat levert de toepassing van Inside op voor de<br />
betreffende gebiedsautoriteit (gemeente, <strong>water</strong>schap of provincie) en voor<br />
haar partners (projectontwikkelaars, bewoners en bedrijven,<br />
terreinbeheerders)? Welke andere programma’s houden zich bezig <strong>met</strong><br />
ruimteproblematiek en kunnen we daarbij aansluiten?<br />
- MKBA (maatschappelijke kosten-baten analyse)<br />
- Risico-analyse, hoe zwaar wegen die risico´s? Sessie <strong>met</strong> betrokken partijen<br />
in een vroeg stadium, zodat je vroeg genoeg communicatie kunt inzetten.<br />
-<br />
Belangrijkste leerpunten uit het traject INSIDE voor <strong>WINN</strong>:<br />
1. Faciliteer de dijkbeheerder die risico´s moet nemen <strong>met</strong> kennis.<br />
2. Beter communiceren <strong>met</strong> initiatiefnemer.<br />
3. Eerder onderkennen problemen van initiatiefnemer, dan eerder starten <strong>met</strong><br />
monitoringsprogramma.<br />
4. Unique Selling Point van je oplossing definieren.<br />
5. Alle vragen die we nu stellen hadden eerder kunnen worden gesteld; dat leidt<br />
misschien tot een iets langere doorlooptijd, maar wellicht <strong>met</strong> meer resultaat<br />
op doorwerking.<br />
6. INSIDE is nu gestart vanuit RWS-perspectief. Inmiddels gaan we anders om<br />
<strong>met</strong> de markt en zou daarvoor in een eerder stadium aandacht moeten zijn.<br />
7. Crux voor doorwerking: motivatie <strong>water</strong>schappen en obstakels voor<br />
toepassing (MER):<br />
a. Toets het project voortdurend aan de oorspronkelijke vraag en<br />
probleemeigenaar: zitten we nog op de goede weg?<br />
b. Bevoegd gezag moet meer armslag geven: lobbywerk bij Provincie<br />
(MER) en andere <strong>over</strong>heden waar nodig.<br />
Datum<br />
17 december 2008<br />
Onze referentie<br />
Blad<br />
5/5
II. Doorwerking Rijke Dijk / BioBouwers<br />
Na de plenaire inleiding van Mindert de Vries gaat de groep aan de slag <strong>met</strong> de twee<br />
vragen.<br />
1. Hoe zit de uitdaging in elkaar als het gaat om doorwerking?<br />
Allereerst wordt het concept Rijke Dijk nog wat verder uitgediept:<br />
Wat is precies de bijdrage van Rijke Dijk?<br />
- Het geeft “laagte” en natuurwaarde (diepte / nat)<br />
Hoe open of dicht is het?<br />
Er zijn vele mogelijkheden<br />
Het gaat vooral om de golfremming en remming van stroming<br />
De winst zit in de breedte en de hoogte (je haalt de golven eruit).<br />
Wat zijn de kosten t.a.v. traditionele oplossing:<br />
De kosten zijn lager.<br />
Bij kosten ga je uit van “ideaal talud” (zand & onderhoud)<br />
Waarom wordt het dan nog niet toegepast?<br />
Er zit nog een afwachtende houding bij partijen.<br />
De NGO’s 1 hebben wel interesse, hier is minder weerstand tegen de concepten.<br />
Welke rekenregels worden benut? Hoe kunnen we ter plaatse golven berekenen?<br />
Er is aanvullende informatie nodig <strong>over</strong> de biologische factoren (zijn er kwelders,<br />
wordt er slib opgevangen)?<br />
Er is mogelijk een relatie <strong>met</strong> achteroevers (hier zal nog een afspraak <strong>over</strong><br />
gemaakt worden tussen de betrokkenen)<br />
De doorwerkingsuitdaging wordt uiteindelijk verwoord in twee vragen:<br />
a. Is er voldoende Rijke Dijk / BioBouwers kennis?<br />
b. Zit er voldoende kennis bij beheerders?<br />
2. Hoe gaan we de doorwerkingsuitdaging voor de Rijke Dijk / BioBouwers<br />
aanpakken?<br />
2a. Is er wel voldoende kennis <strong>over</strong> de concepten om doorwerking vorm en inhoud te<br />
geven?<br />
Wetenschappelijk voldoende onderbouwd? Vooral als het gaat om zeker /<br />
onzeker?<br />
Wetenschappelijke artikelen schrijven, op die manier kun je het concept claimen<br />
Duurzaamheid: is nog lastig uit te werken, er is wel voldoende materiaal <strong>over</strong><br />
beschikbaar<br />
Rijke Dijk wordt standaard binnen 5 <strong>met</strong>er vanaf het dijklichaam gerealiseerd: er<br />
is sprake van “onbewezen meerwaarde natuur”, ecologie als onderdeel van de<br />
1 Niet-gouvermentele organisaties. Het gaat om organisaties die publieke belangen<br />
behartigen maar niet tot de <strong>over</strong>heid behoren, bijvoorbeeld milieu- en<br />
consumentenorganisaties.<br />
Datum<br />
17 december 2008<br />
Onze referentie<br />
Blad<br />
6/6
dijk. Hoe kunnen we de ecologische meerwaarde van de Rijke Dijk op een heldere<br />
manier vastleggen en <strong>over</strong>brengen (gelet op de doelgroep!) ?<br />
BioBouwers richt zich meer op veiligheid. Dat moet helder en eenduidig worden<br />
verwoord.<br />
2b. Is deze kennis in voldoende mate aanwezig bij beheerders om doorwerking te<br />
organiseren? In welk type projecten of procedures zouden beide concepten een<br />
meerwaarde kunnen hebben?<br />
Dijkevaluatie<strong>met</strong>hodes: aansluiting op procedures, zoals<br />
vergunningen → vergunningverlener meenemen<br />
inspraak<br />
Waterschappen / Waterbeheerders<br />
projectleiders moeten de werking van Rijke Dijk / BioBouwers tussen de oren<br />
hebben: case IJmuiden, binnen de Bouwdienst – contract Design and<br />
Construct -> contract mee helpen formuleren in de vorm van een ‘ghost<br />
writer’;<br />
ook NGO’s moeten de concepten meekrijgen, denk aan natuur- en milieuorganisaties<br />
en landschapsverenigingen;<br />
aan de slag <strong>met</strong> pilots (aanleg en beheer);<br />
Kansen IJsselmeer (zoete variant – ‘oermoeras’);<br />
Door een link te leggen naar cultuurhistorie kun je ook de burg slaan naar het<br />
lokale belang, daar zijn belangenverenigingen ook actief <strong>met</strong> hoe de natuur achter<br />
de dijk vroeger was;<br />
Building With Nature / Ecoshape: hiervoor zijn nog eigen uren van Deltares<br />
beschikbaar die nauwelijks benut worden. Het gaat er nu om de bestaande kennis<br />
die <strong>over</strong> beide concepten bij <strong>WINN</strong> beschikbaar is in te brengen en op basis<br />
daarvan samen (en samen <strong>met</strong> derden) projecten (pilots) te formuleren.<br />
De groep concludeert dat kennistoepassing (doorwerking) begint bij het laten<br />
weten dat deze innovatieve concepten bestaan!<br />
Hoe gaan we dit concept verspreiden? Wie heeft daarin een trekkende rol?<br />
Het gaat om de keuze hoe je je positioneert. Rijks<strong>water</strong>staat (infra) zou die rol<br />
natuurlijk op zich moeten nemen, maar het beeld is dat er weinig ambitie is om dit<br />
op te pakken;<br />
Er is en blijft onderzoek en kennisontwikkeling nodig om de concepten verder te<br />
brengen;<br />
Het zou een 2-koppige trekkersrol kunnen zijn: RWS & Deltares. Daarbij is<br />
Deltares de centrale kennishouder;<br />
Hier zouden ook aannemers en <strong>water</strong>schappen bij betrokken moeten worden.<br />
Er zijn allerlei partijen vertegenwoordigd in de pilots maar dit is nog weinig<br />
<strong>over</strong>koepelend aangepakt. Mogelijk dat een platform <strong>over</strong> alle pilots heen<br />
interessant is;<br />
Waterrijk Nederland is ook een interessant netwerk. De stand van zaken is:<br />
dat we nu al aan tafel zitten bij DHV en Royal Haskoning; zij hebben een<br />
goed netwerk in het buitenland en daar zit wel een drive, dus dat moeten we<br />
in ieder geval vasthouden!<br />
Datum<br />
17 december 2008<br />
Onze referentie<br />
Blad<br />
7/7
dat het probleem is dat het niet toegestaan is vanuit Deltares om hier aan tafel<br />
te zitten. In feite zit je in een dubbelrol: boordelen en meedoen in<br />
ontwikkeling: dat levert spanning op.<br />
Overzicht maken c.q. evalueren van projecten: wat is gedaan, hoe effectief is het?<br />
Er moet zicht zijn op toepassing in concrete projecten, zoals Afsluitdijk,<br />
Maasvlakte II, IJmuiden;<br />
Er is gewoon meer tijd en continuïteit nodig om dit verder te brengen;<br />
Er ligt ook een rol voor <strong>WINN</strong>, GWW-sector: meedenken <strong>met</strong> anderen in een<br />
vroeg stadium. Mogelijk dat de Expo in Korea – Living Coasts (<strong>over</strong> 4 jaar) een<br />
kans is om het idee te presenteren, dan wordt het ook een interessant<br />
exportproduct voor het bedrijfsleven. Er is dan wel een solide onderbouwing<br />
nodig;<br />
Het gaat om een bottom-up aanpak (via pilots) maar ook om een top-down aanpak<br />
(via bestuurders, adviescollege <strong>WINN</strong>), ook daar zitten mensen die het idee verder<br />
kunnen helpen.<br />
De groep concludeert dat tot nu toe vooral de weg van bottum-up is gekozen.<br />
Maar er moet nu ook aan een top down-strategie gewerkt gaan worden om de<br />
concepten verder te brengen.<br />
KANS: Bert Keijts heeft in de ‘Leeuwenkuil’ (8 juli 2008) toegezegd de<br />
aanbestedingsregels te versoepelen . *) 2 Positief voor meer pilots!<br />
Wie gaat hier mee verder?<br />
Wie wil het dragen, verder ontwikkelen?<br />
De baten liggen vooral bij <strong>water</strong>beheerders (regionale directies) en<br />
<strong>water</strong>schappen. Dat betekent dat zij, de beoogde toepassers, in het verdere<br />
ontwikkelingsproces ook moeten kunnen ‘meeleren’. Dat geldt dan ook voor<br />
natuurorganisaties, de nieuwe <strong>water</strong>partij Water Natuurlijk en bij bijvoorbeeld<br />
stichtingen en landschapsverenigingen liggen kansen;<br />
Het is nog wel Hard vs Zacht, qua gedachtengoed. Is er geen “Groene” aannemer<br />
te vinden, die <strong>met</strong> dit soort ‘zachte concepten’ uit de voeten kan?<br />
Het bereiken van nationale doelgroepen is nog wat anders dan internationale<br />
doelgroepen.<br />
Per partij geldt een andere benadering en een andere invalshoek: het gaat om het<br />
zoeken van het maatschappelijke belang en de maatschappelijke druk -> je moet<br />
kijken waar de behoefte zit. Het gaan om problemen oplossen en dit project voegt<br />
daar ‘ecologie en duurzaamheid’ aan toe <strong>met</strong> een nieuw concept.<br />
Ook binnen Deltares kan het breder landen omdat de concepten zowel binnen<br />
zoete als zoute milieus zijn toe te passen;<br />
Ook vanuit Ruimte voor de Rivier liggen er kansen: zij willen aan de slag <strong>met</strong><br />
nieuwe dijkconcepten.<br />
2<br />
Wie helpt Bert Keijts daaraan herinneren? Wie checkt deze belofte? Thema<br />
Doorwerking?<br />
Datum<br />
17 december 2008<br />
Onze referentie<br />
Blad<br />
8/8
De groep concludeert dat het zinvol is om een <strong>over</strong>koepelend verhaal te<br />
maken <strong>over</strong> de toekomst van dijken en dit naar buiten te presenteren. In dat<br />
<strong>over</strong>koepelende verhaal komen dan verschillende innovatieve dijkconcepten,<br />
zoals Inside, Rijke Dijk, Klimaatdijk, aan de orde.<br />
Belangrijkste leerpunten uit het traject Rijke Dijk/ Biobouwers voor <strong>WINN</strong>:<br />
- Zorg ervoor dat er door de <strong>water</strong>beheerders ‘meegeleerd’ kan worden in pilots<br />
- <strong>WINN</strong> moet een rode draad bieden, goede platforms, uitstekend faciliteren, en<br />
ervoor zorgen dat nieuwe ideeën beklijven.<br />
- INSIDE, Rijke Dijk en Biobouwers gaan allemaal dijkproblemen te lijf. Zorg<br />
voor koppeling daarvan, <strong>over</strong>koepeling, zowel qua inhoud als uitstraling!<br />
III. Doorwerking Zandmotor<br />
Tijdens de introductie die Marcel Taal houdt <strong>over</strong> de Zandmotor (onder <strong>water</strong><br />
suppleren van zand), noemt hij ‘de handhaving van de basiskustlijn’ als belangrijkste<br />
doel van deze techniek. Hij noemt een aantal uitdagingen als het gaat om het verder<br />
ontwikkelen van de zandmotor als techniek:<br />
- Er zou meer samenwerking moeten ontstaan tussen bestuurders,<br />
wetenschappers en marktpartijen;<br />
- Zijn er efficiëntieslagen mogelijk? Kan de markt het bijvoorbeeld beter dan<br />
de wetenschappers die er nu mee bezig zijn?<br />
- Welke functiecombinaties zijn mogelijk?<br />
- Opzetten van monitoring voor de verdere ontwikkeling van de techniek.<br />
Vertaald naar het onderwerp ‘doorwerking’ van deze <strong>WINN</strong>-sessie noemt Marcel Taal<br />
3 uitdagingen voor doorwerking:<br />
1. Er is een omslag in denken nodig van ‘ruimte ontwerpen en inrichten’ naar<br />
‘laat de ruimte ontstaan en ga daarna pas bekijken wat je <strong>met</strong> die ruimte kunt<br />
doen’.<br />
2. Het verwijderen van ‘muurtjes’, zowel binnen VenW als tussen<br />
departementen.<br />
3. Hoe kunnen we het gedachtegoed van de zandmotor vertalen naar het land?<br />
1. Hoe zit de uitdaging in elkaar als het gaat om doorwerking?<br />
De uitdaging waar we in de subgroep mee aan de slag gaan, is:<br />
Een omslag in denken: van ruimte creëren naar ruimte laten ontstaan.<br />
Deze uitdaging gaat vooral <strong>over</strong> het anders leren omgaan <strong>met</strong> de ontwikkeling van de<br />
kust en het land erachter. Hoe zorgen we ervoor dat wij (<strong>water</strong>experts, kustbeheerders,<br />
projectontwikkelaars, onderzoekers, etc.) niet bij voorbaat al willen weten hoe de kust<br />
/ het landschap eruit komt te zien, zodat we daarop verder kunnen plannen, inrichten<br />
en investeren, maar dat we in staat zijn om <strong>met</strong> de natuur mee te bewegen en een<br />
aantal jaren geduld kunnen opbrengen om te zien en ervaren hoe de natuur haar werk<br />
doet (d.w.z. nieuwe ruimte laat ontstaan).<br />
Dilemma’s die daarbij worden geadresseerd, zijn:<br />
- er bestaan verschillende beelden <strong>over</strong> wat een zandmotor is, wat die doet, etc;<br />
Datum<br />
17 december 2008<br />
Onze referentie<br />
Blad<br />
9/9
- we zijn gewend om op een bepaalde manier naar veiligheid te kijken en die te<br />
willen controleren, en vinden het lastig om <strong>met</strong> behulp van de zandmotor<br />
veiligheid op een natuurlijke wijze en <strong>over</strong> een langere periode te laten<br />
ontstaan;<br />
- er heerst in Nederland angst voor de verwachte stijging van de zeespiegel en<br />
het peil in de rivieren;<br />
- we willen graag zelf dingen creëren, en vinden het lastig om die ‘taak’ bij de<br />
natuur neer te leggen en geduld te hebben voor wat er ontstaat. We hebben<br />
vaak te weinig geduld;<br />
- er is een spanningsveld tussen ‘alles is maakbaar’ en ‘laat het maar gebeuren’.<br />
We willen graag controle houden en doen er alles voor om geen land te<br />
verliezen. We houden niet van onzekerheid.<br />
Gaandeweg het gesprek ontstaat de vraag hoe een ontwerp eruit moet zien dat<br />
rekening houdt <strong>met</strong> een dynamische, natuurlijke ontwikkeling.<br />
- er moet flexibiliteit in het ontwerp zitten;<br />
- in het ontwerp moet ruimte zijn om <strong>met</strong> de natuur mee te kunnen bewegen;<br />
- dergelijke ontwerpen vragen om een andere financiering, niet zoals projecten<br />
normaliter worden gefinancierd, maar financiering die op de langere termijn<br />
gericht is;<br />
- het toekennen van functies aan de ruimte die moet ontstaan, mag de<br />
natuurlijke dynamiek niet belemmeren; als bebouwing / bewoning<br />
bijvoorbeeld als functie wordt benoemd, dan ontstaat er al een spanningsveld<br />
tussen ‘het willen bouwen’ en ‘het laten gebeuren’;<br />
- belangrijk is om je, voordat je aan het ontwerp begint, af te vragen wat je wilt<br />
bereiken;<br />
- geen oplossingen definiëren in het ontwerp;<br />
- de probleembeschrijving is van groot belang. Welk probleem wil je oplossen<br />
m.b.v. de techniek van de zandmotor?<br />
2. Hoe gaan we de doorwerkingsuitdaging voor de Zandmotor aanpakken?<br />
- Samenwerken in beleid: kun je als wetenschappers / experts meedraaien in<br />
beleidsprocessen om inzicht te krijgen in hoe die processen werken en om<br />
mensen te (leren) kennen, vertrouwen op te bouwen?<br />
- Kun je de omgeving betrekken bij projecten waarbij de zandmotor wordt<br />
toegepast om het concept dichtbij te brengen en tastbaar te maken voor<br />
mensen?<br />
- Bouw <strong>met</strong> elkaar het verhaal op dat je <strong>over</strong> de zandmotor wilt vertellen om<br />
het concept ‘<strong>over</strong> de bühne’ te krijgen. Hoe leg je uit dat het doel van de<br />
zandmotor is om “zich via de natuur ontwikkelende kust” te realiseren?<br />
- Denk na <strong>over</strong> andere financieringsconstructies: wie heb je nodig bij de start<br />
van projecten <strong>met</strong> de zandmotor en zijn er ook partijen die later kunnen meeinvesteren?<br />
- Zorg voor korte termijn successen die je zelf <strong>over</strong> de zandmotor kunt<br />
vertellen;<br />
- Ga na welke economische belangen gesprekspartners hebben en hoe die<br />
belangen zich verenigen <strong>met</strong> het hoofddoel waarvoor je de techniek van de<br />
zandmotor wilt inzetten;<br />
- Het organiseren van activiteiten die mensen laten zien en beleven waartoe een<br />
zandmotor in staat is, bijvoorbeeld:<br />
Datum<br />
17 december 2008<br />
Onze referentie<br />
Blad<br />
10/10
o Een zandsculptuurwedstrijd op een door de zandmotor ontstaan<br />
eiland;<br />
o Een ‘van-pier-tot-eiland-loop’;<br />
o De ‘zandmotor-race’ als alternatief op de red-bull motorrace in<br />
Scheveningen;<br />
o Een vuurwerkshow op een eiland;<br />
o Paaltjes slaan om te laten zien hoe er nieuw land ontstaat. Door elk<br />
jaar nieuwe paaltjes te slaan laat je de verandering / groei zien;<br />
o Films laten maken om de boodschap uit te dragen.<br />
- het proces van hoe de zandmotor werkt laten zien op plekken waar<br />
vergelijkbare dynamiek bestaat:<br />
o Excursies organiseren naar bijvoorbeeld het Land van Saeftinge, het<br />
Zwin, de jonge duintjes in Delfland, etc.<br />
- Zoek naar een gebruiksfunctie die de natuurlijke dynamiek niet beperkt.<br />
Een aantal elementen die Marcel Taal interessant vindt om uit deze discussie mee te<br />
nemen:<br />
- Kunnen we aansluiten bij projecten die nu al lopen, bijvoorbeeld in Delfland,<br />
en een aantal van bovenstaande suggesties daar uitproberen?<br />
- Samen een verhaal opbouwen en vertellen om mensen mee te nemen in het<br />
concept van de zandmotor;<br />
- Welke voorbeelden van het principe van de zandmotor kunnen we nu al laten<br />
zien?<br />
Datum<br />
17 december 2008<br />
Onze referentie<br />
Blad<br />
11/11
IV. Concluderende opmerkingen<br />
In de uitwerkingen van de drie projecten komt een aantal zaken terug:<br />
1. Doorwerking gaat <strong>over</strong> het betrekken van ‘de buitenwacht’. Dat kan in<br />
verschillende stadia van het innovatieproject (of de pilot) plaatsvinden. ‘De<br />
buitenwacht’ is een veelkleurig begrip. Het gaat om <strong>water</strong>- én<br />
terreinbeheerders, beleidsmakers <strong>over</strong> de grenzen van beleidssectoren heen,<br />
om bestuurders op verschillende bestuurslagen, en om experts en<br />
wetenschappers uit verschillende disciplines.<br />
2. Doorwerking gaat <strong>over</strong> toepassing van kennis <strong>over</strong> innovatieve ideeën en<br />
concepten. De in thema’s en pilots gegenereerde kennis moet zijn weg vinden<br />
naar het beheer en/of het beleid van verschillende sectoren van<br />
<strong>water</strong>management. Dat betekent dat <strong>WINN</strong> in staat moet zijn om zg.<br />
‘expertise-advies’ te geven, dat wil zeggen maatwerk-kennis voor de juiste<br />
actoren en op het juiste moment.<br />
3. Tegelijkertijd wordt er proceskennis opgedaan door de uitvoering van pilots.<br />
Het is raadzaam om een vorm te vinden waarmee de lessen die daarin zijn<br />
opgedaan,ontsloten kunnen worden voor nieuwe <strong>WINN</strong>ers (themaleiders en<br />
pilottrekkers). Dat kan relatief eenvoudig georganiseerd worden door middel<br />
van ‘<strong>over</strong>drachtsbijeenkomsten’, ‘terugkomdagen’ en ‘masterclasses’ die door<br />
oud-<strong>WINN</strong>ers aan nieuwkomers gegeven worden.<br />
4. Communicatie is voor het vorm- en inhoud-geven aan de doorwerking van<br />
kennis <strong>over</strong> innovatieve ideeën en concepten onmisbaar. Daarbij gaat het om<br />
communicatie <strong>over</strong> de gegeneerde kennis maar óók om communicatie <strong>met</strong> ‘de<br />
buitenwacht’. Met name dat laatste zou vanaf de start van een innovatiethema<br />
of –pilot doordacht moeten worden. Dat betekent dat communicatie<br />
meer pro-actief en ‘klantgericht’ georganiseerd moet worden, rondom nieuwe<br />
en lopende <strong>WINN</strong>-activiteiten.<br />
5. Doorwerking lijkt op schaken op meerdere borden tegelijk: multilevel, multiactor,<br />
multi-interest en multi-knowledge. Voor doorwerking lijkt noodzakelijk<br />
dat belangen en kennisbronnen (inhoudelijke maar ook procesmatige en<br />
procedurele kennis) verenigd worden in een concrete en zichtbare inspanning,<br />
zoals een pilot of (voorbeeld)project.<br />
6. Doorwerking van kennis <strong>over</strong> innovatieve concepten en ideeën is sterk gebaat<br />
bij de beschikbaarheid van kennis <strong>over</strong> alternatieve financieringsconstructies,<br />
de vrijheidsgraden binnen formele (besluitvormings)procedures, en de<br />
(formele) organisatie van kennisbeheer en – toegang (bijvoorbeeld centrale<br />
kennisborging en intellectueel eigendom). De vraag is hoe men voor <strong>WINN</strong><br />
deze specifieke kennis kan ontsluiten en kan toepassen in <strong>WINN</strong>-projecten.<br />
7. Doorwerking is ook: je successen vieren. Succes enthousiasmeert, motiveert<br />
en vergroot uiteindelijk de kans op doorwerking. Het gaat erom voor <strong>WINN</strong><br />
mogelijke successen tijdig te traceren, indien gewenst te “plannen” en zeker<br />
mee te nemen in de communicatie-uitingen.<br />
Datum<br />
17 december 2008<br />
Onze referentie<br />
Blad<br />
12/12
Tot slot:<br />
De sessie laat zien dat er binnen <strong>WINN</strong> veel denkkracht bestaat <strong>over</strong> wat doorwerking<br />
is (zou kunnen zijn) en, nog belangrijker, hoe deze uitdaging aangepakt kan worden.<br />
Het verdient aanbeveling om dit soort meedenksessies te gaan organiseren rond<br />
nieuwe innovatie-initiatieven of voor pilots die ‘rijp’ zijn om aan ‘de buitenwacht’ te<br />
worden <strong>over</strong>gedragen. Het is betrekkelijk eenvoudig om een aantal <strong>WINN</strong>ers bijeen te<br />
roepen om samen na te denken <strong>over</strong> de wijze waarop doorwerking voor een concrete<br />
pilot georganiseerd kan worden. Dit resulteert al snel in een (soort) procesplan van<br />
aanpak dat houvast biedt bij het organiseren van doorwerking. Dit toont aan dat<br />
doorwerking toch vooral mensenwerk is.<br />
Datum<br />
17 december 2008<br />
Onze referentie<br />
Blad<br />
13/13
Bijlage 1: Doorwerking is…….(een greep uit de bedachte slogans)<br />
Doorwerking is…. Aantal stemmen<br />
* Jezelf <strong>over</strong>bodig maken! 12<br />
* Van buiten naar binnen denken 8<br />
* Het bewijs van succes! 8<br />
* (zonder is) Begint bij jezelf 7<br />
Je successen vieren 3<br />
Ideeën tonen in de gedachten van de gebruikers 1<br />
Tot het gaatje gaan 2<br />
Samenwerking 0<br />
Beginnen <strong>met</strong> een hoger doel 0<br />
Geloof, hoop en liefde 0<br />
Een perpetuüm mobile (iets wat blijft bewegen<br />
zonder de energie van de initiator)<br />
2<br />
Je volwassen kind de wijde wereld insturen 3<br />
Het in vertrouwen durven loslaten van jouw <strong>met</strong><br />
zorg opgevoede kind<br />
0<br />
Een bron van nieuwe inspiratie 0<br />
Maatschappelijke winst 3<br />
Doorwerken tot men het doorheeft en merkt dat<br />
het werkt<br />
0<br />
Actieve marketing van innovatie! 2<br />
Van morgen 0<br />
Concentreren op mogelijkheden 0<br />
Het creëren van maatschappelijk draagvlak voor<br />
innovatieve concepten<br />
4<br />
Enthousiasme als bes<strong>met</strong>telijke ziekte 4<br />
Je verplaatsen in je afnemers 0<br />
Zonder doorwerking geen <strong>WINN</strong> 1<br />
Het bestaansrecht van <strong>WINN</strong> 0<br />
Innovatie is je niet laten beperken door één vraag, 0<br />
doorwerking is je niet laten beperken door de<br />
innovatie<br />
Doorwerking <strong>WINN</strong>t <strong>met</strong> communicatie 3<br />
Knelpunten en kansen delen <strong>met</strong> je omgeving 0<br />
Het verbinden van initiaties 0<br />
Tijdig knelpunten voorkomen 0<br />
* van de vier slogans <strong>met</strong> de hoogste score zijn tegeltjes gemaakt en naar de<br />
deelnemers verstuurd<br />
Datum<br />
17 december 2008<br />
Onze referentie<br />
Blad<br />
14/14