het volledige parkeerbeleidsplan raadplegen - Gemeentelijk ...

parkeerbeleidsplan 2008-2012
|pagina 30|
Wat het straatparkeren betreft, zal in overleg met de verkeerspolitie en de
betrokken stadsdiensten gestreefd worden naar het vastleggen van criteria die het
mogelijk maken langsparkeren af te wegen tegenover dwarsparkeren. De motivatie
kan zowel zijn dat men het verkeer wenst te vertragen als dat men bijkomende
parkeerruimte wenst te creëren.
Om de discussie rond parkeernormen te vereenvoudigen wordt de problematiek in
drie delen opgesplitst, nl.:
2.3.1.1 Het stallen van voertuigen en fietsen
Het stallen van een voertuig houdt in dat men zijn voertuig voor langere tijd in de
omgeving van zijn woning stalt. Bij voorkeur gebeurt dit niet op het openbaar
domein en daarom is het vrij belangrijk dat men voor grootschalige woningprojecten
voldoende rekening houdt met de vraag aan stalplaatsen die door deze
projecten gegenereerd wordt. Dit kan gerealiseerd worden via minimale parkeernormen
voor woningen.
Kencijfers (voor zeer sterk stedelijk gebied):
Parkeerplaatsen Fietsenstallingen
Woningen Minimaal 1,1 pp per woning
aandeel bezoekers = 0,3 pp
Minimaal 2
fietsenstallingen per woning
Het is, binnen het parkeerbeleid, niet de bedoeling het autobezit van de bewoners
te beïnvloeden via het aanbod aan stallingplaatsen. Wel moet er gedacht worden
over hoe men een deel van de stallingscapaciteit beter kan benutten. Voor
grote stadsvernieuwingen zou een deel van de stallingplaatsen collectief moeten
beheerd worden. Deze capaciteit kan dan overdag, als de behoefte bij de bewoners
lager is, benut worden door werknemers, kortparkeerders, … De benodigde
parkeercapaciteit in een gebied kan zo sterk verminderd worden.
2.3.1.2 Het parkeren van voertuigen en fietsen
De problematiek rond het parkeren van voertuigen is duaal.
Enerzijds moeten er voldoende parkeerplaatsen aanwezig zijn om een buurt aangenaam
en bereikbaar te houden. Men kan immers niet ontkennen dat het autogebruik
blijft toenemen en dat het de aantrekkelijkheid van de stad niet vergroot
als het voor bewoners of bezoekers totaal onmogelijk wordt om hun voertuig te
parkeren in de nabijheid van hun bestemming. Soms leidt dit ertoe dat projectontwikkelaars,
handelaars en bedrijven geneigd zijn teveel parkings voorzien. Vaker
echter tracht men de parkeerproblematiek door te schuiven naar het openbaar
domein. Minimale parkeernormen zijn dan ook noodzakelijk.
Anderzijds heeft men het mobiliteitsbeleid waarbij men het autogebruik wil verminderen
en het stappen, trappen en openbaar vervoer wil stimuleren. Het voorzien
van een “teveel” aan parkeerplaatsen is voor dit beleid zeker geen stimulans
en hierin kunnen maximale parkeernormen helpen.
Voor nieuwe projecten van enige omvang (omvang nog te bepalen), wordt dan ook
voorgesteld om de verplichting op te leggen om het aantal voorziene parkeerplaatsen
en fietsenstallingen te verantwoorden op basis van de volgende kencijfers.