dominee Sjouke Rijper - van Sjouke Rijper
dominee Sjouke Rijper - van Sjouke Rijper
dominee Sjouke Rijper - van Sjouke Rijper
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Het leven <strong>van</strong> <strong>dominee</strong> <strong>Sjouke</strong> <strong>Rijper</strong><br />
schooltijd studeert hij in bed theologie. Hij leest alles wat er te lezen valt over dogmatiek,<br />
exegese, kerkgeschiedenis en de talen Grieks, Hebreeuws en Latijn. <strong>Sjouke</strong> behaalt in juni 1908<br />
het diploma waarmee hij mag lesgeven op een School met de Bijbel. Een jaar later slaagt hij voor<br />
zijn hoofdakte.<br />
<strong>Sjouke</strong> kan gelukkig ook nog genieten<br />
<strong>van</strong> het leven. Hij heeft oog voor het<br />
vrouwelijk schoon. In Amsterdam<br />
ontmoet hij op 25-jarige leeftijd de<br />
twee jaar jongere, niet onknappe dame<br />
Anna Ros. Ze is geboren te Leiden op<br />
30 juli 1886 als oudste dochter <strong>van</strong><br />
kruidenier Pieter Ros en Johanna Smit.<br />
Als Ros’ winkel in Leiden afbrandt,<br />
wordt hij magazijnmeester in een<br />
Amsterdams pakhuis <strong>van</strong> een bottelier<br />
voor de Koninklijke Marine. Piet Ros,<br />
kleinzoon <strong>van</strong> de Engelse Maria<br />
Elisabeth Furley, gaat naar dezelfde<br />
kerk als Piet <strong>Rijper</strong>: de Funenkerk. Ze raken bevriend. Jongens en meisjes zitten gescheiden in<br />
de kerk. Mannenbroeder <strong>Sjouke</strong> op het balkon rechts <strong>van</strong> de kansel, Anna op het linker balkon.<br />
Er is oogcontact. Anna vertelt later: “Als ik dan de kerk uitliep, liep hij telkens ineens naast me.”<br />
Op donderdag 31 maart 1910 trouwen <strong>Sjouke</strong> en Anna in de Keizersgrachtkerk. Het wordt een<br />
vruchtbaar huwelijk met maar liefst vijftien kinderen.<br />
In de periode rond dat huwelijk is <strong>Sjouke</strong> in contact gekomen met <strong>dominee</strong> Jan <strong>van</strong> Lonkhuijzen,<br />
tevens ‘doctor in de heilige godgeleerdheid’. Op last <strong>van</strong> de Generale Synode <strong>van</strong> de<br />
Gereformeerde Kerken was hij in 1908 naar Argentinië gereisd om daar de geografisch<br />
verspreide gereformeerde boeren (‘de verstrooiden’) te bezoeken en te bekijken of hier ook een<br />
protestants-christelijk leven verder kan worden uitgebreid.<br />
Nederland is een <strong>van</strong> de eerste landen die de onafhankelijkheid <strong>van</strong> de Republiek Argentinië<br />
begin 19e eeuw erkennen. Al in 1825 bestaat er een Nederlands consulaat in Buenos Aires. De<br />
nauwe contacten destijds vloeien vooral voort uit handel en leiden er toe dat in de tweede helft<br />
<strong>van</strong> de negentiende eeuw veel Nederlandse migranten hun geluk gaan zoeken in het grote en<br />
veelbelovende Argentinië. Deze emigratie is vooral het gevolg <strong>van</strong> een crisis in de Nederlandse<br />
landbouw. Werkeloosheid en armoede zijn voor velen aanleiding voor hun vertrek uit Nederland.<br />
In Argentinië ziet de ontwikkeling <strong>van</strong> de werkgelegenheid er in die tijd goed uit.<br />
Ambachtslieden kunnen er makkelijk werk vinden, zij het vaak onder slechtere levens- en<br />
arbeidsomstandigheden dan in Europa. Argentinië is heet, stoffig en de voorzieningen zijn zeer<br />
beperkt.<br />
De Argentijnse regering kan de arbeidskrachten goed gebruiken en stimuleert op vele manieren<br />
de immigratie <strong>van</strong> vooral Noord-Europeanen naar de onbevolkte landbouwgebieden <strong>van</strong> het<br />
land. Hiertoe wordt in een aantal Europese steden zogenaamde ‘Oficinas de Informacion y<br />
Propaganda’ opgericht. Om de toekomstige immigranten in staat te stellen de reis te maken,<br />
worden de ‘pasajes subsidiarios’ door deze bureaus uitgereikt. De Argentijnse overheid betaalt<br />
de overtocht naar ‘de zuid’.<br />
Maar zoals de propaganda wil laten geloven, is het niet. In Argentinië is weliswaar een<br />
overvloed aan vruchtbare landbouwgrond, maar het is één grote woestenij: alles moet nog<br />
worden ontgonnen. Het is er heet, droog en stoffig en de voorzieningen zijn minimaal. Veel<br />
Print <strong>van</strong> conceptversie d.d. 20 november 2010<br />
© Sj. A. <strong>Rijper</strong><br />
11