Uitbating van het bedrijfsrestaurant in het stedelijk ... - Antwerpen.be

De concessiegever zorgt evenzeer voor het nodige klein keukenmateriaal, het eetgerei en het
vaatwerk. Deze materialen blijven eigendom van de concessiegever.
Om de bieding met kennis van zaken op te maken, kan de inschrijver toelating krijgen om, na
aanvraag, inzage te krijgen in het plan van de keuken en de plannen van het restaurant.
HOOFDSTUK III: CONCESSIEVOORWAARDEN:
Artikel 1. Duur, continuïteit en beëindiging van de overeenkomst
a) Duur en beëindiging van de overeenkomst
De overeenkomst wordt afgesloten voor een periode van 15 maanden, beginnend
vanaf de verhuis van de eerste groep medewerkers die voorzien is op 1 oktober 2009.
Deze datum is echter louter indicatief en er kan in geen geval een schadevergoeding
verschuldigd zijn indien de verhuis na dit tijdstip zou aanvangen.
Deze overeenkomst wordt steeds stilzwijgend verlengd voor een periode van 1 jaar.
De concessiegever heeft het recht de overeenkomst jaarlijks te beëindigen mits een
vooropzeg van 3 maanden, betekend per aangetekend schrijven.
b) Continuïteit van de dienst
De concessiehouder verbindt er zich toe tijdens de duur van de overeenkomst de
continuïteit van de keukenprestatie te verzekeren op alle werkdagen van de stedelijke
organisatie.
De inschrijver verbindt er zich toe dat op alle werkdagen van de stedelijke organisatie
een bevoegd personeelslid van zijn bedrijf aanwezig is voor het toezicht op het
bereiden van de maaltijden, hun portionering, het toezicht en de controle op de vaatwas
en de schoonmaak.
In geval van vakantie, ziekte of ongeval worden de nodige acties ondernomen om de
geldende werkregeling niet in het gedrang te laten komen.
c) Verbod van overdracht en subconcessie
Het is de concessiehouder verboden, zonder voorafgaande en schriftelijke toelating
van de concessiegever, de concessie geheel of gedeeltelijk af te staan of in
subconcessie te geven.
Artikel 2. plaatsbeschrijvende staat
Bij de aanvang van de concessie wordt door de partijen een plaatsbeschrijvende staat
opgemaakt. Deze staat wordt bij de overeenkomst gevoegd. De kosten van de
plaatsbeschrijvende staat vallen ten laste van de concessiegever.
Bij het einde van de overeenkomst wordt eveneens een plaatsbeschrijvende staat opgemaakt.
Mogelijk vastgestelde schade op het einde van de concessieperiode is ten laste van de
concessiehouder.
Het goed wordt ter beschikking gesteld aan de concessiehouder in de staat waarin het zich
bevindt, zoals beschreven in de beschrijvende staat die aan deze overeenkomst wordt gehecht,
zonder waarborg nopens de verborgen gebreken of de zichtbare gebreken die niet in de
plaatsbeschrijvende staat zijn vermeld.
Artikel 3. bestemming
Bestek nr. 2009/05 Pagina 13