Archeologische Kroniek 1990 - Geschiedenis van Zuid-Holland
Archeologische Kroniek 1990 - Geschiedenis van Zuid-Holland
Archeologische Kroniek 1990 - Geschiedenis van Zuid-Holland
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
W.A.M. Hessing<br />
II <strong>Zuid</strong>-<strong>Holland</strong><br />
Prehistorie<br />
's-Gravenhage: ziekenhuis Bronovo (afb. 1, 2 en 3) De opgraving op het parkeerterrein<br />
<strong>van</strong> het ziekenhuis Bronovo was een vervolg op een eerder onderzoek in 1986 (zie Hallewas<br />
1987, 311). In de bouwput voor een nieuwe vleugel <strong>van</strong> het ziekenhuis zijn toen aardewerkscherven<br />
uit de Bronstijd en Ijzertijd aangetroffen. Bij het onderzoek <strong>van</strong> dit jaar kwamen<br />
wederom vondsten uit deze beide perioden aan het licht, maar speciaal op die uit de Midden-<br />
Bronstijd (Hilversum-cultuur) zal hier worden ingegaan.<br />
Bronovo ligt op een smalle strandwal, net buiten het overstuivingsgebied <strong>van</strong> de Jonge<br />
Duinen. De bronstijdbodem bleek alleen in het zuiddeel <strong>van</strong> het terrein, het overgangsgebied<br />
tussen strandwal en de nabijgelegen natte strandvlakte, goed bewaard te zijn gebleven.<br />
Uit ditzelfde niveau zijn op andere plaatsen in Den Haag al eerder vondsten gedaan (<strong>van</strong><br />
Ginkel & Magendans 1991). Op de plaats <strong>van</strong> de opgraving was een zeer homogene donkergrijze<br />
en houtskoolrijke laag <strong>van</strong> 20-50 cm, met uitschieters tot bijna één meter dikte, aanwezig.<br />
Onder de laag bevonden zich hier en daar smalle veendepressies. De indruk bestaat dat<br />
in elk geval één daar<strong>van</strong> ten tijde <strong>van</strong> de komst <strong>van</strong> de eerste 'kolonisten' nog als een klein<br />
waterplasje open lag. Vervolgens is het gebruikt als dumpplaats voor afval. Het laaggelegen<br />
nattere deel <strong>van</strong> het terrein was vooral voor agrarische activiteiten geschikt. Overal waren<br />
de krassen <strong>van</strong> het eergetouw te zien. Ook de poel werd, toen die eenmaal dichtgegroeid was<br />
en tot veen verworden, in het landbouwareaal opgenomen.<br />
Hoe lang het terrein beakkerd is geweest valt niet precies te zeggen, maar langer dan enige<br />
jaren achter elkaar kan dat niet geweest zijn. De bodem was daar simpelweg te arm voor.<br />
Wel lijkt de op sommige plaatsen in het terrein geconstateerde gelaagdheid in de akker er<br />
op te wijzen dat men de grond een aantal malen, na een periode <strong>van</strong> braak, opnieuw in cultuur<br />
heeft gebracht. De grote hoeveelheden houtskoolsplinters die overal in de akkers gevonden<br />
zijn, kunnen waarschijnlijk in verband worden gebracht met het platbranden <strong>van</strong> de<br />
vegetatie vóór de hernieuwde ingebruikname.<br />
Door het herhaalde proces <strong>van</strong> ploegen en bemesten werd de bodem langzamerhand<br />
steeds dikker. Dat had gevolgen voor de waterhuishouding in de lagere gedeelten, waar het<br />
veen onder het gewicht <strong>van</strong> de bovengrond werd samengedrukt. Omdat het daar te nat werd,<br />
moesten in de laatste akkerfase ontwateringsgreppels worden gegraven. Ze lijken al spoedig<br />
weer te zijn dichtgegooid. Mogelijk waren ze alleen bedoeld om hier en daar het veen te doorgraven.<br />
Andere sporen <strong>van</strong> bewoning zijn vrij beperkt. Eén werkput bevatte veel paalsporen en<br />
kuilen. Uit deze sporen kon echter geen gebouw gereconstrueerd worden. Twee kuilen bleken<br />
gevuld met grote stukken kiezelsteen. Uit de constatering dat ze allemaal ietwat roodgekleurd<br />
waren en veel kleine barstjes en scheurtjes vertoonden mag worden afgeleid dat de<br />
kiezels als hittestenen hebben dienst gedaan (afb. 1).<br />
Het totaal <strong>van</strong> de vondsten getuigt niet <strong>van</strong> een echt welvarende bevolking. Bijna alles<br />
zal ter plekke zijn vervaardigd, zoals het aardewerk met zijn karakteristieke grove kwart sgruismagering.<br />
Ook twee bijzondere vondsten, hamers <strong>van</strong> edelhertengewei, kunnen hier<br />
heel goed zijn bewerkt. De vuurstenen werktuigjes, voornamelijk knoopschrabbers <strong>van</strong> ten<br />
hoogste 2 cm lang, zijn <strong>van</strong> 'pebble flint' dat in de omgeving kan worden gevonden. Alleen<br />
het materiaal voor de twee vuurstenen pijlpunten met schachtdoorn en weerhaken is hier<br />
329