Archeologische Kroniek 1990 - Geschiedenis van Zuid-Holland
Archeologische Kroniek 1990 - Geschiedenis van Zuid-Holland
Archeologische Kroniek 1990 - Geschiedenis van Zuid-Holland
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Archeologische</strong> kroniek <strong>Zuid</strong>-<strong>Holland</strong><br />
gesteld op basis <strong>van</strong> vondstconcentraties. Romeins importaardewerk is opvallend schaars<br />
vertegenwoordigd op deze sites. Import en inheems aardewerk wijzen op een vrij vroege datering<br />
(le eeuw na Chr.) <strong>van</strong> de meeste <strong>van</strong> deze woonplaatsen.<br />
Nu de inrichtingswerkzaamheden op het surfplasterrein voltooid zijn, blijkt er, wat de bewoningsgegevens<br />
uit de Ijzertijd en de Romeinse tijd betreft, een groot verschil te zijn met<br />
de veldkartering <strong>van</strong> Bult (Bult 1983). Het aantal zekere woonplaatsen uit de Ijzertijd is gestegen<br />
<strong>van</strong> 3 naar 21. De nu bekende 14 woonplaatsen uit de Romeinse tijd vullen een volledige<br />
lacune op (afb. 5). Het oorspronkelijke aantal moet echter nog aanzienlijk hoger worden<br />
geschat, aangezien alleen het zuidelijke deel <strong>van</strong> het terrein intensief is verkend.<br />
Dat de toename <strong>van</strong> Laat-Middeleeuwse woonplaatsen slechts gering is (<strong>van</strong> 1 naar 3),<br />
kan aan het veranderde vestigingspatroon in de Middeleeuwen worden toegeschreven. De<br />
huisplaatsen uit de Ijzertijd en de Romeinse Tijd liggen vrijwel allemaal op het veen zelf,<br />
de Middeleeuwse lokaties sluiten aan bij een bewoningslint ten zuiden <strong>van</strong> de surfplas. Dit<br />
Middeleeuwse bewoningslint hangt samen met een geulvulling <strong>van</strong> Duinkerke 0 ouderdom<br />
die door inversie in de Middeleeuwen een hoger gelegen rug is gaan vormen. De twee nieuwe<br />
Middeleeuwse vindplaatsen liggen in de marge <strong>van</strong> een noordelijke uitloper <strong>van</strong> de oost-west<br />
gerichte geulrug. Ze dateren <strong>van</strong> voor het tweede kwart <strong>van</strong> de 12e eeuw.<br />
Bij de verbouwing <strong>van</strong> de terpboerderij Sarijnehove op dezelfde geulrug ten zuiden <strong>van</strong><br />
de surfplas kon eveneens worden vastgesteld dat deze al in de 12e eeuw was bewoond.<br />
IPL, Leiden P W. <strong>van</strong> den Broeke<br />
Midden-Delfland 2: Aalkeetbuitenpolder site 16.59 (afb. 7 en 8) Evenals in de afgelopen<br />
twee jaren, werd ook dit jaar door het IPL een Ijzertijd-vindplaats opgegraven, die bij de herinrichtingswerkzaamheden<br />
verloren zal gaan (zie Abbink 1989 & <strong>1990</strong>). De hier besproken<br />
site, 16.59, ligt op het veen onder een kleilaag. De teruggevonden resten behoren tot tenminste<br />
één, maar waarschijnlijker meerdere, bewoningsfase(n) daterend uit de 3e of 2e eeuw<br />
voor Chr. Van latere bewoning op dezelfde plaats, op grond <strong>van</strong> het aardewerk te dateren<br />
in de vroege le eeuw na Chr., is alleen een haardplaats teruggevonden.<br />
Het opgegraven areaal meet ongeveer 40 x 20 meter. Aan de noord- en zuidzijde kon de<br />
grens <strong>van</strong> de bewoning worden vastgesteld; in westelijke richting sluiten de bewoningsresten<br />
vermoedelijk aan bij die <strong>van</strong> de naastgelegen site uit de Romeinse tijd (16.24, zie deze kroniek<br />
onder Romeinse tijd); in oostelijke richting leken de bewoningsresten af te nemen, maar<br />
hier was de site ook al verstoord door grondwerkzaamheden.<br />
Ook nu weer bleken de bewoningssporen ernstig te zijn aangetast door wateroverlast in<br />
de Late Ijzertijd. Het water moet in die tijd onder het toenmalige woonoppervlak in het veen<br />
zijn binnengedrongen en heeft dit veen aangetast, opgelicht, afgebroken en verplaatst. Ook<br />
de bewoningsresten zijn hierdoor uitelkaargeslagen. Delen <strong>van</strong> vloeren, mestlagen en bewoningsafval<br />
zijn in verspoelde positie, of in grote brokken in de onderspoelingsafzettingen teruggevonden.<br />
Er omheen werden grote hoeveelheden (bewerkt) hout aangetroffen, merendeels<br />
ook in een volstrekt chaotische ligging. Oxydatie <strong>van</strong> de top <strong>van</strong> het veen heeft er vervolgens<br />
toe geleid dat de bovenste bewoningslagen al waren vergaan voor de opgraving kon<br />
plaatsvinden.<br />
Door al deze bodemkundige processen is het niet meer mogelijk gebleken huisplattegronden<br />
te reconstrueren of het aantal bouwfasen vast te stellen. Wel lagen binnen het opgegraven<br />
areaal vier zones, waar de verstoringen geringer waren. Dankzij een verzakking waren<br />
delen <strong>van</strong> het oorspronkelijke veenpakket met de bijbehorende bewoningsresten redelijk in-<br />
334