Bijbelse Geschiedenis deel 5 - Welkom bij de John Bunyan Stichting
Bijbelse Geschiedenis deel 5 - Welkom bij de John Bunyan Stichting
Bijbelse Geschiedenis deel 5 - Welkom bij de John Bunyan Stichting
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Wat is er toch een rumoer in het paleis!<br />
Zullen we eens gaan kijken wat er aan <strong>de</strong><br />
hand is? Al <strong>de</strong> wijzen van Babel zijn <strong>bij</strong><br />
<strong>de</strong> koning geroepen. Ze moeten meteen<br />
komen, hebben <strong>de</strong> knechten van <strong>de</strong> koning<br />
gezegd. Zenuwachtig staan ze in het paleis<br />
te wachten op <strong>de</strong> dingen die komen gaan.<br />
Wat is er toch aan <strong>de</strong> hand?<br />
Wel, <strong>de</strong> koning heeft gedroomd. Het<br />
was een vreem<strong>de</strong> droom. En nu wil hij<br />
weten wat die droom betekent. Maar het<br />
probleem is, dat koning Nebukadnezar niet<br />
meer weet wát hij heeft gedroomd. Daarom<br />
heeft hij al <strong>de</strong> wijzen, waarzeggers en tovenaars<br />
geroepen. “Jullie moeten mij niet<br />
alleen vertellen wat ik gedroomd heb,” zegt<br />
hij, “maar jullie moeten ook vertellen wat<br />
die droom betekent.”<br />
Verslagen staan <strong>de</strong> wijzen voor <strong>de</strong><br />
koning. “Dat is onmogelijk, koning,” zeggen<br />
ze beleefd. “Wij kunnen wel een droom<br />
uitleggen, maar hoe kunnen wij ooit weten<br />
wat u gedroomd hebt, als u het ons niet vertellen<br />
kan?”<br />
Maar <strong>de</strong> koning wordt boos. “Wat?”<br />
bul<strong>de</strong>rt hij woe<strong>de</strong>nd, “kunnen jullie dat<br />
niet? Jullie kunnen toch alles? Maar ik zal je<br />
wat zeggen. Als jullie niet kunnen vertellen<br />
wat ik gedroomd heb, dan zullen jullie allemaal<br />
sterven!”<br />
Dat is toch niet eerlijk? De wijze mannen<br />
staan ra<strong>de</strong>loos voor <strong>de</strong> koning. Wat<br />
moeten ze nu? Hoor, <strong>de</strong> koning geeft zijn<br />
soldaten al het bevel om met het verschrikkelijke<br />
werk te beginnen.<br />
Daniël en zijn vrien<strong>de</strong>n zijn niet in het<br />
paleis van <strong>de</strong> koning, maar zij horen ook<br />
wat er gebeurd is en wat <strong>de</strong> knechten van<br />
<strong>de</strong> koning moeten doen. En omdat Daniël<br />
en zijn vrien<strong>de</strong>n ook tot <strong>de</strong> wijzen behoren,<br />
moeten zij ook gedood wor<strong>de</strong>n. Daniël<br />
bidt tot God om hulp. Dan gaat hij naar <strong>de</strong><br />
48<br />
18. De koning droomt<br />
koning en vraagt of hij een paar dagen uitstel<br />
wil geven. Dan zal hij, Daniël, <strong>de</strong> droom<br />
vertellen en uitleggen. De koning vindt het<br />
goed.<br />
Daniël haast zich naar huis en vertelt<br />
alles aan zijn vrien<strong>de</strong>n. Samen buigen ze<br />
hun knieën en smeken <strong>de</strong> God van Israël of<br />
Hij hen helpen wil, zodat zij en <strong>de</strong> wijzen<br />
van Babel niet zo’n oneerlijke dood zullen<br />
sterven. “HEERE, het gaat toch om Uw<br />
eer?” vraagt Daniël heel eerbiedig.<br />
En wat gebeurt er dan? Mid<strong>de</strong>n in <strong>de</strong><br />
nacht toont <strong>de</strong> HEERE aan Zijn knecht<br />
Daniël <strong>de</strong> droom van Nebukadnezar. En<br />
Hij maakt Daniël ook <strong>de</strong> betekenis van<br />
die droom bekend. Nu zal Daniël wel<br />
opstaan en meteen naar <strong>de</strong> koning gaan,<br />
<strong>de</strong>nk je niet? Maar nee, Daniël beseft dat<br />
<strong>de</strong> HEERE zijn leven en het leven van zijn<br />
drie vrien<strong>de</strong>n heeft gered van <strong>de</strong> dood.<br />
Daarom buigt Daniël weer zijn knieën.<br />
Hij dankt zijn God, Die zo trouw en goed<br />
is. Hoor maar: “Ik dank en loof U, o God<br />
mijner va<strong>de</strong>ren, omdat Gij mij wijsheid<br />
en kracht gegeven hebt, en mij nu bekend<br />
gemaakt hebt wat wij van U verzocht hebben,<br />
want Gij hebt ons <strong>de</strong>s konings zaak<br />
bekend gemaakt.” Zie je dat Daniël niet op<br />
eigen krachten steunt? Hij zegt niet: “Ik heb<br />
dit…” of: “Ik heb dat…” Nee, Daniël weet<br />
dat <strong>de</strong> verlossing niet in hem ligt, maar in <strong>de</strong><br />
trouw van God.<br />
Veel mensen roemen in zichzelf. Die<br />
zeggen: “Ik heb gebe<strong>de</strong>n, dus moet God mij<br />
horen.” Maar zo is het niet. Daniël, en al<br />
Gods ware kin<strong>de</strong>ren, weten dat zij van zichzelf<br />
niet bid<strong>de</strong>n kunnen. Maar <strong>de</strong> HEERE<br />
hoort, omdat Hij getrouw is. En dan wordt<br />
het voor Zijn volk een won<strong>de</strong>r dat Hij<br />
hen hoort. Daarom dankt Daniël eerst <strong>de</strong><br />
HEERE, vóór hij naar <strong>de</strong> koning gaat.<br />
Als Arioch, <strong>de</strong> officier van <strong>de</strong> koning,