Bijbelse Geschiedenis deel 5 - Welkom bij de John Bunyan Stichting
Bijbelse Geschiedenis deel 5 - Welkom bij de John Bunyan Stichting
Bijbelse Geschiedenis deel 5 - Welkom bij de John Bunyan Stichting
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
gaan. Daniël weet zich alleen veilig in Gods<br />
hoe<strong>de</strong>, zelfs al moet hij daarvoor in <strong>de</strong> leeuwenkuil<br />
sterven.<br />
On<strong>de</strong>r het venster van <strong>de</strong> opperzaal<br />
sluipen enkele mannen. Stil blijven ze staan.<br />
Luister eens! Hoor je dat? Boosaardig knikken<br />
ze elkaar toe. Ja, ze horen het goed.<br />
Daniël bidt. Daniël smeekt zijn God om<br />
gena<strong>de</strong>. O, hun boze plan is gelukt! Snel<br />
gaan <strong>de</strong> mannen naar <strong>de</strong> koning. Daar<br />
klagen ze <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> Daniël aan. “Die ou<strong>de</strong><br />
Daniël, die na u <strong>de</strong> belangrijkste man van<br />
het rijk is, gehoorzaamt uw wet niet, o<br />
koning!” zeggen ze triomfantelijk. Dan<br />
begrijpt <strong>de</strong> koning ineens waar het hen om<br />
te doen was. O, in zijn hoogmoed heeft<br />
hij niet beseft wat een onzinnige wet<br />
hij on<strong>de</strong>rteken<strong>de</strong>! En nu… Nu moet<br />
Daniël, <strong>de</strong> man die zijn rechterhand is,<br />
sterven! Hoe koning Darius het ook<br />
wendt of keert, hij moet het bevel<br />
geven Daniël in <strong>de</strong> leeuwenkuil te<br />
werpen. Bevend kijkt hij toe. “Uw<br />
God, Die u geduriglijk eert, Die verlosse<br />
u, Daniël!” zegt hij nog verdrietig<br />
tegen <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> man. Dan<br />
wordt er een steen op <strong>de</strong> kuil gelegd.<br />
“Zo,” <strong>de</strong>nken <strong>de</strong> vijan<strong>de</strong>n, nu zijn<br />
we van Daniël af! En terwijl <strong>de</strong><br />
koning <strong>de</strong> hele avond en nacht van<br />
verdriet niet slapen kan, juichen <strong>de</strong><br />
vijan<strong>de</strong>n. Het is gelukt! Daniël, <strong>de</strong><br />
Jood, is dood!<br />
En Daniël? Hij heeft zich in<br />
God verblijd. De HEERE sluit<br />
<strong>de</strong> muilen van <strong>de</strong> hongerige leeuwen<br />
toe, zodat ze Zijn knecht geen<br />
kwaad kunnen doen. Maar <strong>de</strong><br />
HEERE doet nog meer. Hij zendt<br />
Zijn engel <strong>bij</strong> Daniël in <strong>de</strong> kuil. Wat<br />
heeft Daniël het daar goed! “De<br />
HEERE is <strong>bij</strong> mij, ik zal niet vrezen!<br />
De HEERE zal mij getrouw<br />
behoên!” Dat ervaart Daniël daar in<br />
die donkere kuil.<br />
60<br />
Het wordt weer licht. Koning Darius<br />
staat op. Hij heeft <strong>de</strong> hele nacht niet geslapen.<br />
Steeds moest hij aan Daniël <strong>de</strong>nken.<br />
Bedroefd gaat <strong>de</strong> koning naar <strong>de</strong> leeuwenkuil.<br />
De God van Daniël is toch machtig?<br />
Misschien… wie weet, heeft Hij Zijn trouwe<br />
dienaar bewaard. Boven <strong>de</strong> ingang van <strong>de</strong><br />
kuil staat <strong>de</strong> koning stil. Zou Daniël nog<br />
leven? Dan roept hij vertwijfeld uit: “O<br />
Daniël, knecht van <strong>de</strong> leven<strong>de</strong> God, heeft<br />
uw God, Die u geduriglijk eert, u van <strong>de</strong><br />
leeuwen kunnen verlossen?” De koning<br />
durft nauwelijks op antwoord