15.09.2013 Views

dpo_1101.pdf

dpo_1101.pdf

dpo_1101.pdf

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

BERKHEIDEN. (JÖBj 357<br />

broeder die Priester was doof dé dood hadt verloren; zij waS<br />

hier innerlijk bedroeft övêr, en floeg aan onze Schilders<br />

voor, of zij niet in ftaat zouden zijn haal- daar' eén afbeeldzei<br />

van te vervaardigen, op dé befchrijving die zij 'er van zoüde<br />

geven; vreemd klonk huri dit voorftel in de oren; JOB keek<br />

op GERRIT; en deze weder op JOB; eindelijk zeide de<br />

Iaatfte, na zig enigen tijd hedagt te hebben, dat hij zulks!<br />

aannam; zij togen aan 't werk, en volvoerden het tot genoe­<br />

gen van de Begijn, die zij mede affchiiderden, en ruim door<br />

baar betaald wierden. Van Keulen nokken zij naar Hefdeh<br />

lerg, alwaar toen ter tijd de Keurvorst van de Paliz zijne<br />

hofhouding hieldt. Doordien die Vórst dagelijks met een<br />

grote ftoet ter jagt uitreed, namen de beide broeders die ge-<br />

legenheid waar, om twee fchilderftukken te vervaardigen,;<br />

waar op de beeidtenis van den Keurvorst, fommige voornam^<br />

Hovelingen, als mede den Opper-jagermeester, vrij aartig en<br />

gelij ende afgebeeld waren; dan geen harts genoeg hebbende<br />

om die zeiven den Vorst aan te bieden, bedagten zij de vond<br />

om die op malkanderen ie binden, en fn ene galfeöj te zét­<br />

ten, dien hij altoos doorkwam wanneer hij ter jagt ging; zij had­<br />

den 'er iemand bij geplaatst, die last hadt, oiri wannéér 'ft?<br />

gevraagd mogt worden, wie hetzelve daar neergezet hadt, te"<br />

antwoorden, dat het Malers waren, en in zodanigêh herberg<br />

r„ huis lagen; waar op zij heen gingen'. De Vorst hier-<br />

voorbij komende, viel 'er fhaks zijn oog op, deed dé roi<br />

losmaken, en Bekeek de fchilderftukken met verwondering;<br />

te meer, doordien hij 'er zijn eigen afbeéldzél éfi dié van<br />

VCifcheidene zijner Hovelingen in on'tdékte. Hij liet ftral.s<br />

de M.riers roepen; prees grotelijks hun könst, be.aaldè rij­<br />

kelijk en befchonk hun daar te boven mét een'gou'en pen­<br />

ning. Straks werdt ook aan élk van hun eén paard gebragt;<br />

om de jagt te verzeilen; hoe weinig lust zij"'ér ook toé had­<br />

den; dorsten zij het niet weigeren; dan het bragt hen in de<br />

grootfte angst, doordien Zij het paardrijden ongewoon; het als<br />

een middel befchóuwden om den hals" té breken; Op 'de<br />

paarden geholpen zijndezagen zij telkens ns elkander W<br />

ï *) wig

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!