korstmossen Vlaams-Brabant rapport studie 2007 - Natuurpunt
korstmossen Vlaams-Brabant rapport studie 2007 - Natuurpunt
korstmossen Vlaams-Brabant rapport studie 2007 - Natuurpunt
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
1.4 Monitoring van luchtverontreiniging d.m.v. <strong>korstmossen</strong><br />
Epifytische <strong>korstmossen</strong> hebben in de vijftiger jaren vooral bekendheid gekregen door hun<br />
gevoeligheid voor zwaveldioxide. De achteruitgang van heel wat soorten kon hiermee in verband<br />
gebracht worden. Begin jaren tachtig werd voor het eerst onderkend dat ze ook sterk<br />
reageren op ammoniak.<br />
Door hun gevoeligheid aan zwaveldioxide en ammoniak kunnen <strong>korstmossen</strong> gebruikt worden<br />
als indicator om de luchtkwaliteit te meten.<br />
Dit is nauwkeuriger dan de gegevens op basis van de landbouwgegevens omdat het iets<br />
zegt over de directe depositie (en zijn biologische gevolgen) en niet enkel over de theoretische<br />
emissie.<br />
In Nederland wordt al bijna 20 jaar door een aantal provincies op grote schaal <strong>korstmossen</strong>onderzoek<br />
uitgevoerd om de effecten van ammoniak en zwaveldioxide gedetailleerd in kaart<br />
te brengen en te monitoren (van Herk, 1990; 1995; 1996a; b; c; d; 1997a; b; c; 1998a; b;<br />
1999; 2000; 2002a; b; Sparrius, 2003; van Herk, 2004a; b; 2006; <strong>2007</strong>).<br />
Zwaveldioxide en ammoniak hebben een verschillende uitwerking op de soortensamenstelling<br />
van de korstmosflora. Een hoge concentratie zwaveldioxide is toxisch voor veel soorten<br />
<strong>korstmossen</strong>. Er zijn echter ook soorten die hoge concentraties kunnen verdragen. Maar<br />
over het algemeen leiden hoge concentraties tot het verdwijnen van veel soorten.<br />
Ammoniak leidt eerder tot een verschuiving in de soortensamenstelling. Het zorgt voor het<br />
verdwijnen van acidofyten (zuurminnaars) en het stimuleert nitrofyten (stikstofminnaars). Dit<br />
komt omdat ammoniak een base is die de schors van de bomen minder zuur maakt. Dit is<br />
vooral goed zichtbaar bij Zomereiken. De pH (zuurgraad) van de schors van een Zomereik is<br />
normaal ongeveer 4, maar kan door ammoniak stijgen tot 6,5 (van Herk, 1990).<br />
De kartering en monitoring van ammoniak en zwaveldioxide met <strong>korstmossen</strong> berust dus op<br />
het feit dat sommige soorten positief reageren op ammoniak en andere soorten negatief. Een<br />
derde categorie reageert niet of nauwelijks op ammoniak, maar is wel te gebruiken om het<br />
effect van zwaveldioxide op te volgen (van Herk, 2004a).<br />
1.5 Geschiedenis: vroegere onderzoeken van epifytische <strong>korstmossen</strong><br />
in <strong>Vlaams</strong>-<strong>Brabant</strong><br />
1.5.1 Inleiding<br />
Dit is de eerste keer dat in de ganse provincie <strong>Vlaams</strong>-<strong>Brabant</strong> op een zo grote schaal naar<br />
epifytische <strong>korstmossen</strong> gekeken wordt. Voordien vonden wel drie grootschalige onderzoeken<br />
plaats in de Denderstreek (De Sloover & Lambinon, 1965; Caekebeke, 1986 en Van<br />
Eetvelde, 2004). Deze streek ligt slechts gedeeltelijk op het grondgebied van <strong>Vlaams</strong>-<br />
<strong>Brabant</strong>. Toch zijn deze gegevens ook voor de huidige <strong>studie</strong> interessant omdat ze toelaten<br />
voor dat gebied vergelijkingen met het verleden te maken wat betreft de parameters die het<br />
onderwerp van het huidig onderzoek uitmaken: de ammoniak- en zwaveldioxidebelasting en<br />
het effect van klimaatswijzigingen. Figuur 1 toont waar de onderzochte opnamepunten gelegen<br />
zijn in het gedeelte van de Denderstreek dat op en vlak bij het grondgebied van <strong>Vlaams</strong>-<br />
<strong>Brabant</strong> ligt.<br />
Korstmossen <strong>Vlaams</strong>-<strong>Brabant</strong> 6