korstmossen Vlaams-Brabant rapport studie 2007 - Natuurpunt
korstmossen Vlaams-Brabant rapport studie 2007 - Natuurpunt
korstmossen Vlaams-Brabant rapport studie 2007 - Natuurpunt
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
De <strong>Vlaams</strong>e Werkgroep Bryologie en Lichenologie (VWBL) organiseerde in de loop van de<br />
laatste 20 jaar sporadische excursies naar één of meer locaties in <strong>Vlaams</strong>-<strong>Brabant</strong>. De verslagen<br />
van een aantal van deze excursies verschenen in Muscillanea 14 en 18.<br />
Meer recent (2002-2003) onderzocht Damien Ertz, in het kader van een breder onderzoek<br />
m.b.t. de licheenflora van het <strong>Brabant</strong>s district, de plantentuin van Meise (Ertz, 2003). Hierbij<br />
werden door hem de op bomen groeiende (epifyten), de op steen (epilieten) en de op de<br />
grond groeiende (terrestrische) soorten genoteerd. In totaal werden 44 taxa gevonden. Van<br />
deze soorten bleken er 7 nieuw voor <strong>Vlaams</strong>-<strong>Brabant</strong> en 5 zelfs voor gans Vlaanderen. Damien<br />
Ertz geeft de volgende mogelijke verklaringen voor deze vaststelling. De belangrijkste<br />
is zeker het gebrek aan prospectie maar daarnaast spelen andere, antropogene factoren,<br />
een rol: daling van de zwaveldioxide, toename van de ammoniakbelasting, klimaatsopwarming<br />
en taxonomische veranderingen.<br />
Op 09/08/2003 werd door een groep <strong>Vlaams</strong>e en Nederlandse lichenologen de gemeente<br />
Pepingen en zijn omgeving bezocht (Van den Broeck & Aptroot, 2003). Ook hierbij werden<br />
de soorten op alle aanwezige substraten (schors, steen, zand) genoteerd. Het aantal gevonden<br />
lichenen bedroeg 133, waarvan 69 epifyten. Op deze excursie werden 15 nieuwe epifyten<br />
voor <strong>Vlaams</strong>-<strong>Brabant</strong> gevonden.<br />
Van 1–3 juni <strong>2007</strong> vond een internationale lichenologische driedaagse in het Zoniënwoud en<br />
omgeving plaats. Tijdens deze driedaagse werden niet alleen de zeer zeldzame lichenen<br />
teruggevonden waarvan melding werd gemaakt in Muscillanea 18 (Stieperaere & Hoffmann,<br />
1998) maar konden nog heel wat andere bijzonderheden genoteerd worden (Van den Broeck<br />
et al. in voorb.).<br />
1.5.2 Bespreking van de drie grootschalige onderzoeken in de Denderstreek<br />
(zie ook 2.4)<br />
1.5.2.1 De Sloover en Lambinon (1965)<br />
Doel:<br />
Onderzoek van de relatie tussen luchtvervuiling en <strong>korstmossen</strong> en (bijkomend) een lacune<br />
opvullen in de kennis m.b.t. de verspreiding van <strong>korstmossen</strong> in de Denderstreek<br />
Methode:<br />
Noteren van alle aanwezige epifytische lichenen en één enkele zwam (nl. Hysterium angustatum)<br />
op 5 boomsoorten (Gewone es, olm, populier, wilg en Zomereik) op 307 locaties met<br />
uitzondering van de lichenen met peritheciën, de zogenaamde pyrenolichenen. Per locatie<br />
werden ongeveer 10 bomen bemonsterd.<br />
Resultaten:<br />
Er werden door De Sloover en Lambinon 65 soorten aangetroffen in de ganse Denderstreek<br />
Dit is volgens henzelf zeker een onderschatting van het aantal epifyten aangezien ze bijvoorbeeld<br />
de lichenen met peritheciën niet geïnventariseerd hebben.<br />
Hun conclusies:<br />
Zoals verwacht, werden weinig soorten gevonden. De struikvormige lichenen zijn zeldzaam<br />
en, indien aanwezig, vaak slecht ontwikkeld.<br />
De <strong>korstmossen</strong> kunnen worden opgedeeld in groepen op basis van hun aan- of afwezigheid<br />
in een of meer fytogeografische districten. Aldus werden door hen de 5 volgende groepen<br />
onderscheiden:<br />
soorten die in de ganse Denderstreek te vinden zijn (groep 1)<br />
soorten die uitsluitend in het <strong>Brabant</strong>s-picardisch district voorkomen (groep 2)<br />
soorten die vaker in het <strong>Brabant</strong>s-picardisch district aan te treffen zijn (groep 3)<br />
Korstmossen <strong>Vlaams</strong>-<strong>Brabant</strong> 8