15.09.2013 Views

korstmossen Vlaams-Brabant rapport studie 2007 - Natuurpunt

korstmossen Vlaams-Brabant rapport studie 2007 - Natuurpunt

korstmossen Vlaams-Brabant rapport studie 2007 - Natuurpunt

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

De volgende coderingen voor het lokale milieutype werden gebruikt. Indien meerdere coderingen<br />

van toepassing zijn, heeft de eerstgenoemde prioriteit:<br />

WK wegberm in de bebouwde kom<br />

WB wegberm in of langs het bos<br />

WL afscheiding wegberm/weiland<br />

WH wegberm in directe omgeving van huis of erf<br />

W4 berm verharde weg met gescheiden fietspaden<br />

W3 berm verharde weg met middenstreep maar zonder fietspaden<br />

HW berm van holle weg<br />

W2 berm van verharde weg zonder middenstreep<br />

W1 berm van een onverharde of doodlopende weg<br />

BW bosbomen in de nabijheid van een weg<br />

BL bosbomen langs weiland<br />

B bosbomen<br />

Z in zandverstuiving, heideveld of open plek in het bos<br />

L in of langs weiland<br />

A in of langs akker<br />

P in park of plantsoen<br />

K elders in de bebouwde kom<br />

In het meetnet werd zoveel mogelijk gekozen voor rijen vrijstaande bomen langs wegen.<br />

De <strong>studie</strong> van een opnamepunt met 10 bomen duurt gemiddeld ongeveer een uur (verplaatsingstijd<br />

niet meegerekend).<br />

2.2 Korstmossen herkennen, naamgeving en taxonomie<br />

De wetenschappelijke en Nederlandse naamgeving volgt Van den Broeck et al. (2004), die<br />

op haar beurt grotendeels de taxonomische opvattingen volgt van Purvis et al. (1992).<br />

Voor de determinatie van de <strong>korstmossen</strong> werd gebruik gemaakt van volgende werken:<br />

Dobson (2000), van Herk & Aptroot (2004c), Purvis et al. (1992), Vermeulen (zonder datum)<br />

en Wirth (1995). Korstmossen worden doorgaans op morfologie gedetermineerd in het veld,<br />

in de meeste gevallen na inspectie met een vergrootglas (8 à 10 x) vermits veel soorten minuscuul<br />

zijn of hele kleine kenmerkende voortplantingsorganen hebben. Soms wordt beroep<br />

gedaan op chemische verkleuringsreacties om soorten met zekerheid te onderscheiden. De<br />

hierbij gebruikte chemicaliën zijn bleekwater, kaliloog en para-fenyleendiamine. Zowel<br />

bleekwater als para-fenyleendiamine moeten regelmatig ververst worden om betrouwbare<br />

reacties te bekomen. Indien in het veld geen zekerheid kon bekomen worden, wat bij sommige<br />

soorten zoals schriftmossen (Opegrapha's) eerder regel dan uitzondering is, werd een<br />

klein stukje verzameld. Indien <strong>studie</strong> door middel van binoculair en microscopisch onderzoek<br />

geen uitsluitsel gaf werd het bewuste collectiemateriaal voorgelegd aan André Aptroot voor<br />

determinatie/verificatie.<br />

2.3 Taxonomische en determinatieproblemen<br />

Sinds 1962 zijn 10 van de nu gevonden soorten van andere soorten afgesplitst of nieuw door<br />

de wetenschap beschreven. Het betreft volgende soorten: Ammoniakschotelkorst (Lecanora<br />

barkmaniana), Bosoogje (Micarea micrococca), Fijne knoopjeskorst (Bacidia adastra), Gewone<br />

druppelkorst (Fellhanera viridisorediata), Groenoogje (Micarea viridileprosa), Kleine<br />

knoopjeskorst (Bacidia brandii), Miskende schotelkorst (Lecanora compallens), Nieuwe<br />

knoopjeskorst (Bacidia neosquamulosa), Rijpschildmos (Punctelia ulophylla) en Valse citroenkorst<br />

(Caloplaca flavocitrina).<br />

Bij de analyse en de bespreking van de veranderingen werden de afgesplitste soorten terug<br />

samengevoegd om het effect van taxonomische splitsingen te neutraliseren.<br />

Korstmossen <strong>Vlaams</strong>-<strong>Brabant</strong> 22

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!