Nieuwe loopbanen Federale overheid - ACV Openbare Diensten

1. Na een nieuwe discussieronde
Nieuwe loopbanen
Federale overheid
In onze info van 22 februari brachten we een volledige stand van
zaken in de besprekingen met staatssecretaris Bogaert over de
federale loopbanen.
De jongste dagen zijn de voorstellen van het kabinet verder besproken
en ook de komende weken zijn er besprekingen aan
een ritme van twee vergaderingen per week.
Als gevolg van de opmerkingen van de vakbonden stuurt het kabinet de voorstellen bij. We
brengen daarom een korte update van de wijzigingen tegenover onze vorige info.
2. Wie is betrokken?
We hebben eerder gemeld dat de nieuwe loopbanen gelden voor zowel het statutair als
contractueel personeel van het federaal openbaar ambt (FOD, parastatalen, wetenschappelijke
instellingen), maar niet voor het wetenschappelijk personeel van de wetenschappelijke
instellingen. Het is ook de bedoeling dezelfde regeling (door middel van afzonderlijke
KB’s) toepasselijk te maken op het administratief personeel van de hoven en de rechtbanken
en op het administratief en logistiek kader van de politie.
Wat de specifieke graden betreft is er een belangrijke precisering:
Specifieke graden waarvoor de competentietoelage is geïntegreerd in de wedde zullen
ook in de toekomst een specifieke weddenschaal blijven behouden (dit is bijvoorbeeld
van belang voor loopbaan van penitentiair beambten).
Deze personeelsleden die een hogere specifieke weddenschaal genieten, behouden
die dus (= waarborg).
De andere specifieke graden wil de staatssecretaris integreren in die nieuwe weddenschalen
die worden voorgesteld voor het geheel van het federaal openbaar
ambt.
Noot: Er wordt nog gezorgd voor een volledige overzichtstabel met die situaties,
want dit zal erg belangrijk zijn bij de overgang naar de nieuwe situatie (= wie komt in
welke schaal terecht?).
ACV-Openbare Diensten – 27 februari 2013 – Waar staan we met de nieuwe loopbanen? - 1

3. Bijsturingen in eerste voorstellen over weddenschalen
en opbouw van de loopbaan
Op basis van de kritiek vanwege de vakbonden past staatssecretaris Bogaert zijn voorstellen
aan, zowel op het stuk van de opbouw van de geldelijke loopbaan als van de weddenschalen
zelf.
De eerste voorstellen voorzagen in een overgang na aanwerving naar een hogere (tweede)
weddenschaal na vier jaar en vervolgens naar een derde, vierde en vijfde schaal telkens na
zeven jaar anciënniteit (met een afwijking voor graden met 6 schalen, waar ook de overgang
tussen de tweede en de derde schaal na vier jaar was voorzien).
Die opbouw van de weddenschalen wordt bijgestuurd als volgt:
Niveau Huidige situatie Nieuwe situatie
D Principe: 4 weddenschalen
Uitzondering: voor schoonmaak &
keukenpersoneel: 1 schaal.
Opbouw in 5 weddenschalen
Uitzondering 1: voor technisch
medewerker, opbouw in 6 weddenschalen
Uitzondering2:financieel medewerker
en operationeel brigadier,
opbouw in 3 schalen
Uitzondering2: voor personeel
keuken/schoonmaak: nog niet
duidelijk (nieuw voorstel nog
niet klaar)
C Opbouw in 3 weddenschalen Opbouw in 5 weddenschalen
B Opbouw in 3 weddenschalen Opbouw in 6 weddenschalen
A 5 klassen met
5 klassen met
2 schalen in A1
6 schalen in A1
3 schalen in A2-A5
5 schalen in A2
4 schalen in A3, A4 en A5
Daarnaast wordt de anciënniteit voor overgang naar de hogere schaal verminderd als volgt:
Oorspronkelijke voorstellen Bijsturing
Overgang naar tweede schaal na 4 jaar Overgang naar tweede schaal na 3 jaar
Overgang naar derde, vierde en vijfde schaal Overgang naar derde, vierde en vijfde schaal
na 7 jaar
na 6 jaar
Als er een zesde schaal is, overgang naar Als er een zesde schaal is, overgang naar die
derde schaal na 4 jaar
zesde schaal na 3 jaar
Gevolg:
in het eerste voorstel had men 25 jaar nodig om aan de vijfde weddenschaal te
komen (of in de gevallen met 6 schalen, na 29 jaar);
in het bijgestuurde voorstel bereikt men al na 21 jaar de hoogste weddenschaal,
hetzij 4 jaar eerder (en in de gevallen met 6 schalen na 24 jaar, hetzij 5 jaar eerder).
ACV-Openbare Diensten – 27 februari 2013 – Waar staan we met de nieuwe loopbanen? - 2

Tegelijk is een belangrijke opheldering bekomen over de start van de berekening van de
anciënniteit.
Het oorspronkelijke voorstel was zo uitgewerkt dat de geldelijke anciënniteit pas tot na 2
jaar een aanvang nam (na stage + eerste jaar evaluatie).
Nu aanvaardt het kabinet van de staatssecretaris dat de geldelijke anciënniteit voor de
loopbaan start van bij de indiensttreding.
Tegelijk zijn nieuwe voorstellen neergelegd over de weddenschalen. Zoals voorheen blijft
het maximumbedrag voor ieder van de niveaus (= bedrag op einde maximum van de hoogste
weddenschaal van het niveau) gelijk in vergelijking met de huidige situatie.
Op dit ogenblik onderzoeken we deze nieuwe weddenschalen en vergelijken we ze met de
huidige situatie.
4. Vragen vanop het terrein
Meerdere militanten hebben ons vragen om verduidelijking bezorgd. Voor de belangrijkste
waarvoor we over voldoende gegevens beschikken, brengen we hier een antwoord:
Ik heb geen volledige prestaties als contractueel. Kan ik toch geldelijke anciënniteit
opbouwen voor de loopbaan of moet ik langer wachten om een hogere weddenschaal
te bekomen?
De geldelijke anciënniteit wordt in principe berekend per volledige maand. Als de arbeidsovereenkomst
minder is dan de normale 38 uren week (bijv. contract van 19
uren) telt dit ook mee voor de anciënniteit als men de arbeidsovereenkomst gewoon
uitvoert. In het voorbeeld van de persoon met het 19-uren contract: die komt dus
ook na 3 of 6 jaar (naar gelang de schaal) in aanmerking voor de hogere weddenschaal
(en moet er dus niet dubbel zo lang over doen).
Hoe zit de geldelijke anciënniteit in elkaar voor wie deeltijds werkt omwille van loopbaanonderbreking
of vierdagenweek?
Alle periodes van dienstactiviteit of disponibiliteit, alsook periodes van verminderde
prestaties voor persoonlijke aangelegenheden komen in aanmerking voor de geldelijke
anciënniteit van de loopbaan. Dus periodes van bijvoorbeeld loopbaanonderbreking
of vierdagenweek hebben geen negatieve gevolgen.
Ik heb vroegere ervaring opgebouwd vooraleer bij de federale overheid te komen
werken; kan die in aanmerking komen voor de geldelijke anciënniteit?
In de toekomst voorziet men in een klaarder procedure om uit te maken of elders
verworven ervaring mee telt voor de geldelijke anciënniteit. Nu is daar regelmatig
discussie over. In de voorstellen worden de bestaande regels klaarder omschreven.
Ook wordt voorzien dat vooraleer iemand in dienst komt, deze persoon duidelijkheid
kan bekomen over de diensten die in aanmerking komen (en welke niet). Men zal
evenwel niet overgaan tot het heropenen en herzien van vroegere dossiers van personen
die reeds in dienst zijn.
ACV-Openbare Diensten – 27 februari 2013 – Waar staan we met de nieuwe loopbanen? - 3

Zullen personeelsleden door de
nieuwe schalen een negatieve
weerslag ondervinden van de pensioenberekening
op basis van het
10-jaarlijks weddegemiddelde?
De maximale looptijd van de nieuw
voorgestelde weddenschalen is 29
jaar. Op basis van de voorstellen
kan men normaal ook na 21 (loopbaan
met 5 schalen) of 24 jaar
ACV-Openbare Diensten contacteren
voor bijkomende uitleg?
www.acv-openbarediensten.be
www.facebook.com/acv.openbarediensten
@ACVOpenbaar
hilde.degendt@acv-csc.be
(loopbaan met 6 schalen) de hoogste weddenschaal bereiken. Beide maken dat iemand
die op een normale leeftijd in dienst komt geen negatieve weerslag zal ondervinden
van de berekening van het pensioen op basis van het 10-jaarlijks gemiddelde
(= nieuwe pensioenregel voor min 50 jarigen). Iemand die echt laat bij de federale
overheid begint te werken kan mogelijks het einde van de weddenschaal niet bereiken,
maar dit is ook vandaag evenzeer het geval. Die persoon zal, net zoals vandaag,
wel de weerslag van de nieuwe pensioenberekening ondervinden.
Militanten met concrete vragen over de ontwikkeling van de loopbanen op basis van de
nieuwe voorstellen kunnen die steeds posten op onze blog
www.degevolgenvoordeopenbaresector.blogspot.be
5. Wat gebeurt nu verder?
Er zijn nog heel wat punten die verder moeten worden uitgeklaard.
In het onmiddellijke analyseren we volledig de aangepaste voorstellen.
Er zijn evenwel nog meerdere punten die nog onduidelijk zijn. De voorstellen van staatssecretaris
Bogaert zijn weliswaar concreet, maar nog onvolledig! Dit merk je meteen aan de
hand van volgend overzicht:
Materie Stand van zaken
Opbouw toekomstige schalen Eerste voorstel neergelegd op 13/2; ge-
Omschrijving van anciënniteitsregels en
koppeling met evaluatie
Overgang van de bestaande situatie naar
de nieuwe situatie
Integratie competentiepremies
Discussie inhoudelijke aspecten evaluatie
en koppeling met de loopbaan
Invoering administratieve rechtbanken
Actuele informatie over de onderhandelingen?
consulteer www.acv-openbarediensten.be
corrigeerde voorstellen op 27/2
Eerste voorstel neergelegd op 20/2; gecorrigeerde
voorstellen op 27/2
Voorstellen nog te ontvangen
ACV-Openbare Diensten – 27 februari 2013 – Waar staan we met de nieuwe loopbanen? - 4