16.09.2013 Views

Rapport 'Leidsche Rijn bouwt een kathedraal! - Belvedere

Rapport 'Leidsche Rijn bouwt een kathedraal! - Belvedere

Rapport 'Leidsche Rijn bouwt een kathedraal! - Belvedere

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

4.2 Leven in de schoot van het landschap<br />

Leven in de schoot van het landschap<br />

Het archeologische onderzoek dat de laatste<br />

decennia in het Nederlandse rivierengebied is<br />

uitgevoerd, onder andere bij de aanleg van<br />

de Betuweroute, heeft duidelijk gemaakt dat de<br />

stroomruggen in dit dynamische landschap al<br />

vroeg intensief bewoond zijn geraakt. Door hun<br />

diversiteit in vegetatie en diersoorten was dit <strong>een</strong><br />

aantrekkelijk leefmilieu, met allerlei mogelijkheden<br />

voor akkerbouw, veeteelt, visvangst en, aanvullend,<br />

jacht. Het is fascinerend om te zien hoe kleine<br />

gem<strong>een</strong>schappen van boeren zich in deze<br />

omgeving staande wisten te houden en aan te<br />

passen aan de steeds weer wisselende locale<br />

omstandigheden. In de prehistorie was het niet de<br />

mens die zijn wil oplegde aan het landschap eerder<br />

omgekeerd.<br />

Op zijn laatst in de Midden-Bronstijd (ca. 1800-1100<br />

v. Chr.) streken de eerste bewoners neer op de<br />

stroomrug van de Oude <strong>Rijn</strong>, mogelijk vanaf de<br />

hogere zandgronden van de Utrechtse Heuvelrug.<br />

Inmiddels was het boerenbedrijf geperfectioneerd<br />

tot <strong>een</strong> bestaanswijze die de mogelijkheden van<br />

het landschap - gegeven de stand van de techniek<br />

- optimaal gebruikte. De Bronstijd-boeren bouwden<br />

lange boerderijen met <strong>een</strong> stevig houtskelet, dat<br />

het gebouw in drie ‘schepen’ verdeelde. Hierin<br />

leefden mens en vee onder één dak, waarbij de<br />

koeien paarsgewijs in veeboxen opgesteld stonden<br />

in het lange stalgedeelte. Archeologen spreken<br />

daarom vaak van ‘woonstalhuizen’. De wanden<br />

waren opgebouwd uit staken en vlechtwerk,<br />

afgestreken met klei; de daken waren gedekt<br />

met riet. Kortom, alle bouwmaterialen werden<br />

betrokken uit de naaste omgeving.<br />

Delen van het natuurlijke ooibos werden gerooid<br />

om plaats te maken voor erven, bouwhout te<br />

verkrijgen en kleine akkers aan te leggen. Deze<br />

werden bewerkt met primitieve krasploegen en<br />

spaarzaam bemest. Als zich g<strong>een</strong> calamiteiten<br />

voordeden, was de opbrengst aan gerst en<br />

emmertarwe net in balans met de behoeften de<br />

kleine leefgem<strong>een</strong>schap. Schapen leverden de<br />

grondstof voor de kleding. Vele handen waren het<br />

jaar rond bezig met spinnen en weven. Ook het<br />

vaatwerk maakte men zelf: het werd met de hand<br />

gevormd uit locaal gewonnen klei en gebakken in<br />

<strong>een</strong>voudige veldovens.<br />

Deze levenswijze hield de rest van de prehistorie<br />

stand. We zien wat veranderingen in het<br />

aardewerk, de bouw van de boerderijen verandert<br />

enigszins, maar tot in de Late IJzertijd (250 - 12 v.<br />

Chr.) verandert er niet heel veel in de balans tussen<br />

mens en landschap.<br />

31

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!