You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
zou wor<strong>de</strong>n, ging Hij stilletjes weg<br />
van al die mensen. Toen <strong>de</strong> mensen<br />
Hem niet kon<strong>de</strong>n vin<strong>de</strong>n, wer<strong>de</strong>n<br />
ze weer rustig en luis<strong>te</strong>r<strong>de</strong>n ze naar<br />
wat Johannes <strong>te</strong> ver<strong>te</strong>llen had.<br />
Twee dagen la<strong>te</strong>r kwam <strong>Jezus</strong> weer<br />
naar Johannes luis<strong>te</strong>ren. En weer<br />
ont<strong>de</strong>k<strong>te</strong> Johannes Hem, toen Hij<br />
daar tussen <strong>de</strong> mensen stond, en hij<br />
riep: “Zie, het Lam Gods!”<br />
Deze keer kwamen twee mannen,<br />
die die woor<strong>de</strong>n gehoord had<strong>de</strong>n,<br />
ach<strong>te</strong>r <strong>Jezus</strong> aan, toen Hij weer<br />
wegging. De ene was Andreas en<br />
<strong>de</strong> an<strong>de</strong>re was Johannes – <strong>de</strong> Johannes<br />
die jaren la<strong>te</strong>r het evangelie<br />
schreef, dat naar hem is genoemd.<br />
Het waren vissers uit Bethsaïda,<br />
aan het meer van Galilea.<br />
Toen <strong>Jezus</strong> merk<strong>te</strong>, dat Hij gevolgd<br />
werd, draai<strong>de</strong> Hij Zich om.<br />
“Wat zoekt gij?” vroeg Hij.<br />
“Rabbi,” zei<strong>de</strong>n ze <strong>te</strong>gen Hem,<br />
“waar houdt Gij verblijf?”<br />
“Komt en gij zult het zien,” zei Hij<br />
<strong>te</strong>gen hen en Hij ging hen voor op<br />
<strong>de</strong> weg naar het kleine huisje waar<br />
Hij woon<strong>de</strong>.<br />
Omdat <strong>de</strong> zon al bijna on<strong>de</strong>r was,<br />
nodig<strong>de</strong> <strong>Jezus</strong> hen allebei uit om bij<br />
Hem <strong>te</strong> blijven slapen, en dat <strong>de</strong><strong>de</strong>n<br />
ze. En dat kor<strong>te</strong> bezoek veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />
niet alleen hun leven, maar ook dat<br />
van miljoenen an<strong>de</strong>ren.<br />
We we<strong>te</strong>n niet wat <strong>Jezus</strong> <strong>te</strong>gen Andreas<br />
en Johannes gezegd heeft in<br />
die paar fijne uurtjes toen ze bij elkaar<br />
waren. Ze hebben Hem vast<br />
gevraagd, waarom Johannes <strong>de</strong> Doper<br />
Hem “Het Lam Gods” noem<strong>de</strong>,<br />
en toen heeft <strong>Jezus</strong> natuurlijk alles<br />
ver<strong>te</strong>ld over Zichzelf en over het<br />
koninkrijk van lief<strong>de</strong>, dat Hij zou<br />
gaan oprich<strong>te</strong>n. Ze begrepen misschien<br />
niet alles wat Hij zei, maar er<br />
was iets in Zijn s<strong>te</strong>m en hele manier<br />
van doen, waardoor ze er zeker van<br />
waren, dat het allemaal waar moest<br />
zijn. Het leek wel of <strong>Jezus</strong> door hen<br />
heen kon kijken en alles, wat ze<br />
ooit had<strong>de</strong>n gedaan en wat ze nog<br />
van plan waren <strong>te</strong> doen, wist.<br />
Op die ene avond beslo<strong>te</strong>n ze allebei<br />
om bij Hem <strong>te</strong> blijven. Zij wer<strong>de</strong>n<br />
Zijn eers<strong>te</strong> discipelen.<br />
De volgen<strong>de</strong> morgen ren<strong>de</strong> Andreas<br />
opgewon<strong>de</strong>n weg, op zoek naar zijn<br />
broer Simon.<br />
“Wij hebben <strong>de</strong> Messias gevon<strong>de</strong>n,<br />
<strong>de</strong> Christus,” riep hij. “Ga mee, dan<br />
kun je Hem ook zien.” Simon die<br />
ook een visser was, vroeg zich af,<br />
wat dat toch allemaal be<strong>te</strong>ken<strong>de</strong>.<br />
Zou hij meegaan of niet? Maar<br />
Andreas wist hem over <strong>te</strong> halen en<br />
“leid<strong>de</strong> hem tot <strong>Jezus</strong>.”<br />
<strong>Jezus</strong> ontving Simon vrien<strong>de</strong>lijk en<br />
tot gro<strong>te</strong> verbazing van <strong>de</strong> vissers<br />
zei Hij: “Je naam is Simon, maar<br />
van nu af aan zul je Petrus he<strong>te</strong>n.”<br />
En dat gebeur<strong>de</strong> ook. Tot nu toe<br />
heeft ie<strong>de</strong>reen hem altijd Petrus genoemd.<br />
Ze waren nu vlak bij Galilea en <strong>de</strong><br />
kleine vissersbootjes dobber<strong>de</strong>n op<br />
het blauwe wa<strong>te</strong>r.<br />
“Komt ach<strong>te</strong>r Mij,” zei <strong>Jezus</strong>, “en<br />
Ik zal u vissers van mensen maken.<br />
Zij lie<strong>te</strong>n <strong>te</strong>rstond hun net<strong>te</strong>n liggen<br />
<strong>Jezus</strong> <strong>de</strong> <strong>Vriend</strong> van Jong en Oud 27<br />
en volg<strong>de</strong>n Hem.”<br />
Al gauw werd dit kleine groepje<br />
gro<strong>te</strong>r. <strong>Jezus</strong> vond Filippus, en Filippus<br />
bracht Nathanaël mee. Hij<br />
had <strong>te</strong>gen hem gezegd: “Wij hebben<br />
Hem gevon<strong>de</strong>n van wie Mozes<br />
in <strong>de</strong> wet geschreven heeft en <strong>de</strong><br />
profe<strong>te</strong>n, <strong>Jezus</strong>, <strong>de</strong> zoon van Jozef,<br />
uit Nazareth.”<br />
“Ach, wel nee,” zei Nathanaël,<br />
“daar geloof ik niets van. Kan uit<br />
Nazareth iets goeds komen?”<br />
“Kom en zie,” zei Filippus en<br />
Nathanaël ging met hem mee. Toen<br />
gebeur<strong>de</strong> er iets vreemds. Toen <strong>Jezus</strong><br />
Nathanaël zag aankomen, zei<br />
Hij: “Zie, waarlijk een Israëliet in<br />
wie geen bedrog is!”<br />
“Waar kent gij mij van?” vroeg<br />
Nathanaël verbaasd. En <strong>Jezus</strong> zei:<br />
“Voordat Filippus u riep, zag Ik u<br />
on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> vijgeboom.”<br />
Nathanaël was stomverbaasd. Hoe<br />
had <strong>Jezus</strong> hem nu toch on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> vijgeboom<br />
kunnen zien? Dat bestond<br />
niet. Maar toch…<br />
“Rabbi riep hij uit. Opeens had hij<br />
het begrepen. “Gij zijt <strong>de</strong> Zoon van<br />
God, Gij zijt <strong>de</strong> koning van Israël.”