taal blokken - Malmberg
taal blokken - Malmberg
taal blokken - Malmberg
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Hoofdstuk 1 Grammatica Wat zijn de regels?<br />
Het bijvoeglijk naamwoord kan op twee manieren gebruikt worden. Je kunt het bijvoeglijk<br />
naamwoord los gebruiken in een zin. Het bijvoeglijk naamwoord hoort dan achter de<br />
persoonsvorm. De persoonsvorm is het werkwoord dat verandert als het onderwerp verandert.<br />
De lerares is leuk.<br />
De machines lijken reusachtig.<br />
De levensmiddelen zijn duur gebleven.<br />
Het examen zal moeilijk worden.<br />
Je kunt het bijvoeglijk naamwoord ook vóór een zelfstandig naamwoord zetten. Het komt dan<br />
tussen het lidwoord en het zelfstandig naamwoord in te staan.<br />
We hebben de ingewikkelde opdrachten uitgevoerd.<br />
Laura en Shermayne hadden een hevige woordenwisseling.<br />
Ik kocht een groen bankje.<br />
Het team wint de gouden medaille.<br />
Voor een zelfstandig naamwoord kunnen ook twee of meer bijvoeglijke naamwoorden staan.<br />
Tussen de bijvoeglijke naamwoorden komt dan een komma.<br />
Uit het hoekje kwam een grote, harige spin tevoorschijn.<br />
Dat kleine, snelle, sportieve meisje fietst het hardst van allemaal.<br />
Het voltooid deelwoord van een werkwoord kan ook als bijvoeglijk naamwoord gebruikt<br />
worden.<br />
De peertjes zijn gestoofd. We eten gestoofde peertjes.<br />
De opdrachten zijn uitgevoerd. De uitgevoerde opdrachten waren moeilijk.<br />
De hond is geslagen. Hij zag eruit als een geslagen hond.<br />
▶ De verbuiging van het bijvoeglijk naamwoord – het mooie huis, een mooi<br />
huis<br />
Als het bijvoeglijk naamwoord vóór een zelfstandig naamwoord staat, komt er een -e achter<br />
als het lidwoord de of het is.<br />
de uitdagende baan<br />
de gezonde maaltijd<br />
het grote project<br />
het vervelende gesprek<br />
Als je het onbepaald lidwoord een gebruikt, komt er niet altijd een -e achter het bijvoeglijk<br />
naamwoord. Bij de-woorden komt er wel een -e achter, bij het-woorden komt er geen -e achter.<br />
de baan een uitdagende baan<br />
de maaltijd een gezonde maaltijd<br />
het project een groot project<br />
het gesprek een vervelend gesprek<br />
De vergelijkende en overtreffende trap –<br />
▶ mooi, mooier, mooist<br />
Je kunt kenmerken van mensen, dieren of dingen met elkaar vergelijken door de vergelijkende<br />
trap of de overtreffende trap van een bijvoeglijk naamwoord te gebruiken.<br />
De vergelijkende trap maak je door -er of -ere achter het bijvoeglijk naamwoord te plakken.<br />
De overtreffende trap maak je door -st of -ste achter het bijvoeglijk naamwoord te plakken.<br />
Ik ben klein. die kleine acteur<br />
Richard is kleiner dan Mark. de kleinere politicus<br />
Hij is het kleinst van alle kinderen in zijn klas. de kleinste sporter (van de wereld)<br />
13