Ambtelijke Binding - VGVZ
Ambtelijke Binding - VGVZ
Ambtelijke Binding - VGVZ
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
106 3. COMMISSIE AMBTELIJKE BINDING<br />
Bijlage 4: Ambtelijkheid en professionaliteit:<br />
een paar apart?<br />
Een van de deelvragen van het <strong>VGVZ</strong>-bestuur aan de CAB luidde als volgt: Geef<br />
een analyse van de beroepsdefinitie van de geestelijke verzorging, ontleend aan het<br />
NZR-rapport van 1987, toegespitst op het ‘ambtshalve’. Wat was de historische<br />
context, inhoud en relevantie. Hoe heeft de inhoud van deze definitie zich – t.a.v.<br />
het beroepsperspectief – verder ontwikkeld?<br />
In het rapport uit 1987 door de Commissie Geestelijke Verzorging van de<br />
NZR wordt de geestelijke verzorging als volgt omschreven: de professionele en<br />
ambtshalve begeleiding van en hulpverlening aan mensen vanuit en op basis<br />
van geloofs- en levensovertuiging. 38 In aansluiting daarop wordt het onderscheid<br />
tussen ambtshalve en professionele kwaliteit geformuleerd. Ambsthalve<br />
kwaliteit verwijst naar het op basis van opleiding en identiteitsbinding kunnen<br />
functioneren in de hoedanigheid van vertegenwoordiger van een levensbeschouwelijk<br />
of religieus genootschap. 39 Professionele kwaliteit verwijst naar<br />
de voor de beroepsuitoefening vereiste sociaalwetenschappelijke en theologische<br />
of levensbeschouwelijke kennis en naar het geheel van methodieken en<br />
vaardigheden dat vereist wordt voor het begeleiden van patiënten en bewoners<br />
bij het nadenken over vragen van bestaan en geloof en voor het functioneren<br />
in de instelling van gezondheidszorg. 40<br />
Het onderscheid tussen ambtshalve (verder: ambtelijke) en professionele<br />
kwaliteit werd gemaakt met het oog op aanstellingsbeleid en het toetsen van<br />
het functioneren van geestelijk verzorgenden, waarbij de verschillende posities<br />
en verantwoordelijkheden van de instellingen en de genootschappen op<br />
geestelijke grondslag werden erkend. 41 Toentertijd leefden er twijfels in de<br />
commissie bij in het bijzonder de directieleden 42 over de kwaliteit van nogal<br />
wat geestelijk verzorgers. Men wilde zich het recht voorbehouden mensen in<br />
geval van disfunctioneren te kunnen ontslaan. In de praktijk, was hun ervaring,<br />
was dat moeilijk omdat de zogeheten vrijplaats als buffer diende, d.w.z.<br />
de geestelijk verzorgers een instrument gaf om zich onkwetsbaar te maken. De<br />
NZR zette zo, bij monde van de commissie, de <strong>VGVZ</strong> aan tot het maken van een<br />
professionaliseringsslag in ruil voor medezeggenschap over de kwaliteit van de<br />
geestelijke verzorging.<br />
Rebel merkt op dat noch de <strong>VGVZ</strong>, noch de Commissie Geestelijke Verzorging<br />
van de NZR destijds uitspraken wilde doen over de wenselijkheid van het<br />
formaliseren van erkenning (= formaliseren door een officiële machtiging van<br />
een (kerk)genootschappelijk beleidsorgaan). 43 Dat is wat de CGV van de NZR<br />
38 NZR 1987.<br />
39 Idem, p. 11.<br />
40 Idem, p. 11.<br />
41 Mooren 1996: 156.<br />
42 De Commissie Geestelijke Verzoring van de NZR was overwegend en evenredig samengesteld<br />
uit vertegenwoordigende directieleden van ziekenhuizen en geestelijk verzorgers. De geestelijk<br />
verzorgers waren evenredig verdeeld over drie denominaties: katholieken, protestanten en humanisten.<br />
De samenstelling van de directieleden was zo, dat de verschillende sectoren waren vertegenwoordigd:<br />
ziekenhuizen, instellingen voor geestelijk gehandicapten, psychiatrie, verpleegtehuizen.<br />
43 Rebel 1996: 163.