Ambtelijke Binding - VGVZ
Ambtelijke Binding - VGVZ
Ambtelijke Binding - VGVZ
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
4.2. TIJDSBEELDEN 117<br />
‘dwang van bovenaf’, maar bieden veeleer een niet-verplichtende keuzemogelijkheid.<br />
25 Kort samengevat zijn de veranderingen te rangschikken onder de<br />
kopjes de-institutionalisering en individualisering.<br />
Een van de gevolgen van deze veranderingen is dat de plaats en de legitimatie<br />
van de geestelijke verzorging onder druk zijn komen te staan. Kunneman<br />
stelt bijvoorbeeld: ‘De uitwaaiering van zingevingsstijlen en de daarmee<br />
verbonden levensbeschouwelijke individualisering hebben voor geestelijke verzorging<br />
als beroep ingrijpende consequenties, omdat de oorspronkelijke legitimatie<br />
voor geestelijke verzorging gebaseerd is op de veronderstelling dat bijna<br />
alle burgers deel uitmaken van een religieus of levensbeschouwelijk genootschap<br />
en vanuit die geestelijke thuishaven steun behoeven en verwachten. Ten<br />
gevolge van de uitwaaiering van zingevingsstijlen zoals die in het onderzoek<br />
van Kronjee en Lampert gedocumenteerd wordt, heeft inmiddels bijna tweederde<br />
van de bevolking geen duidelijke “geestelijke thuishaven” meer.’ 26<br />
Identiteit, relatie met het achtergrondgenootschap, inhoud van de gesprekken,<br />
beroepsbeeld, werkwijze in de instellingen, verdeling van middelen, het<br />
hele pakket is op drift. Nog eenmaal Kunneman: ‘Aan de ontwikkeling van<br />
de geestelijke verzorging in zorginstellingen laat die verandering zich duidelijk<br />
aflezen. Met name in grote ziekenhuizen heeft zich de praktijk ontwikkeld dat<br />
geestelijke verzorging niet langer op basis van de geloofsachtergrond van patiënten<br />
wordt verleend, maar in “algemene” vorm wordt aangeboden. Vanuit<br />
de dienst geestelijke verzorging worden in overleg de verdiepingen of vleugels<br />
verdeeld, zodat bijvoorbeeld alle patiënten op de eerste verdieping een<br />
geestelijk verzorger van katholieke huize aan hun bed krijgen, de protestantse<br />
geestelijk verzorger op de tweede verdieping actief is en de humanistisch<br />
raadsvrouw de derde etage voor haar rekening neemt. Dit betekent ook dat<br />
de betrokkenen zich niet als vertegenwoordiger van een specifieke denominatie<br />
presenteren, maar hun diensten aanbieden vanuit hun beroepsidentiteit als<br />
geestelijk verzorger die bereid en in staat is om voor alle gezindten te werken.<br />
Alleen wanneer patiënten uitdrukkelijk verzoeken om geestelijke verzorging<br />
vanuit een specifieke levensbeschouwelijke achtergrond of bij rituele vieringen<br />
komt de religieuze of levensbeschouwelijke traditie van waaruit geestelijk<br />
verzorgers werken expliciet in beeld.’ 27<br />
De vanzelfsprekendheid van de ambtshalve binding is teloor gegaan. Ook<br />
de legitimatie ervan in termen van de levensbeschouwelijke samenstelling van<br />
de cliëntenpopulatie is aan erosie onderhevig. Zo wijst Geloven in het publieke<br />
domein op het verschijnen van een omvangrijke groep mensen die gekarakteriseerd<br />
wordt als ‘ongebonden spirituelen’. 28 Van de onderzochten kan 26% zich<br />
tot deze groep rekenen. 29 Een van de kenmerken van deze groep is de zingevingsstijl<br />
die als bricolage bekend staat: ‘dynamische verbindingen van heterogene<br />
elementen’ in plaats van ‘eenheid en overkoepeling’. 30 Nog opvallender<br />
wordt de gesignaleerde verandering als we de constatering lezen dat ‘inmiddels<br />
25 Van de Donk e.a. 2006: 14.<br />
26 Kunneman 2006: 374.<br />
27 Kunneman 2006: 375.<br />
28 Van de Donk e.a. 2006: 83.<br />
29 Van de Donk e.a. 2006: 176.<br />
30 Kunneman 2006: 383.