Toetsen op School - Masterplan Dyslexie
Toetsen op School - Masterplan Dyslexie
Toetsen op School - Masterplan Dyslexie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
In het basis- en voortgezet onderwijs zijn praktijksituaties vaak enigszins kunstmatig (een korte<br />
monoloog houden in een nagespeelde situatie) om de toets praktisch uitvoerbaar te houden.<br />
In de derde benadering, het toetsen van algemene competenties, gaat het om generieke<br />
vaardigheden en competenties (samenwerken, onderhandelen, onderzoek doen) die de<br />
leerlingen in gevarieerde situaties moeten verwerven. Ze zijn niet specifiek voor één vakgebied<br />
of beroepsdomein, maar wel van belang voor de ontwikkeling van de leerling. Denk daarbij aan<br />
het vermogen om met anderen samen te werken, te onderhandelen of het verrichten van<br />
(eenvoudig) onderzoek.<br />
In de praktijk is het mogelijk om het toetsen van afzonderlijke elementen uit een vakgebied te<br />
combineren met het toetsen van competent handelen in praktijksituaties. Een voorbeeld van<br />
afzonderlijke kenniselementen die getoetst worden in een betekenisvolle context is een<br />
reken<strong>op</strong>gave die genomen is uit het dagelijkse leven (in een verhaal- of casusvorm).<br />
2.3.2 Indelingsschema’s<br />
Om uiteindelijk toetsbare leerdoelen te kunnen formuleren, moet bepaald worden welke<br />
prestaties en onderdelen daarvan precies moeten worden getoetst. Toetsconstructeurs<br />
gebruiken daartoe vaak taxonomieën of indelingsschema’s die aspecten van menselijk<br />
presteren beschrijven. We beschrijven vijf indelingsschema’s, waarvan er drie vooral passen bij<br />
het toetsen van losse kennis, vaardigheden en attitudes, en twee die betrekking hebben <strong>op</strong><br />
toetsing van competent handelen en algemene competenties.<br />
Het indelingsschema van Anderson en Bloom<br />
Indelingsschema’s bevatten meestal dimensies, waarmee beoogde prestaties nader kunnen<br />
worden geclassificeerd. Het meest bekende classificatieschema is dat van Benjamin Bloom.<br />
De eerste versie ervan is recentelijk vernieuwd waardoor het meer beantwoordt aan<br />
hedendaagse eisen van toetsontwikkelaars (zie tabel 2.4). Het classificatieschema is vooral<br />
bedoeld voor het indelen van cognitieve prestaties. In dezelfde periode waarin Blooms schema<br />
verscheen, werden ook schema’s voor affectieve prestaties en psychomotorische prestaties<br />
gepubliceerd. Zie voor deze schema’s PDF 2.2 <strong>op</strong> www.toetsen<strong>op</strong>school.nl.<br />
Tabel 2.4: Het indelingsschema van Anderson en Bloom (2001)<br />
Handelingsdimensie<br />
Kennisdimensie Oproepen Begrijpen Toepassen Analyseren Evalueren Creëren<br />
Feitenkennis<br />
Conceptuele kennis<br />
Procedurele kennis<br />
Metacognitieve kennis<br />
* a, b, c, etc. verwijzen naar voorbeelden in de tekst.<br />
29 Cito | <strong>Toetsen</strong> <strong>op</strong> <strong>School</strong><br />
a* b c d e f<br />
In het schema worden twee dimensies met elkaar gecombineerd, de kennisdimensie en de<br />
handelingsdimensie.<br />
De kennisdimensie omvat vier niveaus. Het eerste daarvan betreft feitenkennis. Dit betreft<br />
kennis van basiselementen, zoals terminologie (de elementen van het periodiek systeem, de<br />
letters van het alfabet), details, gebeurtenissen (in 1986 was er een kernramp in Tsjernobyl)<br />
die een leerling nodig heeft om bekend te raken met een vakgebied of om de daarin