Kijken en Zien - Bètasteunpunt Utrecht
Kijken en Zien - Bètasteunpunt Utrecht
Kijken en Zien - Bètasteunpunt Utrecht
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Hoofdstuk 3. Donkeradaptatie <strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>!<br />
die net zo probleemloos functioneert wanneer <strong>en</strong>kele klant<strong>en</strong> op bezoek kom<strong>en</strong> als wanneer de<br />
hele bevolking van de volksrepubliek China komt winkel<strong>en</strong>. Hoe krijgt ons netvlies dit voor elkaar?<br />
Wanneer er maar weinig licht is, dan zal<br />
e<strong>en</strong> lichtgevoelige cel op ieder foton dat<br />
ze treft reager<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> verandering<br />
van de membraanpot<strong>en</strong>tiaal. Echter,<br />
wanneer er veel licht is, dan zal de grote<br />
meerderheid van de foton<strong>en</strong> zonder<br />
gevolg voor de cel voorbij strom<strong>en</strong>. Dit<br />
betek<strong>en</strong>t dat het netvlies zijn<br />
gevoeligheid voor licht regelt: het is<br />
heel gevoelig bij weinig licht <strong>en</strong> heel<br />
ongevoelig bij veel licht. Deze<br />
gevoeligheid druk je uit in de respons<br />
van de lichtgevoelige cel per e<strong>en</strong>heid<br />
van lichtint<strong>en</strong>siteit. In natuurkundige<br />
term<strong>en</strong> is dat:<br />
mV membraanpot<strong>en</strong>tiaalverandering<br />
Watt lichtvermog<strong>en</strong><br />
Sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>d: in het netvlies treedt<br />
automatische gevoeligheidsregeling voor<br />
licht op. Dit begrip wordt aangeduid met<br />
licht/donker adaptatie.<br />
Hoe vindt die automatische gevoeligheidsregeling plaats?<br />
In de staafjes bevindt zich het lichtabsorber<strong>en</strong>de pigm<strong>en</strong>t, retinal. Aan dit retinal is het eiwit opsine<br />
gebond<strong>en</strong>. Sam<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> zij e<strong>en</strong> structuur g<strong>en</strong>aamd rhodopsine. Rhodopsine kan foton<strong>en</strong><br />
absorber<strong>en</strong>. Foton<strong>en</strong> zijn e<strong>en</strong> vorm van elektromagnetische straling, waaruit licht bestaat.<br />
Door absorptie van e<strong>en</strong> foton verandert het retinal gedeelte van vorm. In die nieuwe vorm is het<br />
retinal niet langer in staat te reager<strong>en</strong>. Het pigm<strong>en</strong>t heet dan ′gebleekt′. Licht zorgt ervoor dat het<br />
pigm<strong>en</strong>t gebleekt blijft. Als het donkerder wordt zal na <strong>en</strong>ige tijd het gebleekte retinal door e<strong>en</strong><br />
biochemisch herstelproces weer omgezet word<strong>en</strong> in de oorspronkelijke vorm. Dit heet dan<br />
ongebleekt. E<strong>en</strong> hersteld pigm<strong>en</strong>t kan weer reager<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> foton: het staafje is weer<br />
lichtgevoelig.<br />
Naar analogie van de winkel: de meeste Chinez<strong>en</strong> word<strong>en</strong> niet te woord gestaan, omdat de<br />
verkoper na iedere klant e<strong>en</strong> pauze neemt. E<strong>en</strong> klant wordt tijdelijk niet geholp<strong>en</strong>. Wanneer er<br />
maar weinig klant<strong>en</strong> zijn hindert die gewoonte niet, omdat er nog veel verkopers beschikbaar<br />
blijv<strong>en</strong>. Naarmate er zich meer klant<strong>en</strong> per tijdse<strong>en</strong>heid aanbied<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> naar verhouding steeds<br />
minder geholp<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, omdat steeds meer verkopers aan het pauzer<strong>en</strong> zijn.<br />
De oorzaak van de automatische gevoeligheidsregeling is dus dat meer licht de beschikbaarheid<br />
van ongebleekt pigm<strong>en</strong>t vermindert. Hoe kunn<strong>en</strong> we dit idee in wiskundige term<strong>en</strong> vatt<strong>en</strong>, zodat<br />
we e<strong>en</strong> kwantitatief model hebb<strong>en</strong> van het adaptatieproces?<br />
Vraag 3-1 Waarom hebb<strong>en</strong> we dat kwantitatieve model nodig?<br />
3.3 Modeller<strong>en</strong><br />
Figuur 3-2: De plaats van Rhodopsine in e<strong>en</strong> staafje.<br />
De verandering van de lichtgevoeligheid door adaptatie kan gemodelleerd word<strong>en</strong> door e<strong>en</strong><br />
differ<strong>en</strong>tiaalvergelijking. E<strong>en</strong> differ<strong>en</strong>tiaalvergelijking geeft de verandering van e<strong>en</strong> grootheid weer.<br />
Bijvoorbeeld de groei van de bevolking, de to<strong>en</strong>ame van temperatuur op aarde, of, - in ons geval -<br />
de gevoeligheid van ons visuele systeem voor licht. K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor e<strong>en</strong> differ<strong>en</strong>tiaalvergelijking<br />
is de eig<strong>en</strong>schap dat de verandering van e<strong>en</strong> grootheid afhangt van de grootheid zelf. D<strong>en</strong>k<br />
bijvoorbeeld aan bevolkingsgroei: het aantal geboort<strong>en</strong> is afhankelijk van het aantal vrouw<strong>en</strong> in de<br />
vruchtbare leeftijd.<br />
24