P159.pdf
P159.pdf
P159.pdf
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
HEFBRUGGEN P159<br />
1986<br />
blz.18<br />
5.5 Hulpstroomketens<br />
Indien het ontstaan van aardsluiting in een hulpstroomketen gevaar voor<br />
ongevallen kan veroorzaken, moet aan het volgende zijn voldaan (of moet<br />
een daarmee gelijk te stellen voorziening zijn getroffen):<br />
a Voor de desbetreffende spoelen of wikkelingen moet dubbelpolige uitschakeling<br />
zijn toegepast.<br />
b De spoelen of wikkelingen moeten zijn aangesloten op een met de aarde<br />
verbonden stroomstelsel, en moeten rechtstreeks met de geaarde geleider<br />
van het stroomstelsel zijn verbonden.<br />
Toelichting<br />
Bij dubbelpolige uitschakeling mogen de aders tussen de voedingen de<br />
hulpschakelaar niet met de overige aders van de hulpstroomketen en in<br />
dezelfde kabel zijn opgenomen. Deze eis is in beginsel van toepassing<br />
op alle hulpstroomketens waarin bedieningsorganen zoals contacten van<br />
controllers, bedieningsdrukknoppen en dergelijke voorkomen, en op veiligheidsketens<br />
waarin bijvoorbeeld eindschakelaars, noodstopschakelaars<br />
en lastmomentcontacten zijn opgenomen. Het gestelde onder b kan worden<br />
bereikt door gebruik te maken van een hulpstroomtransformator waarvan<br />
een van de secundaire klemmen deugdelijk met de aarde is verbonden.<br />
Eventueel mag het hulpstroomcircuit zijn aangesloten tussen een van de<br />
fasen en de nul van de elektrische installatie; dit indien deze installatie<br />
is aangesloten op een ondergronds verdeelnet dat zodanig is aangelegd,<br />
en waarbij voldoende is verzekerd, dat de nul ten naaste bij<br />
aardpotentiaal behoudt.<br />
6. HYDRAULISCHE INRICHTING<br />
6.1*<br />
De samenstellende delen van hydraulische installaties van hefbruggen<br />
(zoals pompen, cilinders, ventielen, leidingen, slangen en koppelingen)<br />
moeten zijn vervaardigd van materialen die de veilige werking van het<br />
hydraulische systeem tijdens normaal bedrijf niet nadelig kunnen beïnvloeden<br />
door overmatige slijtage of corrosieve aantasting (zie ook<br />
4.2). Voorts moeten zij zo ruim bemeten zijn dat de veiligheid tijdens<br />
normaal bedrijf voldoende is verzekerd, gelet op de hierbij optredende<br />
drukken en drukstoten en de te verplaatsen hoeveelheden olie (zie voor<br />
berekeningsmethoden de Duitse norm DIN 2413):<br />
6.2*<br />
De proefdruk voor de hydraulische installatie moet tenminste 1 ,5-maal<br />
de bedrijfsdruk (zie 2.1.8) bedragen; de barstdruk moet tenminste 3maal<br />
de bedrijfsdruk bedragen.<br />
6.3*<br />
De hydraulische installatie van een hefbrug moet tenminste zijn voorzien<br />
van de volgende veiligheidsinrichtingen.