P159.pdf
P159.pdf
P159.pdf
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
HEFBRUGGEN P159<br />
1986<br />
blz.21<br />
7.2*<br />
De in 7.1 onder b genoemde aandrijvingen, alsmede pneumatische bedienings-<br />
of bekrachtigingssystemen van hefbruggen moeten zodanig zijn beveilgid,<br />
dat bij ongewild wegvallen van de druk - bijvoorbeeld tengevolge<br />
van leiding- of slangbreuk - de hefvlakbeweging automatisch wordt<br />
gestopt. Het hefvlak (de hefvlakken) dient (dienen) daarna automatisch<br />
in stilstand te worden gehouden.<br />
7.3*<br />
De samenstellende delen van pneumatische installaties en hefbruggen<br />
(zoals pompen, cilinders, ventielen, leidingen, slangen en koppelingen)<br />
moeten zijn vervaardigd van materialen die de veilige werking van het<br />
pneumatisch systeem tijdens normaal bedrijf niet nadelig kunnen beïnvloeden<br />
door overmatige slijtage of corrosieve aantasting (zie ook<br />
4.2). Voorts moeten zij zo ruim bemeten zijn dat de veiligheid tijdens<br />
normaal bedrijf voldoende is verzekerd; gelet op de hierbij optredende<br />
drukken en drukstoten en de te verplaatsen hoeveelheden lucht (zie voor<br />
berekeningsmethoden de Duitse norm DIN 2413).<br />
7.4*<br />
De proefdruk voor de pneumatische installatie moet tenminste 1,5-maal<br />
de bedrijfsdruk (zie 2.1.8) bedragen; de barstdruk moet tenminste 3maal<br />
de bedrijfsdruk bedragen.<br />
7.5*<br />
De pneumatische installatie moet tenminste van de volgende deugdelijke<br />
en voor het doel geschikte inrichtingen zijn voorzien:<br />
a Een automatische drukregelaar die voorkomt dat de druk in de installatie<br />
boven een veilig vooraf ingestelde waarde stijgt (maximaal 1,4maal<br />
de statische druk tijdens belasting met de werklast van de hefbrug).<br />
De drukregelaar moet zodanig zijn uitgevoerd of verzegeld dat<br />
alleen een bevoegd deskundige of verantwoordelijke persoon de drukinstelling<br />
kan wijzigen.<br />
b Een luchtfilter (eventueel voor en achter de compressor) dat de lucht<br />
reinigt alvorens deze tot het pneumatisch systeem wordt toegelaten.<br />
c Een vorstbeveiliging.<br />
d Een luchtketel met condenswaterkraan.<br />
e Een afsluiter tussen luchtketel en verdeelsysteem.<br />
f Veiligheidsventielen.<br />
g Een terugslagbeveiliging tussen compressor en luchtketel.<br />
h Een waterafscheider.<br />
i Een olievernevelaar, indien smering noodzakelijk is.<br />
j Een manometer waarop de bedrijfsdruk in het pneumatisch systeem kan<br />
worden afgelezen. Op deze manometer moet tevens de onder a bedoelde<br />
statistische druk, alsmede het 1,4-voud hiervan duidelijk zijn aangegeven.