OCMW ESSEN - RAAD VOOR ... - Gemeente Essen

OCMW ESSEN - RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN
ZITTING VAN 12 MAART 2013
ONTWERPVERSLAG
Aanwezig: Imelda Schrauwen, voorzitter, Cornelia Verhulst, Alfons Tobback, Judith Francken. Brigitte
Bouvé, Thomas Dekkers, Diane Van Ginderen, Ronald Goormachtig, Cathy van den Buys, , Jasper
Van Landeghem, leden en Stefaan Denewet secretaris OCMW.
Verontschuldigd: Suzanne Kerstens
De voorzitter opent de openbare zitting om 19u30
OPENBARE ZITTING
1. Notulen van de openbare raadszitting van 12 februari 2013
Wordt eenparig goedgekeurd
2. Verkiezing OCMW-raadsleden
Kennisname van de rechtzetting door de gemeenteraad in zitting van 26 februari van de materiële
vergissing bij de opmaak van proces-verbaal van de verkiezing van de OCMW-raadsleden, zodat
werkend lid Bouvé Brigitte niet twee, maar drie opvolgers heeft, met als derde opvolger Van Mastricht
Stefanie;
3. Beleids – en beheerscyclus –– eerste nota over beleidsdoelstellingen
D. Berebrouckx, financieel beheerder, vervoegt de zitting
Hij verleent aan de hand van een power point presentatie een omstandige toelichting omtrent
voorliggende 2 nota’s met als hoofding BBC-omgevingsanalyse en BBC – de volgende concrete
stappen (doelstellingen).
De raad verbindt er zich toe om tegen eind mei 2013 laatstgenoemde nota verder uit te werken,
waarbij aandacht besteed wordt aan het ontbrekend beleid en het beleid van de volgende zes jaar,
waarbij dit alles beschouwd wordt als een leertraject ( niet alles in één keer) en men rekening houdt
met de wettelijke en budgettaire beperkingen, alsmede de beperkingen inzake uitvoeringskracht en
timing.
D. Berebrouckx, financieel beheerder, verlaat de zitting
4. Lokaal Dienstencentrum - erkenning
Kennisname van het ingekomen erkenningsbesluit dd. 12 februari 2013 van het Vlaams Agentschap
Zorg en Gezondheid van het Lokaal Dienstencentrum met ingang van 18 september 2012 onder
nummer CE 2788 en dit voor onbepaalde duur, en waarbij het Lokaal Dienstencentrum binnen de
termijn van 1 jaar moet voldoen aan de algemene en specifieke erkenningsvoorwaarden van het
Woonzorgdecreet, alsmede de kwaliteitsvoorwaarden van de hulp- en dienstverlening en de
gegevensregistratie.
5. Uniek Verslag 2012 voor POD Maatschappelijke Integratie
Overwegende dat de web-toepassing van het Uniek Verslag het OCMW toelaat de rechtvaardiging
van diverse federale toelagen (Huurwaarborgen, Personeelskosten, Sociale fondsen Gas- en
Elektriciteit, Sociale en Culturele participatie) in te brengen, en dit zelfs de enige manier uitmaakt om
deze te bekomen;

Gelet op voorliggend Uniek Verslag voor het jaar 2012 zoals deze tijdig elektronisch ingediend werd
bij POD Maatschappelijke Integratie;
BESLUIT
De raad neemt akte van de opgegeven cijfers van het Uniek Verslag inzake te subsidiëren
personeelskosten, huurwaarborgen, sociale fondsen gas en elektriciteit en tot slot het
activiteitenverslag inzake sociale en culturele participatie.
6. Rechtspositieregeling voor de personeelsgroepen vermeld in artikel 104 §2 en § 6 van het
OCMW-decreet, zijnde het specifieke personeel, de secretaris en de financieel beheerder en het
voltallig personeel van de bijzondere diensten - wijziging
Gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor
maatschappelijk welzijn,;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale
voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare
centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten
van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor
maatschappelijk welzijn, hierna afgekort BVR RPR-O;
Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering houdende de minimale voorwaarden voor de
personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het
gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen
betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra
voor maatschappelijk welzijn
Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van
de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de
personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en
het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris
ende ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en van diverse bepalingen van
het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden
voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor
maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de
rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van het OCMW
Overwegende dat het hierbij gaat om versoepelingen bij competentiegerichte aanwervingen (afwijken
diplomavereiste), een ontslagregeling van op proef benoemden wegens langdurige ziekte ,een
salariscomplement voor secretaris en financieel beheerder OCMW van wie het takenpakket uitgebreid
wordt naar de gemeente (of omgekeerd), een verplichte fietsvergoeding (15 ct/km), bijsturingen in de
regeling bloedgift en een aangepaste berekening van de toeslagen op het loon.
Gelet op het besluit van de OCMW-raad van 13 december 2011 tot vaststelling van de
rechtspositieregeling voor de personeelsgroepen vermeld in artikel 104 §2 en § 6 van het OCMWdecreet,
zijnde het specifieke personeel, de secretaris en de financieel beheerder en het voltallig
personeel van de bijzondere diensten ;
Gelet op het advies van het syndicaal overlegcomité gemeente-OCMW van 25 februari 2013
hieromtrent;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 26 februari jl. tot wijziging van de rechtspositieregeling
van het gemeentepersoneel;
Overwegende dat het wenselijk voorkomt om genoemde wijzigingen volgens voorliggend ontwerp over
te nemen in ons eigen rechtspositieregeling voor de personeelsgroepen vermeld in artikel 104 §2 en §
6 van het OCMW-decreet

BESLUIT met eenparigheid
ARTIKEL 1
Goedkeuring te geven aan navolgende wijzigingen van het besluit van 13 december 2011 tot
vaststelling van de rechtspositieregeling van de personeelsgroepen vermeld in artikel 104 §2 en § 6
van het OCMW-decreet, zijnde het specifieke personeel, de secretaris en de financieel beheerder en
het voltallig personeel van de bijzondere diensten:
De laatste zin van art 4. § 1 schrappen en vervangen door navolgende bepaling:
“De lijst van erkende diploma's of getuigschriften per niveau wordt door de Vlaamse
minister, bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden, vastgesteld. Alleen de erkende
diploma's of getuigschriften op die lijst komen bij aanwerving in aanmerking”
Alle bepalingen van artikel 9 alinea 2-3-4 schrappen en te vervangen door:
In uitzonderlijke gevallen kan de aanstellende overheid bepalen dat de kandidaten die niet
voldoen aan de diplomavereiste die als aanwervingvoorwaarde geldt voor de functies van
niveau A, B of C, in aanmerking komen voor aanwerving. Die afwijking van de diplomavereiste
is uitzonderlijk e, op grond van vooraf vastgestelde, objectieve criteria, mogelijk als de functie
noch op basis van de functiebeschrijving , noch krachtens een reglementering van de hogere
overheid een diploma vergt. Voor de toepassing hiervan komt een kandidaat die niet over het
vereiste diploma beschikt, in aanmerking als hij ofwel
1° voldoet aan een vereiste inzake relevante beroepservaring en slaagt voor een niveau- of
capaciteitstest.
2° beschikt over een op de functie afgestemd ervaringsbewijs, uitgereikt overeenkomstig de
Vlaamse regelgeving over de titels van een beroepsbekwaamheid;
3° beschikt over een op de functie afgestemd attest van een beroepsopleiding die hij gevolgd
heeft bij een door de Vlaamse Regering erkende instelling voor beroepsopleiding.
In voorkomend geval beslist de aanstellende overheid voor de vacantverklaring van de functie
of kandidaten die niet aan de diplomavereiste beantwoorden in aanmerking komen voor
aanwerving.
Schrappen van het woord “erkend” in navolgende zin van art 15 §1 :
“Voor de volgende graden: gemeentesecretaris, financieel beheerder, afdelingshoofden op
niveau A, diensthoofden op niveau A en B, wordt de selectie gedeeltelijk uitbesteed aan een
erkend extern selectiebureau”.
Artikel 15 §3. wordt geschrapt en herschreven als volgt:
“Psychotechnische proeven en assessments worden afgenomen door een selectiebureau .
Tegen de uitslag van deze proeven en tests is geen beroep mogelijk”.
Schrappen van het woord “erkend” in de eerste zinsnede van art 30 De selectie voor aanwerving
in de functie van OCMW-secretaris, en financieel beheerder wordt uitbesteed aan een erkend
extern selectiebureau”.
Art 35 § 2 wordt geschrapt en herschreven als volgt:
“Met toepassing van §1 streeft het bestuur ernaar om 3 personen aan te werven met een
arbeidshandicap in voltijds dienstverband op niveau D of E”.
Inlassing van de zinsnede “ de aanstellende overheid hoort het personeelslid vooraf” voor de
laatste zinsnede. van artikel 48.
In art 65 §1 wordt navolgende bepaling toegevoegd:

“De evaluator ondertekent het evaluatieverslag en tekent, in voorkomend geval, voor
kennisneming de opmerkingen van het personeelslid”
Schrapping van de bepalingen van artikel 108 §2 en de vervanging ervan door navolgende zin:
“Onder werkelijke diensten worden alle diensten verstaan die recht geven het salaris of die,
wat het statutaire personeelslid betreft, bij ontstentenis van een salaris gelijkgesteld worden
met dienstactiviteit. De periodes van verlof of afwezigheid die gelijkgesteld zijn met
dienstactiviteit worden weergegeven in de tabel als bijlage”.
Schrapping van de bepalingen van artikel 112 §1 en de vervanging ervan door navolgende zin:
“§1. Onder overheid in artikel 108, §1 en 109 wordt verstaan:
1° de provincies, de gemeenten en de OCMIN's van België, de publiekrechtelijke verenigingen
waarvan ze deel uitmaken en de instellingen die eronder ressorteren; 2° de diensten en
instellingen van de federale overheid, van de gemeenschappen en gewesten en de
internationale instellingen waarvan ze lid zijn;
3° de diensten en instellingen en de lokale overheden van een lidstaat van de Europese Unie
of van de Europese Economische Ruimte;
4° de gesubsidieerde vrije onderwijsinstellingen of de gesubsidieerde vrije centra voor
leerlingenbegeleiding;
5' de publiekrechtelijke en vrije universiteiten;
6° elke andere instelling naar Belgisch recht of naar het recht van een lidstaat van de
Europese Economische Ruimte die beantwoordt aan collectieve behoeften van algemeen of
lokaal belang en waarbij in de oprichting of bijzondere leiding ervan het overwicht van de
overheid tot uiting komt.”
Toevoeging in artikel 140 .van navolgende zin na de eerste zin :
“Het personeelslid behoudt na de heraanstelling in een andere functie, ongeacht of die tot
dezelfde of tot een andere graad behoort, de salarisschaal en de schaalanciënniteit die het
verworven had in de functionele loopbaan van zijn vorige functie. Het personeelslid dat
heraangesteld wordt in een functie waarmee een andere functionele loopbaan met andere
salarisschalen verbonden is, behoudt zijn schaalanciënniteit en wordt met die
schaalanciënniteit ingeschaald in de overeenstemmende salarisschaal van de nieuwe
functionele loopbaan. Het personeelslid dat als gevolg van die inschaling een lager jaarsalaris
zou krijgen, behoudt zijn vorige jaarsalaris op persoonlijke titel zolang dat gunstiger is”
Toevoeging van punt 3° in artikel 153:
“3° het statutair personeelslid op proef dat tijdens de proeftijd na aanwerving in totaal
gedurende drie maanden afwezig is wegens ziekte of invaliditeit, kan ontslagen worden.”
Toevoeging in artikel 160 §1. van navolgende zin na de eerst zin :
“De raad stelt de regels vast voor het ontslag wegens ziekte of invaliditeit rekening houdend
met de totale duur van de proeftijd. Het ontslag wordt met een aangetekende brief, die de
datum van uitwerking vermeldt, betekend”
Schrapping en herschrijving van artikel 168 als volgt:
“Voor de toekenning van periodieke salarisverhogingen komen alleen de werkelijke diensten
in statutair of contractueel verband in aanmerking die het personeelslid als titularis van een
bezoldigde betrekking heeft geleverd in dienst van:
1° de provincies, de gemeenten en de OCMW’s van België, de publiekrechtelijke verenigingen
waarvan ze deel uitmaken en de instellingen die eronder ressoreteren;
2° de diensten en instellingen van de federale overheid, van de gemeenschappen en
gewesten en de internationale instellingen waarvan ze lid zijn;
3° de diensten en instellingen en de lokale overheden van een lidstaat van de Europese Unie
of van de Europese Economische Ruimte;

4° de gesubsidieerde vrije onderwijsinstellingen of de gesubsidieerde vrije centra voor
leerlingenbegeleiding;
5° de publiekrechtelijke en vrije universiteiten
6° elke andere instelling naar Belgisch recht of naar het recht van een lidstaat van de
Europese Economische Ruimte die beantwoordt aan collectieve behoeften van algemeen of
lokaal belang, en waarbij in de oprichting of bijzondere leiding ervan het overwicht van de
overheid tot uiting komt.”
Schrapping en herschrijving van artikel 169 als volgt:
“Voor de toepassing van artikel 168 moet worden verstaan onder:
werkelijke diensten: alle diensten die recht geven op een salaris of die bij ontstentenis van een
salaris krachtens deze rechtspositieregeling toch in aanmerking worden genomen voor de
vaststelling van het salaris”
Toevoeging van navolgende slotbepaling in artikel 177.
“De minimale salarisverhoging is een integraal onderdeel van het jaarsalaris”
De oorspronkelijke bepalingen van artikel 178 laten voorafgaan door §1;
Toevoeging van een §2 aan artikel 178 met navolgende bepaling: :
“De raad kan bepalen dat het jaarsalaris van de OCMW-secretaris die met toepassing van
artikel 75 en 271 van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de
openbare centra voor maatschappelijk welzijn ook de functie van gemeentesecretaris
uitoefent, verhoogd wordt met maximaal 30%. De raad bepaalt welk percentage van
toepassing is
De uitgewerkte salarisschalen van de OCMW- secretaris en de financieel beheerder bevinden
zich in bijlage bij dit besluit.”
De bepaling van art 200 1° schrappen en te vervangen door navolgende bepaling :
1° het forfaitaire gedeelte:
a) het forfaitaire gedeelte bedraagt voor het jaar 2011 349,73 euro;
b) vanaf 2012 wordt het forfaitaire gedeelte dat toegekend is tijdens het vorige jaar,
telkens vermeerderd met een breuk waarvan de noemer gelijk is aan het
gezondheidsindexcijfer van de maand oktober van het vorige jaar en de teller gelijk is aan het
gezondheidsindexcijfer van de maand oktober van het in aanmerking te
nemen jaar. Het resultaat daarvan wordt berekend tot op twee decimalen nauwkeurig;
c) het bedrag dat het resultaat is van de berekening, vermeld in punt b), wordt verhoogd
met 698,74 euro;
d) voor het jaar 2012 wordt het bedrag dat het resultaat is van de berekening, vermeld in
punt c), voor alle personeelsleden verhoogd met 100 euro;
vanaf het jaar 2013 wordt het bedrag dat het resultaat is van de berekening, vermeld in punt
c), voor alle personeelsleden verhoogd met 200 euro;
De bepaling van art; 209 §2.in fine wordt geschrapt en herschreven als volgt:
“Als berekeningsbasis voor het overloon geldt het bruto-uursalaris, eventueel verhoogd met de
haard- of standplaatstoelage, de toelage voor het waarnemen van een hogere functie, de
gegarandeerde salarisverhoging na bevordering, de toelage voor opdrachthouderschap of de
mandaattoelage.”
De tweede en derde zin van art; 210 §2.in fine worden geschrapt en herschreven als volgt:
“Als berekeningsbasis voor de toeslag geldt het bruto-uursalaris, eventueel verhoogd met de
haard- of standplaatstoelage, de toelage voor het waarnemen van een hogere functie, de
gegarandeerde salarisverhoging na bevordering, de toelage voor opdrachthouderschap of de
mandaattoelage.

De verstoringstoelage kan gecumuleerd worden met de toeslag voor onregelmatige prestaties,
vermeld in artikel 204 en met de toeslag voor overuren, vermeld in artikel 209.”
Artikel 219 wordt geschrapt en herschreven als volgt:
“De toelage voor opdrachthouderschap is gelijk aan een van de volgende bedragen, waarbij
telkens de keuze zal gemaakt worden voor het meest gunstige voor het personeelslid:
1° maximaal 5% van het geïndexeerde jaarsalaris van het personeelslid;
2° het geïndexeerde bedrag van de minimale salarisverhoging, vermeld in artikel 176, §1,
eerste lid, 1' tot en met 4°, dat overeenkomt met het niveau van de functie die de
opdrachthouder bekleedt.
De toelage wordt maandelijks samen met het salaris betaald.
Opdrachthouders in een lopende opdracht, die als gevolg van de plaatselijke uitvoering van de
bepalingen van het eerste en het tweede lid een lagere opdrachthouderstoelage zouden
krijgen, behouden hun toelage op persoonlijke titel voor de verdere duur van hun lopende
opdracht.
De toelage wordt maandelijks samen met het salaris betaald.”
De betiteling van Afdeling 1 van Hoofdstuk 6, zijnde “maaltijdcheques”, wordt vervangen door de
termen “ elektronische maaltijdcheques”
Artikel 226.wordt geschrapt en herschreven als volgt:
“Het personeelslid heeft recht op elektronische maaltijdcheques. De waarde van één
elektronische maaltijdcheque bedraagt 6 euro. De werknemersbijdrage bedraagt 1.09 euro.
Het aantal toegekende elektronische maaltijdcheques is gelijk aan het aantal effectief
gepresteerde arbeidsdagen van het personeelslid. Er worden geen elektronische
maaltijdcheques uitgereikt aan personeelsleden in disponibiliteit en evenmin aan
personeelsleden in dienstactiviteit voor de dagen waarop ze niet gewerkt hebben, zelfs al
hebben ze loon ontvangen zoals vakantiedagen, feestdagen, klein verlet, afwezigheid wegens
ziekte…
Voor deeltijds werkend personeel wordt het voordeel van de elektronische maaltijdcheques
toegekend à rato van de geleverde prestaties.
De elektronische maaltijdcheques worden op naam van het personeelslid geleverd. De
cheque zal duidelijk vermelden dat hij slechts 3 maanden geldig is en enkel mag gebruikt
worden ter betaling van een eetmaal of voor de aankoop van verbruiksklare voeding.
Zo lang de elektronische maaltijdcheques niet in voege zijn, dient men overal maaltijdcheque
te lezen in plaats van elektronische maaltijdcheque.”
Artikel 230 wordt geschrapt en herschreven als volgt:
“Het personeelslid ontvangt een maandelijkse eco-vergoeding die minimaal gelijk aan 0,15
euro per kilometer en maximaal gelijk aan het bedrag dat op grond van de fiscale wetgeving
en socialezekerheidswetgeving is vrijgesteld van belasting en sociale bijdragen. per
afgelegde kilometer wanneer hij de afstand van en naar het werk volledig of gedeeltelijk aflegt
met de fiets, te voet of niet-gemotoriseerde voertuig.”
Artikel 231 wordt geschrapt en herschreven als volgt:
“Het personeelslid dat aan de voorwaarden voldoet voor de toekenning van een parkeerkaart
door de bevoegde hogere overheid, ontvangt een vergoeding voor de verplaatsing van en
naar het werk met de wagen. Die vergoeding is gelijk aan de kostprijs van een treinkaart
tweede klasse over dezelfde afstand.”
Artikel 298 wordt geschrapt en herschreven als volgt:

“Het personeelslid krijgt, maximaal 10 keer per jaar, dienstvrijstelling op de dag waarop het
bloed, plasma of bloedplaatjes geeft. De dienstvrijstelling geldt voor de tijd die nodig is voor de
gift, waarin inbegrepen de tijd die naargelang het geval nodig is voor de verplaatsing van en
naar het afnamecentrum.
De dienstvrijstelling wordt minstens 3 dagen op voorhand aangevraagd aan diensthoofd en
dient goedgekeurd te worden door de OCMW secretaris.”
ARTIKEL 2
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het kader van het bestuurlijk toezicht
7. Rechtspositieregeling voor de personeelsgroepen vermeld in artikel 104, §1 van het OCMWdecreet,
zijnde het personeel dat een betrekking bekleedt die ook bestaat bij de gemeente –
wijziging
Gelet op het OCMW-decreet;
Gelet op het besluit van de OCMW-raad van 13 december 2011 houdende vaststelling van de
rechtspositieregeling voor de personeelsgroepen vermeld in artikel 104, §1 van het OCMW-decreet
zijnde het personeel dat een betrekking bekleedt die ook bestaat bij de gemeente;
Gelet op de toelichting omschreven in voorgaand agendapunt;
Overwegende dat deze eveneens de mogelijkheid bevat tot overdracht van personeel ingevoerd
volgens de mogelijkheden zoals gestipuleerd in het gemeentedecreet en het OCMW-decreet.
Gelet op het advies van het syndicaal overlegcomité gemeente-OCMW van 25 februari 2013
hieromtrent;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 26 februari jl. tot wijziging van de rechtspositieregeling
van het gemeentepersoneel,
Gelet op het besluit van de OCMW-raad van 12 februari 2013 houdende vaststelling van het
huishoudelijk reglement;
Gehoord raadslid Th. Dekkers of er r sprake is van wederkerigheid met de gemeente inzake
voorziene overdracht van personeel aan de gemeente en vice versa
Gehoord de voorzitter in haar bevestigend antwoord;
BESLUIT met éénparigheid
Artikel 1
De raad neemt akte van het besluit van de gemeenteraad van 26 februari 2013 tot wijziging van de
rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel en het gegeven dat deze wijzigingen automatisch
van toepassing zijn op de personeelsgroepen van het OCMW vermeld in artikel 104, §1 van het
OCMW-decreet, zijnde het personeel dat een betrekking bekleedt die ook bestaat bij de gemeente
Artikel 2
De raad neemt in het bijzonder akte van de invoering van artikel 139 bis (overdracht) in genoemd
besluit van de gemeenteraad van 26 februari 2013 en formuleert de intentie om deze mutatis
mutantis in te voeren voor de personeelsgroepen van het OCMW vermeld in artikel 104, §1 van het
OCMW-decreet, zijnde het personeel dat een betrekking bekleedt die ook bestaat bij de gemeente,
en zoals dit uitgewerkt wordt in artikel 3
Artikel 3

De OCMW - raad kan een personeelslid vermeld in artikel 104, §1 van het OCMW-decreet
overdragen aan de gemeente, mits goedkeuring bekomen wordt vanwege de gemeenteraad. Bij
overdracht van een personeelslid wordt deze voorafgaand gehoord door de aanstellende overheid.
Het overgedragen personeelslid van het OCMW behoudt zijn of haar graad, salarisschaal en zijn of
haar aanspraken op de functionele loopbaan die het personeelslid had kunnen doorlopen als het bij
het OCMW-bestuur in dienst was gebleven, volgens de voorwaarden die daarvoor golden bij het
OCMW bestuur. Het behoud van deze rechten blijft verworven zolang de rechtspositieregeling van het
gemeentepersoneel niet gunstiger is. Ook komen de overgedragen personeelsleden in beginsel in
aanmerking voor bevordering en interne mobiliteit bij het gemeentebestuur op dezelfde wijze en onder
dezelfde voorwaarden als de andere personeelsleden van het gemeentebestuur.
Artikel 4
Artikel 2 alinea 2 van het besluit van de OCMW-raad van 13 december 2011 houdende vaststelling
van de rechtspositieregeling voor de personeelsgroepen vermeld in artikel 104, §1 van het OCMWdecreet
wordt herschreven door in de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel zo te
verstaan onder:
raad: de raad voor maatschappelijk welzijn;
aanstellende overheid: secretaris van het OCMW;
het uitvoerend orgaan van het bestuur: de voorzitter van het OCMW
het hoofd van het personeel: de secretaris van het OCMW
.
Artikel 5
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het kader van het bestuurlijk toezicht
8. SVK- criteria voor inhuurneming van woningen
Gelet op in vorige zitting gestelde vraag tot formulering van criteria voor inhuurname van woningen;
Gelet op voorliggende nota van de coördinator SVK;
Gelet op het gunstig advies van het managementteam;
Gehoord Cathy van den Buys die nadere toelichting vraagt en verkrijgt omtrent de gestelde screening
van woningen en matching met de wachtlijst;
Gehoord Thomas Dekkers die betreurt dat Wonen Vlaanderen de maximale huurprijzen overal in
Vlaanderen op dezelfde bedragen bepaald heeft, terwijl de huurmarkt enorm kan verschillen van
regio tot regio en onze grensregio bijzonder hoge huurprijzen kent;
BESLUIT met eenparigheid
De criteria tot inhuurname van woningen van het SVK zijn als volgt:
A. Technische vereisten en comfort:
1. Er wordt een plaatsbezoek gebracht aan de woning. De woning wordt technisch
gescreend om na te gaan of deze voldoet aan de Vlaamse Wooncode inzake
elementaire veiligheids- gezondheids- en kwaliteitsvereisten. Dit is een eerste
inschatting door het SVK zelf.
2. Aan de eigenaar wordt gemeld dat er een onderzoek zal plaatsvinden door Wonen-
Vlaanderen inzake de V-G-K-vereisten van de Vlaamse Wooncode. Dit is voor de
SVK’s verplicht om te doen, anders mag de woning niet worden ingehuurd !
De eigenaar wordt er op gewezen dat indien de woning niet voldoet, hij verplicht zal
worden herstellingen uit te voeren, ook als hij niet aan het SVK wil verhuren.
3. De eigenaar dient een EPC attest en keuringsattesten gas, stookolie en elektriciteit
voor te leggen.
B. Huurprijs
Voor het vaststellen van de huurprijs wordt als basis de maximale huurprijs genomen voor
het bekomen van een “tegemoetkoming in de huurprijs” van Wonen-Vlaanderen:
560,00 euro voor een alleenstaande / koppel

599,20 euro voor gezin met 1 persoon ten laste
638,40 euro voor gezin met 2 personen ten laste
677,60 euro voor gezin met 3 personen ten laste
716,80 euro voor gezin met 4 of meer personen ten laste
De grootte van de slaapkamer en woonkamer zijn bepalend om vast te stellen hoeveel
personen in een woning kunnen wonen (= rationele bezetting).
Woonkamer: 16 m² voor 1 persoon + voor elke bijkomende persoon 2 m²
Slaapkamer voor 1 persoon meet minstens 6,5 m²
Slaapkamer voor 2 personen meet minstens 10 m²
VOORBEELD:
voor een gezin (vader, moeder) met 2 kinderen geeft dit volgende afmetingen:
Woonkamer: 16 + 2 + 2 + 2 = minstens 22 m²
1 slaapkamer voor ouders van minstens 10 m²
1 slaapkamer van minstens 10 m² indien kinderen van hetzelfde geslacht zijn
Of 2 slaapkamers van minstens 6,5 m² indien kinderen van verschillend geslacht
Er wordt met de eigenaar een huurprijs onderhandeld. Gezien de eigenaar steeds
verzekerd is van zijn geld, wordt de basishuurprijs verminderd met minstens 100 euro.
Afhankelijk van de kwaliteit en het comfort van de woning, wordt de huurprijs verder
onderhandeld.
C. Bereidheid eigenaar
De eigenaar moet bereid zijn in te stappen in de procedure van het SVK: toewijzing via
het wachtlijstsysteem, zonder inbreng wie de woning zal betrekken. Ook voor
herstellingen dient de eigenaar bereid te zijn die uit te voeren indien nodig.
Indien het enkel om de baten draait (huurgelden innen, renovatiepremie, vermindering
onroerende voorheffing,…), moet het SVK niet in zee gaan met de eigenaar.
D. Matching met wachtlijst
Er dient vraag te zijn naar de aan te bieden woning.
Op dit moment is er genoeg aanbod voor 1 slaapkamer en 2 slaapkamerwoningen. Er
dienen nog wel een aantal woningen met mindere kwaliteit vervangen te worden.
Huidige hiaten in aanbod zijn de grotere woningen (3-4 slaapkamers) en gelijkvloerse
woningen.
9. Assistentiewoningen Residentie Mastbos – vervanging van wasmachine
Overwegende dat de huidige wasmachine dateert van 2001;
Gelet op de noodzaak tot plaatsen van een nieuwe motor, schokdemper en riem, waarvan de
herstellingskost volgens offerte bepaald werd op 1.885,4 euro; zodat de aankoop van een nieuwe
wasmachine wenselijk overkomt;
Gelet de gevoerde onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking voor levering van
een wasmachine volgens bijgaand bestek 2013/1SF met prijsopvraging bij Electro Javado(Essen),
Electro Vorsselmans (Essen) en LDL Equipment (Deinze);
Gelet op de ingekomen offertes vanwege Elektro Javado van een wasmachine Miele 6065 Vario met
een capaciteit van 6,5 kg voor 3.770 euro excl. BTW, vanwege Elektro Vorsselmans voor eenzelfde
wasmachine voor 3.769,00 euro excl. BTW en tot slot de bieding vanwege LDL Equipment voor een
industriële wasmachine IPSO type HC 60 met een belading van 5,5 kg. voor de prijs van 2.232 euro
excl. BTW;
Gelet op de meest voordelige bieding van LDL Equipment,

Gehoord raadslid F. Tobback die wijst op de melding van LDL Equipment dat het BTW – tarief
gesteld kan worden op 6 % indien er permanent inwonenden zijn en de gebouwen ouder zijn dan 5
jaar;
Overwegende dat deze 2 voorwaarden vervuld zijn;
BESLUIT met eenparigheid;
De opdracht tot levering van een industriële wasmachine wordt gegund aan LDL Equipment uit
Deinze, Europalaan 60 inzake het toestel IPSO type HC 60 voor de prijs van 2.232 euro excl. .BTW
(6%)
10. SVK woningherstellingen
Gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor
maatschappelijk welzijn;
Gelet op voorliggende nota van de coördinator SVK;
Gelet op de wenselijkheid tot aanstelling van een firma dat, ongeacht het merk of type toestel, belast
wordt met het onderhoud (jaarlijks certificaat), reiniging en herstelling van alle technische installaties
van de woningen van het SVK en het LOI, zijnde de verwarmingstoestellen, het sanitair warm water,
waterleidingen en de elektrische installaties, en dit alles met navolgende dienstverlening: 7/7 d, 24/24
u bereikbaarheid voor huurder voor kleine defecten, het verlenen van advies en offerte voor grotere
herstellingen en het regelmatig voeren van overleg met het OCMW inzake uitgevoerd onderhoud en
interventies;
Gehoord raadsleden D. Van Ginderen en R. Goormachtig in hun vraag om eveneens prijzen op te
vragen bij Essense firma’s;
Na beraadslaging;
BESLUIT met eenparigheid
Artikel 1
Het OCMW voert een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking inzake het
onderhoud, reinigen en herstellen van alle technische installaties van de woningen van het Sociaal
Verhuurkantoor en het Lokaal Opvanginitiatief en bijhorende dienstverlening zoals in de aanhef
gesteld bij de firma’s Cofely Services (Mechelen), Euphony (Wilrijk) Fabricom (Aartselaar) en Bondec
(Wommelgem), alsmede enkele aan te wijzen firma’s uit Essen.
Artikel 2
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het kader van het bestuurlijk toezicht.
11. Mandaten CIPAL : verkiezing van één afgevaardigde van het OCMW voor de bijzondere
algemene vergadering van 22 maart 2013
Gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor
maatschappelijk welzijn;
Gelet op het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking;
Gelet op het feit dat het OCMW deelnemer is van de dienstverlenende vereniging CIPAL;
Gelet op voorliggende uitnodiging en dagorde voor de bijzondere algemene vergadering van CIPAL
van 22 maart 2013 te Geel;
BESLUIT met eenparigheid

Art. 1 De agendapunten van de bijzondere algemene vergadering van de dienstverlenende vereniging
CIPAL van 22 maart 2013 en de in dat verband door de raad van bestuur van de dienstverlenende
vereniging CIPAL voorgestelde beslissingen worden goedgekeurd.
Art. 2
Raadslid Suzanne Kerstens uit Essen, Grensstraat 54 wordt als vertegenwoordiger van het OCMW
aangewezen voor genoemde bijzondere algemene vergadering
Art. 3
Bovengenoemde vertegenwoordiger wordt gemandateerd om op genoemde bijzondere algemene
vergadering te handelen en te beslissen conform de beslissingen die door de raad zijn genomen over
de agendapunten en de daaronder te nemen beslissingen van de genoemde buitengewone algemene
vergadering en verder al het nodige te doen voor de afwerking van de volledige agenda.
Art. 4
De Voorzitter bezorgt onverwijld een afschrift van deze beslissing aan de dienstverlenende vereniging
CIPAL, Cipalstraat 1 te 2440 Geel.
12. Mandaten. SEL Amberes - aanduiding van 1 afgevaardigde in de Algemene Vergadering en
eventuele voordracht van deze afgevaardigde om te zetelen in de Raad van Beheer.
Het OCMW duidt voorzitter Imelda Schrauwen aan als vertegenwoordiger in de Algemene
Vergadering van het SEL Amberes en draagt haar tevens voor om te zetelen in de Raad van Beheer.
13. Op- of aanmerkingen van raadsleden
Jasper Van Landeghem – assistentiewoningen Residentie Mastbos
o Hij vraagt alle mogelijke informatie hieromtrent (voorwaarden, reglementen,
wachtlijsten).
o Antwoord: de secretaris zal deze bezorgen aan alle raadleden
Jasper Van Landeghem – fietspunt bij NMBS station Essen
o Hij verwijst naar de beslissing van de voorbije voltallige gemeenteraad om een
onderzoek op te starten of er in samenspraak met de NMBS en het OCMW een
fietspunt kan opgestart worden aan het station in Essen en vraagt of het OCMW hierin
al initiatieven genomen heeft;
o De voorzitter bevestigt dat ze een mail ontvangen heeft om een werkbezoek te
brengen aan de fietspunten van Turnhout en Lier op respectievelijk 18 maart en 23
april. Deze mail zal via de secretaris bezorgd worden aan alle raadsleden.
Diane Van Ginderen – ziekteverzuim personeel
o Ze vraagt de periodieke voorlegging van een afwezigheidslijst van het personeel;
o Antwoord: De raad acht het wenselijk om deze vraag te koppelen aan een uit te
stippelen ziekteverzuimbeleid dat als actiepunt kan gesteld worden in het kader van
de BBC (cf. agendapunt nr. 3)
De voorzitter sluit de openbare zitting om 20u40