Programmarekening 2004 - Stadsdeel Oost - Gemeente Amsterdam

2.2 Gevolgen invoering Besluit Begroting en Verantwoording (BBV)
Per 1 januari 2004 is het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) van kracht geworden. Dit besluit
vervangt de Comptabiliteitsvoorschriften (CV 95).
Dit nieuwe BBV stelt andere eisen aan de indeling van reserves en voorzieningen.
Er zijn drie categorieën reserves benoemd:
• Algemene reserve
• Bestemmingsreserves:
bestemmingsreserves, die dienen om ongewenste schommelingen op te vangen in de
tarieven die aan derden in rekening worden gebracht, maar die niet specifiek besteed
hoeven te worden (voorbeeld: reserve egalisatie afvalstoffen)
overige bestemmingsreserves zijn reserves, waar de raad een bepaalde bestemming aan
heeft gegeven (voorbeeld reserve parkeerfonds)
Voorzieningen worden gevormd vanwege:
• Verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch
redelijkerwijs in te schatten (voorbeeld: voorziening bruidsschat speciaal onderwijs)
• Op de balansdatum bestaande risico’s van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen
waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten (voorbeeld: voorziening onderhoud en baggeren
ontwateringtochten)
• Kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten
zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de
voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren
(voorbeeld: voorziening groot onderhoud wegen)
• Tot de voorzieningen worden ook gerekend van derden verkregen middelen die specifiek besteed
moeten worden (dit waren voorheen bestemmingsreserves voorbeeld: voorziening
oudkomerstrajecten)
De onttrekkingen en toevoegingen aan reserves worden gezien als een resultaatbestemming en
moeten apart zichtbaar gemaakt worden. In de programmabegroting 2004 zijn deze onttrekkingen en
toevoegingen nog bij het betreffende beoogd effect begroot. In het kader van de jaarrekening is de
begroting middels een technische begrotingswijziging alsnog aangepast aan de nieuwe regelgeving.
Ook in de realisatie is conform de nieuwe regelgeving gewerkt.
2.3 Reserves en voorzieningen
Bij de onttrekkingen of toevoegingen aan de verschillende reserves en voorzieningen is als volgt
gehandeld.
• De onttrekking aan de algemene reserve voor de dekking van incidentele uitgaven bij de
verschillende programma’s is conform de raming in de gewijzigde begroting volledig geboekt via
de resultaatbestemming. Met eventuele onderschrijdingen op incidentele prioriteiten is geen
rekening gehouden. Hierdoor zijn niet-bestede incidentele gelden onderdeel geworden van het
rekeningresultaat.
• De werkelijke onttrekkingen uit het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing en het
Parkeerfonds in 2004 zijn aanzienlijk lager dan begroot (zie ook het hoofdstuk Algemene
dekkingsmiddelen). In de huidige begrotingssystematiek zijn op de programma’s projectbudgetten
als begrote uitgaven opgenomen. Tegenover deze projectkosten staan inkomsten uit reserves. De
inkomsten uit de benodigde onttrekkingen uit reserves zijn opgenomen bij het onderdeel
resultaatbestemming (zie hoofdstuk 4). De onttrekkingen uit voorzieningen zijn opgenomen als
negatieve uitgaven.
Budgetten voor projecten die worden bekostigd uit het ISV- en Parkeerfonds worden decentraal
geraamd bij de beoogd effecten. De dekking voor de projectkosten uit het ISV- en Parkeerfonds
wordt echter centraal verantwoord bij resultaatbestemming.
Bij het opmaken van de programmarekening wordt de hoogte van de benodigde onttrekking uit
reserves en voorzieningen bepaald aan de hand van de werkelijke bestedingen. Niet bestede
restantbudgetten blijven in het fonds als dekking voor de kosten van de afronding van de
projecten in volgende jaren.
8