Fries in het basisonderwijs - 10 voor de leraar
Fries in het basisonderwijs - 10 voor de leraar
Fries in het basisonderwijs - 10 voor de leraar
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Kennisbasis<br />
HBO-raad<br />
verenig<strong>in</strong>g van hogescholen<br />
Leraar <strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong><br />
<strong>Fries</strong>
2 | Kennisbasis <strong>Fries</strong> <strong>leraar</strong> <strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong>
Kennisbasis <strong>Fries</strong><br />
<strong>leraar</strong> <strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong><br />
Kennisbasis <strong>Fries</strong> <strong>leraar</strong> <strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong> | 3
Voorwoord<br />
4 | Kennisbasis <strong>Fries</strong> <strong>leraar</strong> <strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong><br />
In 2008 zijn <strong>de</strong> lerarenopleid<strong>in</strong>gen gestart met een even uniek als complex project: <strong>het</strong> ont-<br />
wikkelen van kennisbases <strong>voor</strong> alle twee<strong>de</strong>graads lerarenopleid<strong>in</strong>gen, <strong>voor</strong> alle eerstegraads<br />
lerarenopleid<strong>in</strong>gen en <strong>voor</strong> alle vakken van <strong>de</strong> lerarenopleid<strong>in</strong>gen <strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong>. Aan <strong>de</strong><br />
ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> kennisbases is <strong>in</strong> verschillen<strong>de</strong> fases gewerkt door een groot aantal<br />
docenten van <strong>de</strong> lerarenopleid<strong>in</strong>gen.<br />
Nu zijn <strong>de</strong> laatste kennisbases voltooid. Geschreven door vakmensen, gelegitimeerd door <strong>het</strong><br />
werkveld. De lerarenopleid<strong>in</strong>gen kunnen tevre<strong>de</strong>n terugkijken op een perio<strong>de</strong> waar<strong>in</strong> zij veel<br />
hebben gediscussieerd, geschaafd en bijgesteld. Een perio<strong>de</strong> waar<strong>in</strong> vakcollega’s <strong>in</strong>tensief<br />
hebben nagedacht over hun vak, <strong>de</strong> didactiek en <strong>de</strong> doelen die zij hun stu<strong>de</strong>nten m<strong>in</strong>imaal<br />
mee willen geven.<br />
De kennisbases zijn natuurlijk geen statische documenten. In <strong>de</strong> toekomst zullen ze met<br />
enige regelmaat bijstell<strong>in</strong>g nodig hebben. Dat houdt <strong>het</strong> gesprek over <strong>de</strong> <strong>in</strong>houd van <strong>de</strong> lera-<br />
renopleid<strong>in</strong>gen volop <strong>in</strong> leven en draagt daarmee bij aan <strong>de</strong> kwaliteitsslag die met <strong>het</strong> ontwik-<br />
kelen van <strong>de</strong> kennisbases werd beoogd.<br />
Met <strong>het</strong> voltooien van ook <strong>de</strong> laatste kennisbases kunnen <strong>de</strong> lerarenopleid<strong>in</strong>gen zich ten volle<br />
concentreren op <strong>het</strong> <strong>in</strong>tegreren van <strong>de</strong> kennisbases <strong>in</strong> <strong>de</strong> curricula van <strong>de</strong> opleid<strong>in</strong>gen en<br />
daarnaast op <strong>het</strong> ontwikkelen van <strong>de</strong> kennistoetsen. Dat is zo mogelijk nog een complexer<br />
project. Het herschrijven van curricula, <strong>het</strong> be<strong>de</strong>nken van goe<strong>de</strong> toetsvragen: <strong>het</strong> vraagt veel<br />
tijd en <strong>in</strong>zet van me<strong>de</strong>werkers van <strong>de</strong> opleid<strong>in</strong>gen. Hun <strong>in</strong>zet is cruciaal <strong>voor</strong> <strong>het</strong> behalen van<br />
<strong>de</strong> beoog<strong>de</strong> ambitieuze doelstell<strong>in</strong>gen. Zij dragen daarmee allen op hun eigen wijze bij aan<br />
een goe<strong>de</strong> opleid<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> <strong>de</strong> nieuwe generatie leraren.<br />
Ik dank allen die hieraan hebben bijgedragen.<br />
mr. Thom <strong>de</strong> Graaf<br />
<strong>voor</strong>zitter HBO-raad
Inhoud<br />
1. De unieke bijdrage van <strong>Fries</strong> aan <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren 7<br />
1.1. Fryslân, een tweetalige prov<strong>in</strong>cie 7<br />
1.2. <strong>Fries</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rwijs 7<br />
1.3. Pedagogisch-didactische motieven 7<br />
1.4. Maatschappelijke motieven 8<br />
1.5. Culturele motieven 8<br />
1.6. Taalpolitieke motieven 8<br />
1.7. <strong>Fries</strong> op <strong>de</strong> basisscholen 8<br />
2. De big i<strong>de</strong>as 9<br />
2.1. Pr<strong>in</strong>cipe van additieve tweetaligheid 9<br />
2.2. Pr<strong>in</strong>cipe van transfer <strong>10</strong><br />
2.3. Pr<strong>in</strong>cipe van <strong>in</strong>teractieve didactiek <strong>10</strong><br />
3. Uitwerk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> big i<strong>de</strong>as 12<br />
3.1. Taalverwerv<strong>in</strong>gtheorieën en transfer naar an<strong>de</strong>re talen 12<br />
3.2. Differentiatie 12<br />
3.3. Positieve houd<strong>in</strong>g 12<br />
3.4. Eigen taalvaardigheid 12<br />
4. Context: <strong>Fries</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong> 14<br />
4.1. Meertalige situatie 14<br />
4.2. Afspraken over taal, taalbeleid 14<br />
4.3. Eigen taalvaardigheid 15<br />
4.4. Voertaal, omgangstaal en taal als vak 15<br />
4.5. Differentiatie 15<br />
4.6. Leer<strong>in</strong>houd, leeractiviteiten en leermid<strong>de</strong>len 16<br />
4.7. Kerndoelen 16<br />
4.8. Positieve attitu<strong>de</strong> 16<br />
4.9. Luistervaardigheid 16<br />
4.<strong>10</strong>. Spreekvaardigheid 17<br />
4.11. Leesvaardigheid 17<br />
4.12. Schrijfvaardigheid 18<br />
4.13. Taalbeschouw<strong>in</strong>g, waaron<strong>de</strong>r strategieën 18<br />
4.14. Verwerk<strong>in</strong>g en toets<strong>in</strong>g 18<br />
4.15. <strong>Fries</strong> en an<strong>de</strong>re vakken 19<br />
5. Aansluiten bij <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>gsfase van <strong>het</strong> k<strong>in</strong>d 20<br />
5.1. Taalontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> meertalige situaties 20<br />
5.2. On<strong>de</strong>rbouw 20<br />
5.3. Mid<strong>de</strong>nbouw 21<br />
5.4. Bovenbouw 21<br />
Kennisbasis <strong>Fries</strong> <strong>leraar</strong> <strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong> | 5
6 | Kennisbasis <strong>Fries</strong> <strong>leraar</strong> <strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong><br />
6. Voorbeel<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> praktijk 23<br />
6.1. Voorbeeld groep 1 / 2 waarbij gewerkt wordt aan kerndoel 19 23<br />
6.2. Voorbeeld groep 1 / 2 waarbij gewerkt wordt aan kerndoel 21 23<br />
6.3. Voorbeeld groep 3 / 4 waarbij gewerkt wordt aan kerndoel 20 24<br />
6.4. Voorbeeld groep 7 / 8 waarbij gewerkt wordt aan kerndoel 20 24<br />
Bronnen 25<br />
Bijlagen 26<br />
Bijlage 1: Referentieka<strong>de</strong>rs <strong>Fries</strong> Basison<strong>de</strong>rwijs 26<br />
Bijlage 2: Referentieka<strong>de</strong>rs <strong>Fries</strong> Pabo 28<br />
Bijlage 3: Toelicht<strong>in</strong>g op <strong>de</strong> kerndoelen 30<br />
Auteur 31<br />
Legitimer<strong>in</strong>gspanel 31<br />
Colofon 31
1. De unieke bijdrage van <strong>Fries</strong><br />
aan <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren<br />
1.1. Fryslân, een tweetalige prov<strong>in</strong>cie<br />
Fryslân is een tweetalige prov<strong>in</strong>cie met twee officieel erken<strong>de</strong> talen, <strong>Fries</strong> en Ne<strong>de</strong>rlands.<br />
<strong>Fries</strong> is een Westgermaanse taal, die al s<strong>in</strong>ds <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen <strong>in</strong> Fryslân wordt gesproken en<br />
geschreven. Het is een taal met een eigen rijke woor<strong>de</strong>nschat, fonologie, morfologie en syn-<br />
taxis die zich on<strong>de</strong>rscheidt van <strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rlands. <strong>Fries</strong> heeft een eigen gestandaardiseer<strong>de</strong><br />
spell<strong>in</strong>g en grammatica en heeft zijn eigen dialectische variatie.<br />
Voor iets meer dan <strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> <strong>in</strong>woners van Fryslân is <strong>Fries</strong> <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>rtaal. Volgens <strong>de</strong><br />
quickscan van 2007 kan 94% van <strong>de</strong> <strong>in</strong>woners van Fryslân <strong>het</strong> <strong>Fries</strong> re<strong>de</strong>lijk tot goed ver-<br />
staan, 74% kan <strong>het</strong> spreken, 75% lezen en 26% kan <strong>het</strong> re<strong>de</strong>lijk tot goed schrijven (De Fryske<br />
taalatlas 2007). De meer<strong>de</strong>rheid van <strong>de</strong> <strong>Fries</strong>e bevolk<strong>in</strong>g v<strong>in</strong>dt <strong>Fries</strong> belangrijk en ongeveer<br />
85% van <strong>de</strong> <strong>in</strong>woners v<strong>in</strong>dt dat <strong>het</strong> <strong>Fries</strong> niet moet verdwijnen 1 .<br />
De tweetaligheid van <strong>de</strong> prov<strong>in</strong>cie komt tot uit<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>het</strong> maatschappelijke verkeer. Op straat,<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> w<strong>in</strong>kels, op <strong>het</strong> werk, op school, <strong>in</strong> <strong>de</strong> media, <strong>in</strong> <strong>de</strong> sport, bij <strong>de</strong> overheid en <strong>in</strong> <strong>de</strong> poli-<br />
tiek, overal komt men <strong>Fries</strong> tegen. Er is een bloeien<strong>de</strong> <strong>Fries</strong>talige cultuur op professioneel<br />
niveau die tot uit<strong>in</strong>g komt <strong>in</strong> (jeugd-)literatuur, muziek en theater.<br />
Het taalbeleid van <strong>de</strong> prov<strong>in</strong>cie en <strong>de</strong> gemeenten is gericht op gebruik en ver<strong>de</strong>re ontwikke-<br />
l<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> <strong>Fries</strong> als cultuurtaal en als taal van <strong>de</strong> gemeenschap.<br />
1.2. <strong>Fries</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rwijs<br />
De overgrote meer<strong>de</strong>rheid (76%) van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs van basisschoolleerl<strong>in</strong>gen v<strong>in</strong>dt on<strong>de</strong>rwijs <strong>in</strong><br />
<strong>het</strong> <strong>Fries</strong> belangrijk 2 . De nationale overheid erkent eveneens <strong>het</strong> belang van on<strong>de</strong>rwijs <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />
<strong>Fries</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>Fries</strong>e samenlev<strong>in</strong>g. In 1980 werd <strong>Fries</strong> een verplicht vak <strong>in</strong> <strong>het</strong> primair on<strong>de</strong>rwijs<br />
<strong>in</strong> Fryslân. Daarnaast kan <strong>Fries</strong> als voertaal bij an<strong>de</strong>re vakken wor<strong>de</strong>n gebruikt. In <strong>de</strong> bestuurs-<br />
afspraak <strong>Fries</strong>e taal en cultuur hebben Rijk en prov<strong>in</strong>cie na<strong>de</strong>re afspraken gemaakt om <strong>het</strong><br />
<strong>Fries</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> primair on<strong>de</strong>rwijs te versterken. In 1996 heeft <strong>het</strong> Rijk <strong>het</strong> ‘Europese Handvest<br />
<strong>voor</strong> regionale en m<strong>in</strong><strong>de</strong>rheidstalen’ on<strong>de</strong>rtekend. Hiermee on<strong>de</strong>rschrijven prov<strong>in</strong>cie en Rijk<br />
een beleid dat erop gericht is dat een substantieel <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> lessen op <strong>de</strong> <strong>Fries</strong>e basisscho-<br />
len <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>Fries</strong> gegeven wordt 3 . <strong>Fries</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong> is van belang vanuit pedagogisch-<br />
didactisch, maatschappelijk, cultureel en taalpolitiek oogpunt.<br />
1.3. Pedagogisch-didactische motieven<br />
Veel k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren <strong>in</strong> Fryslân zijn al <strong>in</strong> meer of m<strong>in</strong><strong>de</strong>re mate (actief of passief) tweetalig wanneer<br />
zij op <strong>de</strong> basisschool komen. <strong>Fries</strong>talige k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren wor<strong>de</strong>n al jong tweetalig doordat ze <strong>het</strong><br />
Ne<strong>de</strong>rlands overal tegenkomen. Ne<strong>de</strong>rlandstalige k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren kunnen <strong>in</strong> aanrak<strong>in</strong>g komen met<br />
<strong>Fries</strong> via <strong>voor</strong>schoolse opvang, media en personen uit hun omgev<strong>in</strong>g.<br />
In <strong>de</strong> ‘Universele verklar<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> rechten van <strong>de</strong> Mens’ van <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Naties staat dat<br />
alle k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren recht hebben op on<strong>de</strong>rwijs <strong>in</strong> hun eigen taal. Dit geldt ook <strong>voor</strong> <strong>Fries</strong>talige k<strong>in</strong><strong>de</strong>-<br />
ren. Zij kunnen door on<strong>de</strong>rwijs <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>Fries</strong> hun eigen moe<strong>de</strong>rtaal ver<strong>de</strong>r ontwikkelen. Een<br />
goe<strong>de</strong> beheers<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>rtaal heeft een positieve <strong>in</strong>vloed op <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />
taalvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> taal. Voor <strong>Fries</strong>taligen betekent dit <strong>het</strong> leren van <strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rlands.<br />
Ook Ne<strong>de</strong>rlandstalige k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren (en k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren met een immigrantentaal als moe<strong>de</strong>rtaal)<br />
kunnen door on<strong>de</strong>rwijs <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>Fries</strong> al op jonge leeftijd tweetalig (of meertalig) wor<strong>de</strong>n.<br />
1 Foekema, F. (2004). Overdracht van <strong>de</strong> <strong>Fries</strong>e taal. Amsterdam: TNS NIPO.<br />
2 Inspectie van <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rwijs. (2006). De kwaliteit van <strong>het</strong> vak <strong>Fries</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong> en <strong>het</strong> <strong>voor</strong>tgezet<br />
on<strong>de</strong>rwijs <strong>in</strong> <strong>de</strong> prov<strong>in</strong>cie Fryslân. Utrecht: Inspectie van <strong>het</strong> On<strong>de</strong>rwijs.<br />
3 Oosterloo, A. en Paus, H. (red.). (2005). <strong>Fries</strong> aan bod, leerplan <strong>Fries</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong> Primair On<strong>de</strong>rwijs, blz. 21.<br />
Ensche<strong>de</strong>: SLO.<br />
Kennisbasis <strong>Fries</strong> <strong>leraar</strong> <strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong> | 7
8 | Kennisbasis <strong>Fries</strong> <strong>leraar</strong> <strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong><br />
Uit wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek komt naar voren dat tweetaligheid on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re een posi-<br />
tieve <strong>in</strong>vloed heeft op <strong>de</strong> algemene taalontwikkel<strong>in</strong>g en op <strong>de</strong> cognitieve ontwikkel<strong>in</strong>g van<br />
k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren. Zo ontwikkelen tweetalige k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren een beter <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> <strong>de</strong> opbouw van taalsyste-<br />
men en meer gevoel <strong>voor</strong> taalverschillen. Zij ontwikkelen sneller en gemakkelijker een meta-<br />
l<strong>in</strong>guïstisch bewustzijn, met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n: zij zijn zich er eer<strong>de</strong>r van bewust dat men ver-<br />
schillen<strong>de</strong> etiketten op <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> begrip kan plakken, een belangrijke stap <strong>in</strong> <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g<br />
van abstract <strong>de</strong>nken. Tweetalige k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren kunnen ook gemakkelijker nieuwe talen leren en<br />
hebben meer oog <strong>voor</strong> taaldiversiteit.<br />
1.4. Maatschappelijke motieven<br />
De meer<strong>de</strong>rheid van <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> basisscholen zal later leven en werken <strong>in</strong> Fryslân.<br />
Om goed te kunnen functioneren <strong>in</strong> <strong>de</strong> tweetalige maatschappij van Fryslân is beheers<strong>in</strong>g<br />
van <strong>het</strong> <strong>Fries</strong> van belang, bij<strong>voor</strong>beeld <strong>in</strong> alledaagse contacten met leeftijdsgenoten, familie,<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> buurt, en ook <strong>in</strong> <strong>het</strong> werkzame leven zoals <strong>in</strong> <strong>de</strong> gezondheidszorg, dienstverlen<strong>in</strong>g, bij<br />
media en overheid en bij algemeen maatschappelijke activiteiten. Mon<strong>de</strong>l<strong>in</strong>ge en schriftelijke<br />
beheers<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> <strong>Fries</strong> geeft een extra plus aan maatschappelijke participatie.<br />
1.5. Culturele motieven<br />
Het <strong>Fries</strong> wordt mon<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g en schriftelijk op verschillen<strong>de</strong> manieren gebruikt. Al die mon<strong>de</strong>-<br />
l<strong>in</strong>ge en schriftelijke uit<strong>in</strong>gen, bij<strong>voor</strong>beeld <strong>in</strong> <strong>de</strong> muziek, toneel, literatuur en sport vormen<br />
met elkaar <strong>de</strong> <strong>Fries</strong>e cultuur. Door <strong>Fries</strong> op school komen k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren <strong>in</strong> aanrak<strong>in</strong>g met <strong>de</strong><br />
<strong>Fries</strong>e cultuur en kunnen daaraan <strong>de</strong>elnemen. Het on<strong>de</strong>rwijs heeft een belangrijke functie <strong>in</strong><br />
die cultuuroverdracht en <strong>het</strong> bevor<strong>de</strong>ren van cultuurparticipatie. Cultuurbelev<strong>in</strong>g als zodanig<br />
is <strong>in</strong> stimulans <strong>voor</strong> <strong>het</strong> (beter) leren beheersen van <strong>de</strong> taal.<br />
1.6. Taalpolitieke motieven<br />
Aandacht <strong>voor</strong> <strong>Fries</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rwijs is ook van belang <strong>voor</strong> <strong>het</strong> streven <strong>de</strong> <strong>Fries</strong>e taal<br />
te behou<strong>de</strong>n. Het Ne<strong>de</strong>rlands heeft een hogere status dan <strong>het</strong> <strong>Fries</strong> en heeft veel <strong>in</strong>vloed.<br />
Daardoor kan <strong>het</strong> gebruik van <strong>het</strong> <strong>Fries</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> gedrang komen en <strong>de</strong> positie van <strong>het</strong> <strong>Fries</strong><br />
bedreigd wor<strong>de</strong>n. Wanneer er <strong>Fries</strong> op school geleerd wordt, kan dit een bijdrage leveren<br />
aan <strong>het</strong> versterken van <strong>de</strong> positie van <strong>het</strong> <strong>Fries</strong> 4 . <strong>Fries</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rwijs bevestigt <strong>de</strong> positie<br />
van <strong>Fries</strong> als Europese m<strong>in</strong><strong>de</strong>rheidstaal.<br />
1.7. <strong>Fries</strong> op <strong>de</strong> basisscholen<br />
Bijna alle scholen <strong>in</strong> Fryslân geven <strong>Fries</strong> als vak (<strong>in</strong>spectierapport 20<strong>10</strong>). Daarnaast zijn er scho-<br />
len die <strong>Fries</strong> ook als voertaal bij an<strong>de</strong>re vakken gebruiken. Tweetalige scholen hebben bij<strong>voor</strong>-<br />
beeld één keer per week een <strong>Fries</strong>e dag of middag. Een groeiend aantal basisscholen kiest <strong>voor</strong><br />
een drietalig mo<strong>de</strong>l. Deze scholen gebruiken <strong>Fries</strong>, Ne<strong>de</strong>rlands en Engels als voertaal.<br />
Kennis en vaardighe<strong>de</strong>n<br />
Kennis Feitelijke kennis <strong>Fries</strong> als taal<br />
Maatschappelijke situatie <strong>Fries</strong><br />
Dialecten en streektalen<br />
Geschie<strong>de</strong>nis en positie <strong>Fries</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rwijs<br />
Begripsmatige kennis Motieven <strong>voor</strong> <strong>Fries</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong><br />
Voor<strong>de</strong>len meertalige ontwikkel<strong>in</strong>g<br />
4 Oosterloo, A. en Paus, H. (red.). (2005). <strong>Fries</strong> aan bod, leerplan <strong>Fries</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong> Primair On<strong>de</strong>rwijs. Ensche<strong>de</strong>:<br />
SLO.
2. De big i<strong>de</strong>as<br />
Het is <strong>de</strong> taak van <strong>de</strong> <strong>leraar</strong> te zorgen <strong>voor</strong> voldoen<strong>de</strong> aanbod <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>Fries</strong>e taal en een rijke,<br />
betekenisvolle en effectieve leersituatie te creëren. Leerl<strong>in</strong>gen moeten gemotiveerd en uitge-<br />
daagd wor<strong>de</strong>n om <strong>Fries</strong> te leren beheersen op niveau F1 van <strong>het</strong> nationaal referentieka<strong>de</strong>r<br />
(NRK) en A2 van <strong>het</strong> Europees referentieka<strong>de</strong>r (ERK). Zie bijlage 1.<br />
Globale omschrijv<strong>in</strong>g niveau F1/A2: basisgebruiker<br />
Het gaat om eenvoudige gesprekken en teksten over vertrouw<strong>de</strong>, alledaagse, concrete<br />
on<strong>de</strong>rwerpen die aansluiten bij <strong>de</strong> leefwereld en onmid<strong>de</strong>llijke omgev<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g<br />
(bij<strong>voor</strong>beeld persoonsgegevens, familie, w<strong>in</strong>kelen, plaatselijke geografie, werk). De<br />
leerl<strong>in</strong>g kan die gesprekken en teksten verstaan, lezen en begrijpen. Hij kan zelf een<br />
eenvoudig gesprek voeren, een beschrijv<strong>in</strong>g of <strong>in</strong>formatie geven, verslag uitbrengen en<br />
uitleg en <strong>in</strong>structie geven en korte, eenvoudige teksten schrijven. De leerl<strong>in</strong>g kan<br />
jeugdliteratuur belevend lezen.<br />
On<strong>de</strong>rwijs <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>Fries</strong>e taal v<strong>in</strong>dt altijd plaats <strong>in</strong> een meertalige context. Het <strong>Fries</strong> is een m<strong>in</strong>-<br />
<strong>de</strong>rheidstaal, <strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rlands een meer<strong>de</strong>rheidstaal. Voor succesvol meertalig on<strong>de</strong>rwijs<br />
moet men reken<strong>in</strong>g hou<strong>de</strong>n met die verschillen <strong>in</strong> status. Cumm<strong>in</strong>s on<strong>de</strong>rscheidt drie alge-<br />
meen gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> pr<strong>in</strong>cipes die belangrijk zijn <strong>voor</strong> <strong>het</strong> vormgeven van verantwoord twee- en<br />
meertalig on<strong>de</strong>rwijs.<br />
2.1. Pr<strong>in</strong>cipe van additieve tweetaligheid<br />
In hoeverre een m<strong>in</strong><strong>de</strong>rheidstaal een structurele plaats op school moet hebben, hangt sterk<br />
samen met <strong>de</strong> statusverhoud<strong>in</strong>gen tussen <strong>de</strong> talen. Als <strong>het</strong> leren van een twee<strong>de</strong> taal plaats<br />
v<strong>in</strong>dt <strong>in</strong> een context waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste taal een hogere status heeft dan <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> taal (als<br />
Ne<strong>de</strong>rlandstalige k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren on<strong>de</strong>rgedompeld wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>Fries</strong>), dan is dat een gunstige<br />
<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong> ontstaan van volledige tweetaligheid. Dit wordt additieve tweetaligheid<br />
genoemd. De eerste taal wordt dan niet bedreigd door <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> taal. De leerl<strong>in</strong>gen leren er<br />
een taal bij.<br />
Liggen <strong>de</strong> statusverhoud<strong>in</strong>gen tussen talen an<strong>de</strong>rsom (als <strong>Fries</strong>talige k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren on<strong>de</strong>rgedom-<br />
peld wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rlands) dan kan bij leerl<strong>in</strong>gen subtractieve tweetaligheid ontstaan.<br />
De eerste taal van <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen wordt dan b<strong>in</strong>nen en buiten <strong>de</strong> school onvoldoen<strong>de</strong> gewaar-<br />
<strong>de</strong>erd en ontwikkeld. De moe<strong>de</strong>rtaal van <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen wordt on<strong>de</strong>r druk van <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> taal,<br />
die meer status heeft, bedreigd en <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> taal kan daar niet op <strong>voor</strong>tbouwen, zodat ook<br />
daar m<strong>in</strong><strong>de</strong>r resultaat geboekt wordt.<br />
Het on<strong>de</strong>rwijs moet reken<strong>in</strong>g hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong>ze statusverschillen. Bij k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren met een meer-<br />
<strong>de</strong>rheidstaal, wordt <strong>de</strong> eerste taal sterk on<strong>de</strong>rsteund vanuit <strong>de</strong> maatschappij. Zij kunnen goed<br />
tweetalig wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> een on<strong>de</strong>rdompel<strong>in</strong>gsprogramma <strong>in</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> taal. Bij k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren met een<br />
m<strong>in</strong><strong>de</strong>rheidstaal kiest Cumm<strong>in</strong>s <strong>voor</strong> een tweetalig programma met een stevige on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g<br />
van hun eerste taal. Op <strong>de</strong>ze wijze wordt gewerkt aan blijven<strong>de</strong> tweetaligheid. Krijgen <strong>de</strong>ze<br />
k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren die on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g niet, dan lopen ze kans bei<strong>de</strong> talen niet goed te leren beheersen 5 .<br />
5 Oosterloo, A. en Paus, H. (red.). (2005). <strong>Fries</strong> aan bod, leerplan <strong>Fries</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong> Primair On<strong>de</strong>rwijs, blz. 42.<br />
Ensche<strong>de</strong>: SLO.<br />
Kennisbasis <strong>Fries</strong> <strong>leraar</strong> <strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong> | 9
<strong>10</strong> | Kennisbasis <strong>Fries</strong> <strong>leraar</strong> <strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong><br />
2.2. Pr<strong>in</strong>cipe van transfer<br />
On<strong>de</strong>rwijs <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>Fries</strong>e taal moet strategisch en efficiënt wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gericht. In <strong>het</strong> ijsbergmo-<br />
<strong>de</strong>l gaat Cumm<strong>in</strong>s uit van een gemeenschappelijke basis bij <strong>het</strong> leren van twee talen. Die<br />
gemeenschappelijke basis (ijsberg on<strong>de</strong>r water) wordt gevormd door bepaal<strong>de</strong> algemene<br />
vaardighe<strong>de</strong>n die <strong>voor</strong> bei<strong>de</strong> talen <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> zijn. Tweetalig on<strong>de</strong>rwijs hoeft daardoor niet<br />
twee keer zoveel tijd te kosten als eentalig on<strong>de</strong>rwijs. Taalvaardighe<strong>de</strong>n die men <strong>in</strong> <strong>de</strong> ene<br />
taal heeft geleerd, kan men overdragen naar <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re taal. Dit pr<strong>in</strong>cipe van transfer houdt<br />
<strong>in</strong> dat on<strong>de</strong>rwijs <strong>in</strong> <strong>de</strong> ene taal een positieve uitwerk<strong>in</strong>g kan hebben op <strong>de</strong> beheers<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />
an<strong>de</strong>re taal. Met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n: een on<strong>de</strong>rwijsprogramma <strong>Fries</strong> zal volgens dit pr<strong>in</strong>cipe een<br />
gunstige uitwerk<strong>in</strong>g hebben op <strong>de</strong> beheers<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rlands en an<strong>de</strong>rsom. Als <strong>de</strong> leer-<br />
l<strong>in</strong>gen bepaal<strong>de</strong> leesstrategieën bij <strong>Fries</strong>e teksten hebben geoefend, moeten ze die ook kun-<br />
nen toepassen bij Ne<strong>de</strong>rlandse teksten. Bij taalspecifieke aspecten (<strong>de</strong> toppen van <strong>de</strong> ijsberg)<br />
zoals woordkennis kan m<strong>in</strong><strong>de</strong>r gemakkelijk gebruik wor<strong>de</strong>n gemaakt van transfer. Op dat<br />
punt vergt tweetalig on<strong>de</strong>rwijs wel iets meer tijd. Het pr<strong>in</strong>cipe van transfer werkt alleen goed<br />
als er <strong>in</strong> en buiten school voldoen<strong>de</strong> blootstell<strong>in</strong>g is aan <strong>de</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>rheidstaal. Leerl<strong>in</strong>gen moe-<br />
ten bovendien gemotiveerd zijn om <strong>de</strong> taal te leren. Voor een m<strong>in</strong><strong>de</strong>rheidstaal met een<br />
lagere maatschappelijke status vraagt dit een extra <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g 6 .<br />
2.3. Pr<strong>in</strong>cipe van <strong>in</strong>teractieve didactiek<br />
In <strong>het</strong> tegenwoordige taalon<strong>de</strong>rwijs staat <strong>het</strong> leren communiceren <strong>in</strong> <strong>de</strong> doeltaal centraal.<br />
Voor goed tweetalig on<strong>de</strong>rwijs noemt Cumm<strong>in</strong>s <strong>het</strong> pr<strong>in</strong>cipe van <strong>de</strong> <strong>in</strong>teractieve didactiek.<br />
Interactief taalon<strong>de</strong>rwijs gaat ervan uit dat taalleren <strong>voor</strong>al plaatsv<strong>in</strong>dt <strong>in</strong> ‘betekenisvolle<br />
communicatie’: <strong>het</strong> lesaanbod moet gaan over on<strong>de</strong>rwerpen die <strong>in</strong>teressant zijn <strong>voor</strong> alle<br />
<strong>de</strong>elnemers, alle leerl<strong>in</strong>gen moeten er een bijdrage aan kunnen leveren. Het gaat over functi-<br />
oneel gebruik van <strong>de</strong> taal <strong>in</strong> realistische taalgebruiksituaties die <strong>de</strong> <strong>leraar</strong> bewust kan creë-<br />
ren <strong>in</strong> <strong>de</strong> klas. Taal wordt verworven door mid<strong>de</strong>l van gevarieerd, begrijpelijk taalaanbod met<br />
<strong>de</strong> nadruk op <strong>in</strong>houd en niet op vorm. Het taalaanbod ligt qua moeilijkheidsgraad net iets<br />
boven <strong>het</strong> actuele beheers<strong>in</strong>gsniveau van <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g. Interactief taalon<strong>de</strong>rwijs v<strong>in</strong>dt plaats <strong>in</strong><br />
een krachtige leeromgev<strong>in</strong>g, die sociaal, betekenisvol en strategisch leren van taal bevor<strong>de</strong>rt<br />
en zoekt naar een balans tussen leerkracht- en leerl<strong>in</strong>ggestuurd on<strong>de</strong>rwijs. Bij <strong>in</strong>teractief<br />
on<strong>de</strong>rwijs luisteren en spreken, lezen en schrijven leerkracht en leerl<strong>in</strong>g.<br />
Om een taal te leren is blootstell<strong>in</strong>g aan die taal niet genoeg. Voor <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g moet <strong>de</strong> leersi-<br />
tuatie veilig en vertrouwd zijn. Leerl<strong>in</strong>gen moeten vertrouwen hebben <strong>in</strong> hun eigen taalcapa-<br />
citeiten en gemotiveerd zijn om <strong>Fries</strong> te leren. De leerl<strong>in</strong>g neemt <strong>het</strong> taalaanbod alleen <strong>in</strong><br />
zich op als hij er ook actief iets mee kan doen en <strong>de</strong> taal gaat gebruiken <strong>in</strong> zijn taalproductie.<br />
De leerl<strong>in</strong>g moet niet alleen luisteren en lezen, maar <strong>de</strong> taal ook zelf gebruiken. Dat betekent<br />
natuurlijke, functionele taalgebruiksituaties waar<strong>in</strong> leerl<strong>in</strong>gen oefenen <strong>in</strong> <strong>het</strong> spreken en <strong>het</strong><br />
schriftelijk gebruiken van <strong>het</strong> <strong>Fries</strong>. Dat kan bij<strong>voor</strong>beeld door samenwerken, samen een pro-<br />
bleem oplossen, <strong>het</strong> hou<strong>de</strong>n van spreekbeurten en presentaties naar aanleid<strong>in</strong>g van uitge-<br />
werkte thema’s.<br />
6 Oosterloo, A. en Paus, H. (red.). (2005). <strong>Fries</strong> aan bod, leerplan <strong>Fries</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong> Primair On<strong>de</strong>rwijs, blz. 44.<br />
Ensche<strong>de</strong>: SLO.
Voor <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g heeft <strong>het</strong> zelf gebruiken van <strong>de</strong> gehoor<strong>de</strong> en gelezen taal twee functies: hij<br />
oefent wat hij geleerd heeft en geeft zichzelf <strong>de</strong> mogelijkheid om feedback te krijgen. Boven-<br />
dien heeft <strong>de</strong> leerkracht <strong>de</strong> taalproductie van <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g nodig om een i<strong>de</strong>e te krijgen van<br />
wat <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g leert. Een taal leer je door die taal te gebruiken 7 .<br />
Interactief taalon<strong>de</strong>rwijs sluit aan bij <strong>de</strong> theorie van Krashen. Krashen maakt bij <strong>het</strong> leren van<br />
taal on<strong>de</strong>rscheid tussen taalverwerv<strong>in</strong>g en taalleren. Taalverwerv<strong>in</strong>g is een onbewust proces<br />
waarbij taalregels op een natuurlijke wijze wor<strong>de</strong>n aangeleerd <strong>in</strong> <strong>de</strong> communicatie tussen<br />
personen. Daarbij is <strong>de</strong> <strong>in</strong>houd belangrijker dan <strong>de</strong> vorm. Taalleren is een bewust proces<br />
waarbij gelet wordt op <strong>de</strong> vorm en door mid<strong>de</strong>l van <strong>in</strong>structie taalregels aangeleerd wor<strong>de</strong>n.<br />
Krashen conclu<strong>de</strong>ert dat een taal <strong>het</strong> beste geleerd kan wor<strong>de</strong>n via taalverwerv<strong>in</strong>g en dat<br />
grammatica-on<strong>de</strong>rwijs zon<strong>de</strong>r context niet z<strong>in</strong>vol is.<br />
Volgens <strong>de</strong> ‘weak <strong>in</strong>terface hypothese’ van Ellis lei<strong>de</strong>n taalleer<strong>de</strong>rs zelf <strong>de</strong> regels af uit wat ze<br />
horen en lezen. Deze vorm van ‘awareness-rais<strong>in</strong>g’ wordt ‘focus on form’ genoemd. On<strong>de</strong>r-<br />
zoek wijst uit dat leerl<strong>in</strong>gen die zich naast aanbod had<strong>de</strong>n beziggehou<strong>de</strong>n met ‘focus on<br />
form’ sneller vor<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n en uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk op een hoger niveau terechtkwamen, gecompliceer-<br />
<strong>de</strong>re taaluit<strong>in</strong>gen kon<strong>de</strong>n produceren en daarbij m<strong>in</strong><strong>de</strong>r fouten maakten. Het aanbie<strong>de</strong>n van<br />
grammaticaregels bij jonge k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren is we<strong>in</strong>ig effectief en heeft meer effect bij gevor<strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />
taalleer<strong>de</strong>rs. Alleen <strong>in</strong> <strong>de</strong> hogere leerjaren kunnen grammaticaregels <strong>in</strong>gezet wor<strong>de</strong>n als ze<br />
functioneel zijn <strong>in</strong> <strong>het</strong> proces van taalleren.<br />
Kennis en vaardighe<strong>de</strong>n<br />
Kennis Begripsmatige kennis Pr<strong>in</strong>cipe van additieve tweetaligheid<br />
Pr<strong>in</strong>cipe van transfer<br />
Pr<strong>in</strong>cipe van <strong>in</strong>teractieve didactiek<br />
Taalverwerv<strong>in</strong>gstheorieën<br />
7 Oosterloo, A. en Paus, H. (red.). (2005). <strong>Fries</strong> aan bod, leerplan <strong>Fries</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong> Primair On<strong>de</strong>rwijs, blz. 46.<br />
Ensche<strong>de</strong>: SLO.<br />
Kennisbasis <strong>Fries</strong> <strong>leraar</strong> <strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong> | 11
12 | Kennisbasis <strong>Fries</strong> <strong>leraar</strong> <strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong><br />
3. Uitwerk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> big i<strong>de</strong>as<br />
Voor goed on<strong>de</strong>rwijs <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>Fries</strong> is een <strong>in</strong>teractieve aanpak nodig <strong>in</strong> een omgev<strong>in</strong>g die bete-<br />
kenisvol, stimulerend en effectief is <strong>voor</strong> leerl<strong>in</strong>gen.<br />
Voor <strong>de</strong> <strong>leraar</strong> is een leren<strong>de</strong> houd<strong>in</strong>g van belang als <strong>het</strong> gaat om:<br />
●● on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n en zo nodig ontwikkelen van <strong>de</strong> eigen <strong>Fries</strong>e taalvaardigheid<br />
●● ontwikkelen van een metal<strong>in</strong>guïstisch bewustzijn<br />
●● ontwikkel<strong>in</strong>gen op <strong>het</strong> gebied van taalon<strong>de</strong>rwijs<br />
●● ontwikkel<strong>in</strong>gen met betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> <strong>Fries</strong>e taal, cultuur en <strong>het</strong> vak <strong>Fries</strong><br />
3.1. Taalverwerv<strong>in</strong>gtheorieën en transfer naar an<strong>de</strong>re talen<br />
Voor <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rwijs <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>Fries</strong> is <strong>het</strong> van belang dat <strong>de</strong> <strong>leraar</strong> beschikt over kennis van <strong>de</strong><br />
belangrijkste taalverwerv<strong>in</strong>gtheorieën met betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>rtaal-, twee<strong>de</strong>taal- en<br />
vreem<strong>de</strong>taalon<strong>de</strong>rwijs en m<strong>in</strong><strong>de</strong>rheids- en meer<strong>de</strong>rheidstalen. Hij weet <strong>de</strong> daaruit <strong>voor</strong>tvloei-<br />
en<strong>de</strong> taalverwerv<strong>in</strong>gpr<strong>in</strong>cipes toe te passen <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk.<br />
De <strong>leraar</strong> heeft kennis van <strong>de</strong> taalverwerv<strong>in</strong>g bij k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren en kent <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> taalont-<br />
wikkel<strong>in</strong>gsfasen. Daarnaast heeft <strong>de</strong> <strong>leraar</strong> kennis van CALP (cognitieve aca<strong>de</strong>mische taal-<br />
vaardigheid) en BICS (dagelijks algemeen taalgebruik).<br />
De <strong>leraar</strong> legt een relatie tussen <strong>Fries</strong> en <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re talen <strong>in</strong> <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rwijs, Ne<strong>de</strong>rlands,<br />
Engels en eventueel een an<strong>de</strong>re (streek)taal of Ne<strong>de</strong>rlands als twee<strong>de</strong> taal en kan zo opti-<br />
maal gebruik maken van <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n van transfer.<br />
3.2. Differentiatie<br />
De <strong>leraar</strong> heeft met betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>Fries</strong> bijna altijd te maken met een taal<strong>het</strong>erogene leerl<strong>in</strong>-<br />
genpopulatie. Er zijn leerl<strong>in</strong>gen met <strong>Fries</strong> als moe<strong>de</strong>rtaal en leerl<strong>in</strong>gen met <strong>Fries</strong> als twee<strong>de</strong><br />
of als vreem<strong>de</strong> taal. Bij <strong>Fries</strong>talige k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren gaat <strong>het</strong> bij <strong>Fries</strong> om blijven<strong>de</strong> tweetaligheid.<br />
Naast Ne<strong>de</strong>rlands ontwikkelen zij zich ook ver<strong>de</strong>r <strong>in</strong> hun moe<strong>de</strong>rtaal. Bij niet-<strong>Fries</strong>talige k<strong>in</strong>-<br />
<strong>de</strong>ren gaat <strong>het</strong> om additieve tweetaligheid. Zij leren er een nieuwe taal bij. De <strong>leraar</strong> moet<br />
reken<strong>in</strong>g hou<strong>de</strong>n met die verschillen en <strong>het</strong> aanbod afstemmen op zowel beg<strong>in</strong>nen<strong>de</strong> als<br />
gevor<strong>de</strong>r<strong>de</strong> taalleer<strong>de</strong>rs.<br />
3.3. Positieve houd<strong>in</strong>g<br />
De <strong>leraar</strong> vervult een rolmo<strong>de</strong>l <strong>voor</strong> zijn leerl<strong>in</strong>gen. Voor succesvol taalon<strong>de</strong>rwijs is <strong>het</strong><br />
belangrijk <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen te motiveren om <strong>de</strong> taal te leren. Voor een m<strong>in</strong><strong>de</strong>rheidstaal met een<br />
lagere maatschappelijke status zoals <strong>Fries</strong> vraagt dit een extra <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g. De <strong>leraar</strong> moet<br />
zelf positief tegenover on<strong>de</strong>rwijs <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>Fries</strong>e taal staan en <strong>het</strong> belang kennen van een posi-<br />
tieve houd<strong>in</strong>g bij <strong>het</strong> leren van die taal.<br />
Stimuler<strong>in</strong>g van een positieve houd<strong>in</strong>g zorgt er<strong>voor</strong> dat <strong>Fries</strong>talige leerl<strong>in</strong>gen gewaar<strong>de</strong>erd<br />
wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> hun eigen moe<strong>de</strong>rtaal en dat niet-<strong>Fries</strong>talige k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren meer zelfvertrouwen krijgen<br />
om zich <strong>het</strong> <strong>Fries</strong> eigen te maken.<br />
3.4. Eigen taalvaardigheid<br />
Om leerl<strong>in</strong>gen niveau F1 /A2 te doen verwerven, beschikt <strong>de</strong> <strong>leraar</strong> over voldoen<strong>de</strong> vaardig-<br />
he<strong>de</strong>n. Hij kan <strong>Fries</strong> verstaan, spreken, lezen en schrijven op niveau F4 van <strong>het</strong> NRK en B2<br />
van <strong>het</strong> ERK (zie bijlage 2). De <strong>leraar</strong> heeft een hel<strong>de</strong>r en dui<strong>de</strong>lijk stemgebruik en een cor-<br />
recte uitspraak van <strong>de</strong> <strong>Fries</strong>e klanken. Hij heeft een goe<strong>de</strong> woordvorm<strong>in</strong>g en z<strong>in</strong>sbouw, een<br />
toereiken<strong>de</strong> en kwalitatief voldoen<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>nschat en een correcte spell<strong>in</strong>g en kan <strong>het</strong> <strong>Fries</strong><br />
op een natuurlijke manier gebruiken. De <strong>leraar</strong> is zich bewust van <strong>de</strong> verschillen tussen <strong>Fries</strong>
en Ne<strong>de</strong>rlands en we<strong>de</strong>rzijdse beïnvloed<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> talen. Hij kan veel <strong>voor</strong>komen<strong>de</strong> <strong>in</strong>terfe-<br />
rentiefouten herkennen en vermij<strong>de</strong>n.<br />
Kennis en vaardighe<strong>de</strong>n<br />
Kennis Feitelijke kennis <strong>Fries</strong>e taal, idioom, taaleigen, soorten <strong>in</strong>terferenties<br />
Vaardighe<strong>de</strong>n Cognitieve<br />
vaardighe<strong>de</strong>n<br />
Begripsmatige kennis Eerste taal, twee<strong>de</strong> taal, vreem<strong>de</strong> taal<br />
Transfer tussen talen<br />
Metal<strong>in</strong>guïstisch bewustzijn<br />
Reactieve<br />
vaardighe<strong>de</strong>n<br />
Psychomotorische<br />
vaardighe<strong>de</strong>n<br />
Interactieve<br />
vaardighe<strong>de</strong>n<br />
Differentiatievormen<br />
Integraal taalon<strong>de</strong>rwijs<br />
Interactievormen<br />
Leren<strong>de</strong> houd<strong>in</strong>g<br />
Positieve houd<strong>in</strong>g tegenover <strong>het</strong> <strong>Fries</strong> en<br />
meertaligheid<br />
Natuurlijk taalgebruik<br />
Correcte uitspraak<br />
<strong>Fries</strong> verstaan, spreken, lezen, schrijven op F4/B2<br />
niveau<br />
Mon<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g en schriftelijk communiceren <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>Fries</strong><br />
volgens <strong>de</strong> standaardnorm<br />
Kennisbasis <strong>Fries</strong> <strong>leraar</strong> <strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong> | 13
14 | Kennisbasis <strong>Fries</strong> <strong>leraar</strong> <strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong><br />
4. Context: <strong>Fries</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong><br />
4.1. Meertalige situatie<br />
De meertalige situatie <strong>in</strong> Fryslân is niet uniek. Ongeveer 60% van <strong>de</strong> wereldbevolk<strong>in</strong>g is<br />
twee- of meertalig. Nationale overhe<strong>de</strong>n gaan op verschillen<strong>de</strong> wijze om met <strong>de</strong> talen <strong>in</strong> hun<br />
land en dat heeft zijn uitwerk<strong>in</strong>g op <strong>het</strong> <strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong>. Voor <strong>het</strong> Noord-<strong>Fries</strong> <strong>in</strong> Duitsland en<br />
<strong>het</strong> Bretons en Corsicaans <strong>in</strong> Frankrijk is we<strong>in</strong>ig ruimte <strong>in</strong> <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rwijs. Het Wels <strong>in</strong> Groot-<br />
Brittannië en <strong>het</strong> Catalaans <strong>in</strong> Spanje daarentegen hebben een sterke positie. De positie van<br />
<strong>het</strong> <strong>Fries</strong> zit daar tussen <strong>in</strong>.<br />
Door Baker en Jones (1998) is een <strong>in</strong>ternationale <strong>in</strong>ventarisatie gemaakt van hoe <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />
on<strong>de</strong>rwijs wordt omgegaan met meer<strong>de</strong>rheids- en m<strong>in</strong><strong>de</strong>rheidstalen. Zij on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n tien<br />
verschillen<strong>de</strong> aanpakken die te ver<strong>de</strong>len zijn <strong>in</strong> zwakke en sterke vormen van on<strong>de</strong>rwijs <strong>in</strong><br />
tweetaligheid. In <strong>de</strong> zwakke vormen wordt <strong>de</strong> ene taal belangrijker gevon<strong>de</strong>n dan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re<br />
en wordt gestreefd naar eentaligheid of ge<strong>de</strong>eltelijke tweetaligheid. Bij sterke vormen van<br />
tweetaligheid is <strong>het</strong> streven om bij <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen een evenwichtige en volledige tweetaligheid<br />
te bereiken. Uitgaan<strong>de</strong> van <strong>de</strong> kerndoelen zijn <strong>voor</strong> <strong>de</strong> <strong>Fries</strong>e situatie alleen <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>llen die<br />
streven naar een ge<strong>de</strong>eltelijke of volledige tweetaligheid van belang.<br />
4.2. Afspraken over taal, taalbeleid<br />
Voor goed taalon<strong>de</strong>rwijs is een taalbeleidsplan belangrijk. In een taalbeleidsplan legt <strong>de</strong><br />
school vast hoe die om wil gaan met <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> talen zoals Ne<strong>de</strong>rlands, Ne<strong>de</strong>rlands als<br />
twee<strong>de</strong> taal, <strong>Fries</strong>, Engels en eventueel an<strong>de</strong>re talen. Dat schept dui<strong>de</strong>lijkheid over wanneer<br />
welke taal aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> is. In een taalbeleidsplan wor<strong>de</strong>n afspraken vastgelegd over <strong>de</strong> door-<br />
gaan<strong>de</strong> lijnen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> talen op <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> niveaus, tussendoelen, voer-<br />
taalbeleid, transfer tussen talen en <strong>de</strong> eigen vaardigheid van <strong>de</strong> leraren. Er komt <strong>in</strong> naar<br />
voren of <strong>de</strong> school eentalig, tweetalig of drietalig is. Een taalbeleidsplan kan ook aandacht<br />
beste<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> cont<strong>in</strong>uïteit met <strong>voor</strong>schoolse <strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>gen en <strong>het</strong> <strong>voor</strong>tgezet on<strong>de</strong>rwijs.<br />
Een eentalige school geeft <strong>Fries</strong> als vak en gebruikt ver<strong>de</strong>r <strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rlands als voertaal bij<br />
an<strong>de</strong>re vakken. In een tweetalige school wor<strong>de</strong>n twee talen, <strong>in</strong> ons geval <strong>Fries</strong> en Ne<strong>de</strong>rlands,<br />
als vak on<strong>de</strong>rwezen en tevens gebruikt als voertaal. Tweetalige scholen hebben bij<strong>voor</strong>beeld<br />
een <strong>Fries</strong>e middag of dag op <strong>het</strong> weekprogramma staan of gebruiken ’s morgens Ne<strong>de</strong>rlands<br />
en ’s middags <strong>Fries</strong> als voertaal. De ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g <strong>in</strong> talen kan ook per leerjaar verschillen, bij-<br />
<strong>voor</strong>beeld door <strong>in</strong> <strong>de</strong> laagste groepen een groter accent te leggen op <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>rtaal dan <strong>in</strong><br />
<strong>de</strong> hogere leerjaren. Voor gecertificeer<strong>de</strong> drietalige scholen geldt als m<strong>in</strong>imale eis <strong>in</strong> groep 1<br />
en 2 ongeveer 50% Ne<strong>de</strong>rlands en 50% <strong>Fries</strong> als voertaal en <strong>in</strong> groep 3 tot en met 8 m<strong>in</strong>i-<br />
maal 2 dag<strong>de</strong>len <strong>Fries</strong> als voertaal. In groep 7 en 8 komt daar nog m<strong>in</strong>imaal 1 dag<strong>de</strong>el Engels<br />
als voertaal bij.<br />
Twee- en drietalige scholen gaan ervan uit dat k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren <strong>het</strong> beste een taal leren door die ook<br />
te gebruiken. Op dit moment zijn er ongeveer 40 drietalige scholen <strong>in</strong> Fryslân, waarvan 16<br />
gecertificeerd met externe visitatie. De resultaten van <strong>de</strong> eerste drietalige scholen zijn goed.<br />
Op Ne<strong>de</strong>rlands scoren <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren op <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> niveau dan k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> eentalige scho-<br />
len. De beheers<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> <strong>Fries</strong> is echter veel beter en <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren durven zich beter <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />
Engels uit te drukken 8 .<br />
8 Ruijven, E.C.M. v. en Ytsma, J. (2008). Trijetalige skoalle yn Fryslân. On<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> opbrengsten van <strong>het</strong><br />
drietalig on<strong>de</strong>rwijsmo<strong>de</strong>l <strong>in</strong> Fryslân. Ljouwert: Fryske Aka<strong>de</strong>my.
4.3. Eigen taalvaardigheid<br />
Om <strong>in</strong> <strong>het</strong> taalaanbod voldoen<strong>de</strong> kwaliteit te kunnen bie<strong>de</strong>n en realistische, betekenisvolle<br />
<strong>in</strong>teractie te kunnen hebben met leerl<strong>in</strong>gen beheerst <strong>de</strong> <strong>leraar</strong> <strong>het</strong> <strong>Fries</strong> op F4 niveau van <strong>het</strong><br />
NRK en B2 niveau van <strong>het</strong> ERK (zie bijlage 2).<br />
Globale omschrijv<strong>in</strong>g niveau F4/ B2: Onafhankelijk gebruiker<br />
Het gaat om een grote variatie aan gesprekken en teksten, ook complexe, over zowel<br />
concrete als abstracte on<strong>de</strong>rwerpen uit <strong>de</strong> (beroeps)opleid<strong>in</strong>g en van maatschappelijke<br />
aard. De gebruiker kan <strong>de</strong> gesprekken en teksten <strong>in</strong> <strong>de</strong>tail begrijpen en lezen. Hij kan<br />
vloeiend en spontaan reageren en <strong>in</strong> alle soorten gesprekken <strong>de</strong> taal nauwkeurig en<br />
doeltreffend gebruiken. Hij kan ge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong> monologen en presentaties hou<strong>de</strong>n en kan<br />
daarbij subthema’s <strong>in</strong>tegreren, specifieke standpunten ontwikkelen en <strong>het</strong> geheel<br />
afron<strong>de</strong>n met een passen<strong>de</strong> conclusie. Hij kan goed gestructureer<strong>de</strong> teksten schrijven,<br />
relevante kwesties benadrukken, standpunten uitgebreid uitwerken en on<strong>de</strong>rsteunen met<br />
re<strong>de</strong>nen en <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n.<br />
De <strong>leraar</strong> kan leerl<strong>in</strong>gen een gevarieerd, a<strong>de</strong>quaat en betekenisvol aanbod <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>Fries</strong> bie-<br />
<strong>de</strong>n. Hij kan teksten over concrete en abstracte on<strong>de</strong>rwerpen verstaan, lezen, begrijpen en<br />
hierover spreken, schrijven en gesprekken voeren. Hij kan teksten <strong>voor</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren boeiend<br />
<strong>voor</strong>lezen met <strong>de</strong> juiste uitspraak en <strong>in</strong>tonatie. De <strong>leraar</strong> kent <strong>de</strong> <strong>Fries</strong>e uitspraakregels en<br />
kan <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen <strong>de</strong> productie van specifieke klanken en uitspraak aanleren. Hij kent <strong>de</strong><br />
<strong>Fries</strong>e werkwoordvervoeg<strong>in</strong>gen, taalregels en spell<strong>in</strong>g. Hij weet dat <strong>het</strong> <strong>Fries</strong> beïnvloed wordt<br />
door <strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rlands, kent <strong>de</strong> <strong>Fries</strong>e standaardnorm en kan die mon<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g en schriftelijk<br />
gebruiken. De <strong>leraar</strong> weet dat er dialectische verschillen zijn en beschouwt die als een verrij-<br />
k<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>Fries</strong>e taal.<br />
4.4. Voertaal, omgangstaal en taal als vak<br />
De <strong>leraar</strong> kent <strong>de</strong> begrippen voertaal, omgangstaal en taal als vak. Om <strong>de</strong> blootstell<strong>in</strong>g aan<br />
taalaanbod zo groot mogelijk te laten zijn, maakt <strong>de</strong> startbekwame <strong>leraar</strong> gebruik van <strong>het</strong><br />
doeltaal-voertaalpr<strong>in</strong>cipe. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> lessen <strong>Fries</strong> spreekt <strong>de</strong> <strong>leraar</strong> zoveel mogelijk <strong>Fries</strong> met<br />
<strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen. Hij kan zijn eigen taalgebruik afstemmen op <strong>het</strong> niveau van <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen.<br />
4.5. Differentiatie<br />
De <strong>leraar</strong> is op <strong>de</strong> hoogte van <strong>de</strong> beg<strong>in</strong>situatie van <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen op <strong>het</strong> punt van <strong>Fries</strong>. Op<br />
bijna alle scholen is sprake van een <strong>het</strong>erogene taalsituatie met <strong>Fries</strong>talige, Ne<strong>de</strong>rlandstalige<br />
en mogelijk ook an<strong>de</strong>rstalige leerl<strong>in</strong>gen. De <strong>leraar</strong> moet reken<strong>in</strong>g hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong>ze verschil-<br />
len en kunnen differentiëren op verschillen<strong>de</strong> niveaus (doelen, leerweg, leer<strong>in</strong>houd). Hij<br />
houdt daarbij ook reken<strong>in</strong>g met verschillen <strong>in</strong> tempo, leerstijl en dyslectische en taalzwakke<br />
leerl<strong>in</strong>gen. Uitgangspunt van <strong>de</strong> lessen <strong>Fries</strong> is om <strong>de</strong> taalvaardigheid bij alle leerl<strong>in</strong>gen op<br />
een zo hoog mogelijk niveau te brengen 9 .<br />
9 Oosterloo, A. en Paus, H. (red.). (2005). <strong>Fries</strong> aan bod, leerplan <strong>Fries</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong> Primair On<strong>de</strong>rwijs, blz. 55.<br />
Ensche<strong>de</strong>: SLO.<br />
Kennisbasis <strong>Fries</strong> <strong>leraar</strong> <strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong> | 15
16 | Kennisbasis <strong>Fries</strong> <strong>leraar</strong> <strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong><br />
4.6. Leer<strong>in</strong>houd, leeractiviteiten en leermid<strong>de</strong>len<br />
De <strong>leraar</strong> is op <strong>de</strong> hoogte van <strong>de</strong> kerndoelen <strong>Fries</strong> en <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> werkvormen, leeracti-<br />
viteiten en leermid<strong>de</strong>len die hij kan <strong>in</strong>zetten <strong>voor</strong> zijn lessen <strong>Fries</strong>. Hij heeft kennis van <strong>Fries</strong>e<br />
jeugdboeken die <strong>de</strong> afgelopen jaren zijn verschenen en weet welke boekpromotieactiviteiten<br />
er zijn. Hij kent organisaties, zoals Afûk, Tresoar, Taals<strong>in</strong>trum Frysk, Tresoar en it Fryske ber-<br />
neboek die hij kan raadplegen <strong>voor</strong> een actueel aanbod aan leermid<strong>de</strong>len en leeractiviteiten.<br />
De <strong>leraar</strong> is op <strong>de</strong> hoogte van <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n van ICT <strong>in</strong> <strong>het</strong> taalleerproces en kan digitaal,<br />
<strong>in</strong>teractief materiaal <strong>in</strong>zetten <strong>voor</strong> <strong>het</strong> leren van <strong>Fries</strong>.<br />
4.7. Kerndoelen<br />
Voor <strong>Fries</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong> zijn zes kerndoelen ontwikkeld. Zie <strong>voor</strong> een toelicht<strong>in</strong>g en<br />
ver<strong>de</strong>re uitwerk<strong>in</strong>g: bijlage 3 en Tule: leerlijnen <strong>Fries</strong> (www.tule.slo.nl).<br />
17. De leerl<strong>in</strong>gen ontwikkelen een positieve attitu<strong>de</strong> ten opzichte van <strong>het</strong> gebruik van<br />
<strong>Fries</strong> door henzelf en an<strong>de</strong>ren.<br />
18. De leerl<strong>in</strong>gen leren <strong>in</strong>formatie verwerven uit gesproken <strong>Fries</strong>. Het gaat om teksten die<br />
<strong>in</strong>formatie geven, plezier verschaffen, men<strong>in</strong>gen of aanwijz<strong>in</strong>gen bevatten over <strong>voor</strong><br />
hen beken<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen.<br />
19. De leerl<strong>in</strong>gen leren zich naar <strong>in</strong>houd en vorm <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>Fries</strong> uit te drukken <strong>in</strong> situaties<br />
uit hun dagelijks leven waar<strong>in</strong> zij <strong>in</strong>formatie vragen of geven over een on<strong>de</strong>rwerp waar-<br />
mee zij vertrouwd zijn.<br />
20. De leerl<strong>in</strong>gen leren <strong>in</strong>formatie verwerven uit teksten <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>Fries</strong> <strong>in</strong> frequent<br />
<strong>voor</strong>komen<strong>de</strong> teksttypen (zoals artikelen <strong>in</strong> jeugdrubrieken, liedjes, verhalen).<br />
21. De leerl<strong>in</strong>gen leren eenvoudige teksten <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>Fries</strong> te schrijven over alledaagse<br />
on<strong>de</strong>rwerpen met <strong>het</strong> doel met an<strong>de</strong>ren over die on<strong>de</strong>rwerpen te communiceren.<br />
22. De leerl<strong>in</strong>gen verwerven een woor<strong>de</strong>nschat van frequent gebruikte <strong>Fries</strong>e woor<strong>de</strong>n<br />
en strategieën <strong>voor</strong> <strong>het</strong> begrijpen van <strong>voor</strong> hen onbeken<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n.<br />
4.8. Positieve attitu<strong>de</strong><br />
Leerl<strong>in</strong>gen zullen eer<strong>de</strong>r gemotiveerd zijn om <strong>Fries</strong> te leren als ze een positieve houd<strong>in</strong>g heb-<br />
ben ten opzichte van <strong>het</strong> <strong>Fries</strong>. Daar<strong>voor</strong> is <strong>het</strong> nodig om <strong>de</strong> taaltaken die leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />
<strong>Fries</strong> krijgen <strong>in</strong> te bed<strong>de</strong>n <strong>in</strong> realistische, natuurlijke contexten, waar<strong>in</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren <strong>het</strong> nodig en<br />
vanzelfsprekend v<strong>in</strong><strong>de</strong>n <strong>het</strong> <strong>Fries</strong> daadwerkelijk te gebruiken. De <strong>leraar</strong> zorgt er<strong>voor</strong> dat leer-<br />
l<strong>in</strong>gen veelvuldig en gevarieerd <strong>in</strong> aanrak<strong>in</strong>g komen met gesproken en geschreven <strong>Fries</strong>. Hij<br />
maakt gebruik van positieve aanspreken<strong>de</strong> <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n en laat zien dat <strong>Fries</strong> een volwaardig<br />
communicatiemid<strong>de</strong>l is dat <strong>in</strong> alle situaties van <strong>het</strong> leven <strong>in</strong> Fryslân mon<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g en schriftelijk<br />
gebruikt kan wor<strong>de</strong>n. Zichtbaar maken van <strong>het</strong> <strong>Fries</strong> kan door <strong>in</strong> <strong>de</strong> school <strong>Fries</strong>talige<br />
opschriften, labels, posters en teksten op te hangen.<br />
Een positieve houd<strong>in</strong>g wordt ook bevor<strong>de</strong>rd door <strong>de</strong>el te nemen aan buitenschoolse activitei-<br />
ten waar<strong>in</strong> <strong>Fries</strong> een rol speelt, bij<strong>voor</strong>beeld door <strong>het</strong> bijwonen van een <strong>Fries</strong>talige k<strong>in</strong><strong>de</strong>r-<br />
<strong>voor</strong>stell<strong>in</strong>g en een bezoek aan een bedrijf of museum waar <strong>Fries</strong> wordt gesproken.<br />
4.9. Luistervaardigheid<br />
De <strong>leraar</strong> biedt verschillen<strong>de</strong> soorten teksten (verhalen, liedjes, poëzie, <strong>in</strong>structieve, <strong>in</strong>forma-<br />
tieve, betogen<strong>de</strong> en persuasieve teksten) aan over on<strong>de</strong>rwerpen waarover <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen vol-<br />
doen<strong>de</strong> <strong>voor</strong>kennis hebben. De <strong>leraar</strong> weet dat visuele on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g van belang is om een<br />
taal te leren. Hij maakt gebruik van leermid<strong>de</strong>len zoals boeken, schooltelevisie en –radio,
computer, digibord, vertel- en poppenkast, liedjes en beweg<strong>in</strong>gsspelletjes. Op <strong>de</strong>ze wijze wor-<br />
<strong>de</strong>n <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen vertrouwd met specifiek <strong>Fries</strong>e klanken en klankcomb<strong>in</strong>aties, specifiek<br />
<strong>Fries</strong>e woord- en z<strong>in</strong>svorm<strong>in</strong>g en manieren van uitdrukken. Door een rijk en gevarieerd aan-<br />
bod en <strong>de</strong> a<strong>de</strong>quate toepass<strong>in</strong>g wordt <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g zich bewust van verschillen<strong>de</strong> luisterdoelen<br />
en luisterstrategieën.<br />
Verstaan gaat aan <strong>het</strong> spreken <strong>voor</strong>af en <strong>de</strong> <strong>leraar</strong> is <strong>in</strong> staat om effectief gebruik te maken<br />
van technieken waarbij niet-<strong>Fries</strong>talige leerl<strong>in</strong>gen zich <strong>de</strong> taal eigen kunnen maken, zoals<br />
Total Physical Response (TPR). Het aanbod wordt nauwkeurig gestructureerd en gelei<strong>de</strong>lijk<br />
uitgebreid en complexer gemaakt. TPR vertoont veel overeenkomsten met <strong>de</strong> ‘natural<br />
approach’ en zorgt <strong>voor</strong> ‘low anxiety situations’, omdat <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen niet meteen hoeven te<br />
spreken, maar eerst een behoorlijke taalkennis opbouwen.<br />
4.<strong>10</strong>. Spreekvaardigheid<br />
De <strong>leraar</strong> zorgt <strong>voor</strong> voldoen<strong>de</strong> gelegenheid tot taalproductie en maakt daarbij on<strong>de</strong>rscheid<br />
tussen monoloog- en dialoogvormen. Hij maakt k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren vertrouwd met <strong>het</strong> voeren van<br />
gesprekken <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>Fries</strong>. Daarbij gaat <strong>het</strong> over realistische situaties en on<strong>de</strong>rwerpen die <strong>voor</strong><br />
<strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen bekend zijn.<br />
De <strong>leraar</strong> zorgt <strong>voor</strong> een veilig en stimulerend klimaat waar<strong>in</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren gemotiveerd zijn om<br />
te praten en waar<strong>in</strong> zij durven te praten <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>Fries</strong>. De <strong>leraar</strong> kan mid<strong>de</strong>len <strong>in</strong>zetten om <strong>de</strong><br />
spreekdrempel te verlagen zoals liedjes, standaardz<strong>in</strong>nen en -z<strong>in</strong>s<strong>de</strong>len, rappegaai-metho<strong>de</strong>,<br />
rollenspel, <strong>Fries</strong>talige poppen, drama en oefenen <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>e groepjes. Hij kan vragen stellen die<br />
taalproductie uitlokken.<br />
Om <strong>de</strong> mon<strong>de</strong>l<strong>in</strong>ge taalontwikkel<strong>in</strong>g ver<strong>de</strong>r te brengen dan alleen <strong>de</strong> dagelijkse taalvaardig-<br />
heid is <strong>het</strong> van belang dat er aandacht is <strong>voor</strong> cognitief complexere taalfuncties en verschil-<br />
len<strong>de</strong> vormen van mon<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g taalgebruik, spreekdoelen en spreekstrategieën.<br />
Door <strong>het</strong> geven van positieve feedback op <strong>de</strong> taaluit<strong>in</strong>gen wordt <strong>het</strong> taalleerproces bij leerl<strong>in</strong>-<br />
gen on<strong>de</strong>rsteund. De <strong>leraar</strong> geeft <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie feedback op <strong>de</strong> <strong>in</strong>houd van <strong>de</strong> taaluit<strong>in</strong>g.<br />
Zo voelt <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g zich serieus genomen en neemt <strong>het</strong> vertrouwen om taal te produceren<br />
toe. Naarmate <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g taalvaardiger is <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>Fries</strong>, kan er gelei<strong>de</strong>lijk meer aandacht <strong>voor</strong><br />
<strong>de</strong> vorm komen. Daarbij gaat <strong>het</strong> om <strong>de</strong> juiste uitspraak, <strong>de</strong> woordvorm<strong>in</strong>g (grammaticaal<br />
correcte z<strong>in</strong>nen) en woordgebruik (vermij<strong>de</strong>n van <strong>in</strong>terferenties).<br />
4.11. Leesvaardigheid<br />
De <strong>leraar</strong> zorgt <strong>voor</strong> een ruim en gevarieerd aanbod van verschillen<strong>de</strong> soorten teksten<br />
(prentenboeken, leesboeken, verhalen, digitale teksten, zelf geschreven teksten, fictieve en<br />
<strong>in</strong>formatieve, betogen<strong>de</strong> en persuasieve teksten). De teksten sluiten aan bij <strong>het</strong> niveau en<br />
<strong>de</strong> belev<strong>in</strong>gswereld van <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen. In <strong>het</strong> lokaal is <strong>het</strong> <strong>Fries</strong> aanwezig <strong>in</strong> opschriften, <strong>de</strong><br />
lees- en schrijfhoek en bij<strong>voor</strong>beeld <strong>de</strong> wenskist, nieuwsprikbord, abc-muur en groepskrant.<br />
De <strong>leraar</strong> biedt regelmatig (nieuwe) <strong>Fries</strong>e jeugdboeken aan en stimuleert <strong>het</strong> lezen van<br />
jeugdboeken door mee te doen aan promotieactiviteiten zoals schrijvers op school,<br />
k<strong>in</strong><strong>de</strong>rboekenjury en <strong>voor</strong>leeswedstrijd.<br />
De <strong>leraar</strong> schenkt aandacht aan <strong>voor</strong>berei<strong>de</strong>nd, aanvankelijk en <strong>voor</strong>tgezet lezen, <strong>in</strong>tegraal<br />
lezen en teksten <strong>voor</strong> technisch, begrijpend en stu<strong>de</strong>rend lezen, waarbij een relatie wordt<br />
gelegd met <strong>het</strong> overige taalon<strong>de</strong>rwijs (transfer). De leerl<strong>in</strong>g wordt zich bewust dat er<br />
verschillen<strong>de</strong> soorten teksten zijn, dat men kan lezen met verschillen<strong>de</strong> doelen en dat men<br />
leesstrategieën kan <strong>in</strong>zetten om <strong>het</strong> leesdoel te bereiken.<br />
Kennisbasis <strong>Fries</strong> <strong>leraar</strong> <strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong> | 17
4.12. Schrijfvaardigheid<br />
18 | Kennisbasis <strong>Fries</strong> <strong>leraar</strong> <strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong><br />
Bij <strong>het</strong> kerndoel schrijven staat schrijfdurf en schrijfplezier centraal. De <strong>leraar</strong> biedt<br />
schrijfactiviteiten aan waarbij leerl<strong>in</strong>gen plezier <strong>in</strong> <strong>het</strong> schrijven hebben en waarbij ze hun<br />
schrijfactiviteiten als z<strong>in</strong>vol ervaren. De schrijfactiviteiten gaan over on<strong>de</strong>rwerpen uit <strong>de</strong><br />
dagelijkse omgev<strong>in</strong>g en sluiten aan bij <strong>de</strong> belev<strong>in</strong>gswereld van <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen. Leerl<strong>in</strong>gen<br />
schrijven teksten <strong>voor</strong> zichzelf of om te communiceren. Die functies ontbreken als <strong>het</strong> gaat<br />
om <strong>in</strong>vuloefen<strong>in</strong>gen en <strong>het</strong> beantwoor<strong>de</strong>n van vragen.<br />
De <strong>leraar</strong> laat <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen kennis maken met verschillen<strong>de</strong> tekstsoorten, schrijfdoelen en<br />
schrijfstrategieën. Hij begeleidt <strong>de</strong> schrijfactiviteiten en geeft positieve feedback. Daarbij ligt<br />
<strong>het</strong> accent op <strong>de</strong> <strong>in</strong>houd. Gaan<strong>de</strong>weg kan er meer aandacht <strong>voor</strong> <strong>de</strong> vorm komen, <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
opbouw van <strong>de</strong> tekst en <strong>de</strong> spell<strong>in</strong>g. De <strong>leraar</strong> maakt <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g vertrouwd met specifieke<br />
<strong>Fries</strong>e kl<strong>in</strong>kers en lettercomb<strong>in</strong>aties en hun notatiewijze en specifiek <strong>Fries</strong>e woord- en z<strong>in</strong>s-<br />
vorm<strong>in</strong>g en manier van uitdrukken. Belangrijke schrijfstrategieën bij <strong>het</strong> schrijfproces zijn:<br />
oriënteren, plannen, schrijven, reflecteren en reviseren en verzorgen van <strong>de</strong> tekst.<br />
4.13. Taalbeschouw<strong>in</strong>g, waaron<strong>de</strong>r strategieën<br />
In <strong>de</strong> huidige kerndoelen wordt bij taalbeschouw<strong>in</strong>g <strong>het</strong> reflecteren op <strong>het</strong> gebruik van taal<br />
en op <strong>de</strong> vorm en klank van taal niet meer als zodanig genoemd. Toch is <strong>het</strong> aan te ra<strong>de</strong>n om<br />
met <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen na te <strong>de</strong>nken over <strong>het</strong> gebruik van <strong>Fries</strong> (waar en wanneer) en <strong>de</strong> verschil-<br />
len met <strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rlands.<br />
De <strong>leraar</strong> schept situaties waar<strong>in</strong> leerl<strong>in</strong>gen woor<strong>de</strong>n willen begrijpen en gebruiken en brengt<br />
hen <strong>in</strong> contact met frequent gebruikte woor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> betekenisvolle contexten zowel mon<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g<br />
als schriftelijk. Door leerl<strong>in</strong>gen hier veelvuldig en herhaald mee <strong>in</strong> aanrak<strong>in</strong>g te brengen, zul-<br />
len leerl<strong>in</strong>gen zich <strong>de</strong>ze woor<strong>de</strong>n op een natuurlijke manier eigen maken. Bij woor<strong>de</strong>n die<br />
expliciet aandacht vragen, moet <strong>de</strong> <strong>leraar</strong> <strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong> viertakt beheersen: <strong>voor</strong>bewer-<br />
ken, semantiseren, consoli<strong>de</strong>ren en controleren. Woor<strong>de</strong>n die aangeleerd wor<strong>de</strong>n, wor<strong>de</strong>n<br />
<strong>voor</strong>bewerkt, <strong>de</strong> <strong>voor</strong>kennis van leerl<strong>in</strong>gen wordt geactiveerd, zodat leerl<strong>in</strong>gen nieuwe woor-<br />
<strong>de</strong>n kunnen opnemen <strong>in</strong> een netwerk van woor<strong>de</strong>n die ze al kennen. De <strong>leraar</strong> biedt <strong>de</strong> leer-<br />
l<strong>in</strong>gen <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n aan en semantiseert ze: hij geeft ze betekenis. Vervolgens consoli<strong>de</strong>ert hij<br />
ze: dat betekent dat hij laat oefenen met <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n zodat <strong>de</strong> betekenis beklijft en ten slotte<br />
controleert hij of <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen <strong>de</strong> betekenis hebben begrepen.<br />
Een <strong>leraar</strong> kan niet alle frequent gebruikte woor<strong>de</strong>n aanleren. Daarom is <strong>het</strong> ook belangrijk<br />
dat leerl<strong>in</strong>gen strategieën aanleren waarmee zij zelf <strong>de</strong> betekenis van woor<strong>de</strong>n kunnen aflei-<br />
<strong>de</strong>n en om ze te onthou<strong>de</strong>n.<br />
4.14. Verwerk<strong>in</strong>g en toets<strong>in</strong>g<br />
De centrale vraag bij verwerk<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> aanbod is waar <strong>het</strong> aanbod over gaat en welke acti-<br />
viteiten zich lenen <strong>voor</strong> een <strong>in</strong>houdsgerichte verwerk<strong>in</strong>g. Daarbij kan <strong>het</strong> vierfasenmo<strong>de</strong>l<br />
<strong>in</strong>gezet wor<strong>de</strong>n. Om er<strong>voor</strong> te zorgen dat <strong>het</strong> taalaanbod betekenisvol kan zijn <strong>voor</strong> <strong>de</strong> leer-<br />
l<strong>in</strong>gen is <strong>het</strong> belangrijk eerst <strong>de</strong> <strong>voor</strong>kennis te activeren en <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen te motiveren <strong>voor</strong><br />
<strong>het</strong> on<strong>de</strong>rwerp. In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> fase wordt <strong>de</strong> nieuwe stof aangebo<strong>de</strong>n en verwerkt op <strong>in</strong>houd<br />
en vorm (receptieve verwerk<strong>in</strong>gsopdrachten). De <strong>leraar</strong> controleert of <strong>de</strong> aangebo<strong>de</strong>n stof<br />
dui<strong>de</strong>lijk is <strong>voor</strong> ie<strong>de</strong>reen. In <strong>de</strong> oefenfase oefenen <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen actief met <strong>de</strong> nieuwe stof<br />
(productieve verwerk<strong>in</strong>gsopdrachten). In <strong>de</strong> transferfase gaat <strong>het</strong> om <strong>het</strong> toepassen van <strong>de</strong><br />
nieuwe leerstof samen met <strong>de</strong> <strong>voor</strong>kennis <strong>in</strong> vrijere opdrachten.<br />
Voor goe<strong>de</strong> afstemm<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> lessen en om te kunnen nagaan of <strong>de</strong> doelen wor<strong>de</strong>n
ehaald, dient <strong>de</strong> <strong>leraar</strong> <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g te toetsen en evalueren. Dat kan aan <strong>de</strong> hand van<br />
bestaand of zelf gemaakt toetsmateriaal zoals luistertoetsen, spreekopdrachten, lees- en<br />
schrijfopdrachten of een taalportfolio. In <strong>het</strong> uitvoeren van een taaldorp of een rollenspel kan<br />
<strong>de</strong> spreekvaardigheid <strong>in</strong> een m<strong>in</strong> of meer realistische situatie getoetst wor<strong>de</strong>n.<br />
De toets<strong>in</strong>g en evaluatie moeten gerelateerd zijn aan <strong>de</strong> kerndoelen en gebaseerd zijn op <strong>het</strong><br />
gegeven on<strong>de</strong>rwijs en passen bij <strong>de</strong> ambities van <strong>de</strong> school en <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen. De toets<strong>in</strong>g en<br />
evaluatie wor<strong>de</strong>n zo vormgegeven dat <strong>de</strong> resultaten <strong>in</strong>zicht verschaffen over <strong>de</strong> taalontwik-<br />
kel<strong>in</strong>g en taalbeheers<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>Fries</strong> en <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re talen. Een uitgewerkt leerl<strong>in</strong>gvolgsysteem<br />
is hierbij wenselijk.<br />
4.15. <strong>Fries</strong> en an<strong>de</strong>re vakken<br />
Het on<strong>de</strong>rwijs <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>Fries</strong> staat niet los van <strong>de</strong> wijze waarop <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re talen wor<strong>de</strong>n gege-<br />
ven. Taalverwerv<strong>in</strong>gtheorieën en –pr<strong>in</strong>cipes gel<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> alle talen en <strong>de</strong> wijze van taalleren<br />
toont veel overeenkomsten. De vakbekwame <strong>leraar</strong> kan een relatie leggen tussen on<strong>de</strong>rwijs<br />
<strong>in</strong> <strong>Fries</strong>, Ne<strong>de</strong>rlands, Engels en eventueel an<strong>de</strong>re (streek)talen en door mid<strong>de</strong>l van transfer <strong>de</strong><br />
algemene taalvaardighe<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> talen bevor<strong>de</strong>ren.<br />
De <strong>leraar</strong> kan <strong>de</strong> kennis van woordverwerv<strong>in</strong>g <strong>in</strong>tegreren <strong>in</strong> <strong>de</strong> lessen <strong>Fries</strong> en <strong>de</strong>ze kennis<br />
ook toepassen bij an<strong>de</strong>re vakken. Daarbij gaat <strong>het</strong> niet alleen om talen, maar ook om <strong>de</strong><br />
zaak- of wereldvakken.<br />
Op twee- en drietalige scholen wordt <strong>Fries</strong> niet alleen als vak gegeven, maar ook als voertaal<br />
bij an<strong>de</strong>re vakken gebruikt. De <strong>leraar</strong> moet <strong>in</strong> staat zijn om op <strong>de</strong> <strong>Fries</strong>e dagen of dag<strong>de</strong>len<br />
<strong>Fries</strong> als voertaal te gebruiken bij an<strong>de</strong>re vakken. Dat betekent ook dat <strong>de</strong> <strong>leraar</strong> op <strong>de</strong><br />
hoogte moet zijn van <strong>de</strong> specifieke <strong>Fries</strong>e begrippen en <strong>Fries</strong>talige leermid<strong>de</strong>len die bij <strong>de</strong><br />
vakken horen die <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>Fries</strong> wor<strong>de</strong>n gegeven. Denk bij<strong>voor</strong>beeld aan <strong>Fries</strong>talige liedjes en<br />
materiaal <strong>voor</strong> wereldoriëntatie. Ook bij <strong>het</strong> werken met thema’s is <strong>het</strong> belangrijk ver<strong>de</strong>r te<br />
kijken dan <strong>het</strong> vakgebied.<br />
Kennis en vaardighe<strong>de</strong>n<br />
Kennis Feitelijke kennis Een-, twee- en drietalig on<strong>de</strong>rwijs<br />
Mo<strong>de</strong>llen van tweetalig on<strong>de</strong>rwijs<br />
Sterke en zwakke vormen van tweetalig on<strong>de</strong>rwijs<br />
Kerndoelen, tussendoelen en leerlijnen<br />
Kennis van leer<strong>in</strong>hou<strong>de</strong>n, werkvormen en<br />
leermid<strong>de</strong>len, jeugdliteratuur en<br />
promotieactiviteiten<br />
Vaardighe<strong>de</strong>n Cognitieve<br />
vaardighe<strong>de</strong>n<br />
Begripsmatige kennis Taalbeleid<br />
Voertaal, omgangstaal en taal als vak<br />
Reactieve<br />
vaardighe<strong>de</strong>n<br />
Interactieve<br />
vaardighe<strong>de</strong>n<br />
Beg<strong>in</strong>situatie vast kunnen stellen<br />
Kunnen differentiëren<br />
Een verantwoor<strong>de</strong> keuze maken <strong>voor</strong> een meertalig<br />
on<strong>de</strong>rwijsmo<strong>de</strong>l<br />
Kan een dag(<strong>de</strong>el) <strong>Fries</strong> als voertaal gebruiken bij<br />
verschillen<strong>de</strong> vakken<br />
Kennisbasis <strong>Fries</strong> <strong>leraar</strong> <strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong> | 19
20 | Kennisbasis <strong>Fries</strong> <strong>leraar</strong> <strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong><br />
5. Aansluiten bij <strong>de</strong><br />
ontwikkel<strong>in</strong>gsfase van <strong>het</strong> k<strong>in</strong>d<br />
5.1. Taalontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> meertalige situaties<br />
K<strong>in</strong><strong>de</strong>ren doorlopen <strong>in</strong> hun taalontwikkel<strong>in</strong>g verschillen<strong>de</strong> fasen. In <strong>de</strong> eerste maan<strong>de</strong>n na <strong>de</strong><br />
geboorte luisteren k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren <strong>voor</strong>al naar <strong>het</strong> taalaanbod van hun omgev<strong>in</strong>g zon<strong>de</strong>r zelf taal te<br />
produceren. Rond <strong>het</strong> eerste jaar beg<strong>in</strong>t <strong>het</strong> k<strong>in</strong>d zelf woor<strong>de</strong>n te produceren, eerst een-<br />
woordz<strong>in</strong>nen, daarna tweewoordz<strong>in</strong>nen. De differentiatiefase beg<strong>in</strong>t rond <strong>het</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar. Het<br />
k<strong>in</strong>d beg<strong>in</strong>t steeds meer woor<strong>de</strong>n te gebruiken en maakt gebruik van grammaticale regels en<br />
structuren. Rond <strong>het</strong> vijf<strong>de</strong> jaar beheerst <strong>het</strong> k<strong>in</strong>d <strong>de</strong> basispr<strong>in</strong>cipes van <strong>de</strong> taal en beg<strong>in</strong>t <strong>de</strong><br />
voltooi<strong>in</strong>gsfase.<br />
Bij k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren <strong>in</strong> een meertalige situatie verloopt <strong>het</strong> proces op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> wijze. Bij simultane<br />
tweetaligheid leert <strong>het</strong> k<strong>in</strong>d vanaf <strong>de</strong> geboorte twee talen. De moe<strong>de</strong>r spreekt bij<strong>voor</strong>beeld<br />
<strong>Fries</strong> tegen <strong>het</strong> k<strong>in</strong>d en <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlands. Bij <strong>het</strong> leren van woor<strong>de</strong>n hebben tweetalige<br />
k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren een extra taak. Zij moeten <strong>in</strong> <strong>de</strong> gaten krijgen wie welke taal spreekt en twee woor-<br />
<strong>de</strong>n leren bij <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> begrip. Tweetalige k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren beschouwen bei<strong>de</strong> talen eerst als één<br />
systeem en gebruiken een soort tussentaal waarbij woor<strong>de</strong>n en woord<strong>de</strong>len uit <strong>de</strong> ene taal<br />
gecomb<strong>in</strong>eerd wor<strong>de</strong>n met die van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re taal. Het k<strong>in</strong>d experimenteert en speelt met<br />
taal en leert gaan<strong>de</strong>weg dat er <strong>voor</strong> één begrip twee woor<strong>de</strong>n zijn. Rond <strong>het</strong> twee<strong>de</strong>, <strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />
jaar krijgt <strong>het</strong> k<strong>in</strong>d <strong>in</strong> <strong>de</strong> gaten dat er twee talen zijn en beg<strong>in</strong>t die van elkaar te schei<strong>de</strong>n.<br />
Voorwaar<strong>de</strong> <strong>voor</strong> een succesvolle tweetalige ontwikkel<strong>in</strong>g is wel dat <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> talen<br />
aan verschillen<strong>de</strong> personen verbon<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n en niet door elkaar gebruikt wor<strong>de</strong>n.<br />
5.2. On<strong>de</strong>rbouw<br />
K<strong>in</strong><strong>de</strong>ren komen op <strong>de</strong> basisschool met <strong>Fries</strong>, Ne<strong>de</strong>rlands of een an<strong>de</strong>re taal als moe<strong>de</strong>rtaal.<br />
In <strong>de</strong> <strong>voor</strong>schoolse <strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>gen (peuterspeelzalen en k<strong>in</strong><strong>de</strong>rdagverblijven) wordt <strong>in</strong> meer<br />
of m<strong>in</strong><strong>de</strong>re mate aandacht besteed aan <strong>Fries</strong>. Hon<strong>de</strong>rd van <strong>de</strong> driehon<strong>de</strong>rd <strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>gen <strong>in</strong><br />
Fryslân zijn ééntalig <strong>Fries</strong> of tweetalig Ne<strong>de</strong>rlands-<strong>Fries</strong>. Op <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re <strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>gen wordt<br />
af en toe <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>Fries</strong> gezongen en <strong>voor</strong>gelezen. Dit betekent dat <strong>het</strong> <strong>Fries</strong> niet vreemd is <strong>voor</strong><br />
<strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren die op <strong>de</strong> basisschool komen.<br />
Op <strong>de</strong> basisschool komen <strong>Fries</strong>talige k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren <strong>in</strong> aanrak<strong>in</strong>g met Ne<strong>de</strong>rlands en Ne<strong>de</strong>rlandsta-<br />
lige k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren met <strong>Fries</strong>. Als k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren na hun vier<strong>de</strong> jaar een twee<strong>de</strong> taal leren, spreekt men<br />
van successieve tweetaligheid. Het leren van <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> taal gaat op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> wijze als <strong>het</strong><br />
leren van <strong>de</strong> eerste taal. Eerst is er sprake van een stille perio<strong>de</strong> waar<strong>in</strong> <strong>het</strong> k<strong>in</strong>d moet wen-<br />
nen aan <strong>de</strong> nieuwe taal en <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n moet leren. Bij <strong>het</strong> spreken beg<strong>in</strong>t <strong>het</strong> k<strong>in</strong>d met losse<br />
woor<strong>de</strong>n, daarna eenvoudige z<strong>in</strong>netjes die gaan<strong>de</strong>weg complexer wor<strong>de</strong>n. Omdat een twee<strong>de</strong><br />
taalleer<strong>de</strong>r nog niet direct alle woor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> taal kent, kan ook hier een perio<strong>de</strong> van<br />
tussentaal optre<strong>de</strong>n.<br />
K<strong>in</strong><strong>de</strong>ren <strong>in</strong> <strong>de</strong> leeftijd tot ongeveer 7 jaar zijn zeer gevoelig <strong>voor</strong> taal en kunnen bij vol-<br />
doen<strong>de</strong> taalaanbod op een natuurlijke en spelen<strong>de</strong> wijze een twee<strong>de</strong> taal leren. Het lijkt erop<br />
dat <strong>het</strong> taalsysteem <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste taal nog m<strong>in</strong><strong>de</strong>r <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itief verankerd is en meer open staat<br />
<strong>voor</strong> an<strong>de</strong>re manieren van <strong>het</strong> structureren van taal <strong>10</strong> . Niet-<strong>Fries</strong>talige leerl<strong>in</strong>gen kunnen zo<br />
op jonge leeftijd tweetalig wor<strong>de</strong>n.<br />
Voor <strong>Fries</strong>talige k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren betekent on<strong>de</strong>rwijs <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>Fries</strong> dat ze opgevangen wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> hun<br />
eigen vertrouw<strong>de</strong> taal en die ver<strong>de</strong>r kunnen ontwikkelen. Een goe<strong>de</strong> beheers<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> moe-<br />
<strong>de</strong>rtaal heeft een positieve uitwerk<strong>in</strong>g op <strong>het</strong> leren van een twee<strong>de</strong> taal.<br />
<strong>10</strong> Bod<strong>de</strong>-Al<strong>de</strong>rlieste, M., Paus, H., Smits, M. en Toorenburg, H. van. (2002). Driemaal taal, blz. 30. Gron<strong>in</strong>gen /<br />
Houten: Wolters-Noordhoff.
Het taalaanbod <strong>voor</strong> jonge k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren moet concreet zijn en gebon<strong>de</strong>n aan context, gaan over<br />
hier en nu en aansluiten bij <strong>de</strong> belev<strong>in</strong>gswereld. De teksten zijn <strong>voor</strong>al verhalend, eenvoudig<br />
en kort en wor<strong>de</strong>n zoveel mogelijk visueel on<strong>de</strong>rsteund.<br />
5.3. Mid<strong>de</strong>nbouw<br />
Tot ongeveer 7 jaar leren k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren een twee<strong>de</strong> taal op ongeveer <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> wijze als hun eer-<br />
ste taal. Na die tijd wordt <strong>het</strong> moeilijker om een twee<strong>de</strong> taal op moe<strong>de</strong>rtaalniveau te leren<br />
beheersen. De <strong>in</strong>vloed van <strong>de</strong> eerste taal op <strong>de</strong> te leren taal wordt groter. De leeftijd waarop<br />
je een taal beg<strong>in</strong>t te leren is ook van belang omdat <strong>de</strong> cognitieve ontwikkel<strong>in</strong>g meegroeit met<br />
<strong>de</strong> leeftijd. Kle<strong>in</strong>e k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren die hun moe<strong>de</strong>rtaal leren, leren <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n van hun taal tegelij-<br />
kertijd met <strong>de</strong> <strong>voor</strong>werpen of begrippen waar ze naar verwijzen. Als je op latere leeftijd een<br />
taal leert, ken je <strong>de</strong> begrippen al, dus die leersituatie is dan heel an<strong>de</strong>rs 11 . De eerste taal kan<br />
gebruikt wor<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> taal te leren. Het gaat dan niet meer om <strong>het</strong> leren van <strong>de</strong><br />
begrippen maar om <strong>de</strong> juiste woor<strong>de</strong>n bij <strong>het</strong> begrip.<br />
In <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>nbouw wordt bij <strong>Fries</strong> systematisch <strong>voor</strong>tgebouwd op <strong>het</strong> geleer<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r-<br />
bouw. De on<strong>de</strong>rwerpen sluiten aan bij <strong>de</strong> belev<strong>in</strong>gswereld, zijn concreet, wor<strong>de</strong>n m<strong>in</strong><strong>de</strong>r con-<br />
textgebon<strong>de</strong>n en kunnen gaan over <strong>de</strong> nabije omgev<strong>in</strong>g, toekomst en verle<strong>de</strong>n. Er wordt<br />
gestart met lees- en schrijfvaardigheid <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>Fries</strong>.<br />
5.4. Bovenbouw<br />
In <strong>de</strong> bovenbouw hoeven <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen niet altijd contextgebon<strong>de</strong>n te zijn, maar kunnen<br />
ook betrekk<strong>in</strong>g hebben op verle<strong>de</strong>n en toekomst en op <strong>de</strong> omgev<strong>in</strong>g die m<strong>in</strong><strong>de</strong>r nabij is. Het<br />
kan ook om abstracte on<strong>de</strong>rwerpen gaan. Naast verhalen<strong>de</strong> teksten zijn ook <strong>in</strong>structieve,<br />
<strong>in</strong>formatieve betogen<strong>de</strong> en persuasieve teksten van belang. De rol van <strong>de</strong> <strong>leraar</strong> veran<strong>de</strong>rt:<br />
ou<strong>de</strong>re leerl<strong>in</strong>gen leren leerkrachtonafhankelijker. Zij zijn zelfbewuster, maar lijken daardoor<br />
ook eer<strong>de</strong>r spreekangst te ontwikkelen. In <strong>de</strong> bovenbouw kunnen leerl<strong>in</strong>gen veel leerstof aan<br />
en dat betekent dat er veel <strong>Fries</strong> aanbod moet zijn tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> lessen en dat leerl<strong>in</strong>gen <strong>de</strong><br />
mogelijkheid hebben om zelfstandig en <strong>in</strong> groepen ver<strong>de</strong>r te werken aan <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van<br />
hun <strong>Fries</strong>e vaardighe<strong>de</strong>n. Daarbij gaat <strong>het</strong> niet alleen om luister- en spreekvaardigheid, maar<br />
ook om lezen en schrijven. Naast <strong>in</strong>houd is daarbij ook vorm van belang met aandacht <strong>voor</strong><br />
een juiste uitspraak en spell<strong>in</strong>g.<br />
In <strong>het</strong> <strong>voor</strong>tgezet on<strong>de</strong>rwijs is <strong>het</strong> <strong>Fries</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> eerste (en soms ook twee<strong>de</strong>) leerjaar een<br />
schoolvak <strong>voor</strong> alle leerl<strong>in</strong>gen. In <strong>de</strong> hogere leerjaren is <strong>Fries</strong> een keuze-examenvak <strong>in</strong> vmbo,<br />
havo en vwo. Op dit moment wordt op een school <strong>voor</strong> <strong>voor</strong>tgezet on<strong>de</strong>rwijs geëxperimen-<br />
teerd met drietalig on<strong>de</strong>rwijs Ne<strong>de</strong>rlands, <strong>Fries</strong> en Engels.<br />
De <strong>leraar</strong> is op <strong>de</strong> hoogte van <strong>de</strong> kerndoelen van <strong>het</strong> <strong>voor</strong>tgezet on<strong>de</strong>rwijs. Voor een goe<strong>de</strong><br />
overgang en aansluit<strong>in</strong>g is contact met <strong>voor</strong>tgezet on<strong>de</strong>rwijs wenselijk. Het gaat hierbij zowel<br />
om gegevens over prestaties en niveaus van taalbeheers<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>dividuele leerl<strong>in</strong>gen, als<br />
om <strong>de</strong> cont<strong>in</strong>uïteit van <strong>het</strong> curriculum: doelen, differentiatie, werk- en toetsvormen.<br />
11 Bod<strong>de</strong>-Al<strong>de</strong>rlieste, M., Paus, H., Smits, M. en Toorenburg, H. van. (2002). Driemaal taal, blz. 26. Gron<strong>in</strong>gen /<br />
Houten: Wolters-Noordhoff.<br />
Kennisbasis <strong>Fries</strong> <strong>leraar</strong> <strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong> | 21
Kennis en vaardighe<strong>de</strong>n<br />
22 | Kennisbasis <strong>Fries</strong> <strong>leraar</strong> <strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong><br />
Kennis Feitelijke kennis Begrippen<br />
Begripsmatige kennis Taalontwikkel<strong>in</strong>g en tweetaligheid bij k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren tot 12<br />
jaar<br />
Simultane en successieve tweetaligheid<br />
Tussentaal, taalscheid<strong>in</strong>g<br />
Taalverwerv<strong>in</strong>g en taalleren (verschil tussen jonge<br />
en ou<strong>de</strong>re k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren)<br />
Voorwaar<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> een goe<strong>de</strong> meertalige<br />
ontwikkel<strong>in</strong>g<br />
Invloed van <strong>de</strong> ene taal op <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re taal<br />
Voertaal, omgangstaal en taal als vak<br />
Interactieve<br />
vaardighe<strong>de</strong>n<br />
Aansluiten bij <strong>de</strong> belev<strong>in</strong>gswereld van k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren van<br />
4 tot 12 jaar en hun situatie
6. Voorbeel<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> praktijk<br />
Voor goed taalon<strong>de</strong>rwijs <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>Fries</strong> is een rijk en gevarieerd aanbod <strong>in</strong> die taal van belang.<br />
Het is nodig <strong>voor</strong>tdurend functionele taalgebruiksituaties te creëren waarbij k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren on<strong>de</strong>r-<br />
l<strong>in</strong>g actief gebruik maken van <strong>het</strong> <strong>Fries</strong>, bij<strong>voor</strong>beeld bij samenwerken, samen een probleem<br />
oplossen, <strong>het</strong> hou<strong>de</strong>n van spreekbeurten en presentaties naar aanleid<strong>in</strong>g van uitgewerkte the-<br />
ma’s. Dat geldt niet alleen <strong>voor</strong> mon<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g taalgebruik, maar ook <strong>voor</strong> schriftelijk. Daar<strong>voor</strong> is<br />
een grote verschei<strong>de</strong>nheid aan functionele lees- en schrijftaken nodig. Koppel<strong>in</strong>g met an<strong>de</strong>re<br />
leer- en vorm<strong>in</strong>gsgebie<strong>de</strong>n is daarbij van belang. De wereldoriënteren<strong>de</strong> vakken bie<strong>de</strong>n uitste-<br />
ken<strong>de</strong> en ‘natuurlijke’ mogelijkhe<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> functioneel taalgebruik 12 .<br />
6.1. Voorbeeld groep 1 / 2 waarbij gewerkt wordt aan kerndoel 19<br />
De Rappegaai-metoa<strong>de</strong><br />
De rappegaai-metoa<strong>de</strong> helpt niet-<strong>Fries</strong>talige k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren bij <strong>het</strong> leren van <strong>het</strong> <strong>Fries</strong>. Het blijkt dat<br />
<strong>de</strong>ze k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren <strong>het</strong> <strong>Fries</strong> vaak wel passief beheersen, maar dat ze <strong>het</strong> niet actief gebruiken. De<br />
drempel om <strong>Fries</strong> te spreken is <strong>voor</strong> hen vaak nog te hoog.<br />
De <strong>leraar</strong> leest of vertelt een verhaal dat veel mogelijkhe<strong>de</strong>n biedt om uit te beel<strong>de</strong>n. Hij<br />
leest of vertelt <strong>het</strong> verhaal z<strong>in</strong> <strong>voor</strong> z<strong>in</strong> en beeldt <strong>de</strong> z<strong>in</strong> uit. De k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren staan <strong>in</strong> een kr<strong>in</strong>g.<br />
Ze zeggen elke z<strong>in</strong> na en imiteren daarbij <strong>de</strong> <strong>leraar</strong>.<br />
Bij<strong>voor</strong>beeld:<br />
‘Lekker sliepe!’ ropt bear Boeloe op ‘e televyzje. Us mem seit: ‘En no op bêd.’ Ik sit op ‘e grûn.<br />
Ik doch <strong>de</strong> fiter los. Sa, earst <strong>de</strong> l<strong>in</strong>kerskoech út. En dan <strong>de</strong> rjochter. De l<strong>in</strong>kersok út. De rjoch-<br />
ter goai ik lekker fier fuort. Ik gean oere<strong>in</strong>. No <strong>de</strong> trui oer <strong>de</strong> holle. Dy h<strong>in</strong>gje ik oer <strong>de</strong> stoel. It<br />
blûske doch ik fansels ek út. Hup! Op ‘e stoel. Sa, ek op ‘e stoel. En dan no <strong>de</strong> broek noch.<br />
Oeps! Dêr fal ik hast om.<br />
6.2. Voorbeeld groep 1 / 2 waarbij gewerkt wordt aan kerndoel 21<br />
Kikker op reis<br />
Juf Agnes van groep 1 en 2 heeft Kikkerverhalen van Max Velthuys <strong>voor</strong>gelezen. Er zijn twee<br />
Kikkerknuffels <strong>in</strong> <strong>de</strong> klas: een Ne<strong>de</strong>rlandse Kikker en een <strong>Fries</strong>e Kikker, herkenbaar aan zijn<br />
broekje met pompeblê<strong>de</strong>n.<br />
Om <strong>de</strong> beurt mogen <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren Kikker samen met een digitale camera een tijdje mee naar<br />
huis, ze kiezen zelf welke Kikker ze meenemen. Thuis wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> belevenissen van Kikker op<br />
foto’s vastgelegd. Zo gaat Kikker mee naar <strong>het</strong> zwembad, naar pake en beppe. Kikker mag<br />
ook op <strong>de</strong> schommel, van <strong>de</strong> glijbaan en op <strong>de</strong> tractor. Kikker is zelfs <strong>in</strong> Guatemala geweest.<br />
In <strong>de</strong> klas mogen k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren een thematafel <strong>in</strong>richten bij hun foto’s. Ze vertellen <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re k<strong>in</strong>-<br />
<strong>de</strong>ren <strong>in</strong> <strong>de</strong> taal van <strong>de</strong> gekozen Kikker bij <strong>de</strong> foto’s, achter <strong>de</strong> computer en ook met behulp<br />
van <strong>het</strong> digitale schoolbord. Samen met Agnes be<strong>de</strong>nken ze woor<strong>de</strong>n en/of z<strong>in</strong>nen bij <strong>de</strong><br />
foto’s. Agnes schrijft <strong>de</strong>ze teksten erbij, <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>Fries</strong> en <strong>in</strong> <strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rlands. Dit komt op een<br />
speciale plek op <strong>de</strong> website van <strong>de</strong> school. De k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren kunnen <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n en z<strong>in</strong>nen<br />
naschrijven of nastempelen, <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>Fries</strong> of <strong>in</strong> <strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rlands<br />
K<strong>in</strong><strong>de</strong>ren kunnen nu hun eigen Kikkerverhalen en die van elkaar bekijken en lezen. En ook<br />
bij<strong>voor</strong>beeld ou<strong>de</strong>rs, grootou<strong>de</strong>rs kunnen <strong>de</strong> foto’s met verhalen bekijken.<br />
12 Oosterloo, A. en Paus, H. (red.). (2005). <strong>Fries</strong> aan bod, leerplan <strong>Fries</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong> Primair On<strong>de</strong>rwijs, blz. 47.<br />
Ensche<strong>de</strong>: SLO.<br />
Kennisbasis <strong>Fries</strong> <strong>leraar</strong> <strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong> | 23
24 | Kennisbasis <strong>Fries</strong> <strong>leraar</strong> <strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong><br />
6.3. Voorbeeld groep 3 / 4 waarbij gewerkt wordt aan kerndoel 20<br />
Lezen om iets te kunnen maken<br />
In <strong>de</strong> groepen 3 en 4 wordt door <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren volop van alles gemaakt. Constructies van lego<br />
en bepaal<strong>de</strong> gebruiks<strong>voor</strong>werpen en spelattributen maken, v<strong>in</strong><strong>de</strong>n ze vaak <strong>in</strong>teressant. Dit<br />
construeren van een specifiek product met behulp van een handleid<strong>in</strong>g en/of werkteken<strong>in</strong>g is<br />
een enorme stimulans <strong>voor</strong> heel precies lezen. Je moet <strong>het</strong> echt goed snappen, an<strong>de</strong>rs gaat<br />
<strong>het</strong> fout. We noemen dit ‘zo-moet-<strong>het</strong>’ teksten of ‘sa-moat-it’ teksten en als k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren ze lezen<br />
wor<strong>de</strong>n ze uitgenodigd heel nauwgezet te achterhalen wat er staat, terug te lezen en zichzelf<br />
te controleren. In <strong>de</strong> knutselhoek en <strong>in</strong> <strong>de</strong> hoek waar met lego geconstrueerd kan wor<strong>de</strong>n,<br />
zijn <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren over <strong>het</strong> algemeen zeer gemotiveerd dit type leesactiviteit uit te voeren.<br />
Werken met technisch Lego <strong>in</strong> groep 3<br />
In <strong>de</strong> constructiehoek staan enkele mooi beplakte schoenendozen met technisch lego. In elke<br />
doos zitten voldoen<strong>de</strong> elementen om twee of drie objecten te kunnen maken, bij<strong>voor</strong>beeld<br />
een robot, een auto en een vliegtuig. In <strong>de</strong> doos zit ook een schriftje met daar<strong>in</strong> een <strong>Fries</strong>ta-<br />
lige handleid<strong>in</strong>g, <strong>voor</strong>zien van illustraties, waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren kunnen lezen op welke manier<br />
ze te werk moeten gaan om die objecten <strong>in</strong> elkaar te zetten.<br />
Kerstfeest <strong>in</strong> groep 4<br />
Het is <strong>de</strong>cember en <strong>in</strong> groep 4 is een ruime knutselhoek <strong>in</strong>gericht waar <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren kunnen<br />
werken aan hun <strong>de</strong>cemberfeestversier<strong>in</strong>gen. Er zijn mooie, feestelijke materialen om van<br />
alles te maken. Voor <strong>in</strong> <strong>de</strong> klas, <strong>voor</strong> <strong>de</strong> boom, <strong>voor</strong> thuis, <strong>voor</strong> <strong>de</strong> kerstmaaltijd. Er zijn vrije<br />
keuzemogelijkhe<strong>de</strong>n, maar ook verplichte activiteiten. Daar<strong>voor</strong> is <strong>het</strong> nodig dat <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren<br />
een ‘sa-moat-it’ tekstkaart lezen om <strong>de</strong> opdracht goed <strong>voor</strong> elkaar te krijgen.<br />
6.4. Voorbeeld groep 7 / 8 waarbij gewerkt wordt aan kerndoel 20<br />
In wykslut<strong>in</strong>g mei <strong>in</strong> Frysk liet<br />
Op een volledig Ne<strong>de</strong>rlandstalige school is <strong>het</strong> vak <strong>Fries</strong> een on<strong>de</strong>rgeschoven k<strong>in</strong>dje.<br />
Vijf meisjes uit groep 7 mogen <strong>de</strong> weeksluit<strong>in</strong>g verzorgen en omdat drie van hen op paardrij-<br />
<strong>de</strong>n zitten, wordt <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rwerp ‘<strong>de</strong> pony’. Ze overleggen wat ze willen gaan presenteren, en<br />
ook hoe.<br />
“Een toneelstukje wordt altijd al gedaan”, zegt Kar<strong>in</strong>. “Een <strong>in</strong>terview”, zegt Berber, “Ik ga vra-<br />
gen stellen over jouw pony.” “Ja, dat kan, maar niet te lang. Het moet niet op een spreek-<br />
beurt gaan lijken.” “Zullen we een liedje laten horen?” stelt Irene <strong>voor</strong>. “Ja, maar dan moet<br />
<strong>de</strong> tekst er wel bij, want an<strong>de</strong>rs versta je niet alles.” Het werk wordt ver<strong>de</strong>eld. Kar<strong>in</strong> en Inge<br />
berei<strong>de</strong>n <strong>de</strong> <strong>in</strong>terviewvragen <strong>voor</strong>. Berber gaat op zoek naar een lied. En Machtelt en Irene<br />
gaan op zoek <strong>in</strong> <strong>het</strong> documentatiecentrum en op <strong>in</strong>ternet.<br />
Als ze weer bij elkaar komen om <strong>de</strong> resultaten te bekijken heeft Berber een lied over <strong>de</strong> pony<br />
gevon<strong>de</strong>n: op <strong>de</strong> cd ‘Sjongspektakel’ . Er is ook een tekst bij. Samen proberen ze <strong>de</strong> tekst te<br />
lezen om te kijken of ze <strong>het</strong> bij hun presentatie v<strong>in</strong><strong>de</strong>n passen. Vervelend dat <strong>de</strong> tekst <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />
<strong>Fries</strong> is, v<strong>in</strong>dt Irene, sommige k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren <strong>in</strong> onze groep kunnen immers geen <strong>Fries</strong> verstaan.<br />
Dan kunnen ze <strong>het</strong> nu mooi leren, v<strong>in</strong>dt Machtelt, ze krijgen <strong>de</strong> tekst er toch bij? Dat scheelt.<br />
Uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk besluiten ze <strong>het</strong> <strong>Fries</strong>e lied toch te kiezen. Ze laten <strong>het</strong> horen aan <strong>het</strong> e<strong>in</strong>d van<br />
hun presentatie en ze playbacken erbij. De teksten hebben ze gekopieerd en uitge<strong>de</strong>eld. Ze<br />
hebben er zelf een vertal<strong>in</strong>g bij gemaakt. Die staat op <strong>de</strong> achterkant. Het is een groot succes.
Bronnen<br />
Appel, R. e.a. (red.). (2001). Ne<strong>de</strong>rlands als twee<strong>de</strong> taal <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong>. Utrecht/Zutphen:<br />
ThiemeMeulenhoff.<br />
Baker, C. en Jones, P. (red.). (1998). Encyclopedia of Bil<strong>in</strong>gualism and Bil<strong>in</strong>gual Education. Clevedon:<br />
Multil<strong>in</strong>gual Matters.<br />
Baker, C. (1993). Foundation of bil<strong>in</strong>gual education and bil<strong>in</strong>gualism. Clevedon.<br />
Bod<strong>de</strong>-Al<strong>de</strong>rlieste, M., Paus, H., Smits, M. en Toorenburg, H. van. (2002). Driemaal taal. Gron<strong>in</strong>gen /<br />
Houten: Wolters-Noordhoff.<br />
Bonset, H., Meestr<strong>in</strong>ga, T. en Oosterloo, A. (red.). (2005). Taalportfolio Frysk/<strong>Fries</strong> PO. SLO: Ensche<strong>de</strong>.<br />
Boon, E. <strong>de</strong>n, Kraay, T. <strong>de</strong>, Kouzm<strong>in</strong>a, O. en Schokkenbroek, J. (20<strong>10</strong>). Kennisbasis Engels. Niet<br />
gepubliceerd werkdocument.<br />
Cumm<strong>in</strong>s, J. (1989). Language and Literacy Acquisition <strong>in</strong> Bil<strong>in</strong>gual Contexts. In: Journal of Multil<strong>in</strong>gual<br />
and Multicultural Development. Vol. <strong>10</strong>.1, 17-31. Clevedon: Multil<strong>in</strong>gual Matters.<br />
Europees Referentieka<strong>de</strong>r Talen. Beschikbaar: http://www.erk.nl.<br />
Foekema, F. (2004). Overdracht van <strong>de</strong> <strong>Fries</strong>e taal. Amsterdam: TNS NIPO.<br />
Goorhuis-Brouwer, S. (1995). Handboek taalontwikkel<strong>in</strong>g, taalpathologie en taaltherapie. Utrecht.<br />
Goorhuis-Brouwer, S. (2007). Taalontwikkel<strong>in</strong>g en taalstimuler<strong>in</strong>g van peuters en kleuters. Amsterdam.<br />
Haadl<strong>in</strong>en foar it taalûn<strong>de</strong>rwiis op <strong>de</strong> basisskoallen yn Fryslân. (1989). Ljouwert: Perman<strong>in</strong>te Kommisje<br />
Frysk yn it ûn<strong>de</strong>rwiis.<br />
Haijer, M. en Meestr<strong>in</strong>ga, T. (2004). Taalgericht vakon<strong>de</strong>rwijs. Bussum: Cout<strong>in</strong>ho.<br />
Inspectie van <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rwijs. (2006). De kwaliteit van <strong>het</strong> vak <strong>Fries</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong> en <strong>het</strong> <strong>voor</strong>tgezet<br />
on<strong>de</strong>rwijs <strong>in</strong> <strong>de</strong> prov<strong>in</strong>cie Fryslân. Utrecht: Inspectie van <strong>het</strong> On<strong>de</strong>rwijs.<br />
Inspectie van <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rwijs. (20<strong>10</strong>). Tussen wens en werkelijkheid. De kwaliteit van <strong>het</strong> vak <strong>Fries</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />
<strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong> en <strong>het</strong> <strong>voor</strong>tgezet on<strong>de</strong>rwijs <strong>in</strong> <strong>de</strong> prov<strong>in</strong>cie Fryslân. Utrecht: Inspectie van <strong>het</strong><br />
On<strong>de</strong>rwijs.<br />
Israel, T., Leeuw, B. v.d., Pauw, I. en Schaufeli, A. (2009). Kennisbasis Ne<strong>de</strong>rlandse taal. Rijswijk.<br />
Meier<strong>in</strong>k, H. P. e.a. (2009). Referentieka<strong>de</strong>r taal en rekenen. De referentieniveaus. Ensche<strong>de</strong>: SLO.<br />
Nijmeegse Werkgroep Taaldidactiek. (1992). Taaldidactiek aan <strong>de</strong> basis. Gron<strong>in</strong>gen: Wolters-Noordhoff.<br />
Oosterloo, A. en Paus, H. (red.). (2005). <strong>Fries</strong> aan bod, leerplan <strong>Fries</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong> Primair On<strong>de</strong>rwijs.<br />
Ensche<strong>de</strong>: SLO.<br />
Paus, H. (red.). (2002). Portaal, praktische taaldidactiek <strong>voor</strong> <strong>het</strong> primair on<strong>de</strong>rwijs. Bussum: Cout<strong>in</strong>ho.<br />
Prov<strong>in</strong>sje Fryslân. (2007). Fryske taalatlas. Ljouwert.<br />
Prov<strong>in</strong>sje Fryslân. Taal fan it hert. Ljouwert.<br />
Ruijven, E.C.M. v. en Ytsma, J. (2008). Trijetalige skoalle yn Fryslân. On<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> opbrengsten van<br />
<strong>het</strong> drietalig on<strong>de</strong>rwijsmo<strong>de</strong>l <strong>in</strong> Fryslân. Ljouwert: Fryske Aka<strong>de</strong>my.<br />
SLO. (1997). Startbekwaamhe<strong>de</strong>n <strong>leraar</strong> primair on<strong>de</strong>rwijs. Utrecht.<br />
Taals<strong>in</strong>trum Frysk. (2005). Taaldidaktyk foar <strong>de</strong> basisskoallen yn Fryslân. Ljouwert.<br />
Tussendoelen en leerlijnen (TULE). Beschikbaar: http://www.tule.slo.nl.<br />
Vakspecifieke competenties <strong>voor</strong> stu<strong>de</strong>nten aan <strong>de</strong> lerarenopleid<strong>in</strong>g primair on<strong>de</strong>rwijs. (2005).<br />
Ensche<strong>de</strong>: SLO.<br />
Kennisbasis <strong>Fries</strong> <strong>leraar</strong> <strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong> | 25
Bijlagen<br />
26 | Kennisbasis <strong>Fries</strong> <strong>leraar</strong> <strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong><br />
Bijlage 1: Referentieka<strong>de</strong>rs <strong>Fries</strong> Basison<strong>de</strong>rwijs<br />
(Een uitgebreid overzicht is te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n <strong>in</strong> ‘Referentieka<strong>de</strong>r taal en rekenen’ en ‘www.erk.nl’.)<br />
A. Nationale referentieniveaus taal: Algemene omschrijv<strong>in</strong>g niveau F1<br />
1. Mon<strong>de</strong>l<strong>in</strong>ge taalvaardigheid<br />
1.1 Gesprekken<br />
Kan eenvoudige gesprekken voeren over vertrouw<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen <strong>in</strong> <strong>het</strong> dagelijkse<br />
leven op en buiten school.<br />
1.2 Luisteren<br />
Kan luisteren naar eenvoudige teksten over alledaagse, concrete on<strong>de</strong>rwerpen of over<br />
on<strong>de</strong>rwerpen die aansluiten bij <strong>de</strong> leefwereld van <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g.<br />
1.3 Spreken<br />
Kan <strong>in</strong> eenvoudige bewoord<strong>in</strong>gen een beschrijv<strong>in</strong>g geven, <strong>in</strong>formatie geven, verslag uit-<br />
brengen, uitleg en <strong>in</strong>structie geven <strong>in</strong> alledaagse situaties <strong>in</strong> en buiten school.<br />
2. Lezen<br />
2.1. Zakelijke teksten<br />
Kan eenvoudige teksten lezen over alledaagse on<strong>de</strong>rwerpen en over on<strong>de</strong>rwerpen die<br />
aansluiten bij <strong>de</strong> leefwereld.<br />
2.2. Fictionele, narratieve en literaire teksten<br />
Kan jeugdliteratuur belevend lezen.<br />
3. Schrijven<br />
Kan korte, eenvoudige teksten schrijven over alledaagse on<strong>de</strong>rwerpen of over on<strong>de</strong>rwer-<br />
pen uit <strong>de</strong> leefwereld.
B. Europees Referentieka<strong>de</strong>r niveau A2: Basisgebruiker<br />
Luisteren<br />
Ik kan z<strong>in</strong>nen en <strong>de</strong> meest frequente woor<strong>de</strong>n begrijpen die betrekk<strong>in</strong>g hebben op gebie<strong>de</strong>n<br />
die van direct persoonlijk belang zijn (bij<strong>voor</strong>beeld basis<strong>in</strong>formatie over mezelf en mijn fami-<br />
lie, w<strong>in</strong>kelen, plaatselijke omgev<strong>in</strong>g, werk). Ik kan <strong>de</strong> belangrijkste punten <strong>in</strong> korte, dui<strong>de</strong>lijke<br />
en eenvoudige boodschappen en aankondig<strong>in</strong>gen volgen.<br />
Lezen<br />
Ik kan zeer korte eenvoudige teksten lezen. Ik kan specifieke <strong>voor</strong>spelbare <strong>in</strong>formatie v<strong>in</strong><strong>de</strong>n<br />
<strong>in</strong> eenvoudige, alledaagse teksten zoals advertenties, fol<strong>de</strong>rs, menu’s en dienstregel<strong>in</strong>gen en<br />
ik kan korte, eenvoudige, persoonlijke brieven begrijpen.<br />
Gesprekken voeren/<strong>in</strong>teractie<br />
Ik kan communiceren over eenvoudige en alledaagse taken die een eenvoudige en directe<br />
uitwissel<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>formatie over vertrouw<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen en activiteiten betreffen. Ik kan<br />
zeer korte sociale gesprekken aan, alhoewel ik gewoonlijk niet voldoen<strong>de</strong> begrijp om <strong>het</strong><br />
gesprek zelfstandig gaan<strong>de</strong> te hou<strong>de</strong>n.<br />
Spreken/productie<br />
Ik kan een reeks uitdrukk<strong>in</strong>gen en z<strong>in</strong>nen gebruiken om <strong>in</strong> eenvoudige bewoord<strong>in</strong>gen mijn<br />
familie en an<strong>de</strong>re mensen, leefomstandighe<strong>de</strong>n, mijn opleid<strong>in</strong>g en mijn huidige of meest<br />
recente baan te beschrijven.<br />
Schrijven<br />
Ik kan korte, eenvoudige notities en boodschappen opschrijven. Ik kan een zeer eenvoudige<br />
persoonlijke brief schrijven, bij<strong>voor</strong>beeld om iemand <strong>voor</strong> iets te bedanken.<br />
Kennisbasis <strong>Fries</strong> <strong>leraar</strong> <strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong> | 27
28 | Kennisbasis <strong>Fries</strong> <strong>leraar</strong> <strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong><br />
Bijlage 2: Referentieka<strong>de</strong>rs <strong>Fries</strong> Pabo<br />
(Een uitgebreid overzicht is te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n <strong>in</strong> ‘Referentieka<strong>de</strong>r taal en rekenen’ en ‘www.erk.nl’.)<br />
A. Nationale referentieniveaus taal: Algemene omschrijv<strong>in</strong>g niveau F4<br />
1. Mon<strong>de</strong>l<strong>in</strong>ge taalvaardigheid<br />
1.1 Gesprekken<br />
Kan <strong>in</strong> alle soorten gesprekken <strong>de</strong> taal nauwkeurig en doeltreffend gebruiken <strong>voor</strong> een<br />
breed scala van on<strong>de</strong>rwerpen uit (beroeps)opleid<strong>in</strong>g en van maatschappelijke aard.<br />
1.2 Luisteren<br />
Kan luisteren naar een grote variatie aan, ook complexe, teksten over on<strong>de</strong>rwerpen uit<br />
<strong>de</strong> (beroeps)opleid<strong>in</strong>g en van maatschappelijke aard, die ook abstracte thema’s kunnen<br />
behan<strong>de</strong>len.<br />
1.3. Spreken<br />
Kan dui<strong>de</strong>lijke, ge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong> monologen en presentaties hou<strong>de</strong>n over tal van<br />
on<strong>de</strong>rwerpen uit <strong>de</strong> (beroeps)opleid<strong>in</strong>g en van maatschappelijke aard. Kan daarbij<br />
subthema’s <strong>in</strong>tegreren, specifieke standpunten ontwikkelen en <strong>het</strong> geheel afron<strong>de</strong>n met<br />
een passen<strong>de</strong> conclusie.<br />
2. Lezen<br />
2.1. Zakelijke teksten<br />
Kan een grote variatie aan teksten lezen over tal van on<strong>de</strong>rwerpen uit <strong>de</strong> (beroeps)oplei-<br />
d<strong>in</strong>g en van maatschappelijke aard en kan die <strong>in</strong> <strong>de</strong>tail begrijpen.<br />
2.2. Fictionele, narratieve en literaire teksten<br />
Kan volwassenenliteratuur <strong>in</strong>terpreterend en est<strong>het</strong>isch lezen.<br />
3. Schrijven<br />
Kan goed gestructureer<strong>de</strong> teksten schrijven over allerlei on<strong>de</strong>rwerpen uit <strong>de</strong> (beroeps)<br />
opleid<strong>in</strong>g en van maatschappelijke aard. Kan relevante kwesties benadrukken, stand-<br />
punten uitgebreid uitwerken en on<strong>de</strong>rsteunen met re<strong>de</strong>nen en <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n.
B. Europees Referentieka<strong>de</strong>r niveau B2: Onafhankelijk gebruiker<br />
Luisteren<br />
Ik kan een langer betoog en lez<strong>in</strong>gen begrijpen en zelfs complexe re<strong>de</strong>ner<strong>in</strong>gen volgen, wan-<br />
neer <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rwerp re<strong>de</strong>lijk vertrouwd is. Ik kan <strong>de</strong> meeste nieuws- en actualiteitenprogram-<br />
ma’s op <strong>de</strong> tv begrijpen. Ik kan <strong>het</strong> grootste <strong>de</strong>el van films <strong>in</strong> standaarddialect begrijpen.<br />
Lezen<br />
Ik kan artikelen en verslagen lezen die betrekk<strong>in</strong>g hebben op eigentijdse problemen, waarbij<br />
<strong>de</strong> schrijvers een bepaal<strong>de</strong> houd<strong>in</strong>g of standpunt <strong>in</strong>nemen. Ik kan eigentijds literair proza<br />
begrijpen.<br />
Gesprekken voeren/<strong>in</strong>teractie<br />
Ik kan zodanig <strong>de</strong>elnemen aan een vloeiend en spontaan gesprek dat normale uitwissel<strong>in</strong>g<br />
met moe<strong>de</strong>rtaalsprekers re<strong>de</strong>lijk mogelijk is. Ik kan b<strong>in</strong>nen een vertrouw<strong>de</strong> context actief<br />
<strong>de</strong>elnemen aan een discussie en hier<strong>in</strong> mijn standpunten uitleggen en on<strong>de</strong>rsteunen.<br />
Spreken/productie<br />
Ik kan dui<strong>de</strong>lijke, ge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong> beschrijv<strong>in</strong>gen presenteren over een breed scala van<br />
on<strong>de</strong>rwerpen die betrekk<strong>in</strong>g hebben op mijn <strong>in</strong>teressegebied. Ik kan een standpunt over een<br />
actueel on<strong>de</strong>rwerp verklaren en <strong>de</strong> <strong>voor</strong><strong>de</strong>len en na<strong>de</strong>len van diverse opties uiteenzetten.<br />
Schrijven<br />
Ik kan een dui<strong>de</strong>lijke, ge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong> tekst schrijven over een breed scala van on<strong>de</strong>rwerpen die<br />
betrekk<strong>in</strong>g hebben op mijn <strong>in</strong>teresses. Ik kan een opstel of verslag schrijven, <strong>in</strong>formatie door-<br />
geven of re<strong>de</strong>nen aanvoeren ter on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> of tegen een specifiek standpunt. Ik kan<br />
brieven schrijven waar<strong>in</strong> ik <strong>het</strong> persoonlijk belang van gebeurtenissen en ervar<strong>in</strong>gen aangeef.<br />
Kennisbasis <strong>Fries</strong> <strong>leraar</strong> <strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong> | 29
Kerndoel Toelicht<strong>in</strong>g<br />
1 De leerl<strong>in</strong>gen ontwikkelen een positieve<br />
attitu<strong>de</strong> ten opzichte van <strong>het</strong> gebruik<br />
van <strong>Fries</strong> door henzelf en an<strong>de</strong>ren.<br />
2 De leerl<strong>in</strong>gen leren <strong>in</strong>formatie<br />
verwerven uit gesproken <strong>Fries</strong>. Het gaat<br />
om teksten die <strong>in</strong>formatie geven,<br />
plezier verschaffen, men<strong>in</strong>gen of<br />
aanwijz<strong>in</strong>gen bevatten over <strong>voor</strong> hen<br />
beken<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen.<br />
3 De leerl<strong>in</strong>gen leren zich naar <strong>in</strong>houd en<br />
vorm <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>Fries</strong> uit te drukken <strong>in</strong><br />
situaties uit hun dagelijks leven waar<strong>in</strong><br />
zij <strong>in</strong>formatie vragen of geven over een<br />
on<strong>de</strong>rwerp waarmee zij vertrouwd zijn.<br />
4 De leerl<strong>in</strong>gen leren <strong>in</strong>formatie<br />
verwerven uit teksten <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>Fries</strong> <strong>in</strong><br />
frequent <strong>voor</strong>komen<strong>de</strong> teksttypen<br />
(zoals artikelen <strong>in</strong> jeugdrubrieken,<br />
liedjes, verhalen).<br />
5 De leerl<strong>in</strong>gen leren eenvoudige teksten<br />
<strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>Fries</strong> te schrijven over alledaagse<br />
on<strong>de</strong>rwerpen met <strong>het</strong> doel met an<strong>de</strong>ren<br />
over die on<strong>de</strong>rwerpen te<br />
communiceren.<br />
6 De leerl<strong>in</strong>gen verwerven een<br />
woor<strong>de</strong>nschat van frequent gebruikte<br />
<strong>Fries</strong>e woor<strong>de</strong>n en strategieën <strong>voor</strong> <strong>het</strong><br />
begrijpen van <strong>voor</strong> hen onbeken<strong>de</strong><br />
woor<strong>de</strong>n.<br />
Bron: <strong>Fries</strong> aan bod<br />
30 | Kennisbasis <strong>Fries</strong> <strong>leraar</strong> <strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong><br />
Bijlage 3: Toelicht<strong>in</strong>g op <strong>de</strong> kerndoelen<br />
●● Het gebruik van <strong>Fries</strong> is vanzelfsprekend en positief<br />
●● <strong>Fries</strong> is een volwaardig communicatiemid<strong>de</strong>l dat <strong>in</strong> alle situaties van <strong>het</strong><br />
leven <strong>in</strong> Fryslân gebruikt kan wor<strong>de</strong>n<br />
●● Het persoonlijke en maatschappelijke belang van <strong>het</strong> kunnen verstaan,<br />
spreken, lezen en schrijven van <strong>het</strong> <strong>Fries</strong> erkennen<br />
●● Luisteren naar verschillen<strong>de</strong> soorten teksten<br />
●● Verschillen<strong>de</strong> soorten teksten herkennen en on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n<br />
●● Structuur van teksten gebruiken bij <strong>het</strong> luisteren<br />
●● Bewust wor<strong>de</strong>n dat je met verschillen<strong>de</strong> doelen kunt luisteren<br />
●● Manier van luisteren aan kunnen passen aan <strong>het</strong> luisterdoel<br />
●● Zelf luisterdoelen bepalen<br />
●● Luisterstrategieén <strong>in</strong>zetten om <strong>het</strong> doel te bereiken<br />
●● Vertrouwd raken met specifiek <strong>Fries</strong>e klanken en klankcomb<strong>in</strong>aties,<br />
specifiek <strong>Fries</strong>e woord- en z<strong>in</strong>svorm<strong>in</strong>g en manieren van uitdrukken<br />
Afstand tussen on<strong>de</strong>rwerp en luisteraar moet niet te groot wor<strong>de</strong>n<br />
Luisteren kan niet los gezien wor<strong>de</strong>n van spreken. Er moet voldoen<strong>de</strong> luister-<br />
en spreekgelegenheid zijn om <strong>de</strong> taal te leren<br />
●● Verlagen van <strong>de</strong> spreekdrempel, zodat leerl<strong>in</strong>gen zich mon<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g durven te<br />
uiten <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>Fries</strong><br />
●● Spreken <strong>in</strong> gesprekken en monologen<br />
Om <strong>de</strong> mon<strong>de</strong>l<strong>in</strong>ge taalontwikkel<strong>in</strong>g ver<strong>de</strong>r te brengen dan alleen <strong>de</strong><br />
dagelijkse taalvaardigheid is <strong>het</strong> van belang dat er aandacht is <strong>voor</strong> cognitief<br />
complexere taalfuncties.<br />
●● Verwacht<strong>in</strong>gsvol lezen<br />
●● Lezen van verschillen<strong>de</strong> soorten teksten<br />
●● Verschillen<strong>de</strong> soorten teksten herkennen en on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n<br />
●● Structuur van teksten gebruiken bij <strong>het</strong> lezen<br />
●● Bewust wor<strong>de</strong>n dat je kunt lezen met verschillen<strong>de</strong> doelen<br />
●● Zelf leesdoelen bepalen<br />
●● Manier van lezen aanpassen aan leesdoelen<br />
●● Leesstrategieën <strong>in</strong>zetten om <strong>het</strong> doel te bereiken<br />
●● Vertrouwd raken met specifiek <strong>Fries</strong>e klanken, notatiewijze en<br />
lettercomb<strong>in</strong>aties, specifiek <strong>Fries</strong>e woord- en z<strong>in</strong>svorm<strong>in</strong>g en manieren van<br />
uitdrukken<br />
Afstand tussen on<strong>de</strong>rwerp en lezer moet niet te groot wor<strong>de</strong>n.<br />
●● Schrijfdurf en schrijfplezier staan centraal<br />
●● Bewust wor<strong>de</strong>n dat je met verschillen<strong>de</strong> doelen kunt schrijven<br />
●● Zelf doelen bepalen<br />
●● Bewust wor<strong>de</strong>n dat er (afhankelijk van <strong>het</strong> schrijfdoel) verschillen<strong>de</strong><br />
tekstsoorten zijn<br />
●● Schrijven van verschillen<strong>de</strong> soorten teksten<br />
●● Gebruik maken van schrijfstrategieën<br />
●● Vertrouwd raken met specifiek <strong>Fries</strong>e kl<strong>in</strong>kers en lettercomb<strong>in</strong>aties en hun<br />
notatiewijze en specifiek <strong>Fries</strong>e woord- en z<strong>in</strong>svorm<strong>in</strong>g en manier van<br />
uitdrukken<br />
●● Voldoen<strong>de</strong> receptieve en productieve woordkennis om volwaardig <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />
on<strong>de</strong>rwijs te kunnen participeren<br />
●● Kennis van strategieën om <strong>de</strong> betekenis van woor<strong>de</strong>n af te lei<strong>de</strong>n<br />
●● Kennis van strategieën om <strong>de</strong> betekenis van woor<strong>de</strong>n te onthou<strong>de</strong>n<br />
●● Reflectie op eigen woor<strong>de</strong>nschatontwikkel<strong>in</strong>g
Auteur<br />
Liskje Flapper NHL Hogeschool<br />
Legitimer<strong>in</strong>gspanel<br />
drs. Jan Ou<strong>de</strong>boon oud-<strong>in</strong>specteur <strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong>, beleidsme<strong>de</strong>werker Proloog,<br />
Colofon<br />
Kennisbasis <strong>Fries</strong><br />
<strong>leraar</strong> <strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong><br />
Vormgev<strong>in</strong>g Studio MM, Eck en Wiel<br />
Omslagontwerp Gerbrand van Melle, Auckland<br />
Druk Altijddrukwerk, Utrecht<br />
www.<strong>10</strong><strong>voor</strong><strong>de</strong><strong>leraar</strong>.nl<br />
© HBO-raad, verenig<strong>in</strong>g van hogescholen<br />
Den Haag, juni 2012<br />
openbaar on<strong>de</strong>rwijs Leeuwar<strong>de</strong>n<br />
drs. Albert Walsweer me<strong>de</strong>werker ECNO, naschol<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stituut NHL,<br />
oplei<strong>de</strong>r taalcoörd<strong>in</strong>atoren<br />
Hans <strong>de</strong> Haan directeur basisschool De Tsjelke te Holwerd<br />
dr. Alex Riemersma lector meertaligheid NHL Hogeschool/<br />
hoofd Mercator European Research Centre on<br />
Multil<strong>in</strong>gualism and Language Learn<strong>in</strong>g<br />
Jelle Bangma coörd<strong>in</strong>ator Taal<strong>in</strong>stituut Frysk,<br />
on<strong>de</strong>rwijsbegeleid<strong>in</strong>gsdienst Ced<strong>in</strong><br />
Alle rechten <strong>voor</strong>behou<strong>de</strong>n. Behou<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> uitdrukkelijk bij wet bepaal<strong>de</strong><br />
uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen mag niets uit <strong>de</strong>ze uitgave wor<strong>de</strong>n verveel voudigd, opgeslagen<br />
<strong>in</strong> een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar wor<strong>de</strong>n<br />
gemaakt, zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> uitdrukkelijke, <strong>voor</strong>afgaan<strong>de</strong> en schriftelijke toestemm<strong>in</strong>g<br />
van <strong>de</strong> uitgever.<br />
Aan <strong>de</strong> totstandkom<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze uitgave is <strong>de</strong> uiterste zorg besteed.<br />
Voor <strong>in</strong>formatie die nochtans onvolledig of onjuist is opgenomen, aanvaar<strong>de</strong>n<br />
<strong>de</strong> auteurs, redactie en uitgever geen aansprakelijkheid <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
gevolgen daarvan.<br />
Kennisbasis <strong>Fries</strong> <strong>leraar</strong> <strong>basison<strong>de</strong>rwijs</strong> | 31