Onvoorziene opbrengsten, meer dan de tragiek van goede ... - NSOB
Onvoorziene opbrengsten, meer dan de tragiek van goede ... - NSOB
Onvoorziene opbrengsten, meer dan de tragiek van goede ... - NSOB
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Mark<strong>van</strong>TwistenWouterJanVerheul <strong>Onvoorziene</strong> <strong>opbrengsten</strong><br />
Tabel 1. Bij<strong>van</strong>gsten <strong>van</strong> beleid: het beleidsprogramma Aandachtswijken als voorbeeld<br />
1. Bij<strong>van</strong>gsten in economie<br />
en werkgelegenheid<br />
2. Bij<strong>van</strong>gsten in sociale<br />
cohesie en actief<br />
burgerschap<br />
3. Bij<strong>van</strong>gsten in bestuur<br />
en organisatie<br />
Sponsoring <strong>van</strong> projecten door bedrijven is gemakkelijker sinds <strong>de</strong> aandacht voor <strong>de</strong> aandachtswijken;<br />
werken in <strong>de</strong> aandachtswijk is hip gewor<strong>de</strong>n; <strong>de</strong> aandacht voor <strong>de</strong> wijkenaanpak kan werkgelegenheid<br />
prikkelen; door activiteiten in <strong>de</strong> wijkenaanpak ontmoeten on<strong>de</strong>rnemers elkaar die<br />
samen nieuwe projecten opzetten; culturele instellingen vestigen zich in <strong>de</strong> aandachtswijk.<br />
Fysieke projecten lokken ook sociale projecten uit; burgerinitiatieven wor<strong>de</strong>n serieuzer genomen;<br />
<strong>de</strong> aandacht <strong>van</strong> <strong>de</strong> minister, wethou<strong>de</strong>rs en <strong>de</strong> burgemeester werkt stimulerend voor mensen die<br />
al lange tijd in <strong>de</strong> wijk actief zijn of een nieuw project willen opstarten; er ontstaan nieuwe vormen<br />
<strong>van</strong> burgerparticipatie; scholieren en stu<strong>de</strong>nten wor<strong>de</strong>n bewuster betrokken bij wat ze in hun wijk<br />
kunnen doen; fysieke projecten in <strong>de</strong> aandachtswijk stimuleren <strong>de</strong> ontwikkeling <strong>van</strong> kunst en cultuur;<br />
wijkavon<strong>de</strong>n bie<strong>de</strong>n platforms en netwerken voor bewoners met hun nieuwe of bestaan<strong>de</strong><br />
bewonersinitiatieven; door <strong>de</strong> aandacht voor <strong>de</strong> aandachtswijken zijn vrijwilligers gemakkelijker te<br />
vin<strong>de</strong>n en te mobiliseren; er ontstaat (on)bewust een internalisering <strong>van</strong> <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>n die zijn<br />
be lichaamd in het beleid.<br />
Geslaag<strong>de</strong> projecten in <strong>de</strong> aandachtswijken slaan over naar an<strong>de</strong>re wijken; er wordt serieuzer naar<br />
burgers geluisterd; het bezoek <strong>van</strong> <strong>de</strong> minister kan lei<strong>de</strong>n tot doorbraken; projecten <strong>van</strong>uit <strong>de</strong> wijkenaanpak<br />
inspireren bedrijven tot samenwerking met maatschappelijke organisaties; bestaand<br />
gemeentelijk beleid wordt <strong>meer</strong> op <strong>de</strong> wijk toegesne<strong>de</strong>n; succesvolle projecten in <strong>de</strong> aandachtswijken<br />
lei<strong>de</strong>n tot spillover-effecten; <strong>de</strong> wijkenaanpak brengt bestaan<strong>de</strong> projecten in een stroomversnelling;<br />
<strong>de</strong> aandacht voor <strong>de</strong> wijkenaanpak vergroot bij organisaties <strong>de</strong> ‘sense of urgency’ voor<br />
projecten; het focussen op veertig wijken wordt bewust of onbewust ook door an<strong>de</strong>re organisaties<br />
overgenomen en zorgt daarmee voor extra focus; nationale overhe<strong>de</strong>n en gemeentelijke af<strong>de</strong>lingen<br />
leren over <strong>de</strong> eigen schutting heen te kijken.<br />
6 Conclusie en discussie<br />
Dat overheidsinterventies niet simpelweg altijd en<br />
alleen tot het voorziene en gewenste effect lei<strong>de</strong>n,<br />
is inmid<strong>de</strong>ls ook tot <strong>de</strong> wereld <strong>van</strong> het openbaar<br />
bestuur doorgedrongen (met <strong>dan</strong>k aan auteurs als<br />
Engbersen e.a.). Bij wetenschappers, maar ook bij<br />
beleidsmakers is <strong>de</strong> aandacht voor neveneffecten <strong>van</strong><br />
beleid <strong>meer</strong> <strong>dan</strong> voorheen aanwezig en <strong>dan</strong> vooral<br />
voor <strong>de</strong> ongewenste <strong>opbrengsten</strong> <strong>van</strong> beleid. Soms<br />
wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> beleidsvorming ongewenste bijwerkingen<br />
<strong>van</strong> overheidsinterventie al voorzien. Er wordt<br />
<strong>dan</strong> geanticipeerd op <strong>de</strong>ze mogelijke bijwerkingen<br />
door ze te on<strong>de</strong>r<strong>van</strong>gen, teniet te doen of in impact<br />
te reduceren. Maar tegelijkertijd hebben overheidsinterventies<br />
ook tal <strong>van</strong> bijwerkingen die niet waren<br />
voorzien en waar niet op is geanticipeerd.<br />
Vooral <strong>van</strong>uit <strong>de</strong> (sociale) wetenschap wordt kritisch<br />
gereflecteerd op <strong>de</strong>ze <strong>opbrengsten</strong> <strong>van</strong> overheidsinterventies<br />
en ongewenste onvoorziene effecten.<br />
Zo schreven Pressman en Wildavsky (1973)<br />
over <strong>de</strong> tegengestel<strong>de</strong> effecten <strong>van</strong> het Amerikaanse<br />
<strong>de</strong>segregatiebeleid. In Ne<strong>de</strong>rland heeft historicus en<br />
filosoof Ankersmit (1996) <strong>de</strong> onbedoel<strong>de</strong> gevolgen<br />
<strong>van</strong> politiek en bestuur uitvoerig beschreven. Hij<br />
verwijt <strong>de</strong> overheid niet <strong>de</strong> aard <strong>van</strong> <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> intenties<br />
die aan beleid ten grondslag liggen, maar hekelt<br />
<strong>de</strong> perverse effecten <strong>van</strong> beleidsinterventies die<br />
2010 • 37 • 4<br />
b<br />
en<br />
m<br />
daaruit voortvloeien. Zijn collega Achterhuis (1999)<br />
spreekt, als hij <strong>de</strong> verschrikkelijke maatschappelijke<br />
<strong>opbrengsten</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> oorlog in Kosovo beschrijft, zelfs<br />
over ‘<strong>de</strong> politiek <strong>van</strong> goe<strong>de</strong> bedoelingen’. Vanuit <strong>de</strong><br />
sociologie schrijft Engbersen (2009), met name gebaseerd<br />
op het werk <strong>van</strong> Sieber (1981) en Boudon<br />
(1982), over <strong>de</strong> ‘fatale remedies’ <strong>van</strong> <strong>de</strong> overheid in<br />
het groteste<strong>de</strong>nbeleid. Hij stelt dat <strong>de</strong> overheid met<br />
<strong>de</strong> beste bedoelingen in talloze maatschappelijke<br />
processen intervenieert om sociale problemen op<br />
te lossen, maar dat <strong>de</strong> resultaten vaak teleurstellend<br />
zijn en onbedoel<strong>de</strong> effecten het gevolg hebben.<br />
In <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse bestuurskun<strong>de</strong> probeert Frissen<br />
(2007) <strong>de</strong> ‘<strong>tragiek</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> bedoelingen’<br />
te dui<strong>de</strong>n <strong>van</strong>uit <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rnistische droom <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
maakbaarheid:<br />
‘De meest nobele intenties liggen ten grondslag<br />
aan veel regelgeving. (…) Als beleid en regelgeving<br />
in <strong>de</strong> praktijk op lastighe<strong>de</strong>n en vooral veel<br />
onvoorziene omstandighe<strong>de</strong>n blijken te stuiten,<br />
maken we in <strong>de</strong> regel <strong>meer</strong> beleid en <strong>meer</strong> regels<br />
(…).’ (Frissen 2007, 74)<br />
Frissen sluit zich daarmee aan bij wat In ’t Veld<br />
(1982) ooit ‘<strong>de</strong> wet <strong>van</strong> <strong>de</strong> beleidsaccumulatie’ noem<strong>de</strong>.<br />
We constateren voortdurend dat beleid tot onge-<br />
315