Onvoorziene opbrengsten, meer dan de tragiek van goede ... - NSOB
Onvoorziene opbrengsten, meer dan de tragiek van goede ... - NSOB
Onvoorziene opbrengsten, meer dan de tragiek van goede ... - NSOB
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Onvoorziene</strong><br />
<strong>opbrengsten</strong><br />
Meer<strong>dan</strong><strong>de</strong><strong>tragiek</strong><strong>van</strong>goe<strong>de</strong>bedoelingen<br />
Samenvatting<br />
De aandacht voor beleidsevaluatie is <strong>de</strong> laatste <strong>de</strong>cennia<br />
sterk toegenomen in het openbaar bestuur.<br />
De gebruikelijke route om beleid te evalueren is het<br />
bepalen <strong>van</strong> <strong>de</strong> mate <strong>van</strong> doelbereiking op basis <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> ingezette mid<strong>de</strong>len. Een rijkere evaluatiebena<strong>de</strong>ring<br />
heeft echter ook aandacht voor (negatieve en<br />
positieve) ‘onvoorziene’ <strong>opbrengsten</strong>. Bekend is dat<br />
overheidsinterventies kunnen lei<strong>de</strong>n tot ongewenste<br />
onvoorziene effecten. Dat wordt in <strong>de</strong> beleidswetenschap<br />
on<strong>de</strong>rkend en vaak benoemd als <strong>de</strong> ‘<strong>tragiek</strong><br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> bedoelingen’. Tegelijkertijd zijn er<br />
als gevolg <strong>van</strong> beleid evenwel ook vaak ‘bijzon<strong>de</strong>re<br />
bij<strong>van</strong>gsten’ te benoemen; onverwachte successen<br />
waarvoor opvallend genoeg over het algemeen aanmerkelijk<br />
min<strong>de</strong>r aandacht is.<br />
In dit artikel willen we aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> on<strong>de</strong>rzoek<br />
naar verhalen uit <strong>de</strong> praktijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijkenaanpak<br />
laten zien dat evenwichtige beel<strong>de</strong>n <strong>van</strong> beleid<br />
pas <strong>dan</strong> ontstaan als enerzijds gekeken wordt<br />
naar directe concreet behaal<strong>de</strong> resultaten, maar als<br />
er an<strong>de</strong>rzijds ook aandacht is voor onvoorziene <strong>opbrengsten</strong>.<br />
De onvoorziene <strong>opbrengsten</strong> zijn niet<br />
via traditionele meetmetho<strong>de</strong>n te achterhalen, maar<br />
door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> praktijkverhalen; verhalen over be-<br />
308<br />
b<br />
en<br />
m<br />
Mark<strong>van</strong>Twisten<br />
WouterJanVerheul<br />
Mark <strong>van</strong> Twist is hoogleraar bestuurskun<strong>de</strong> aan <strong>de</strong><br />
Erasmus Universiteit Rotterdam en <strong>de</strong>caan <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
Ne<strong>de</strong>rlandse School voor Openbaar Bestuur.<br />
Wouter Jan Verheul is programmamanager en promovendus<br />
aan <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse School voor Openbaar<br />
Bestuur.<br />
Correspon<strong>de</strong>ntiegegevens:<br />
Drs. W.J. Verheul<br />
Ne<strong>de</strong>rlandse School voor Openbaar Bestuur<br />
Lange Voorhout 17<br />
2514 EB Den Haag<br />
verheul@nsob.nl<br />
www.nsob.nl<br />
woners die initiatief nemen, corporaties, scholen<br />
en welzijnsinstellingen die innovatieve allianties<br />
aangaan, on<strong>de</strong>rnemers die <strong>de</strong> wijk heront<strong>de</strong>kken,<br />
topsporters die met kansarme kin<strong>de</strong>ren voetballen<br />
en advocatenkantoren die projecten in <strong>de</strong> wijk<br />
sponsoren.<br />
1 Inleiding: <strong>de</strong> wijkenaanpak als casus<br />
In <strong>de</strong> afgelopen kabinetsperio<strong>de</strong> was er in ons land<br />
<strong>van</strong> overheidswege veel aandacht voor ontwikkelingen<br />
op het niveau <strong>van</strong> wijken. Nadat in <strong>de</strong> media en<br />
<strong>de</strong> politiek op alarmeren<strong>de</strong> toon werd bericht over<br />
wijken die potentiële ‘brandhaar<strong>de</strong>n’ zou<strong>de</strong>n zijn<br />
voor maatschappelijke onlust kwam een actieplan<br />
voor ‘aandachtswijken’ tot stand. Net als in an<strong>de</strong>re<br />
lan<strong>de</strong>n (vergelijk <strong>de</strong> ontwikkelingen in Frankrijk<br />
met <strong>de</strong> banlieues) werd <strong>de</strong> wijk tot focal point <strong>van</strong><br />
beleid gebombar<strong>de</strong>erd. Me<strong>de</strong> ingegeven door <strong>de</strong><br />
nieuwe beleidsurgentie ontwikkel<strong>de</strong> het kabinet een<br />
plan om binnen acht tot tien jaar <strong>van</strong> ‘probleemwijken’<br />
weer ‘prachtwijken’ te maken. De inzet <strong>van</strong> het<br />
kabinet was om <strong>de</strong>ze wijken, met een concentratie<br />
aan problemen op het gebied <strong>van</strong> wonen, werken,<br />
leren en opgroeien, integreren en veiligheid, om<br />
te vormen tot plekken waar mensen weer kansen<br />
2010 • 37 • 4
hebben en graag willen wonen. De lancering <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> kabinetsplannen ging on<strong>de</strong>r <strong>meer</strong> gepaard met<br />
een ‘wijkentoer’ tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> eerste hon<strong>de</strong>rd dagen<br />
<strong>van</strong> het nieuwe kabinet door <strong>de</strong> programmaminister<br />
die speciaal was aangesteld voor <strong>de</strong> aanpak <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> aandachtswijken.<br />
Terugkijkend op <strong>de</strong> wijkentoer en <strong>de</strong> wijkenaanpak<br />
is <strong>van</strong> kabinetswege on<strong>de</strong>r <strong>meer</strong> gesteld dat <strong>de</strong><br />
urgentie en <strong>de</strong> om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> vraagstukken die spelen<br />
in <strong>de</strong> aandachtswijken door zowel het rijk als <strong>de</strong><br />
gemeenten en <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re partners in <strong>de</strong> wijkenaanpak,<br />
inmid<strong>de</strong>ls breed wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rschreven. 1 Ook<br />
zou er sprake zijn <strong>van</strong> een ge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> inspanning om<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> probleemwijken prachtwijken te maken. Tegelijk<br />
zijn er ook bij voortduring min<strong>de</strong>r positieve<br />
berichten te beluisteren over het wijkenbeleid <strong>van</strong><br />
het kabinet. Zo lijkt bij <strong>de</strong> corporaties – niettegenstaan<strong>de</strong><br />
<strong>de</strong> ge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> ambitie – richting <strong>de</strong> overheid<br />
een kritische houding te bestaan die voortkomt uit<br />
het i<strong>de</strong>e: ‘wij zijn geen pinautomaat voor an<strong>de</strong>rmans<br />
ambities’. Ver<strong>de</strong>r is er on<strong>dan</strong>ks alle pogingen om<br />
hel<strong>de</strong>rheid te brengen ondui<strong>de</strong>lijkheid over <strong>de</strong> rolverhouding<br />
tussen rijk en gemeente. Soms beweren<br />
bestuurlijk betrokkenen <strong>van</strong>uit <strong>de</strong> gemeenten<br />
dat het rijk op <strong>de</strong> stoel <strong>van</strong> <strong>de</strong> wethou<strong>de</strong>r wil gaan<br />
zitten, terwijl aan <strong>de</strong> kant <strong>van</strong> het rijk juist wordt gevreesd<br />
dat <strong>de</strong> slagkracht op gemeentelijk niveau onvoldoen<strong>de</strong><br />
is om <strong>de</strong> gestel<strong>de</strong> doelen en ge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> ambities<br />
te realiseren. 2 Daarbij is het organiseren <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> gewenste bestuurlijke samenhang lastig. Omdat<br />
verkokering moet wor<strong>de</strong>n tegengegaan, is integraal<br />
werken een <strong>van</strong> <strong>de</strong> pijlers <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijkenaanpak en<br />
wordt <strong>de</strong> regie over <strong>de</strong> wijkenaanpak binnen het kabinet<br />
door een eigen minister gevoerd. Maar daarmee<br />
is zeker niet weggenomen dat er tezelf<strong>de</strong>rtijd<br />
altijd een an<strong>de</strong>re bestuurlijke werkelijkheid bestaat:<br />
elke bewindspersoon heeft nu eenmaal eigen sectorale<br />
belangen te behartigen en gaat over een eigen<br />
(sectoraal) budget.<br />
Daarnaast zijn er on<strong>de</strong>rtussen allerlei kritische<br />
analyses verschenen over <strong>de</strong> plannen en initiatieven<br />
die op lokaal niveau <strong>van</strong> overheidswege zijn uitgewerkt.<br />
Zo wordt gewezen op het waterbe<strong>de</strong>ffect dat<br />
zou ontstaan door <strong>de</strong> wijkenaanpak. 3 Ver<strong>de</strong>r wordt<br />
gesteld dat onrealistische verwachtingen zijn geschapen,<br />
door uit te spreken dat allerlei problemen<br />
op te lossen zou<strong>de</strong>n zijn, die feitelijk zo complex en<br />
afhankelijk <strong>van</strong> an<strong>de</strong>re (internationale) schalen zijn,<br />
dat er op ste<strong>de</strong>lijk niveau maar weinig effect te beha-<br />
2010 • 37 • 4<br />
Mark<strong>van</strong>TwistenWouterJanVerheul <strong>Onvoorziene</strong> <strong>opbrengsten</strong><br />
b<br />
en<br />
m<br />
len valt. 4 Het schaalniveau <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijk zou niet voldoen<br />
om <strong>de</strong> wijkproblematiek aan te pakken. Kritiek<br />
is er on<strong>de</strong>r <strong>meer</strong> ook op <strong>de</strong> selectie <strong>van</strong> <strong>de</strong> aandachtswijken<br />
die niet goed gedaan zou zijn, waardoor er nu<br />
wijken onterecht buiten <strong>de</strong> schijnwerpers <strong>van</strong> beleid<br />
vallen, of omgekeerd wijken aandacht krijgen terwijl<br />
dat in feite niet echt nodig zou zijn. 5<br />
In dit artikel willen we geen oor<strong>de</strong>el vellen over<br />
<strong>de</strong> juistheid <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze kritiek op het beleidsprogramma<br />
voor <strong>de</strong> aandachtswijken als het gaat om <strong>de</strong> mate<br />
<strong>van</strong> doelbereiking, <strong>de</strong> vaagheid <strong>van</strong> ambities, het al<br />
<strong>dan</strong> niet optre<strong>de</strong>n <strong>van</strong> waterbe<strong>de</strong>ffecten en wat dies<br />
<strong>meer</strong> zij. Onze ambitie is niet om an<strong>de</strong>re evaluaties<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> wijkenaanpak op waar<strong>de</strong> te schatten en te<br />
zeggen of <strong>de</strong> oor<strong>de</strong>elsvorming al <strong>dan</strong> niet terecht is.<br />
Ook presenteren wij in dit artikel geen eigen oor<strong>de</strong>el<br />
over het beleidsprogramma ‘aandachtswijken’.<br />
Dergelijke beschouwingen en oor<strong>de</strong>len laten wij aan<br />
an<strong>de</strong>ren over. 6 Wij willen in <strong>de</strong>ze beschouwing alleen<br />
laten zien dat er in het politieke en bestuurlijke<br />
<strong>de</strong>bat een veel rijker beeldvorming mogelijk is als het<br />
gaat om <strong>de</strong> beschrijving en beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> beleid,<br />
bijvoorbeeld op het terrein <strong>van</strong> <strong>de</strong> aandachtswijken.<br />
Er zijn naar onze ervaring namelijk als gevolg <strong>van</strong><br />
beleid ook altijd ongezochte <strong>opbrengsten</strong>, die al snel<br />
buiten het blikveld blijven in <strong>de</strong> klassieke metho<strong>de</strong>n<br />
<strong>van</strong> beleidsevaluatie, maar die voor een beter zicht<br />
op <strong>de</strong> effecten <strong>van</strong> beleidsprogramma’s wel rele<strong>van</strong>t<br />
zijn en voor een evenwichtige oor<strong>de</strong>elsvorming in<br />
bestuur en politiek ter zake doen.<br />
2 De traditionele evaluatiebena<strong>de</strong>ring<br />
Van beleid wordt verwacht dat het <strong>de</strong> beoog<strong>de</strong> doelen<br />
realiseert. Evaluatie is bedoeld om vast te stellen of<br />
beleid ook daadwerkelijk aan die verwachting voldoet.<br />
De aandacht voor beleidsevaluatie is <strong>de</strong> afgelopen<br />
<strong>de</strong>cennia versterkt en bovendien steeds ver<strong>de</strong>r<br />
geïnstitutionaliseerd geraakt (zie Leeuw 2001). Geinstitutionaliseer<strong>de</strong><br />
waakhon<strong>de</strong>n zoals <strong>de</strong> Algemene<br />
Rekenkamer maar ook parlementaire on<strong>de</strong>rzoekscommissies,<br />
publieke <strong>de</strong>nktanks en on<strong>de</strong>rzoeksbureaus<br />
zijn belast met on<strong>de</strong>rzoeksopgaven op het<br />
terrein <strong>van</strong> beleidsevaluatie en -verantwoording. Ze<br />
laten zich daarbij in <strong>meer</strong> of min<strong>de</strong>re mate beïnvloe<strong>de</strong>n<br />
door <strong>de</strong> media en <strong>de</strong> publieke opinie over<br />
overheidsbeleid, die ook om een kritische bena<strong>de</strong>ring<br />
vragen.<br />
De gebruikelijke route om <strong>de</strong> effectiviteit <strong>van</strong><br />
het beleid <strong>van</strong> <strong>de</strong> overheid vast te stellen is het be-<br />
309
palen <strong>van</strong> <strong>de</strong> mate <strong>van</strong> doelbereiking. Dat betekent<br />
dat bij voorkeur op basis <strong>van</strong> plausibel gemaakte<br />
doel-mid<strong>de</strong>lrelaties hel<strong>de</strong>r geformuleer<strong>de</strong>, liefst gekwantificeer<strong>de</strong><br />
doelen, die bovendien voldoen aan<br />
alle (SMART-C-)eisen (Specifiek, Meetbaar, Afgestemd,<br />
Realistisch, Tijdgebon<strong>de</strong>n en Consistent),<br />
wor<strong>de</strong>n gerelateerd aan een vooraf bepaald, samenhangend<br />
pakket aan maatregelen (zie bijvoorbeeld<br />
Jackson 1988, aangehaald in Parsons 1995). Deze<br />
doel-mid<strong>de</strong>lrelaties vormen <strong>dan</strong> het brandpunt <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> kritische toets waar beleidsprogramma’s bij evaluatieon<strong>de</strong>rzoek<br />
aan wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rworpen.<br />
In <strong>de</strong> traditionele bena<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> evaluatie in<br />
<strong>de</strong> beleidswetenschap staat <strong>de</strong> vraag centraal of <strong>de</strong><br />
doelen <strong>van</strong> het beleidsprogramma zijn gehaald en of<br />
<strong>de</strong> ingezette mid<strong>de</strong>len goed zijn aangewend doordat<br />
ze hebben bijgedragen aan <strong>de</strong> beoog<strong>de</strong> doelen. Zie<br />
bijvoorbeeld <strong>de</strong> <strong>de</strong>finitie die Thomas Dye gebruikt<br />
om beleidsevaluatie te dui<strong>de</strong>n:<br />
‘Policy evaluation research is the objective, systematic,<br />
empirical examination of the effects<br />
ongoing policies and public programmes have<br />
on their targets in terms of the goals they are<br />
meant to achieve.’ (Dye 1987, 351)<br />
Bij <strong>de</strong>ze invulling <strong>van</strong> beleidsevaluatie gaat men op<br />
zoek naar accurate en vali<strong>de</strong> informatie over beleids<strong>opbrengsten</strong><br />
op basis <strong>van</strong> geformuleer<strong>de</strong> doelen in<br />
beleidsnota’s die formeel zijn vastgelegd door beleidsmakers<br />
(Dunn 1994).<br />
Een on<strong>de</strong>rzoeker heeft een uitgebreid on<strong>de</strong>rzoeksinstrumentarium<br />
ter beschikking om langs<br />
<strong>de</strong>ze weg <strong>de</strong> effectiviteit <strong>van</strong> beleid te bepalen. Plannen<br />
kunnen wor<strong>de</strong>n uitgedrukt in cijfers, die weer<br />
gebaseerd zijn op statistieken en verwachte trends.<br />
Door te rekenen, door trends te monitoren, door<br />
kritische succesfactoren met bijhoren<strong>de</strong> prestatieindicatoren<br />
te formuleren en beoog<strong>de</strong> effecten te<br />
i<strong>de</strong>ntificeren kunnen causale analyses wor<strong>de</strong>n gepresenteerd<br />
over <strong>de</strong> effectiviteit <strong>van</strong> beleid. Daarbij<br />
geldt: ‘meten is weten’.<br />
In het geval <strong>van</strong> het beleid op het gebied <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> aandachtswijken heeft het Ne<strong>de</strong>rlands kennisinstituut<br />
op het gebied <strong>van</strong> <strong>de</strong> grote ste<strong>de</strong>n, Nicis<br />
Institute, langs die lijn een ‘ex-ante evaluatie’ <strong>van</strong><br />
het beleidsprogramma uitgevoerd, door <strong>de</strong> beleidsplannen<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenten te beoor<strong>de</strong>len. Daarnaast<br />
is er door <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse Algemene Rekenkamer<br />
310<br />
Mark<strong>van</strong>TwistenWouterJanVerheul <strong>Onvoorziene</strong> <strong>opbrengsten</strong><br />
b<br />
en<br />
m<br />
(ARK) een ‘ex-durante’ evaluatie verricht, door te<br />
monitoren hoe <strong>de</strong> plannen in <strong>de</strong> lokale praktijk wor<strong>de</strong>n<br />
uitgevoerd. Een ex-post evaluatie is nog niet<br />
verschenen, maar gaat er op zeker moment ongetwijfeld<br />
komen (zie bijvoorbeeld <strong>de</strong> invoering <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> Visitatiecommissie Wijkenaanpak on<strong>de</strong>r leiding<br />
<strong>van</strong> oud-burgemeester Wim Deetman die in 2011<br />
met hun rapportage zal komen).<br />
Nicis Institute beoor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> <strong>de</strong> wijkplannen <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> gemeenten ex-ante, door on<strong>de</strong>r <strong>meer</strong> te kijken<br />
naar <strong>de</strong> (papieren) samenhang tussen <strong>de</strong> probleemanalyse,<br />
<strong>de</strong> doelstellingen en <strong>de</strong> instrumentkeuze. 7<br />
De belangrijkste conclusie <strong>van</strong> Nicis Institute luid<strong>de</strong><br />
dat juist die samenhang nogal eens tekort schiet. En<br />
ook als het gaat om belangrijke thema’s als wonen<br />
en veiligheid of werken en integratie is <strong>de</strong> samenhang<br />
ver te zoeken. Ver<strong>de</strong>r stelt Nicis Institute dat<br />
<strong>de</strong> doelstellingen in <strong>de</strong> gemeentelijke plannen vaak<br />
niet eenduidig geformuleerd en slecht meetbaar zijn<br />
en dat <strong>de</strong> keuze voor bepaal<strong>de</strong> instrumenten onvoldoen<strong>de</strong><br />
en onzorgvuldig on<strong>de</strong>rbouwd is. Dus zijn er,<br />
volgens Nicis Institute, grote vraagtekens te plaatsen<br />
bij <strong>de</strong> effectiviteit en doelmatigheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> plannen.<br />
Volgens Nicis Institute is het onverstandig om in te<br />
zetten op een ‘hagelschot aan maatregelen waar<strong>van</strong><br />
het ongewis blijft of ze doel zullen treffen.’ De sfeer<br />
in <strong>de</strong> plannen is er volgens Nicis Institute overwegend<br />
één <strong>van</strong> ‘we proberen <strong>van</strong> alles, <strong>dan</strong> lukt er vast<br />
wel iets’. En dat is ongewenst <strong>van</strong>uit een oogpunt<br />
<strong>van</strong> effectiviteitsanalyse, stelt Nicis Institute. Dat<br />
is juist, op het moment dat <strong>de</strong> mate waarin vooraf<br />
gestel<strong>de</strong> doelen wor<strong>de</strong>n bereikt als maatstaf wordt<br />
genomen en <strong>de</strong> veron<strong>de</strong>rstelling wordt gehanteerd<br />
dat betere plannen (ex-ante) ook per <strong>de</strong>finitie betere<br />
resultaten (in <strong>de</strong> zin <strong>van</strong> beleidsprestaties en beleidseffecten)<br />
teweegbrengen.<br />
De Algemene Rekenkamer koos voor een ex-durante<br />
beoor<strong>de</strong>ling ten aanzien <strong>van</strong> het wijkactieplan<br />
en <strong>de</strong> charters die als uitvloeisel daar<strong>van</strong> zijn afgesloten<br />
met <strong>de</strong> betrokken gemeenten. Voor <strong>de</strong> achttien<br />
charters werd nagegaan of daarin meetbare indicatoren<br />
zijn geformuleerd met betrekking tot <strong>de</strong><br />
maatschappelijke doelen die in <strong>de</strong> aandachtswijken<br />
wor<strong>de</strong>n nagestreefd. De Rekenkamer zegt hierover:<br />
‘Wij doen dit vooral omdat wij verwachten dat concrete<br />
indicatoren een goe<strong>de</strong> basis zullen kunnen bie<strong>de</strong>n<br />
voor <strong>de</strong> monitoring <strong>van</strong> het krachtwijkenbeleid<br />
door <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n zelf en voor <strong>de</strong> outcomemonitor die<br />
<strong>de</strong> minister heeft laten ontwikkelen.’ 8 De Algemene<br />
2010 • 37 • 4
Rekenkamer velt een positief oor<strong>de</strong>el over <strong>de</strong> totale<br />
informatiestructuur die het ministerie heeft opgezet<br />
om <strong>de</strong> voortgang in <strong>de</strong> wijken te volgen, maar levert<br />
<strong>van</strong>uit dat perspectief ook kritiek op met name <strong>de</strong><br />
outcomemonitoring met betrekking tot <strong>de</strong> beleidsuitvoering<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> wijkenaanpak. Er is naar het oor<strong>de</strong>el<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> rekenkamer onvoldoen<strong>de</strong> scherp ge<strong>de</strong>finieerd<br />
welke maatschappelijke veran<strong>de</strong>ringen nu<br />
precies op welk moment in <strong>de</strong> veertig wijken bereikt<br />
moeten zijn. ‘Daardoor zal <strong>de</strong> outcomemonitor vooralsnog<br />
onvoldoen<strong>de</strong> inzicht aan <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Kamer<br />
en <strong>de</strong> burger bie<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> vraag of <strong>de</strong> doelen <strong>van</strong><br />
het aandachtswijkenbeleid daadwerkelijk wor<strong>de</strong>n bereikt.<br />
De indicatoren waarop gescoord zou moeten<br />
wor<strong>de</strong>n zijn niet alleen onvoldoen<strong>de</strong> gespecificeerd,<br />
ze <strong>de</strong>kken bovendien <strong>de</strong> rele<strong>van</strong>te beleidsterreinen<br />
<strong>van</strong> het aandachtswijkenbeleid nog onvoldoen<strong>de</strong><br />
af.’ 9 De Rekenkamer kiest er bewust voor om alleen<br />
te kijken naar <strong>de</strong> meetbaarheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> mate<br />
<strong>van</strong> doelbereiking, en in het verleng<strong>de</strong> daar<strong>van</strong>, naar<br />
<strong>de</strong> mate waarin <strong>de</strong> realisatie <strong>van</strong> bedoel<strong>de</strong> effecten<br />
<strong>van</strong> beleid zichtbaar kunnen wor<strong>de</strong>n gemaakt: ‘In<br />
onze analyse hebben wij doelen die niet specifiek of<br />
meetbaar waren geformuleerd, buiten beschouwing<br />
gelaten.’ 10<br />
De oor<strong>de</strong>elsvorming rond het aandachtswijkenbeleid<br />
komt daarmee overeen met wat gebruikelijk<br />
is bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> beleid. Dat wil zeggen dat<br />
<strong>de</strong> aandacht zich eerst en vooral richt op het vaststellen<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> mate <strong>van</strong> doelbereiking. De door <strong>de</strong><br />
beleidsmaker op rijksniveau zelf geformuleer<strong>de</strong> of<br />
eventueel met partijen overeengekomen, liefst gekwantificeer<strong>de</strong><br />
doelen, wor<strong>de</strong>n gerelateerd aan een<br />
vooraf bepaald, samenhangend pakket aan maatregelen,<br />
steeds in on<strong>de</strong>rlinge samenhang op elkaar<br />
betrokken via eveneens op voorhand al plausibel<br />
gemaakte doel-mid<strong>de</strong>lrelaties. Dat past in <strong>de</strong> traditionele<br />
bena<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong> beleidswetenschap die <strong>de</strong><br />
vraag centraal stelt of <strong>de</strong> doelen <strong>van</strong> het beleidsprogramma<br />
zijn gehaald en of <strong>de</strong> ingezette mid<strong>de</strong>len<br />
goed zijn aangewend, doordat ze hebben bijgedragen<br />
aan <strong>de</strong> beoog<strong>de</strong> doelen. 11<br />
3 Beperkingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> traditionele<br />
evaluatiebena<strong>de</strong>ring<br />
In <strong>de</strong> traditionele evaluatiebena<strong>de</strong>ring wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />
doelen en ambities <strong>van</strong> een specifieke (enkelvoudig<br />
opgevatte) beleidsvoer<strong>de</strong>r, in dit geval <strong>de</strong> rijksoverheid,<br />
centraal gesteld in <strong>de</strong> oor<strong>de</strong>elsvorming,<br />
2010 • 37 • 4<br />
Mark<strong>van</strong>TwistenWouterJanVerheul <strong>Onvoorziene</strong> <strong>opbrengsten</strong><br />
b<br />
en<br />
m<br />
waarbij alleen in afgelei<strong>de</strong> zin nog wel <strong>de</strong> ambities<br />
<strong>van</strong> an<strong>de</strong>re partijen kunnen wor<strong>de</strong>n meegenomen<br />
als en voor zover die in on<strong>de</strong>rlinge afspraken zijn<br />
vastgelegd.<br />
Tegelijk is er natuurlijk <strong>de</strong> erkenning dat het<br />
succes <strong>van</strong> beleid, zeker als het gaat om het beleidsprogramma<br />
voor <strong>de</strong> aandachtswijken, sterk samenhangt<br />
en in hoge mate afhankelijk is <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
interactie met an<strong>de</strong>re actoren. Denk hierbij aan gemeenten,<br />
woningcorporaties en an<strong>de</strong>re instellingen<br />
op het terrein <strong>van</strong> zorg, welzijn en on<strong>de</strong>rwijs en <strong>van</strong><br />
bre<strong>de</strong>re maatschappelijke ontwikkelingen of zelfs<br />
toevallighe<strong>de</strong>n. Een op lokaal niveau sterk aanwezige<br />
rijksoverheid die zeer efficiënt <strong>de</strong> beoog<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len<br />
heeft ingezet door alleen <strong>de</strong> eigen belangen<br />
centraal te stellen, kan <strong>de</strong> vooraf bepaal<strong>de</strong> doelen<br />
ruimschoots hebben gehaald – zo kan <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling<br />
zijn – maar tegelijkertijd niet <strong>de</strong> gewenste uitkomsten<br />
behalen, bezien <strong>van</strong>uit een bre<strong>de</strong>r perspectief<br />
<strong>van</strong> maatschappelijke ontwikkeling. Zie maar<br />
hoe kwetsbaar <strong>de</strong> relatie is tussen <strong>de</strong> rijksoverheid<br />
en <strong>de</strong> woningcorporaties als buitengewoon belangrijke<br />
partner in het wijkenbeleid. En het omgekeer<strong>de</strong><br />
geldt natuurlijk ook. Een afwezige rijksoverheid, of<br />
een rijksoverheid die beoog<strong>de</strong> beleidsprogramma’s<br />
niet (geheel) conform <strong>de</strong> voorafgestel<strong>de</strong> doelen heeft<br />
kunnen verwezenlijken, kan (soms juist daardoor!)<br />
bijdragen aan <strong>de</strong> bloei <strong>van</strong> lokale initiatieven die<br />
juist als heel positief wor<strong>de</strong>n gezien. Daarmee willen<br />
we geen pleidooi hou<strong>de</strong>n voor een aanwezige of<br />
juist afwezige rijksoverheid bij <strong>de</strong> wijkenaanpak.<br />
We willen wel dui<strong>de</strong>lijk maken dat oor<strong>de</strong>len over<br />
het beleid <strong>van</strong> <strong>de</strong> rijksoverheid, voortkomend uit <strong>de</strong><br />
traditionele evaluatiebena<strong>de</strong>ring, een eigen leven<br />
kunnen gaan lei<strong>de</strong>n, ver afstaand <strong>van</strong> <strong>de</strong> maatschappelijke<br />
context waarin ook talloze an<strong>de</strong>re initiatieven<br />
wor<strong>de</strong>n opgestart en ontwikkelingen plaatsvin<strong>de</strong>n.<br />
Die initiatieven en ontwikkelingen kunnen op een<br />
bepaal<strong>de</strong> manier veel <strong>meer</strong> invloed hebben op – bijvoorbeeld<br />
– <strong>de</strong> aandachtswijken, <strong>dan</strong> wat <strong>de</strong> rijksoverheid<br />
doet of laat.<br />
De behoefte bij burgers en bestuur<strong>de</strong>rs aan ‘afrekenbaarheid’<br />
rondom beleid leidt er toe dat bij het<br />
ontwikkelen <strong>van</strong> beleidsprogramma’s bij voorbaat in<br />
meetbare en specifiek gemaakte doelen wordt gedacht.<br />
Op zichzelf is dat natuurlijk helemaal niet<br />
verkeerd. Het is zelfs noodzakelijk voor het goed<br />
functioneren <strong>van</strong> een betrouwbaar openbaar bestuur.<br />
Prestatiemeting kan een heilzame werking<br />
311
hebben voor het openbaar bestuur, voor <strong>de</strong> effectiviteit,<br />
<strong>de</strong> efficiency, en <strong>de</strong> legitimiteit <strong>van</strong> overheidsoptre<strong>de</strong>n.<br />
12 Maar een <strong>de</strong>rgelijke invalshoek op beleid<br />
schiet tekort op het moment dat hierdoor maar een<br />
heel beperkt <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> beleidspraktijk inzichtelijk<br />
wordt gemaakt en mogelijke an<strong>de</strong>re belangrijke<br />
en betekenisvolle <strong>opbrengsten</strong> <strong>van</strong> beleid volkomen<br />
buiten beeld verdwijnen. Het <strong>de</strong>bat in <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong><br />
Kamer naar aanleiding <strong>van</strong> <strong>de</strong> voortgangsrapportage<br />
over het beleid rondom <strong>de</strong> aandachtswijken<br />
biedt hier een veelzeggen<strong>de</strong> illustratie <strong>van</strong>. 13 Vanuit<br />
diverse politieke partijen werd <strong>de</strong> discussie over <strong>de</strong><br />
wijkenaanpak vrijwel geheel gevoerd op basis <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> meetresultaten die, uitgaan<strong>de</strong> <strong>van</strong> een zeer beperkt<br />
aantal indicatoren, zichtbaar zou<strong>de</strong>n zijn sinds<br />
<strong>de</strong> nulmeting <strong>van</strong> het ministerie. Het is echter <strong>de</strong><br />
vraag of prestatiemetingen een volledig beeld weergeven<br />
<strong>van</strong> beleidsprogramma’s. En daarbij kunnen<br />
we ons afvragen hoe <strong>de</strong>ze ‘kwantificering <strong>van</strong> beleid’<br />
zich verhoudt tot <strong>de</strong> politiek-bestuurlijke context<br />
waarin evaluatie een activiteit is die diep geworteld<br />
is in waar<strong>de</strong>n, overtuigingen, partijpolitiek en<br />
i<strong>de</strong>ologieën.<br />
4 Op zoek naar ongezochte <strong>opbrengsten</strong>:<br />
verhalen verzamelen<br />
Een rijkere oor<strong>de</strong>elsvorming over (<strong>de</strong> ontwikkeling<br />
en werking <strong>van</strong>) beleidsprogramma’s is mogelijk<br />
door ook oog te hebben voor ongezochte <strong>opbrengsten</strong><br />
<strong>van</strong> beleid. In dat geval zijn – juist <strong>van</strong>wege<br />
het ongezochte karakter <strong>van</strong> <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> <strong>opbrengsten</strong><br />
– prestatiemetingen uitgedrukt in specifiek gemaakte<br />
en zelfs cijfermatig uitgedrukte verwachtingen<br />
in principe niet <strong>de</strong> meest voor <strong>de</strong> hand liggen<strong>de</strong><br />
metho<strong>de</strong> om daar zicht op te krijgen (zie Van Twist<br />
en Verheul 2009). Zo kunnen cijfers laten zien dat<br />
<strong>de</strong> werkgelegenheid in een wijk niet is toegenomen,<br />
maar kan een verhaal <strong>van</strong> een bewoner of hulpverlener<br />
over een bepaald werkgelegenheidsproject laten<br />
zien, dat iemand door aan sociale activiteiten in <strong>de</strong><br />
wijk <strong>de</strong>el te nemen liefst vier (eveneens werkzoeken<strong>de</strong>)<br />
kennissen aan een baan heeft geholpen bij<br />
een werkgever in een an<strong>de</strong>re wijk. Om een bij<strong>van</strong>gst<br />
als <strong>de</strong>ze te kunnen opmerken moeten verhalen over<br />
praktijken wor<strong>de</strong>n opgezocht; verhalen <strong>van</strong> mensen,<br />
initiatieven, projecten, organisaties.<br />
Statistieken en an<strong>de</strong>re <strong>opbrengsten</strong> <strong>van</strong> klassieke<br />
vormen <strong>van</strong> monitoring en informatieverzameling<br />
zijn te vergelijken met ‘foto’s’. Het zijn moment-<br />
312<br />
Mark<strong>van</strong>TwistenWouterJanVerheul <strong>Onvoorziene</strong> <strong>opbrengsten</strong><br />
b<br />
en<br />
m<br />
opnamen, ‘stilstaan<strong>de</strong> afspiegelingen’ <strong>van</strong> hoe iets<br />
op een bepaald moment in beeld te brengen is. Verhalen<br />
laten zich in dat opzicht eer<strong>de</strong>r vergelijken met<br />
‘films’. Ze geven een ‘beweging als han<strong>de</strong>lingsproces’<br />
weer. Ze geven weer hoe een werkloze een baan<br />
kreeg, en vervolgens buiten <strong>de</strong> wijk ging wonen. Een<br />
statistiek over <strong>de</strong> wijk zou <strong>dan</strong> <strong>de</strong> indruk kunnen<br />
geven dat <strong>de</strong> werkloosheid in <strong>de</strong> wijk niet is gedaald,<br />
en dat is op zich ook niet onjuist, maar een verhaal<br />
kan laten zien dat het bijvoorbeeld met die bewuste<br />
persoon uitein<strong>de</strong>lijk heel goed is gegaan.<br />
Concrete verhalen kunnen het inlevingsvermogen<br />
en <strong>de</strong> verbeeldingskracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> rele<strong>van</strong>te beleidsomgeving<br />
soms eer<strong>de</strong>r prikkelen <strong>dan</strong> getallen<br />
of abstracte beleidstaal. In <strong>de</strong> gebruikelijke <strong>de</strong>partementale<br />
beleidstaal wor<strong>de</strong>n bijvoorbeeld beoog<strong>de</strong><br />
<strong>opbrengsten</strong> als volgt geformuleerd: ‘In <strong>de</strong> veertig<br />
wijken wordt een <strong>de</strong>kkend aanbod <strong>van</strong> bre<strong>de</strong> scholen<br />
gerealiseerd’, of ‘Er zijn voor <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> jaren budgetten<br />
voor bewoners beschikbaar gesteld om zelf<br />
initiatieven te nemen gericht op wijkverbetering’.<br />
Deze abstracte beschrijvingen zullen ongetwijfeld<br />
waar zijn en het zal ongetwijfeld nodig zijn dat ze ergens<br />
wor<strong>de</strong>n opgeschreven, maar <strong>de</strong>ze beschrijvingen<br />
kunnen tekortschieten bij betekenisgeving en<br />
<strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong> werking <strong>van</strong> beleid. Concrete<br />
verhalen over mensen <strong>van</strong> vlees en bloed gaan over<br />
wat mensen raakt en verwon<strong>de</strong>rt. Zowel verhalen<br />
over succes als over falen. Door onze ervaringen te<br />
verpakken in verhalen en ze al vertellend te <strong>de</strong>len<br />
met an<strong>de</strong>ren, geven we ze een plek en krijgen ze een<br />
betekenis die ver<strong>de</strong>r strekt <strong>dan</strong> <strong>de</strong> aan<strong>van</strong>kelijke belevenis.<br />
En zo krijgen ook an<strong>de</strong>ren <strong>de</strong> mogelijkheid<br />
om zich vervolgens over die verhalen te verwon<strong>de</strong>ren,<br />
in positieve of in negatieve zin.<br />
Om op een an<strong>de</strong>re wijze on<strong>de</strong>rzoek te doen naar<br />
<strong>de</strong> wijkenaanpak zijn we zelf, samen met het ministerie,<br />
op zoek gegaan naar verhalen uit en over (ontwikkelingen<br />
in) <strong>de</strong> wijk. 14 We hebben dus niet gekeken<br />
naar <strong>de</strong> werkloosheidscijfers, <strong>de</strong> huizenprijzen,<br />
het opleidingsniveau of het inkomen <strong>van</strong> bewoners.<br />
We hebben ook niet in kaart gebracht wat voor ie<strong>de</strong>re<br />
wijk <strong>de</strong> beleidsdoelstellingen en normen in <strong>de</strong> wijkactieplannen<br />
waren en in hoeverre die vor<strong>de</strong>ren gezien<br />
het tijdschema. Deze of soortgelijke metingen<br />
doen an<strong>de</strong>ren al en zijn zon<strong>de</strong>r <strong>meer</strong> nuttig. Maar<br />
om <strong>de</strong> bij<strong>van</strong>gsten <strong>van</strong> beleid in kaart te brengen<br />
hebben we het an<strong>de</strong>rs willen doen. We zijn samen<br />
met verantwoor<strong>de</strong>lijke beleidsbetrokkenen op zoek<br />
2010 • 37 • 4
gegaan naar verhalen over en <strong>van</strong> bewoners, vrijwilligers<br />
of professionals uit <strong>de</strong> wijk. Verhalen over wat<br />
mensen raakt, over wat ze hebben zien veran<strong>de</strong>ren<br />
om hen heen, of wat hen zelf is overkomen. Vanuit<br />
<strong>de</strong> gedachte dat een <strong>de</strong>rgelijke opzet tot een vollediger<br />
beeld zou kunnen lei<strong>de</strong>n, zijn mensen uit <strong>de</strong><br />
wijk gevraagd naar hun verhalen. Het zijn daarmee<br />
verhalen die voortkomen uit <strong>de</strong> vraag over welke positieve<br />
ontwikkelingen zij kunnen vertellen die zich<br />
afspelen in of rondom hun wijk, in het verle<strong>de</strong>n of<br />
in het he<strong>de</strong>n. Soms valt in zo’n verhaal ook expliciet<br />
het woord wijkenaanpak, maar heel vaak ook niet.<br />
Omdat we in <strong>de</strong> eerste plaats op zoek waren naar <strong>de</strong><br />
‘bijzon<strong>de</strong>re bij<strong>van</strong>gsten’ is er gevraagd welke positieve<br />
ontwikkelingen zich in <strong>de</strong> wijk hebben voltrokken<br />
<strong>de</strong> afgelopen twee jaar. 15<br />
Om <strong>de</strong>ze verhalen en initiatieven boven tafel te<br />
krijgen hebben wij gebruikgemaakt <strong>van</strong> een on<strong>de</strong>rzoeksmetho<strong>de</strong><br />
die zich het best laat kenschetsen als<br />
grassroots research: on<strong>de</strong>rzoek in <strong>de</strong> haarvaten <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
wijk op basis <strong>van</strong> wat bewoners zelf inbrengen (Potts<br />
2006). Om zo veel mogelijk representativiteit en validiteit<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> verhalen te waarborgen hebben we het<br />
ministerie gevraagd om hun contactpersonen voor<br />
<strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n en wijken te bena<strong>de</strong>ren. Groteste<strong>de</strong>nbeleidcoördinatoren<br />
(GSB-coördinatoren) uit<br />
<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n en accountmanagers <strong>van</strong> alle wijken zijn<br />
gevraagd verhalen aan te leveren door te vragen naar<br />
concrete voorbeel<strong>de</strong>n <strong>van</strong> veran<strong>de</strong>ring (niet door cijfers<br />
of algemeenhe<strong>de</strong>n maar concrete ‘gezichten’).<br />
Maar we hebben ook bewust buiten <strong>de</strong> formele lijn<br />
<strong>van</strong> het ministerie contact gezocht met mensen die<br />
wonen of werken in <strong>de</strong> wijken. Er zijn daarvoor bijeenkomsten<br />
georganiseerd in <strong>de</strong> wijken, waar on<strong>de</strong>r<br />
an<strong>de</strong>re bewoners, on<strong>de</strong>rnemers en frontlijnwerkers<br />
uit <strong>de</strong> ambtelijke dienst (zoals wijkagenten of welzijnswerkers)<br />
gevraagd werd wat er rondom <strong>de</strong> wijkenaanpak<br />
bij hen in <strong>de</strong> wijk zoal plaatsvindt en<br />
waar<strong>van</strong> zij ook zelf iets hebben gemerkt.<br />
Vanuit al <strong>de</strong>ze voorbeel<strong>de</strong>n, verhalen en anekdotes<br />
zijn ruim tweehon<strong>de</strong>rd verhalen uitgewerkt.<br />
On<strong>dan</strong>ks <strong>de</strong>ze relatief om<strong>van</strong>grijke casestudy is het<br />
<strong>van</strong> belang op te merken dat <strong>de</strong>ze verhalen geen<br />
totaalverzameling bie<strong>de</strong>n of een volledig <strong>de</strong>kkend<br />
beeld geven <strong>van</strong> wat er allemaal in <strong>de</strong> wijken gaan<strong>de</strong><br />
is. Maar <strong>de</strong> verhalen zijn wel betekenisvol, ze zijn<br />
klein, echt, herkenbaar en invoelbaar. Ze bevatten<br />
geen abstracte beleidstaal en zijn afkomstig <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
mensen uit <strong>de</strong> wijk zelf. Ze zijn niet gemakkelijk<br />
2010 • 37 • 4<br />
Mark<strong>van</strong>TwistenWouterJanVerheul <strong>Onvoorziene</strong> <strong>opbrengsten</strong><br />
b<br />
en<br />
m<br />
langs an<strong>de</strong>re wegen te verzamelen: ongezochte opbrengst<br />
en bij<strong>van</strong>gsten laten zich door hun onvoorziene<br />
karakter niet gemakkelijk tevoren vast leggen<br />
in surveys, statistieken, of standaardvragenlijsten.<br />
Het zijn ook verhalen die we ont<strong>de</strong>kten door onverwachte<br />
ontmoetingen. In die zin was het verzamelen<br />
<strong>van</strong> verhalen <strong>meer</strong> iets dat lijkt op ‘strandjutten’<br />
– ‘na een perio<strong>de</strong> <strong>van</strong> ruw weer langs <strong>de</strong> branding<br />
struinen en kijken wat je aantreft’ – <strong>dan</strong> dat er gericht<br />
op plaatsen diepgravend on<strong>de</strong>rzoek is gedaan.<br />
Wel is geprobeerd om daarbij zo’n breed mogelijke<br />
geografische spreiding te hebben <strong>van</strong> verhalen over<br />
<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse wijken.<br />
De aansporing richting het ministerie zelf om<br />
verhalen te laten verzamelen is in <strong>de</strong> organisatie niet<br />
onopgemerkt voorbijgegaan en leid<strong>de</strong> op zichzelf al<br />
tot een an<strong>de</strong>re manier <strong>van</strong> <strong>de</strong>nken en werken. Het<br />
kostte aan<strong>van</strong>kelijk enige moeite om <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebruikelijke<br />
vormen <strong>van</strong> dataverzameling en <strong>de</strong>partementale<br />
beleidstaal af te stappen en bovendien leken <strong>de</strong><br />
<strong>opbrengsten</strong> in eerste instantie gering te zijn – ook<br />
al omdat men op het <strong>de</strong>partement niet gewend was<br />
zo te <strong>de</strong>nken en langs die weg <strong>de</strong> eigen ervaringen<br />
op te tekenen. Maar na enig doorzetten was zowel<br />
het resultaat <strong>van</strong> <strong>de</strong> zoektocht als <strong>de</strong> overtuiging om<br />
dit te doen opvallend.<br />
De ruim tweehon<strong>de</strong>rd verzamel<strong>de</strong> verhalen laten<br />
een grote variëteit zien aan initiatieven en projecten.<br />
16 De indruk die <strong>dan</strong> ontstaat, is dat er veel gebeurt<br />
in <strong>de</strong> wijk, soms door maar vaak ook al voorafgaand<br />
aan <strong>de</strong> wijkenaanpak. Er vin<strong>de</strong>n projecten<br />
plaats op fysiek gebied – het herstructureren <strong>van</strong> wijken,<br />
sloop en nieuwbouw, het aanleggen <strong>van</strong> groen-<br />
en speelvoorzieningen, en zo <strong>meer</strong> – en op sociaal<br />
gebied, getuige <strong>de</strong> vele voorbeel<strong>de</strong>n <strong>van</strong> projecten<br />
die bij bewoners on<strong>de</strong>r <strong>meer</strong> <strong>de</strong> sociale cohesie, <strong>de</strong><br />
integratie en <strong>de</strong> arbeidsparticipatie moeten vergroten.<br />
Ook laten <strong>de</strong> verhalen zowel publieke als private<br />
initiatieven zien. Soms zijn het initiatieven die zijn<br />
ontstaan <strong>van</strong>uit gemeentelijke overheidsorganisaties,<br />
maatschappelijke instellingen of woningcorporaties<br />
(top-down), maar net zo goed komt het voor<br />
dat ze begonnen zijn bij bewoners, vrijwilligers of<br />
on<strong>de</strong>rnemers (bottum-up). De initiatieven zijn niet<br />
alleen ontstaan <strong>van</strong>uit verschillen<strong>de</strong> schalen, maar<br />
hebben ook hun uitwerking op verschillen<strong>de</strong> schaalniveaus,<br />
zoals <strong>de</strong> straat, <strong>de</strong> buurt, <strong>de</strong> wijk, <strong>de</strong> stad,<br />
<strong>de</strong> regio, of zelfs daarbuiten.<br />
313
We tonen hier bij wijze <strong>van</strong> voorbeeld een paar kernachtige<br />
samenvattingen <strong>van</strong> enkele verzamel<strong>de</strong><br />
praktijkverhalen:<br />
– In Amsterdam is een moe<strong>de</strong>r die in na<strong>de</strong>r contact<br />
wil<strong>de</strong> komen met an<strong>de</strong>re vrouwen in <strong>de</strong> buurt, een<br />
wan<strong>de</strong>lwagenclub begonnen. Ook mensen uit <strong>de</strong><br />
buurt die het wan<strong>de</strong>lwagenstadium al lang zijn<br />
ontgroeid zijn aangehaakt bij dit initiatief om <strong>de</strong><br />
kansen op on<strong>de</strong>rlinge kennismaking te versterken.<br />
De inspraakavond voor <strong>de</strong> wijkaanpak bood voor<br />
haar en marge een podium om haar plan voor het<br />
voetlicht te brengen en mensen te mobiliseren.<br />
– In Amsterdam wordt daarnaast ook geprobeerd <strong>de</strong><br />
sociale cohesie te versterken met het project<br />
Bakkie in <strong>de</strong> buurt. Dit is een mobiel terras dat<br />
‘<strong>van</strong>uit het niets verschijnt en een paar uur later<br />
weer verdwijnt’. Het is bedoeld als een ontmoetingspunt<br />
om het contact tussen buren te versterken<br />
en dat wordt verzorgd door een vast team vrijwilligers.<br />
Een bezoek <strong>van</strong> <strong>de</strong> minister heeft <strong>de</strong><br />
aandacht voor dit project vergroot en inmid<strong>de</strong>ls is<br />
het concept ook in an<strong>de</strong>re ste<strong>de</strong>n geïntroduceerd.<br />
– In Den Haag heeft een bewoner het concept <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> mobiele volkstuin bedacht. Het gaat om twee<br />
karren <strong>van</strong> gezamenlijk vijf bij zeven meter die als<br />
volkstuin zijn ingericht en die al op diverse plekken<br />
in <strong>de</strong> wijk hebben gestaan. Doordat een groep<br />
Turkse en Marokkaanse vrouwen bij het on<strong>de</strong>rhoud<br />
betrokken raakte en ook schoolklassen er bij<br />
toerbeurt voor zorgen, is het project inmid<strong>de</strong>ls in<br />
<strong>de</strong> wijk geworteld geraakt. De relatie met <strong>de</strong> wijkenaanpak<br />
is hier dat <strong>de</strong> gemeente juist door het<br />
project, <strong>meer</strong> aandacht heeft gekregen voor <strong>de</strong> relatie<br />
met groen en <strong>de</strong> betekenis <strong>van</strong> volkstuinen<br />
voor <strong>de</strong> wijk.<br />
– In Rotterdam zijn laagdrempelige <strong>de</strong>batten voor<br />
ou<strong>de</strong>rs over <strong>de</strong> opvoeding <strong>van</strong> kin<strong>de</strong>ren georganiseerd.<br />
Het i<strong>de</strong>e is om zo op natuurlijke en <strong>van</strong>zelfspreken<strong>de</strong><br />
wijze kennis te <strong>de</strong>len en over te dragen<br />
over zaken als verzorging, geborgenheid, seksualiteit<br />
en vaardighe<strong>de</strong>n. De <strong>de</strong>batten staan in principe<br />
los <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijkactieplannen, maar ambtenaren<br />
die betrokken waren bij <strong>de</strong> wijkenaanpak,<br />
hebben wel <strong>de</strong> <strong>de</strong>batten helpen organiseren.<br />
– In Utrecht is, geïnspireerd op het concept <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
tupperware party, een project bedacht waarin een<br />
vrouw voor an<strong>de</strong>re vrouwen uit <strong>de</strong> wijk een workshop<br />
geeft over iets wat ze goed kan, en het initiatief<br />
daarna doorgeeft aan <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong>. Zo wordt<br />
314<br />
Mark<strong>van</strong>TwistenWouterJanVerheul <strong>Onvoorziene</strong> <strong>opbrengsten</strong><br />
b<br />
en<br />
m<br />
sociaal isolement doorbroken. Burgers zijn, me<strong>de</strong><br />
ingegeven door <strong>de</strong> min<strong>de</strong>r positieve aandacht voor<br />
hun wijk in dit project, gewoon zelf aan <strong>de</strong> slag<br />
gegaan.<br />
– In Utrecht is een digitaal platform opgericht waarin<br />
jongeren kunnen kennisnemen <strong>van</strong> en zelf ook<br />
kunnen bijdragen aan radioshows, filmpjes, clips,<br />
artikelen, interviews en columns over <strong>de</strong> wijk. Het<br />
platform biedt jongeren letterlijk en figuurlijk <strong>de</strong><br />
mogelijkheid om hun stem te laten horen. Hoewel<br />
het digitaal platform in dit geval <strong>de</strong>el uitmaakt <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> gemeentelijke actieplannen is er in an<strong>de</strong>re gemeenten<br />
sprake <strong>van</strong> eenzelf<strong>de</strong> ontwikkeling die<br />
niet op een <strong>de</strong>rgelijke manier is ingebed in het<br />
beleid.<br />
– In Eindhoven is een groot elektronicaconcern en<br />
een bekend bouwbedrijf uit eigen beweging gaan<br />
mee<strong>de</strong>nken over <strong>de</strong> wijkaanpak in Eindhoven. Op<br />
basis daar<strong>van</strong> zijn on<strong>de</strong>r <strong>meer</strong> diverse leer-/werkplekken<br />
door <strong>de</strong> betrokken on<strong>de</strong>rnemingen beschikbaar<br />
gesteld.<br />
5 Meer <strong>dan</strong> ‘<strong>tragiek</strong> <strong>van</strong> goe<strong>de</strong> bedoelingen’<br />
Beleidsprogramma’s hebben doorgaans bijeffecten<br />
die zowel positief als negatief kunnen uitpakken. In<br />
<strong>de</strong> beleidsevaluaties <strong>van</strong> Nicis Institute en <strong>de</strong> Algemene<br />
Rekenkamer is aandacht gevraagd voor mogelijk<br />
negatieve consequenties <strong>van</strong> beleid, die zich overigens<br />
ook niet goed laten negeren. Daar mag geen<br />
misverstand over bestaan. Voorbeel<strong>de</strong>n hier<strong>van</strong> zijn<br />
<strong>de</strong> stigmatisering die voortvloeit uit het benoemen<br />
<strong>van</strong> wijken als probleemwijken (of eufemistischer<br />
als ‘aandachtswijken’), <strong>de</strong> bestuurlijke drukte die<br />
ontstaat als veel organisaties zich met een ‘nieuw’<br />
beleidsprobleem gaan ‘bemoeien’, – inclusief <strong>de</strong><br />
conflictueuze relaties die daardoor ontstaan – en <strong>de</strong><br />
overvraging <strong>van</strong> beleid in termen <strong>van</strong> menskracht<br />
als gevolg <strong>van</strong> ambitieuze beleidsplannen.<br />
Evenzo zijn er evenwel positieve neven<strong>opbrengsten</strong><br />
te ont<strong>de</strong>kken die – vaak indirect – samenhangen met<br />
<strong>de</strong> wijkenaanpak, zoals onze zoektocht naar verhalen<br />
in <strong>de</strong> praktijk <strong>van</strong> beleid ontegenzeggelijk heeft<br />
laten zien. Op basis <strong>van</strong> alle praktijkverhalen die we<br />
over <strong>de</strong> wijkenaanpak en het beleid ten aanzien <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> aandachtswijken hebben verzameld, zijn in ie<strong>de</strong>r<br />
geval drie categorieën bijzon<strong>de</strong>re bij<strong>van</strong>gsten die in<br />
<strong>de</strong> evaluatie <strong>van</strong> beleid (nog) niet of slechts zel<strong>de</strong>n<br />
wor<strong>de</strong>n benoemd, te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n (zie tabel 1).<br />
2010 • 37 • 4
Mark<strong>van</strong>TwistenWouterJanVerheul <strong>Onvoorziene</strong> <strong>opbrengsten</strong><br />
Tabel 1. Bij<strong>van</strong>gsten <strong>van</strong> beleid: het beleidsprogramma Aandachtswijken als voorbeeld<br />
1. Bij<strong>van</strong>gsten in economie<br />
en werkgelegenheid<br />
2. Bij<strong>van</strong>gsten in sociale<br />
cohesie en actief<br />
burgerschap<br />
3. Bij<strong>van</strong>gsten in bestuur<br />
en organisatie<br />
Sponsoring <strong>van</strong> projecten door bedrijven is gemakkelijker sinds <strong>de</strong> aandacht voor <strong>de</strong> aandachtswijken;<br />
werken in <strong>de</strong> aandachtswijk is hip gewor<strong>de</strong>n; <strong>de</strong> aandacht voor <strong>de</strong> wijkenaanpak kan werkgelegenheid<br />
prikkelen; door activiteiten in <strong>de</strong> wijkenaanpak ontmoeten on<strong>de</strong>rnemers elkaar die<br />
samen nieuwe projecten opzetten; culturele instellingen vestigen zich in <strong>de</strong> aandachtswijk.<br />
Fysieke projecten lokken ook sociale projecten uit; burgerinitiatieven wor<strong>de</strong>n serieuzer genomen;<br />
<strong>de</strong> aandacht <strong>van</strong> <strong>de</strong> minister, wethou<strong>de</strong>rs en <strong>de</strong> burgemeester werkt stimulerend voor mensen die<br />
al lange tijd in <strong>de</strong> wijk actief zijn of een nieuw project willen opstarten; er ontstaan nieuwe vormen<br />
<strong>van</strong> burgerparticipatie; scholieren en stu<strong>de</strong>nten wor<strong>de</strong>n bewuster betrokken bij wat ze in hun wijk<br />
kunnen doen; fysieke projecten in <strong>de</strong> aandachtswijk stimuleren <strong>de</strong> ontwikkeling <strong>van</strong> kunst en cultuur;<br />
wijkavon<strong>de</strong>n bie<strong>de</strong>n platforms en netwerken voor bewoners met hun nieuwe of bestaan<strong>de</strong><br />
bewonersinitiatieven; door <strong>de</strong> aandacht voor <strong>de</strong> aandachtswijken zijn vrijwilligers gemakkelijker te<br />
vin<strong>de</strong>n en te mobiliseren; er ontstaat (on)bewust een internalisering <strong>van</strong> <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>n die zijn<br />
be lichaamd in het beleid.<br />
Geslaag<strong>de</strong> projecten in <strong>de</strong> aandachtswijken slaan over naar an<strong>de</strong>re wijken; er wordt serieuzer naar<br />
burgers geluisterd; het bezoek <strong>van</strong> <strong>de</strong> minister kan lei<strong>de</strong>n tot doorbraken; projecten <strong>van</strong>uit <strong>de</strong> wijkenaanpak<br />
inspireren bedrijven tot samenwerking met maatschappelijke organisaties; bestaand<br />
gemeentelijk beleid wordt <strong>meer</strong> op <strong>de</strong> wijk toegesne<strong>de</strong>n; succesvolle projecten in <strong>de</strong> aandachtswijken<br />
lei<strong>de</strong>n tot spillover-effecten; <strong>de</strong> wijkenaanpak brengt bestaan<strong>de</strong> projecten in een stroomversnelling;<br />
<strong>de</strong> aandacht voor <strong>de</strong> wijkenaanpak vergroot bij organisaties <strong>de</strong> ‘sense of urgency’ voor<br />
projecten; het focussen op veertig wijken wordt bewust of onbewust ook door an<strong>de</strong>re organisaties<br />
overgenomen en zorgt daarmee voor extra focus; nationale overhe<strong>de</strong>n en gemeentelijke af<strong>de</strong>lingen<br />
leren over <strong>de</strong> eigen schutting heen te kijken.<br />
6 Conclusie en discussie<br />
Dat overheidsinterventies niet simpelweg altijd en<br />
alleen tot het voorziene en gewenste effect lei<strong>de</strong>n,<br />
is inmid<strong>de</strong>ls ook tot <strong>de</strong> wereld <strong>van</strong> het openbaar<br />
bestuur doorgedrongen (met <strong>dan</strong>k aan auteurs als<br />
Engbersen e.a.). Bij wetenschappers, maar ook bij<br />
beleidsmakers is <strong>de</strong> aandacht voor neveneffecten <strong>van</strong><br />
beleid <strong>meer</strong> <strong>dan</strong> voorheen aanwezig en <strong>dan</strong> vooral<br />
voor <strong>de</strong> ongewenste <strong>opbrengsten</strong> <strong>van</strong> beleid. Soms<br />
wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> beleidsvorming ongewenste bijwerkingen<br />
<strong>van</strong> overheidsinterventie al voorzien. Er wordt<br />
<strong>dan</strong> geanticipeerd op <strong>de</strong>ze mogelijke bijwerkingen<br />
door ze te on<strong>de</strong>r<strong>van</strong>gen, teniet te doen of in impact<br />
te reduceren. Maar tegelijkertijd hebben overheidsinterventies<br />
ook tal <strong>van</strong> bijwerkingen die niet waren<br />
voorzien en waar niet op is geanticipeerd.<br />
Vooral <strong>van</strong>uit <strong>de</strong> (sociale) wetenschap wordt kritisch<br />
gereflecteerd op <strong>de</strong>ze <strong>opbrengsten</strong> <strong>van</strong> overheidsinterventies<br />
en ongewenste onvoorziene effecten.<br />
Zo schreven Pressman en Wildavsky (1973)<br />
over <strong>de</strong> tegengestel<strong>de</strong> effecten <strong>van</strong> het Amerikaanse<br />
<strong>de</strong>segregatiebeleid. In Ne<strong>de</strong>rland heeft historicus en<br />
filosoof Ankersmit (1996) <strong>de</strong> onbedoel<strong>de</strong> gevolgen<br />
<strong>van</strong> politiek en bestuur uitvoerig beschreven. Hij<br />
verwijt <strong>de</strong> overheid niet <strong>de</strong> aard <strong>van</strong> <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> intenties<br />
die aan beleid ten grondslag liggen, maar hekelt<br />
<strong>de</strong> perverse effecten <strong>van</strong> beleidsinterventies die<br />
2010 • 37 • 4<br />
b<br />
en<br />
m<br />
daaruit voortvloeien. Zijn collega Achterhuis (1999)<br />
spreekt, als hij <strong>de</strong> verschrikkelijke maatschappelijke<br />
<strong>opbrengsten</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> oorlog in Kosovo beschrijft, zelfs<br />
over ‘<strong>de</strong> politiek <strong>van</strong> goe<strong>de</strong> bedoelingen’. Vanuit <strong>de</strong><br />
sociologie schrijft Engbersen (2009), met name gebaseerd<br />
op het werk <strong>van</strong> Sieber (1981) en Boudon<br />
(1982), over <strong>de</strong> ‘fatale remedies’ <strong>van</strong> <strong>de</strong> overheid in<br />
het groteste<strong>de</strong>nbeleid. Hij stelt dat <strong>de</strong> overheid met<br />
<strong>de</strong> beste bedoelingen in talloze maatschappelijke<br />
processen intervenieert om sociale problemen op<br />
te lossen, maar dat <strong>de</strong> resultaten vaak teleurstellend<br />
zijn en onbedoel<strong>de</strong> effecten het gevolg hebben.<br />
In <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse bestuurskun<strong>de</strong> probeert Frissen<br />
(2007) <strong>de</strong> ‘<strong>tragiek</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> bedoelingen’<br />
te dui<strong>de</strong>n <strong>van</strong>uit <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rnistische droom <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
maakbaarheid:<br />
‘De meest nobele intenties liggen ten grondslag<br />
aan veel regelgeving. (…) Als beleid en regelgeving<br />
in <strong>de</strong> praktijk op lastighe<strong>de</strong>n en vooral veel<br />
onvoorziene omstandighe<strong>de</strong>n blijken te stuiten,<br />
maken we in <strong>de</strong> regel <strong>meer</strong> beleid en <strong>meer</strong> regels<br />
(…).’ (Frissen 2007, 74)<br />
Frissen sluit zich daarmee aan bij wat In ’t Veld<br />
(1982) ooit ‘<strong>de</strong> wet <strong>van</strong> <strong>de</strong> beleidsaccumulatie’ noem<strong>de</strong>.<br />
We constateren voortdurend dat beleid tot onge-<br />
315
wenste uitkomsten heeft geleid en daarom stapelen<br />
we regeling op regeling.<br />
Opvallend genoeg is er niet of nauwelijks aandacht<br />
voor een an<strong>de</strong>re categorie <strong>van</strong> beleids<strong>opbrengsten</strong>,<br />
namelijk voor wat wij ‘bijzon<strong>de</strong>re bij<strong>van</strong>gsten’<br />
noemen. On<strong>de</strong>r bijzon<strong>de</strong>re bij<strong>van</strong>gsten verstaan wij<br />
‘<strong>de</strong> <strong>opbrengsten</strong> <strong>van</strong> beleid die niet als zo<strong>dan</strong>ig via<br />
<strong>de</strong> doelen in het beleidsmo<strong>de</strong>l zijn terug te vin<strong>de</strong>n,<br />
maar wel <strong>van</strong>uit een achterliggen<strong>de</strong> beleidstheorie<br />
<strong>van</strong> waar<strong>de</strong> zijn en dus als positief zijn aan te dui<strong>de</strong>n’<br />
(Van Twist en Verheul 2009, 6). Oog voor dit<br />
type <strong>opbrengsten</strong> is wat ons betreft een noodzakelijk<br />
on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el voor een <strong>meer</strong> volledige kijk op <strong>opbrengsten</strong><br />
<strong>van</strong> beleid. Tabel 2 geeft een overzicht <strong>van</strong> verschillen<strong>de</strong><br />
categorieën beleids<strong>opbrengsten</strong>.<br />
Tabel 2. De <strong>opbrengsten</strong> <strong>van</strong> beleid<br />
Voorzien<br />
316<br />
Mark<strong>van</strong>TwistenWouterJanVerheul <strong>Onvoorziene</strong> <strong>opbrengsten</strong><br />
Gewenst Ongewenst<br />
Beleidsambities<br />
(zoals verwoord in<br />
beleidsnota’s)<br />
Bijwerkingen<br />
(waarop wordt<br />
geanticipeerd)<br />
Onvoorzien Bijzon<strong>de</strong>re bij<strong>van</strong>gsten Tragiek <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
goe<strong>de</strong> bedoelingen<br />
Het vrijwel geheel ontbreken <strong>van</strong> aandacht voor <strong>de</strong><br />
categorie gewenste onvoorziene <strong>opbrengsten</strong> heeft<br />
volgens ons voor een belangrijk <strong>de</strong>el te maken met<br />
<strong>de</strong> manier waarop wij beleid evalueren.<br />
Wor<strong>de</strong>n beleidsprogramma’s als die voor <strong>de</strong> aandachtswijken<br />
<strong>dan</strong> niet op bij<strong>van</strong>gsten geëvalueerd?<br />
Hoe logisch dat ook lijken mag, meestal is dat niet<br />
het geval. Hoogst zel<strong>de</strong>n of nooit is er aandacht voor.<br />
Zie maar <strong>de</strong> evaluatie die is uitgevoerd door <strong>de</strong> Algemene<br />
Rekenkamer. Die is gebaseerd op een vraagstelling<br />
<strong>van</strong> het type: ‘Wat is <strong>de</strong> bijdrage <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijkenaanpak<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> minister en/of het ministerie als<br />
het gaat om <strong>de</strong> realisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> doelen en ambities<br />
die in <strong>de</strong> wijkactieplannen en charters zijn vastgelegd<br />
voor <strong>de</strong> veertig aandachtswijken?’ 17<br />
Een <strong>de</strong>rgelijke ‘klassieke evaluatievraag’ heeft<br />
impliciet grote gevolgen voor het domein dat al <strong>dan</strong><br />
niet in beschouwing kan en mag wor<strong>de</strong>n genomen.<br />
Zo is een aantal inperkingen bijna inherent verbon<strong>de</strong>n<br />
met een evaluatievraag die zo geformuleerd<br />
wordt. Immers:<br />
– Zou het voor een goe<strong>de</strong> beschrijving en beoor<strong>de</strong>ling<br />
<strong>van</strong> beleid wel alleen om <strong>de</strong> bijdrage <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
wijkenaanpak op zichzelf moeten gaan? Er gebeu-<br />
b<br />
en<br />
m<br />
ren immers veel <strong>meer</strong> dingen door het ministerie<br />
(en daarbuiten) waarmee eenzelf<strong>de</strong> soort doelen<br />
wor<strong>de</strong>n nagestreefd als in <strong>de</strong> beleidsplannen <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> wijkenaanpak zijn geformuleerd.<br />
– Zou het voor een goe<strong>de</strong> beschrijving en beoor<strong>de</strong>ling<br />
<strong>van</strong> beleid wel alleen om <strong>de</strong> minister/het ministerie<br />
moeten gaan? Er zijn immers veel <strong>meer</strong> ministeries<br />
en an<strong>de</strong>re publieke organisaties in <strong>de</strong> wijk actief.<br />
– Zou het voor een goe<strong>de</strong> beschrijving en beoor<strong>de</strong>ling<br />
<strong>van</strong> beleid wel alleen om <strong>de</strong> realisatie <strong>van</strong><br />
vooraf gestel<strong>de</strong> doelen en ambities moeten gaan?<br />
Er zijn immers ook vele <strong>opbrengsten</strong> die nooit<br />
vooraf als doel of als ambitie zijn gesteld.<br />
– Zou het voor een goe<strong>de</strong> beschrijving en beoor<strong>de</strong>ling<br />
<strong>van</strong> beleid wel om vastleggingen in wijkactieplannen<br />
en charters moeten gaan? Er gebeuren<br />
werken<strong>de</strong>rweg en al doen<strong>de</strong> lerend vele dingen die<br />
nooit in <strong>de</strong>ze documenten zijn vastgelegd en on<strong>de</strong>rtekend.<br />
– Zou het voor een goe<strong>de</strong> beschrijving en beoor<strong>de</strong>ling<br />
<strong>van</strong> beleid wel om alleen <strong>de</strong> veertig aandachtswijken<br />
moeten gaan? Er zijn veel <strong>meer</strong> wijken <strong>dan</strong><br />
<strong>de</strong> officieel benoem<strong>de</strong> veertig, waarin ook positieve<br />
effecten zijn waar te nemen als (onbedoeld)<br />
gevolg <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijkenaanpak.<br />
– Zou het voor een goe<strong>de</strong> beschrijving en beoor<strong>de</strong>ling<br />
<strong>van</strong> beleid wel alleen om <strong>de</strong> regeerperio<strong>de</strong> <strong>van</strong><br />
het kabinet moeten gaan? De zichtbare opbrengst<br />
<strong>van</strong> projecten en ontwikkelingen in <strong>de</strong> wijk is niet<br />
gebon<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong>ze termijn; soms wor<strong>de</strong>n ze pas<br />
veel later zichtbaar, terwijl ze nu al wel in gang<br />
zijn gezet.<br />
Het wijzen op <strong>de</strong>ze en <strong>de</strong>rgelijke tekortkomingen<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> klassieke bena<strong>de</strong>ring, gebaseerd op <strong>de</strong> gebruikelijke<br />
evaluatievraag, is slechts bedoeld om<br />
aan te sporen onze manier <strong>van</strong> kijken naar beleidsprogramma’s,<br />
zoals <strong>de</strong> wijkenaanpak, te verbre<strong>de</strong>n.<br />
Het is <strong>van</strong> belang te zien dat <strong>de</strong> wijkenaanpak niet<br />
op zichzelf staat. Het sluit aan en bouwt voort op<br />
an<strong>de</strong>r beleid. Er zijn tal <strong>van</strong> beleidsterreinen waarop<br />
dingen gebeuren die gaan over problemen in <strong>de</strong> wijk<br />
en die zichtbaar zijn in <strong>de</strong> wijk. Denk aan veiligheidsbeleid,<br />
volkshuisvestingsbeleid of on<strong>de</strong>rwijsbeleid.<br />
De rol <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijkenaanpak kan er in liggen<br />
om bestaand beleid aan te vullen, te benutten, te<br />
versnellen, te verdiepen of te verbre<strong>de</strong>n. Dat betekent<br />
dat <strong>de</strong> wijkenaanpak niet goed in isolement te<br />
beschouwen is.<br />
2010 • 37 • 4
Inperkingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijkenaanpak in zowel tijd<br />
als ruimte zijn risicovol als het erom gaat om het effect<br />
<strong>van</strong> interventies goed te begrijpen. Zo kunnen<br />
werkgelegenheidsprojecten in <strong>de</strong> wijk misschien<br />
wel vooral mensen uit an<strong>de</strong>re wijken aan werk helpen.<br />
Succesvolle culturele activiteiten, kunnen wel<br />
eens mensen <strong>van</strong>uit heel <strong>de</strong> stad naar <strong>de</strong> wijk halen.<br />
En soms kunnen problemen in <strong>de</strong> wijk opgelost<br />
wor<strong>de</strong>n, maar in een an<strong>de</strong>re wijk opduiken. Met<br />
an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n er zijn tal <strong>van</strong> bij effecten die te dui<strong>de</strong>n<br />
zijn met termen als ‘spillover effecten’, ‘spin-off<br />
effecten’, ‘multipliereffecten’ en ‘doorstroomeffecten’.<br />
Om beleid, in dit geval <strong>de</strong> wijkenaanpak, te<br />
beoor<strong>de</strong>len moet je bre<strong>de</strong>r kijken <strong>dan</strong> <strong>de</strong> geografische<br />
ruimte en <strong>de</strong> tijdspanne die is gemoeid met het<br />
beleidsprogramma voor <strong>de</strong> aandachtswijken. Een<br />
<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> effecten <strong>van</strong> het beleid is daarbuiten<br />
merkbaar. Niet alleen wat als ambitie is vastgelegd<br />
in wijkactieplannen en charters, is betekenisvol.<br />
Veel <strong>van</strong> wat wordt bereikt, valt buiten die ‘scope’.<br />
Er zijn ook proces effecten. Zo zijn er on<strong>de</strong>rnemers<br />
in Zaanstad die elkaar jarenlang niet hebben gesproken,<br />
maar door <strong>de</strong> komst <strong>van</strong> <strong>de</strong> minister een<br />
Mark<strong>van</strong>TwistenWouterJanVerheul <strong>Onvoorziene</strong> <strong>opbrengsten</strong><br />
Noten<br />
en<br />
ron<strong>de</strong> tafel organiseer<strong>de</strong>n en besloten <strong>de</strong>ze vorm te<br />
continueren. En er zijn ook toevalseffecten, dingen<br />
die niets met <strong>de</strong> formele ambities te maken hebben<br />
maar wel ‘change events’ in <strong>de</strong> wijk betekenen<br />
die aansluiten bij bestaan<strong>de</strong> projecten en daarmee<br />
<strong>de</strong> wijk in een positieve spiraal brengen. Veel effecten<br />
zijn het resultaat <strong>van</strong> wat eer<strong>de</strong>r tot stand<br />
is gebracht. Processen hebben immers een ‘lead<br />
time’, met als resultaat dat effecten zich soms pas<br />
later manifesteren of pas via een omweg tot stand<br />
kunnen wor<strong>de</strong>n gebracht. Een an<strong>de</strong>re belangrijke<br />
verbreding <strong>van</strong> <strong>de</strong> manier <strong>van</strong> kijken is dat <strong>de</strong> minister/het<br />
ministerie niet alleen aan zet is, maar het<br />
werk doet in samenspel én tegenspel met an<strong>de</strong>re<br />
partijen; an<strong>de</strong>re ministers en <strong>de</strong>partementen, gemeenten<br />
en provincies, burgers en bedrijven, maatschappelijke<br />
organisaties en zo <strong>meer</strong>. Elke bijdrage<br />
<strong>van</strong> het ministerie is alleen te begrijpen in dat licht<br />
en is nooit autonoom en geïsoleerd.<br />
Onze conclusie is dat een goed begrip <strong>van</strong> beleid<br />
daarom aandacht vraagt voor bijzon<strong>de</strong>re bij<strong>van</strong>gsten<br />
en <strong>de</strong> begrenzing die (vaak impliciet en ongereflecteerd)<br />
gekozen wordt bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling er<strong>van</strong>.<br />
1 Kamerbrief VROM ‘Voortgangsrapportage wijkenaan- lang. In <strong>de</strong> bijlage <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rzoeksrapport schrijft <strong>de</strong> Re-<br />
pak’, november 2008.<br />
kenkamer dat zij voor <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> beleidsdoelen het<br />
2 We baseren ons hier on<strong>de</strong>r <strong>meer</strong> op diverse dinerge- ‘SMART+C’-principe hanteert.<br />
sprekken over <strong>de</strong> wijkenaanpak met wethou<strong>de</strong>rs, corporatie- 11 Zie in dat ka<strong>de</strong>r ook <strong>de</strong> <strong>de</strong>finitie die Thomas Dye gebruikt<br />
bestuur<strong>de</strong>rs en wetenschappers.<br />
om beleidsevaluatie te dui<strong>de</strong>n: ‘Policy evaluation research is<br />
3 Zie Slob, Bolt en Van Kempen 2008.<br />
the objective, systematic, empirical examination of the ef-<br />
4 Zie on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re Priemus en Kleinhans 2007.<br />
fects ongoing policies and public programmes have on their<br />
5 Zie on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re Algemene Rekenmaker 2008.<br />
targets in terms of the goals they are meant to achieve.’ (Dye<br />
6 Zie on<strong>de</strong>r <strong>meer</strong> het recente SEO-rapport (2009) met 1987, 351)<br />
<strong>de</strong> titel ‘De baat op straat’. Uit dit rapport wordt overigens 12 Zie Van <strong>de</strong> Knaap 2000 of De Bruin 2001.<br />
goed dui<strong>de</strong>lijk hoe lastig het is om <strong>de</strong> kosten en baten <strong>van</strong> <strong>de</strong> 13 Opnemen verwijzing naar TK-<strong>de</strong>bat, 13 november 2008.<br />
wijkaanpak hel<strong>de</strong>r en eenduidig vast te stellen als wordt op- 14 Het Ministerie <strong>van</strong> Volkshuisvesting, Ruimtelijke Or<strong>de</strong>gemerkt<br />
dat ‘vooralsnog niet kan wor<strong>de</strong>n geconclu<strong>de</strong>erd dat ning en Milieubeheer / Wonen, Wijken en Integratie (WWI) en<br />
investeringen in barbecues, buurtcomités en buurtregisseurs Berenschot hebben een groot <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> verhalen verzameld.<br />
maatschappelijk zinvol zijn geweest’. Opvallend genoeg wordt 15 Zoals eer<strong>de</strong>r opgemerkt kunnen negatieve ervaringen<br />
daar vervolgens <strong>dan</strong> <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>r stellige (maar weinig on<strong>de</strong>r- echter ook een ongezochte opbrengst zijn. Immers, het leven<br />
bouw<strong>de</strong>) conclusie aan verbon<strong>de</strong>n dat het allemaal weinig nut in en werken aan <strong>de</strong> wijk gaat over zowel lief als leed.<br />
heeft en zelfs volstrekt zinloos moet wor<strong>de</strong>n geacht.<br />
16 Zie www.vrom.nl.<br />
7 Nicis Institute, 2008.<br />
17 Zo stelt <strong>de</strong> Algemene Rekenkamer (2008, 72) <strong>de</strong> vol-<br />
8 Algemene Rekenkamer 2008, 67.<br />
gen<strong>de</strong> vragen centraal in hun on<strong>de</strong>rzoek: ‘Geeft <strong>de</strong> minister<br />
9 Algemene Rekenkamer 2008, 18-19. Overigens heeft het voor WWI invulling aan haar systeemverantwoor<strong>de</strong>lijkheid<br />
CBS, me<strong>de</strong> naar aanleiding <strong>van</strong> <strong>de</strong> adviezen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Algemene voor het aandachtswijkenbeleid door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> een goe<strong>de</strong><br />
Rekenkamer, <strong>de</strong> <strong>de</strong>kking <strong>van</strong> monitoring verbeterd en is ook beleidsinformatievoorziening? Kan <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Kamer op<br />
op het moment dat <strong>de</strong>ze publicatie wordt afgerond nog bezig grond hier<strong>van</strong> beoor<strong>de</strong>len of <strong>de</strong> veertig aandachtswijken en<br />
om nieuwe indicatoren te operationaliseren en aan <strong>de</strong> moni- <strong>de</strong> inwoners daar<strong>van</strong> voldoen<strong>de</strong> verbetering doormaken?’ Om<br />
tor toe te voegen.<br />
<strong>de</strong>ze vragen te kunnen beantwoor<strong>de</strong>n hanteert <strong>de</strong> ARK een<br />
10 Algemene Rekenkamer 2008, 67. Meetbaarheid is voor toetsingska<strong>de</strong>r bestaan<strong>de</strong> uit tien normen.<br />
het beoor<strong>de</strong>len <strong>van</strong> <strong>de</strong> Rekenkamer <strong>van</strong> doorslaggevend be-<br />
2010 • 37 • 4<br />
b<br />
m<br />
317
Abma, T. en R. in ’t Veld (red.), 2001, Handboek beleidswetenschap.<br />
Amsterdam: Boom.<br />
Achterhuis, H., 1999, Politiek <strong>van</strong> goe<strong>de</strong> bedoelingen. Amsterdam:<br />
Boom.<br />
Ankersmit, F.R., 1996, Aesthetic Politics. Political Philosophy<br />
Beyond Fact and Value. Stanford: Stanford University Press.<br />
Algemene Rekenkamer, 2008, Krachtwijken. Monitoring<br />
en verantwoording <strong>van</strong> beleid. Den Haag: Algemene Rekenkamer.<br />
Boudon, R., 1982, Unanticipated Consequences of Social Action.<br />
Lon<strong>de</strong>n: Macmillan Press.<br />
Bruin, H. <strong>de</strong>, 2001, Prestatiemeting in <strong>de</strong> publieke sector. Tussen<br />
professie en verantwoording. Utrecht: Uitgeverij LEMMA.<br />
Dunn, W.N., 1994, Public Policy Analysis: An Introduction.<br />
Upper Sadle River: Prentice Hall.<br />
Dye, Th., 1987, Un<strong>de</strong>rstanding Public Policy. Englewood Cliffs:<br />
Prentice Hall.<br />
Engbersen, G., 2009, Fatale remedies. Over <strong>de</strong> onbedoel<strong>de</strong> gevolgen<br />
<strong>van</strong> beleid en kennis. Amsterdam: Pallas Publications/<br />
Amsterdam University Press.<br />
Frissen, P.H.A., 2007, De staat <strong>van</strong> verschil. Een kritiek <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
gelijkheid. Amsterdam: Van Gennep.<br />
Hoppe, R., 1989, Het beleidsprobleem geproblematiseerd: over<br />
beleid ontwerpen en probleemvorming. Mui<strong>de</strong>rberg: Coutinho.<br />
Jackson, P.M., 1988, ‘The management of performance’.<br />
Public Money and Management, 10(4): 13-21.<br />
Leeuw, F., 2001, ‘Evaluatieon<strong>de</strong>rzoek, auditing en controle<br />
in Ne<strong>de</strong>rland anno 2000’. In: T. Abma & R. in ’t Veld (red.),<br />
Handboek beleidswetenschap, Amsterdam: Boom.<br />
318<br />
Mark<strong>van</strong>TwistenWouterJanVerheul <strong>Onvoorziene</strong> <strong>opbrengsten</strong><br />
Literatuur<br />
b<br />
en<br />
m<br />
Ministerie <strong>van</strong> VROM, 2007, Actieplan Krachtwijk. Van Aandachtswijk<br />
naar Krachtwijk. Den Haag: VROM.<br />
Nicis Institute, 2008, Bevindingen Wijkactieplannen Krachtwijken<br />
1e tussenrapportage januari 2008. Den Haag: Nicis<br />
I n s t it ut e .<br />
Parsons, W., 1995, Public Policy. An Introduction to the Theory<br />
and Practice of Policy Analysis. Cheltenham: Edward Elgar.<br />
Potts, G., 2006, Citizen Research Network: Linking Grassroots<br />
and Government. Lon<strong>de</strong>n: BURA.<br />
Pressman, J. en A. Wildavsky, 1973, Implementation: how great<br />
expectations in Washington are dashed in Oakland. Berkely:<br />
University of California Press.<br />
Sieber, S., 1981, Fatal Remedies. The Ironies of Social Intervention.<br />
New York: Plenum.<br />
Twist, M. <strong>van</strong> en W.J. Verheul, 2009, Bij<strong>van</strong>gsten <strong>van</strong> beleid.<br />
Over ongezochte <strong>opbrengsten</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijkenaanpak. Den Haag:<br />
Uitgeverij LEMMA.<br />
Veld, R.J. in ’t, 1982, Veran<strong>de</strong>ring en bestuur. Afscheidscollege<br />
Katholieke Universiteit Nijmegen. Nijmegen.<br />
Wildavsky, A., 1993, Speaking Truth to Power: The Art and<br />
Craft of Policy Analysis. New Brunswick, NJ: Transaction.<br />
WRR, 2005, Vertrouwen in <strong>de</strong> buurt. Den Haag/Amsterdam:<br />
Amsterdam University Press.<br />
WRR, 2006, Leren<strong>de</strong> overheid. Een pleidooi voor probleemgerichte<br />
politiek. Den Haag/Amsterdam: Amsterdam University<br />
Press.<br />
2010 • 37 • 4