Gordelwegwijzer - Link Inc
Gordelwegwijzer - Link Inc
Gordelwegwijzer - Link Inc
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Gordelwegwijzer</strong><br />
HANDLEIDING VOOR DE LEERKRACHT<br />
Maak de klik. Ook op school.<br />
Deel 1: Inleiding 1
2<br />
INHOUD<br />
Deel 1: Inleiding 3<br />
1.1. Algemeen 3<br />
1.2. De <strong>Gordelwegwijzer</strong> werkt aan vakoverschrijdende eindtermen 3<br />
Deel 2: Methodiek – hoe werkt dit pakket? 5<br />
2.1. Werkvorm 5<br />
2.2. Tijd 5<br />
2.3. Opbouw van de werkfi ches 5<br />
2.4. Algemene suggesties voor aanpak 6<br />
2.5. Suggesties voor lesverloop 6<br />
2.6. Evaluatie van de conclusies: Actie 9<br />
Deel 3: Werkfi ches 10<br />
Fiche 1: Thema gordeldracht en korte afstand<br />
gecombineerd met lage snelheid 10<br />
Fiche 2: Thema gordeldracht gecombineerd met leeftijd,<br />
correct vastklikken en plaats in wagen 10<br />
Fiche 3: Thema gordeldracht gecombineerd met kans op letsels<br />
en overlevingskansen 11<br />
Fiche 4: Thema gordeldracht gecombineerd met airbags<br />
en aard van het voertuig 11<br />
Fiche 5: Thema gordeldracht gecombineerd met manoeuvres<br />
en zwangerschap 12<br />
Fiche 6: Thema gordeldracht<br />
gecombineerd met autobussen/autocars 12<br />
Fiche 7: Thema gordeldracht gecombineerd met vrijstellingen,<br />
korte trajecten en lage snelheid 13<br />
Fiche 8: Thema gordeldracht<br />
gecombineerd met leeftijd en boetes 13<br />
Deel 4: Antwoorden werkfi ches 14<br />
Deel 5: Achtergrondinformatie 20<br />
5.1. Verkeerswetgeving 20<br />
5.2. Enkele cijfers 20<br />
5.3. Gordel doorheen de tijd 21<br />
5.4. Mythes rond de veiligheidsgordel 21<br />
5.5. Terreinwagens en autocars: de mythe van de veiligheid 22<br />
5.6. Overtredingen van de 1ste graad 22<br />
Deel 6: Nuttige adressen 23<br />
Appendix: En waarom geen gordelactie op schoolniveau? 25
Deel 1: Inleiding<br />
1.1. Algemeen<br />
De autogordel redt mensenlevens. Dat weet wellicht iedereen. En toch blijkt telkens weer dat veel<br />
Belgen hun gordel niet (of niet altijd) gebruiken. Terwijl de cijfers echt wel overtuigend zijn, ook<br />
voor lage snelheden. Wist u dat de impact van een aanrijding bij 50 km/u met 35 maal het gewicht<br />
van de persoon overeenkomt? Een volwassen persoon van 75 kg wordt dan vergelijkbaar met een<br />
massa van 2500 kg. Dat houden twee armen, losjes aan het stuur, niet zomaar tegen. Om ervoor<br />
te zorgen dat onze toekomstige chauffeurs de autogordel dragen, is en blijft verkeerseducatie op<br />
school dus broodnodig. Daarom werd de educatieve handleiding ontwikkeld die nu voor u ligt: de<br />
<strong>Gordelwegwijzer</strong>.<br />
De doelstelling is eenvoudig: ze kan voor u als leerkracht in de derde graad een hulpmiddel zijn om<br />
de leerlingen bewust te maken van hun eigen rol en verantwoordelijkheid in het verkeer. Met de<br />
<strong>Gordelwegwijzer</strong> kan u het thema verkeersveiligheid en het dragen van de gordel op een attractieve<br />
manier aankaarten. Tegelijk kan dit pakket ook voor de lagere graden en zelfs voor de hele school<br />
een interessant instrument zijn.<br />
1.2. De <strong>Gordelwegwijzer</strong> werkt aan vakoverschrijdende eindtermen<br />
Om ervoor te zorgen dat het aangeboden materiaal rechtstreeks in de les gebruikt kan worden,<br />
is de <strong>Gordelwegwijzer</strong> erg praktisch opgevat. Anders gezegd: kopiëren uit dit boekje mag. En als<br />
leerkracht ervaart u zeer goed dat werkinstrumenten moeten passen binnen de opbouw van het<br />
lessenverloop. Daarom sluit de <strong>Gordelwegwijzer</strong> perfect aan bij de vakoverschrijdende eindtermen<br />
betreffende Milieueducatie en in het bijzonder bij de mobiliteitsproblematiek.<br />
Milieueducatie: Verkeer en mobiliteit in ruimtelijk beleid<br />
De leerlingen<br />
• kunnen de voor- en nadelen van verschillende vervoerswijzen voor transport van personen, goederen<br />
en diensten afwegen op basis van verschillende criteria en een bepaalde keuze motiveren;<br />
• kunnen meewerken aan het opstellen en uitvoeren van een schoolvervoerplan en verdedigen hun<br />
eigen standpunt hierin;<br />
• kunnen een gedragspatroon ontwikkelen waarbij individuele gemotoriseerde verplaatsingen beperkt<br />
worden en milieubewust gekozen wordt voor een passende vervoerswijze;<br />
• kunnen individueel of in groep standpunten innemen over mobiliteit en nemen kennis van het<br />
overheidsbeleid ter zake;<br />
• zijn bereid om via een constructieve inbreng invloed uit te oefenen op beslissingen, maatregelen<br />
of voorstellen die een weerslag kunnen hebben op mobiliteit en verkeer;<br />
•<br />
verwerven de kennis die moet volstaan als voorbereiding op het theoretisch rijexamen categorie B.<br />
Deel 1: Inleiding 3
4 Deel 1: Inleiding<br />
Met deze educatieve handleiding werkt u meteen ook aan andere vakoverschrijdende eindtermen in<br />
de derde graad:<br />
Leren leren:<br />
De leerlingen<br />
• kunnen diverse informatiebronnen en -kanalen kritisch selecteren en raadplegen met het oog op<br />
te bereiken doelen;<br />
• kunnen zelfstandig informatie kritisch analyseren en synthetiseren;<br />
• kunnen verwerkte informatie functioneel toepassen in verschillende situaties;<br />
• kunnen op basis van hypothesen en verwachtingen mogelijke oplossingswijzen realistisch inschatten<br />
en uitvoeren;<br />
• kunnen de gekozen oplossingswijze en de oplossing evalueren;<br />
• kunnen toekomstgerichte conclusies trekken uit leerervaringen;<br />
• kunnen de verschillende fasen van een keuzeproces doorlopen en rekening houden met de consequenties;<br />
• kunnen omgevingsinvloeden op het keuzegedrag onderkennen en er zich tegenover positioneren.<br />
Sociale vaardigheden:<br />
De leerlingen<br />
• communiceren doelgericht, toetsen elkaars interpretatie en stemmen die zo nodig op elkaar af en<br />
brengen de eigen gedachten tot uiting;<br />
• helpen mee aan het formuleren en realiseren van groepsdoelstellingen;<br />
• streven naar een evenwicht tussen eigen wensen en het groepsbelang;<br />
• kunnen omgaan met regelgevingen;<br />
•<br />
engageren zich om een eigen verantwoordelijkheid op te nemen.
Deel 2: Methodiek –<br />
hoe werkt dit pakket?<br />
Centraal in de <strong>Gordelwegwijzer</strong> staan een aantal situaties waarin de gordel juist of fout werd gedragen<br />
en waarin een aantal attitudes tegenover het dragen van de gordel zijn opgenomen. De bedoeling is dat<br />
leerlingen hierover individueel of in groep nadenken en discussiëren. Een van de doelstellingen van de<br />
eindtermen is dat ze leren hun mening betreffende verkeersveiligheid te vormen en te formuleren. Om u te<br />
helpen deze gesprekken op gang te trekken, zijn er telkens een aantal vragen toegevoegd. Uiteraard met<br />
leidraad. Dit alles werd op handige werkfi ches samengebracht, die u kan kopiëren of downloaden. De URL<br />
van de website vindt u in de begeleidende brief bij dit pakket.<br />
2.1. Werkvorm<br />
Met dit materiaal kan u op verschillende manieren aan de slag. U kan de leerlingen de opdrachten<br />
individueel of in groep laten oplossen. Voor beide mogelijkheden worden hier enkele pistes uitgewerkt.<br />
Elke werkvorm heeft zijn voordelen, maar groepswerk is bij dit thema erg aangewezen. Enerzijds<br />
omdat dit thema zich goed leent voor debatten waarin de leerlingen hun attitudes en mening<br />
aan die van hun medeleerlingen kunnen toetsen en zo sociale vaardigheden kunnen ontwikkelen en<br />
oefenen. Anderzijds omdat verkeersveiligheid op zich al een groepsgebeuren is en met verantwoordelijkheid<br />
in groep te maken heeft. Bovendien bundelt groepswerk de krachten van de leerlingen en<br />
is het effi ciënt in het gebruik van de beschikbare tijd.<br />
2.2. Tijd<br />
Uw aanpak hangt natuurlijk af van de tijd waarover u in het lessenprogramma beschikt. Eén lesuur<br />
of meer? Of kadert het werken rond het dragen van de veiligheidsgordel in een groter verkeersproject<br />
op school? Het spreekt voor zich dat u het gebruik van de <strong>Gordelwegwijzer</strong> in een geheel<br />
van lessen over verkeersveiligheid kan kaderen. Dit materiaal is fl exibel genoeg om op verschillende<br />
manieren ingezet te worden. Niet alle situaties moeten behandeld worden. Soms is het handiger om<br />
slechts een beperkt aantal situaties aan bod te laten komen, zodat er meer tijd is om ze (grondig) te<br />
bespreken.<br />
Eén lesuur is natuurlijk erg kort. Daarom is bij de verschillende suggesties telkens een kort tijdschema<br />
gegeven, ter indicatie. Het komt er immers op aan dat u samen met de leerlingen tot conclusies<br />
over het dragen van de gordel komt.<br />
2.3. Opbouw van de werkfi ches<br />
Het uitgangspunt (A) is een situatieschets die de leerlingen moeten analyseren. Hierin worden<br />
een of meerdere personen beschreven die een verplaatsing met de auto maken en de gordel wel<br />
of niet dragen. De leerlingen moeten beoordelen of de hoofdrolspelers juist gehandeld of geredeneerd<br />
hebben. En ze moeten hun mening over de houding en het gedrag van die hoofdrolspeler(s)<br />
neerschrijven. Om het wat uitdagender te maken, zijn er in de omstandigheden enkele misverstanden<br />
verwerkt. Dat zet de leerlingen aan tot nadenken en voorziet de discussie over het al dan niet<br />
dragen van de gordel van de nodige stof. Uiteraard is het de bedoeling dat ze ook over hun eigen<br />
houding nadenken en praten.<br />
Deel 2: Methodiek - Hoe werkt dit pakket?<br />
5
6<br />
De vragen (B) zijn er om de leerlingen tot nadenken aan te sporen en de gesprekken op gang te<br />
trekken.<br />
De verwijzing naar bijkomende informatie (C) is bedoeld om de leerlingen bij het zoeken tijdens<br />
de les of thuis wat houvast te geven. Zo gaan ze doelgericht op pad.<br />
In deel 4 van dit pakket staan de antwoorden per fi che gegroepeerd. Ze zijn voorzien van een<br />
verwijzing naar de achtergrondinformatie in deel 5. In deel 6 “Nuttige Adressen” vindt u de<br />
webadressen van organisaties waar u voor bijkomende informatie (wetteksten, statistieken, enz.)<br />
terechtkunt.<br />
Het werken met deze fi ches moet er uiteindelijk toe leiden dat de leerlingen de klik maken. Letterlijk<br />
en fi guurlijk. Daarom moeten ze tot refl ectie en debat over de eigen houding en die van anderen<br />
ten opzichte van het dragen van de gordel aangespoord worden. Uiteraard staat het u dan vrij<br />
om naargelang van de situatie en de klas bijkomende of andere vragen te formuleren.<br />
2.4. Algemene suggesties voor aanpak<br />
De werkfi ches kunnen uiteraard als cursusmateriaal dienen. Daarom is het handig om elke leerling<br />
na afl oop ook de oplossing per situatie te geven. Zo heeft elke leerling meteen het juiste materiaal.<br />
Bij groepswerk vormen de leerlingen “teams van experts”. U bent als leerkracht de moderator<br />
van het geheel. Bij individueel werk is elke leerling een “expert” en bent u de moderator. Om de<br />
leerlingen de kans te geven “expert” te zijn, organiseert u de locatie van de les het best zo dat de<br />
leerlingen in het klaslokaal zelf de nodige informatie op het internet kunnen zoeken. Een andere<br />
mogelijkheid is dat u hun vooraf de opdracht geeft zelf meer informatie op te zoeken. Bezorg hun<br />
hiervoor de URL van nuttige websites, de tekst van de wegcode of een krantenartikel, zodat zij zich<br />
gericht kunnen voorbereiden. De delen “Achtergrondinformatie’ en “Nuttige adressen” kunnen<br />
hierbij een hulp zijn. Geef ook aan dat de auto niet per se het meest aangewezen vervoermiddel<br />
is. Voor korte verplaatsingen zijn de “zachte” alternatieven (te voet, per fi ets of met het openbaar<br />
vervoer) immers veel interessanter.<br />
Onderzoek heeft uitgewezen dat de parate kennis van jongeren over het verkeersreglement bar<br />
laag is. De kans bestaat dat de leerlingen beginnen te gokken en niet langer redeneren. Dat is<br />
natuurlijk niet de bedoeling. Houd daar rekening mee en zorg ervoor dat u zelf ook goed op de<br />
hoogte bent, zodat u, indien nodig, de gesprekken weer op de rails kunt zetten.<br />
Na het debat is het tijd voor actie. Het is handig om vóór het debat een of meerdere verslaggevers<br />
aan te stellen. Die verslagen zijn dan weer de basis voor een heuse promotiecampagne. Werk met<br />
de leerlingen zo’n campagne met slogans en affi ches uit om medestudenten en ouders aan te zetten<br />
tot het dragen van de gordel. Op die affi ches kunnen aspecten van de gordel komen zoals: “Wat<br />
doet de veiligheidsgordel?”, “Welke kunnen de gevolgen zijn als je de veiligheidsgordel wel/niet<br />
draagt?” en “Hoe werkt de veiligheidsgordel?”. Hang die affi che(s) duidelijk zichtbaar in de klas<br />
op. Op die manier springen ze in het oog bij het binnenkomen. Bovendien hebt u dan in de les een<br />
gemakkelijk en snel aanknopingspunt om erover te praten.<br />
2.5. Suggesties voor lesverloop<br />
Suggesties individueel 1-uur-pakket op basis van parate kennis<br />
Probeer uw les zo op te bouwen dat u op het einde van de les nog tijd genoeg hebt voor enkele<br />
panelgesprekken waarin de verschillende experts hun zaak verdedigen en tot een consensus komen.<br />
Houd er wel rekening mee dat de panelgesprekken veel tijd vergen. Daarom is het aangeraden een<br />
aantal situaties te selecteren.<br />
Deel 2: Methodiek - Hoe werkt dit pakket?
Hoe gaat het in zijn werk? Leg elke situatie stap voor stap aan de leerlingen voor. U bent een persoon<br />
die veel vragen heeft, zij zijn de experts. Dan verdeelt u (een selectie van) de situaties over de<br />
leerlingen, of ze kiezen deze zelf. Gezien het beperkte aantal situaties zullen er meerdere leerlingen<br />
dezelfde situatie bespreken. U kan het ook altijd zo regelen dat minstens drie leerlingen dezelfde<br />
vraag krijgen. Geef hun even de tijd om de situatie te analyseren, de vragen te beantwoorden en<br />
een stelling in te nemen die ze op basis van parate kennis proberen te onderbouwen. Als dat gedaan<br />
is, volgen de panelgesprekken tussen de experts voor de klas.<br />
De conclusies daarvan werkt u samen met de leerlingen uit tot een actieplan voor het dragen van de<br />
gordel.<br />
Tijdschema:<br />
Activiteit Tijd (+)<br />
introductie thema, situaties, verdeling 10 minuten<br />
bedenktijd 5 minuten<br />
panelgesprekken elk 5 à 10 minuten<br />
klassikaal actieplan: plan van 1 groep: u schrijft de<br />
actiepunten op bord, toevoegen, schrappen – klassikaal<br />
debat<br />
voorstel voor schoolvervoerplan of een andere actie<br />
(campagne voor het dragen van de gordel, maken van<br />
affi ches voor de klas…)<br />
Suggesties groepswerk 1-uur-pakket<br />
5 à 10 minuten<br />
5 à 10 minuten<br />
Leg elke situatie stap voor stap aan de leerlingen voor. Dan verdeelt u die over de verschillende<br />
groepjes. Geef hun even de tijd om de situatie te analyseren, de vragen te beantwoorden en een<br />
stelling in te nemen die ze op basis van parate kennis proberen te onderbouwen.<br />
De standpunten van de groep worden als een soort verslag gebracht en daarna in een klassikaal<br />
debat uitgediept. Daarbij kan u, indien nodig, het juiste antwoord geven en onderbouwen aan de<br />
hand van verwijzingen naar de wetgeving, werking, cijfers, enz.<br />
De conclusies van het debat werkt u samen met de leerlingen uit tot een actieplan voor het dragen<br />
van de gordel.<br />
Tijdschema:<br />
Activiteit Tijd (+)<br />
introductie thema, situaties, verdeling 10 minuten<br />
bedenktijd 10 minuten<br />
klassikaal debat: de groepen stellen hun standpunten<br />
voor en u vult aan, onderbouwt... modereert met andere<br />
woorden het spel<br />
klassikaal actieplan: plan van 1 groep: u schrijft de actiepunten<br />
op bord, toevoegen, schrappen – klassikaal debat<br />
voorstel voor schoolvervoerplan of een andere actie<br />
(campagne voor het dragen van de gordel, maken van<br />
affi ches voor de klas…)<br />
20 minuten<br />
5 à 10 minuten<br />
5 à 10 minuten<br />
Deel 2: Methodiek - Hoe werkt dit pakket?<br />
7
8<br />
Suggesties groepswerk 2- of 3-uren-pakket op basis van parate kennis<br />
(noot: de hier beschreven aanpak kan u de leerlingen ook individueel laten uitvoeren)<br />
In het eerste uur legt u de situaties stap voor stap aan de leerlingen voor. Dan verdeelt u die over<br />
de verschillende groepjes. Geef de leerlingen even de tijd om de situatie te analyseren, de vragen te<br />
beantwoorden en een stelling in te nemen die ze op basis van parate kennis proberen te onderbouwen.<br />
Ze voeren het debat in het eigen groepje. Het is handig om per groep een gespreksleider en<br />
een verslaggever aan te duiden die samen voor het verslag verantwoordelijk zijn.<br />
Na dit eerste groepsgesprek komt een tweede opdracht. Ze moeten een onderzoek opstarten over<br />
het onderwerp dat ze besproken hebben. Concreet kan hun zoektocht dan zijn dat ze zich over<br />
de werking van de gordel, over stukken uit de wetgeving, over boetes, cijfers uit de statistieken,<br />
documenteren. Wijs hen hiervoor op de opgegeven websites en geef desnoods bijkomend de URL<br />
van enkele andere sites, zodat ze gericht op zoek kunnen gaan. Geef hun ook de opdracht het eigen<br />
verplaatsingsgedrag en de eigen verplichtingen in het verkeer eens onder de loep te nemen. Dit kan<br />
ertoe leiden dat ze hun eerder ingenomen standpunten moeten aanpassen.<br />
De uitwerking van deze opdracht gebeurt thuis, tijdens een weggevallen les of in een vrij uur en<br />
tegen de volgende les of de volgende week. In het tweede lesuur dat u dit thema bespreekt, stelt<br />
iedere groep zijn resultaten in een vijftal minuten voor. Indien nodig stuurt u dit bij. Ze geven eventueel<br />
ook een verslagje af. Op het einde worden er conclusies gemaakt. Die werkt u samen met de<br />
leerlingen uit tot een actieplan voor het dragen van de gordel.<br />
Tijdschema:<br />
LES 1: Activiteit Tijd (+)<br />
introductie thema, situaties, verdeling 10 minuten<br />
bedenktijd waarin u als leerkracht bij de groepjes langsgaat<br />
opstarten extra opdracht: opstellen van werklijst, taakverdeling<br />
binnen de groepjes, opstellen planning<br />
Deel 2: Methodiek - Hoe werkt dit pakket?<br />
20 minuten<br />
20 minuten<br />
LES 2: Activiteit Tijd (+)<br />
verslag groepjes 5 minuten/groepje (richtlijn, met<br />
uitloopmogelijkheid)<br />
algemeen besluit 5 minuten<br />
taakverdeling: verslag 5 minuten<br />
LES 3: Activiteit Tijd (+)<br />
herhaling algemeen besluit 5 minuten<br />
opstellen actieplan (groepswerk) 10 minuten/groepje (richtlijn, met<br />
uitloopmogelijkheid)<br />
klassikaal actieplan: plan van 1 groep: u schrijft de actiepunten<br />
op bord, toevoegen, schrappen – klassikaal debat<br />
voorstel voor schoolvervoerplan of een andere actie (campagne<br />
voor het dragen van de gordel, maken van affi ches<br />
voor de klas...)<br />
20 minuten<br />
10 minuten
Suggesties groepswerk 3-uren-pakket met opzoeken van info tijdens de les<br />
In het eerste uur legt u de situaties stap voor stap aan de leerlingen voor. Dan verdeelt u die over de<br />
verschillende groepjes. Dan starten de leerlingen een onderzoek over het voorgelegde onderwerp<br />
op. Ze analyseren de situaties en gaan zelf op zoek naar informatie die hun situatie kan duiden.<br />
Concreet kan hun zoektocht dan zijn dat ze zich over de werking van de gordel, over stukken uit de<br />
wetgeving, over boetes, cijfers uit de statistieken, documenteren. Wijs hen hiervoor op de opgegeven<br />
websites en geef desnoods bijkomend de URL van enkele andere sites, zodat ze gericht op zoek<br />
kunnen gaan. Geef hun ook de opdracht het eigen verplaatsingsgedrag en de eigen verplichtingen<br />
in het verkeer onder de loep te nemen.<br />
De afwerking van deze opdracht gebeurt thuis, tijdens een weggevallen les of in een vrij uur en<br />
tegen de volgende les of de volgende week. In het tweede lesuur dat u dit thema bespreekt, stelt<br />
iedere groep zijn resultaten in een vijftal minuten voor. Indien nodig stuurt u dit bij. Ze geven eventueel<br />
ook een verslagje af. Op het einde worden er conclusies gemaakt. Die werkt u samen met de<br />
leerlingen uit tot een actieplan voor het dragen van de gordel.<br />
Tijdschema:<br />
LES 1: Activiteit Tijd (+)<br />
introductie thema, situaties, verdeling 10 minuten<br />
opstarten opdracht: opstellen van werklijst, taakverdeling<br />
binnen de groepjes, opstellen planning<br />
10 minuten<br />
begin opdracht: opzoeken van informatie, debat 20 à 30 minuten<br />
LES 2: Activiteit Tijd (+)<br />
verslag groepjes 5 minuten/groepje (richtlijn, met<br />
uitloopmogelijkheid)<br />
algemeen besluit 5 minuten<br />
taakverdeling: algemeen verslag (uitwerking tegen volgende<br />
les)<br />
5 minuten<br />
LES 3: Activiteit Tijd (+)<br />
herhaling algemeen besluit 5 minuten<br />
opstellen actieplan (groepswerk) 10 minuten/groepje (richtlijn, met<br />
uitloopmogelijkheid)<br />
klassikaal actieplan: plan van 1 groep: u schrijft de actiepunten<br />
op bord, toevoegen, schrappen – klassikaal debat<br />
eventueel voorstel voor actie (campagne voor het dragen<br />
van de gordel, maken van affi ches voor de klas...)<br />
20 minuten<br />
10 minuten<br />
2.6. Evaluatie van de conclusies: Actie<br />
Na het praten en het denken over de gordel is het hoog tijd om hem ook effectief te dragen. De<br />
conclusies van de gesprekken vormen een goed uitgangspunt om een actieplan op te stellen. Dit<br />
plan formuleert de voornemens van de leerlingen met betrekking tot het dragen van de gordel. In<br />
dat plan mag hun houding tegenover het gebruik van “zachte” vervoersalternatieven voor korte<br />
afstanden zeker niet ontbreken. Voorts is het de bedoeling dat de leerlingen hun mening over het<br />
dragen van de gordel indien nodig bijschaven. Drie aspecten spelen hierbij een grote rol: de leerlingen<br />
achten die voornemens uitvoerbaar, zij staan achter dit plan en zij beseffen dat deze intentieverklaring<br />
en het slagen ervan precies hun verantwoordelijkheid in de verkeersveiligheid is. Daarom is<br />
het belangrijk dat u hen bij het opstellen ervan begeleidt.<br />
Deel 2: Methodiek - Hoe werkt dit pakket?<br />
9
10<br />
Deel 3: Werkfi ches<br />
Fiche 1: Thema gordeldracht en korte afstand<br />
gecombineerd met lage snelheid<br />
A. Situatieschets<br />
Francis is werfl eider in de bouwsector. Hij<br />
rijdt van werf tot werf. De werven liggen<br />
hooguit een kwartiertje uit elkaar. Een gordel<br />
is overbodig, vindt hij, want het zijn toch<br />
altijd maar korte verplaatsingen, zowel op<br />
de werf zelf alsook tussen de verschillende<br />
werven. Bovendien rijdt hij op de werf niet<br />
eens snel: 20 of 30 kilometer per uur, een<br />
enkele keer 50. Bij deze lage snelheden is<br />
een gordel toch niet nodig? De kans op een<br />
ongeval is erg klein en je kunt jezelf toch<br />
wel aan het stuur tegenhouden! Als Francis<br />
tegen 120 km per uur over de autosnelweg<br />
raast, doet hij de gordel wel aan. Trouwens,<br />
zegt Francis, als je op een werf vaak in- en<br />
uitstappen moet, is een gordel echt erg<br />
ongemakkelijk, altijd dat gewriemel. Nog<br />
een reden waarom Francis de gordel zelden<br />
vastmaakt.<br />
Deel 3: Werkfi ches<br />
B. Vragen<br />
1. Zijn volgende redeneringen juist? Waarom wel/niet?<br />
a. Voor korte afstanden neem ik de auto in plaats van te voet of<br />
met de fi ets te gaan en bovendien hoef ik dan geen veiligheidsgordel<br />
te dragen.<br />
b. Bij lage snelheid is een gordel overbodig. Een gordel beschermt<br />
je pas als je tegen hoge snelheid rijdt.<br />
c. Als de veiligheidsgordel ongemakkelijk zit, hoef je hem niet te<br />
gebruiken.<br />
d. Als je veel moet in- en uitstappen, hoef je de gordel niet te<br />
gebruiken.<br />
2. Wat vind jij van de houding van Francis tegenover het dragen van<br />
de gordel? Is dit veilig voor hem en voor anderen? Motiveer je<br />
antwoord!<br />
C. Waar vind ik bijkomende informatie?<br />
Fiche 2: Thema gordeldracht gecombineerd met leeftijd,<br />
correct vastklikken en plaats in wagen<br />
A. Situatieschets<br />
Frederik is 17. Als hij met iemand meerijdt, zit<br />
hij het liefst voorin. En dan doet hij de gordel<br />
aan omdat hij nog geen 18 jaar is. Maar erg<br />
cool vindt hij dat niet en dus legt hij zijn arm<br />
over de schoudergordel zodat de gordel onder<br />
zijn arm over zijn middenrif loopt. Dan heeft<br />
hij toch zijn gordel aan zonder dat het echt<br />
opvalt. Als hij achterin zit, doet hij de gordel<br />
niet aan, hij is immers ouder dan 3 jaar en<br />
groter dan 1m35. In een kinderzitje of op een<br />
verhogingskussen hoeft hij allang niet meer.<br />
Frederiks jongste zusje, Lies, is 7 en precies<br />
1m30 groot. Als ze in de auto zit, moet ze<br />
een verhogingskussen gebruiken. Omdat Lies<br />
last heeft van wagenziekte zit ook zij wel<br />
eens voorin naast haar papa, op haar verhogingskussen<br />
en met de gordel aan. Dat je op<br />
een verhogingskussen een gordel aandoet, is<br />
evident: je kunt er zo uitglijden.<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
www.wegcode.be<br />
www.uitweg.be: www.uitweg.be/nummer-51/uitweg51_105.html<br />
www.bivv.be<br />
www.ikbenvoor.be<br />
B. Vragen<br />
1. Zijn volgende situaties juist? Waarom wel/niet?<br />
a. Is Frederik correct vastgemaakt in de auto?<br />
b. Achterin hoeft de veiligheidsgordel niet.<br />
c. Is het verhogingskussen voor Lies wel nodig? Waarom wel/niet?<br />
d. Mag Lies wel voorin zitten?<br />
2. Wat vind je van Frederiks reden om de gordel zo te klikken?<br />
Heeft hij gelijk? Is dit veilig? Voor hem en voor anderen? Motiveer<br />
je antwoord!<br />
3. Wat vind je van Frederiks reden om de gordel achterin niet vast<br />
te klikken? Heeft hij gelijk? Is dit veilig? Voor hem en voor anderen?<br />
Motiveer je antwoord!<br />
C. Waar vind ik bijkomende informatie?<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
www.wegcode.be<br />
www.uitweg.be: www.uitweg.be/nummer-51/uitweg51_105.html<br />
www.ikbenvoor.be. Klik op ‘verkeerswetgeving’<br />
www.bivv.be: “Via Secura”,<br />
tijdschrift over verkeersveiligheid, nr. 72.
Fiche 3: Thema gordeldracht gecombineerd met kans op letsels<br />
en overlevingskansen<br />
A. Situatieschets<br />
“Ik houd het stuur altijd met twee handen vast, in de ‘tien<br />
voor twee’-positie,” zegt Brigitte. “Zo zit ik stevig vast.” Ze<br />
vindt dat een gordel bij een ongeval niet veel helpt: fl ink<br />
dooreen geschud word je in ieder geval. “Bovendien kan de<br />
gordel je borstkas kneuzen of je nog wel wurgen,” zegt ze,<br />
“en dan ben je toch ook dood.” Daarom doet ze hem liever<br />
niet aan. En als ze hem aandoet, dan doet ze hem onder<br />
haar arm.<br />
Sinds haar man Werner een klein ongeval gehad heeft, wil<br />
hij alleen maar met de gordel rijden. Hij voelt zich dan minder<br />
“los” in de wagen. Vooral in scherpe bochten merkt hij<br />
het verschil: met de gordel blijf je op je positie in de zetel.<br />
Toen hij dat ongeval had, had hij gelukkig de gordel om.<br />
Het was een harde klap geweest en hij had gevoeld hoe hij<br />
naar voren bewoog, maar door de gordel tegengehouden<br />
werd. Hij was met zijn hoofd tegen het stuur gekomen en<br />
had daar een fl inke buil en een kleine snijwond aan overgehouden.<br />
Na het ongeval had hij ook pijn aan zijn schouder.<br />
Achteraf bleek dat zijn sleutelbeen gebroken was. Ook als<br />
je de gordel draagt, kan een ongeval bij hoge snelheid je<br />
behoorlijk zware letsels bezorgen. Maar Werner vindt dat<br />
niet zo erg, want zonder gordel was het waarschijnlijk erger<br />
geweest, denkt hij.<br />
Fiche 4: Thema gordeldracht gecombineerd met airbags<br />
en aard van het voertuig<br />
A. Situatieschets<br />
Dimitri rijdt met een robuuste terreinwagen.<br />
Hij voelt zich veilig in zijn wagen, die met de<br />
modernste snufjes is uitgerust: GPS, airbags<br />
en een handenvrije telefoonset. De zetel<br />
zit comfortabel en houdt hem voldoende<br />
op zijn plaats. Een gordel is dan ook niet<br />
altijd nodig, vindt hij. Bovendien zit hij in<br />
zijn terreinwagen wat hoger dan de andere<br />
chauffeurs in hun auto. Dat geeft hem een<br />
gevoel van comfort en veiligheid. Zelfs als<br />
hij bij een uitstap in de Ardennen onzacht in<br />
een greppel zou belanden, biedt de airbag<br />
hem heel wat bescherming. Bovendien rijdt<br />
hij in de stad niet sneller dan 30 km/u en bij<br />
die snelheid heeft het dragen van de gordel<br />
geen zin. Op de autosnelweg zal hij wel een<br />
gordel dragen: hij heeft geen vat op het<br />
roekeloze gedrag van de andere chauffeurs<br />
daar.<br />
B. Vragen<br />
1. Zijn volgende redeneringen van Brigitte juist?<br />
Waarom wel/niet?<br />
a. Een gordel helpt bij een ongeval niet veel. Hij<br />
voorkomt zeker geen letsels.<br />
b. De gordel kan bij een ongeval je borstkas kneuzen<br />
en daarom draag ik de gordel niet.<br />
c. Als ik de gordel aandoe, dan onder mijn arm.<br />
Dat is even goed en zit bovendien comfortabeler.<br />
2. Zijn volgende redeneringen van Werner juist?<br />
Waarom wel/niet?<br />
a. Liever een gebroken sleutelbeen door de gordel,<br />
dan met mijn hoofd door de voorruit.<br />
b. Zonder gordel had ik dat ongeval waarschijnlijk<br />
niet overleefd!<br />
3. Hoe sta jij tegenover de houding van Brigitte en die<br />
van Werner? Motiveer je antwoord!<br />
C. Waar vind ik bijkomende informatie?<br />
• www.uitweg.be: www.uitweg.be/nummer-51/uitweg51_105.html<br />
• www.bivv.be<br />
• www.ikbenvoor.be<br />
B. Vragen<br />
1. Zijn volgende redeneringen van Dimitri juist? Waarom wel/niet?<br />
a. Een airbag maakt het dragen van de gordel overbodig.<br />
b. Rijden tegen lage snelheid maakt het dragen van de gordel<br />
overbodig.<br />
c. Een robuuste terreinwagen geeft een gevoel van veiligheid<br />
zodat het dragen van de gordel overbodig wordt.<br />
d. Ook achter in een terreinwagen is een gordel overbodig.<br />
2. Hoe sta jij tegenover de houding van Dimitri? Motiveer je antwoord!<br />
C. Waar vind ik bijkomende informatie?<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
www.wegcode.be<br />
www.uitweg.be: www.uitweg.be/nummer-51/uitweg51_105.html<br />
www.bivv.be<br />
www.ikbenvoor.be<br />
Deel 3: Werkfi ches<br />
11
Fiche 5: Thema gordeldracht gecombineerd met manoeuvres<br />
en zwangerschap<br />
A. Situatieschets<br />
Bernard rijdt altijd met de gordel om. Ook<br />
als hij parkeert of achteruit de garage<br />
inrijdt. Hij voelt zich veiliger met de gordel<br />
aan. Stel dat iemand op je inrijdt terwijl je<br />
parkeert of een garage inrijdt. Nee, nee, met<br />
de gordel klikvast: altijd!<br />
Zijn vrouw Sara is 7,5 maanden zwanger.<br />
Haar buik is mooi rond. De gordel spant en<br />
knelt de baby. Ze is bang dat de gordel haar<br />
baby zal kwetsen of in zijn groei zal belemmeren.<br />
Daarom draagt ze de gordel liever<br />
niet. Bovendien, zegt ze, biedt de gordel<br />
alleen maar bescherming bij frontale botsingen.<br />
Als iemand van rechts of links op je<br />
knalt, helpt de gordel geen sikkepit.<br />
12<br />
Deel 3: Werkfi ches<br />
B. Vragen<br />
1. Zijn volgende redeneringen van Bernard juist? Waarom wel/niet?<br />
a. De gordel moet je ook aandoen als je achteruit parkeert.<br />
b. De gordel moet je ook aandoen als je achterwaarts de garage<br />
inrijdt.<br />
2. Zijn volgende redeneringen van Sara juist? Waarom wel/niet?<br />
a. Als je zwanger bent, hoef je geen gordel te dragen.<br />
b. Bij een zijdelingse botsing van links (de bestuurderszijde) of<br />
van rechts (de passagierszijde) helpt de gordel niet.<br />
3. Wat vind jij van de houding van Bernard en Sara tegenover het<br />
dragen van de gordel? Motiveer je antwoord!<br />
C. Waar vind ik bijkomende informatie?<br />
Fiche 6: Thema gordeldracht<br />
gecombineerd met autobussen/autocars<br />
A. Situatieschets<br />
Sam en Maxim komen met de bus naar<br />
school. Sam heeft een Buzzypass en komt<br />
met een autobus van De Lijn. Maxim neemt<br />
de schoolbus. Vandaag gaan Sam en Maxim<br />
op schooluitstap naar de Ardennen. Om<br />
kwart voor negen stappen ze op de bus.<br />
Het is een nieuwe bus en elke zitplaats is<br />
van een gordel voorzien. De verantwoordelijke<br />
leerkracht zegt door de intercom dat<br />
iedereen zijn gordel moet aandoen. Sam<br />
vindt dit raar, want op de bus van De Lijn<br />
doet hij dat nooit. “Daar zijn trouwens geen<br />
gordels,” zegt hij tegen Maxim. Maxim haalt<br />
de schouders op. “In de schoolbus zijn wel<br />
gordels,” zegt hij. “Vooral die van het lager<br />
en de eerstejaars dragen ze. De begeleider<br />
raadt het ons wel aan, maar zegt niet dat<br />
het verplicht is. Mijn moeder wil ook dat<br />
ik het doe, als voorbeeld voor mijn jongere<br />
zusje.” – “En doe je het?” vraagt Sam.<br />
Maxim grijnst. Hij vindt het dragen van de<br />
gordel maar fl auw. Het beperkt zijn bewegingsvrijheid<br />
en trouwens, wat kan er in een<br />
bus gebeuren?<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
www.wegcode.be<br />
www.uitweg.be: www.uitweg.be/nummer-51/uitweg51_105.html<br />
www.bivv.be: www.bivv.be/main/PublicatieMateriaal/Informatie.<br />
shtml?language=nl: folders “Kinderen in de auto? Klik ze vast!”<br />
en “Kinderen klikvast in de auto”.<br />
www.ikbenvoor.be<br />
B. Vragen<br />
1. Zijn volgende redeneringen juist? Waarom wel/niet?<br />
a. In een bus van De Lijn hoef je geen gordel te dragen.<br />
b. Als je met een bus op schooluitstap gaat, moet je wel een gordel<br />
dragen.<br />
c. Als bussen van een privévervoersmaatschappij het vervoer naar<br />
school verzorgen, moet je wel de gordel dragen.<br />
d. In een bus zit je veiliger en is de kans op letsels kleiner.<br />
2. Wat is voor de wet het verschil tussen een autobus en een autocar?<br />
Lees aandachtig het verkeersreglement en de geschiedenis<br />
van het gebruik van de gordel!<br />
3. Wat vind jij van de houding van Sam en Maxim tegenover het<br />
dragen van de gordel? Motiveer je antwoord!<br />
C. Waar vind ik bijkomende informatie?<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
www.wegcode.be: www.wegcode.be/wet.php?wet=22&node=art1<br />
www.uitweg.be (Gordel doorheen de tijd): www.uitweg.be/nummer-51/uitweg51_105.html<br />
www.bivv.be: www.bivv.be/main/PublicatieMateriaal/Informatie.<br />
shtml?language=nl: folder “Reizen per autocar: samen geven we<br />
voorrang aan veiligheid”<br />
www.ikbenvoor.be
Fiche 7: Thema gordeldracht gecombineerd met vrijstellingen,<br />
korte trajecten en lage snelheid<br />
A. Situatieschets<br />
Tom doet vakantiewerk bij een transportbedrijf.<br />
Hij is assistent-bezorger. De hele dag<br />
rijdt hij mee met een kleine bestelwagen<br />
door de hele provincie om pakjes bij de klanten<br />
te leveren. Meestal zijn de afstanden<br />
kort, soms ook wat langer. Marijke, die de<br />
wagen bestuurt, heeft hem gezegd dat hij<br />
voor de korte trajecten de gordel niet hoeft<br />
aan te doen. “Wie als bezorger werkt, is<br />
voor het dragen van de gordel vrijgesteld”,<br />
zegt ze. Hij moet dan vaak in- en uitstappen<br />
en dan is het gepruts met die gordel toch<br />
maar tijdverlies. Op de korte trajecten rijdt<br />
ze bovendien niet erg snel. Voor de lange<br />
trajecten doet Tom zijn gordel wel aan.<br />
Fiche 8: Thema gordeldracht<br />
gecombineerd met leeftijd en boetes<br />
A. Situatieschets<br />
Charlotte is 17 en 1m65. De oom van Charlotte,<br />
Bert, heeft een oldtimer, een Ford<br />
Taunus van 1967. Daarin zitten geen veiligheidsgordels.<br />
In de zomer gaat hij graag<br />
met zijn vrouw Ingrid met de Ford een ritje<br />
maken. De kinderen, Lennerd en Lisa, gaan<br />
dan mee. Lennerd is nog maar 6 maanden<br />
en gaat in een reiswieg op de achterbank<br />
mee. Met enkele kussens wordt de reiswieg<br />
geblokkeerd, zodat ze niet naar voren of<br />
opzij kan schuiven. Lisa is 2,5 en zit op de<br />
achterbank. Soms mag Charlotte ook mee.<br />
Als tante Ingrid meerijdt, zit ze met Lisa achterin.<br />
Als tante Ingrid niet meerijdt, mag ze<br />
van oom Bert voorin zitten, want ze is bijna<br />
18 en toch groter dan 1m35. Oom Bert is<br />
niet bang voor boetes. Als je de gordel niet<br />
draagt, is dat maar een lichte overtreding.<br />
Die boetes zijn hooguit 50 euro.<br />
B. Vragen<br />
1. Zijn volgende redeneringen juist? Waarom wel/niet?<br />
a. Wie als bezorger werkt, hoeft geen gordel aan te doen.<br />
b. Rijden tegen lage snelheid maakt het dragen van de gordel<br />
overbodig. Een gordel beschermt je pas als je tegen hoge snelheid<br />
rijdt.<br />
c. Korte afstanden maken het dragen van de gordel overbodig.<br />
d. Als het vast- en losklikken van de gordel een hoop tijdverlies<br />
betekent, mag je hem uitlaten.<br />
2. Wat vind jij van de houding van Marijke en Tom tegenover het<br />
dragen van de gordel? Motiveer je antwoord!<br />
C. Waar vind ik bijkomende informatie?<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
www.wegcode.be<br />
www.uitweg.be (Gordel doorheen de tijd): www.uitweg.be/nummer-51/uitweg51_105.html<br />
www.bivv.be: www.bivv.be/main/PublicatieMateriaal/Informatie.<br />
shtml?language=nl: folders “Kinderen in de auto? Klik ze vast!”<br />
en “Kinderen klikvast in de auto”.<br />
www.ikbenvoor.be<br />
B. Vragen<br />
1. Zijn volgende redeneringen juist? Waarom wel/niet?<br />
a. In oldtimers hoeven er geen veiligheidsgordels te zijn.<br />
b. Als Lennerd in zijn reiswieg ligt en deze is met kussens geblokkeerd,<br />
is hij voldoende beveiligd en kan hij mee.<br />
c. Lisa is groot en oud genoeg om gewoon zonder gordel op de<br />
achterbank te zitten.<br />
d. Charlotte mag zonder gordel achterin meereizen.<br />
e. Charlotte mag zonder gordel voorin meereizen.<br />
2. Wat vind jij ervan dat oom Bert en tante Ingrid hun kleine kinderen<br />
zo op de achterbank van de oldtimer laten meerijden? Zou jij<br />
dat ook doen?<br />
3. Hoe sta jij tegenover de houding van oom Bert inzake boetes?<br />
Vind jij een verkeersboete van 50 euro niet veel? Motiveer je<br />
antwoord!<br />
C. Waar vind ik bijkomende informatie?<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
www.wegcode.be<br />
www.uitweg.be (Gordel doorheen de tijd): www.uitweg.be/nummer-51/uitweg51_105.html<br />
www.bivv.be<br />
www.ikbenvoor.be<br />
Deel 3: Werkfi ches<br />
13
14<br />
Deel 4: Antwoorden werkfi ches<br />
Antwoorden fi che 1: Thema gordeldracht en korte afstand en lage snelheid<br />
1a: Foute redenering: je moet je gordel in principe altijd dragen. Korte afstanden noch lage snelheid zijn<br />
een excuus om de gordel niet te dragen. Onderzoek wijst uit dat de meeste ongevallen met dodelijke<br />
afl oop op korte trajecten gebeuren. Bovendien kan je je afvragen of je voor zulke korte verplaatsingen<br />
wel een auto nodig hebt. Misschien kan je net zo goed te voet of met de fi ets gaan.<br />
➜ Zie 5.1. Verkeerswetgeving<br />
➜ Zie 5.2. Enkele cijfers<br />
1b: Foute redenering: je moet je gordel in principe altijd dragen. Korte afstanden noch lage snelheid zijn<br />
een excuus om de gordel niet te dragen. De gordel is vooral bij lage snelheid effi ciënt. Zelfs dan komen<br />
er enorme krachten vrij die de inzittenden naar voren katapulteren.<br />
➜ Zie 5.1. Verkeerswetgeving<br />
➜ Zie 5.2. Enkele cijfers<br />
1c. Dit is geen reden om de gordel niet te dragen. Je moet je gordel in principe altijd dragen. De gordel<br />
houdt je bij een schok op je plaats. Het principe van de gordel is simpel: het lichaam op zijn plaats houden<br />
bij een schok. Als de inzittenden bij een botsing niet zijn vastgeklikt, is dit de snelheid waarmee ze<br />
tegen voorwerpen in de wagen worden geslingerd, of tegen elkaar belanden.<br />
➜ Zie 5.1. Verkeerswetgeving<br />
➜ Zie 5.4. Mythes rond de veiligheidsgordel<br />
1d. Fout: je moet de gordel altijd dragen. Zelfs bezorgers van pakjesdiensten of koerierbedrijven die<br />
voortdurend bij levering of afhaling van goederen moeten in- en uitstappen dienen vanaf 1 september<br />
2006 de gordel te dragen. Francis hoort niet eens tot die groep.<br />
➜ Zie 5.1. Verkeerswetgeving<br />
2. (modelantwoord) De houding van Francis is niet goed te keuren. Het is niet veilig voor hem. De kans<br />
op letsels is groter zonder gordel. Deze persoon kan bij een ongeval ook uit de wagen geslingerd worden.<br />
Bovendien kan iemand die niet vastgeklikt is, medepassagiers verwonden.<br />
➜ Zie 5.2. Enkele cijfers<br />
➜ Zie 5.4. Mythes rond de veiligheidsgordel<br />
Deel 4: Antwoorden werkfi ches
Antwoorden fi che 2: Thema gordeldracht en leeftijd en correct<br />
vastklikken en plaats in wagen<br />
1a. Frederik is niet correct vastgemaakt. De gordel mag niet onder de arm of achter de rug. Dat is verboden<br />
en gevaarlijk.<br />
➜ Zie 5.4. Mythes rond de veiligheidsgordel<br />
1b. De gordel draag je altijd en op elke plaats waar die voorzien is.<br />
➜ Zie 5.1. Verkeerswetgeving<br />
1c. Een verhogingskussen voor Lies is nodig omdat zij jonger dan 18 en kleiner dan 1m35 is. Als een kind<br />
tussen 18 en 36 kg weegt of groter is dan 1,10 m is een verhogingskussen immers ideaal om te beletten<br />
dat het kind bij een ongeval gewoon onder de gordel door zou schuiven. Het verhogingskussen<br />
wordt met de gewone driepuntsveiligheidsgordel vastgemaakt.<br />
➜ Zie 5.1. Verkeerswetgeving<br />
➜ Zie 5.4. Mythes rond de veiligheidsgordel<br />
1d. Lies mag voorin, mits ze volgens de regels is vastgemaakt: dus met verhogingskussen en de gewone<br />
driepuntsgordel.<br />
➜ Zie 5.1. Verkeerswetgeving<br />
2. (modelantwoord) De gordel moet correct gedragen worden, want als hij fout gedragen wordt, functioneert<br />
de gordel niet goed en is de kans op letsels nog groot. Bij een frontale botsing kan hij naar<br />
voren gekatapulteerd worden en andere passagiers naast of voor hem verwonden. Bovendien kan hij<br />
zich nog erger aan de gordel verwonden, precies omdat hij niet op de juiste plaats zit. Frederiks reden<br />
houdt dus geen steek. En veilig is het zeker niet.<br />
➜ Zie 5.4. Mythes rond de veiligheidsgordel<br />
3. (modelantwoord) De gordel moet ook achterin gedragen worden. Bij een botsing kan Frederik naar<br />
voren gekatapulteerd worden en andere passagiers naast of voor hem verwonden. Ook kan hij uit het<br />
voertuig geslingerd worden en zo onder het voertuig terechtkomen. Frederiks reden houdt dus geen<br />
steek. En veilig is het zeker niet.<br />
➜ Zie 5.2. Enkele cijfers<br />
➜ Zie 5.4. Mythes rond de veiligheidsgordel<br />
Antwoorden Fiche 3: Thema gordeldracht en kans op letsels en<br />
overlevingskansen<br />
1a. Foute redenering: de gordel helpt wel. De gordel houdt je in je positie en voorkomt zo dat je vooruit<br />
vliegt: tegen het dashboard of tegen de rugleuning van de zetel voor je.<br />
➜ Zie 5.2. Enkele cijfers<br />
➜ Zie 5.4. Mythes rond de veiligheidsgordel<br />
1b. Dat klopt, maar dat valt te verkiezen boven door de voorruit te vliegen.<br />
➜ Zie 5.2. Enkele cijfers<br />
➜ Zie 5.4. Mythes rond de veiligheidsgordel<br />
1c. Bij niet correct gebruik van de gordel is de kans op letsels ook groot.<br />
➜ Zie 5.2. Enkele cijfers<br />
➜ Zie 5.4. Mythes rond de veiligheidsgordel<br />
Deel 4: Antwoorden werkfi ches<br />
15
16<br />
2.a. Juist. Zelfs bij lage snelheden kun je zonder gordel al naar voren gekatapulteerd worden. Dan zijn de<br />
gevolgen meestal inderdaad erger. De impact bij een aanrijding met een snelheid van 50 km/ uur komt<br />
overeen met 35 maal het gewicht van de persoon. Zo verandert een kind van 25 kg in een massa van<br />
bijna 900 kg. Een volwassen persoon van 75 kg wordt dan vergelijkbaar met een massa van meer dan<br />
2,5 ton. Een onbedwingbaar gewicht, dus.<br />
➜ Zie 5.2. Enkele cijfers<br />
2b. Juist. Als door de kracht van de klap je sleutelbeen gebroken wordt, moet het toch een behoorlijke<br />
slag geweest zijn. Hij was waarschijnlijk door de voorruit gegaan of met zijn hoofd tegen de dakstaander<br />
terechtgekomen.<br />
➜ Zie 5.4. Mythes rond de veiligheidsgordel<br />
3. (modelantwoord) Brigitte heeft gelijk dat gordels kwetsuren kunnen veroorzaken, maar ze schat de<br />
ernst van de letsels verkeerd in. Naargelang van de kracht van de impact kun je door de gordel letsels<br />
aan de borstkas, schouders en wervelkolom oplopen. Maar je verwondingen zouden zonder gordel<br />
beslist erger geweest zijn. Brigitte zou de gordel dus beter wel dragen. Werner verkiest de kleine pijn<br />
boven de grote verwondingen en draagt de gordel. Dat is de juiste keuze.<br />
➜ Zie 5.4. Mythes rond de veiligheidsgordel<br />
Antwoorden Fiche 4: Thema gordeldracht en airbags en aard van het voertuig<br />
1a. Foute redenering: je moet je gordel in principe altijd dragen. Ook als de auto een airbag heeft.<br />
➜ Zie 5.1. Verkeerswetgeving<br />
➜ Zie 5.4. Mythes rond de veiligheidsgordel<br />
1b. Foute redenering: je moet je gordel in principe altijd dragen. De gordel is vooral bij lage snelheid effi<br />
ciënt. Zelfs dan komen er enorme krachten vrij die de inzittenden naar voren katapulteren.<br />
➜ Zie 5.1. Verkeerswetgeving<br />
➜ Zie 5.2. Enkele cijfers<br />
1c. Een Amerikaanse studie heeft uitgewezen dat een terreinwagen niet veiliger is dan een gewone<br />
personenauto. Weliswaar geeft deze wagen zijn bestuurder een gevoel van veiligheid, zodanig dat die<br />
zelfs een roekelozer rijgedrag ontwikkelt. Het gevaar op kantelen bij bruuske manoeuvres is echter<br />
veel groter. En dus ook de kans op zware verwondingen.<br />
➜ Zie 5.5. Terreinwagens en autocars: de mythe van de veiligheid<br />
1d. Op alle plaatsen die van een gordel voorzien zijn, moet de gordel altijd gedragen worden. Dus ook<br />
achter in een terreinwagen. Een Amerikaanse studie heeft uitgewezen dat een terreinwagen niet<br />
veiliger is dan een gewone personenauto. Doordat hij groter en zwaarder is, is het gevaar op kantelen<br />
bij bruuske manoeuvres echter veel groter. Wie niet goed vastzit, kan fl ink door de wagen gegooid<br />
of zelfs uit de wagen geslingerd worden. De hoeveelheid kinetische energie die bij een aanrijding<br />
vrijkomt, is voor elke inzittende immers dezelfde. Meer nog: als je je achterin niet vastklikt, lopen de<br />
inzittenden voorin bij een ongeval tot 80 % meer risico op zware verwondingen.<br />
➜ Zie 5.5. Terreinwagens en autocars: de mythe van de veiligheid<br />
➜ Zie 5.4. Mythes rond de veiligheidsgordel<br />
2. (modelantwoord) Het is niet omdat je auto met alle veiligheidssnufjes is uitgerust, dat jij onveilig moet<br />
rijden. Deze snufjes dienen nergens toe als jij ze niet nuttig gebruikt.<br />
➜ Zie 5.2. Enkele cijfers<br />
➜ Zie 5.4. Mythes rond de veiligheidsgordel<br />
Deel 4: Antwoorden werkfi ches
Antwoorden Fiche 5: Thema gordeldracht en manoeuvres<br />
en zwangerschap<br />
1a. In principe moet je de gordel altijd dragen. Er zijn enkele uitzonderingen waarin je de gordel niet<br />
hoeft te dragen. Dat is onder andere bij achteruitrijden, dus ook bij achteruit parkeren. Het is goed dat<br />
Bernard de gordel ook dan draagt, maar in principe hoeft het niet.<br />
➜ Zie 5.1. Verkeerswetgeving<br />
1b. In principe moet je de gordel altijd dragen. Er zijn enkele uitzonderingen waarin je de gordel niet<br />
hoeft te dragen. Dat is onder andere bij achteruitrijden, dus ook bij achteruit parkeren. Het is goed dat<br />
Bernard de gordel ook dan draagt, maar in principe hoeft het niet.<br />
➜ Zie 5.1. Verkeerswetgeving<br />
2a. In principe moet je de gordel altijd dragen. Dat geldt sinds 1996 ook voor zwangere vrouwen, zowel<br />
voorin als achterin. Om het kind niet te kwetsen, draagt de vrouw de gordel het best juist onder de<br />
buik en vervolgens over het bekken.<br />
➜ Zie 5.1. Verkeerswetgeving<br />
➜ Zie 5.3. Gordel doorheen de tijd<br />
➜ Zie 5.4. Mythes rond de veiligheidsgordel<br />
2b. Bij een zijdelingse botsing is de effi ciëntie van de gordel inderdaad eerder beperkt, omdat de gordel<br />
bruuske voorwaartse bewegingen opvangt. Vooral wanneer de impact van de botsing aan de bestuurderszijde<br />
(de linkerzijde) is, geldt dit. Wanneer de impact aan de passagierszijde (de rechterzijde) is,<br />
zorgt de buikriem er evenwel voor dat je als bestuurder op je plaats blijft zitten en niet opzij geslingerd<br />
wordt.<br />
➜ Zie 5.4. Mythes rond de veiligheidsgordel<br />
3. (modelantwoord) Bernard is strikt en wil het veilig houden. Dat is prima. Overdreven is het geenszins,<br />
want echt hinderen doet de gordel bij achteruit parkeren of achteruitrijden toch niet. Dat is zeker niet<br />
het geval als je de spiegels van de wagen goed gebruikt. Sara daarentegen loopt grote risico’s door<br />
de gordel niet te dragen. Ten eerste moeten zwangere vrouwen sinds 1996 altijd de gordel dragen,<br />
ten tweede kan de gordel ook bij zijdelingse aanrijdingen helpen, en ten derde staat vast dat ook het<br />
ongeboren kind wordt beschermd door de gordel.<br />
Antwoorden Fiche 6: Thema gordeldracht en autobussen/autocars<br />
1a. In een bus van De Lijn hoef je inderdaad geen gordel te dragen.<br />
➜ Zie 5.1. Verkeerswetgeving<br />
1b. Als er in een autocar gordels voorzien zijn, moet je die aandoen. Behalve als die bus als schoolbus<br />
dient, met andere woorden als ze geregeld kinderen naar school vervoert. Dat is hier niet het geval.<br />
➜ Zie 5.1. Verkeerswetgeving<br />
1c. Als er in een autocar gordels voorzien zijn, moet je die aandoen. Behalve als die bus als schoolbus<br />
dient, met andere woorden als ze geregeld kinderen naar school vervoert.<br />
➜ Zie 5.1. Verkeerswetgeving<br />
1d. In een bus zit je niet veiliger. Zonder gordel is de kans op letsels groter dan met gordel. Ook in bussen<br />
geldt dat de impact bij een aanrijding met een snelheid van 50 km/ uur met 35 maal het gewicht van<br />
de persoon overeenkomt. Zo verandert een kind van 25 kg in een massa van bijna 900 kg. Een volwassen<br />
persoon van 75 kg wordt dan vergelijkbaar met een massa van meer dan 2,5 ton. Bovendien is de<br />
situatie voor bussen vergelijkbaar met die van terreinvoertuigen. Ook bussen kunnen vlug kantelen.<br />
Als je dan niet vastgeklikt zit, is de kans groot dat je door de slag door de bus geslingerd wordt, of<br />
Deel 4: Antwoorden werkfi ches<br />
17
18<br />
tegen de zetel voor je kwakt. Je kunt je aan je medepassagiers, en rondvliegende bagage, of zelfs aan<br />
het opengeklapte tafeltje voor je verwonden.<br />
➜ Zie 5.5. Terreinwagens en autocars: de mythe van de veiligheid<br />
2. Een autobus is een lijnbus en dient voor vervoer van persoon op geregelde basis. Een deel van de voorziene<br />
plaatsen mogen staanplaatsen zijn. Een autocar dient ook voor het vervoer van personen, maar<br />
er zijn geen staanplaatsen. Bovendien is sinds 2001 het dragen van de gordel in autocars verplicht en<br />
moeten sinds 2003 alle plaatsen in nieuwe autocars een gordel hebben.<br />
➜ Zie 5.1. Verkeerswetgeving<br />
➜ Zie 5.3. Gordel doorheen de tijd<br />
3. (modelantwoord) Sam zou beter de gordel wel aandoen. Hij denkt dat de gordel in de bus niet nodig<br />
is. Ten eerste schrijft de verkeerswet voor dat je de gordel in een bus wel moet dragen als er een is. Ten<br />
tweede zijn autocars groot en zwaar zodat het gevaar op kantelen bij bruuske manoeuvres toeneemt.<br />
Wie niet goed vastzit, kan fl ink door het voertuig geslingerd worden.<br />
Maxim doet de gordel in de bus soms wel en soms niet aan. Ook hij zou beter de gordel altijd dragen.<br />
Hij beseft wel dat het met de gordel veiliger is, maar als zijn kameraden het niet doen, waarom hij<br />
dan wel? De veiligheidsgordel is er voor iedereen! Soms moet je tegen de mening van je kameraden<br />
durven ingaan.<br />
Antwoorden Fiche 7: Thema gordeldracht en vrijstellingen,<br />
korte trajecten en lage snelheid<br />
1a. Foute redenering: je moet je gordel in principe altijd dragen. Sinds 1 september 2006 geldt de vrijstelling<br />
voor bezorgers niet meer!<br />
➜ Zie 5.1. Verkeerswetgeving<br />
1b. De gordel is vooral bij lage snelheid effi ciënt. Zelfs dan komen er enorme krachten vrij die de inzittenden<br />
naar voren katapulteren.<br />
➜ Zie 5.2. Enkele cijfers<br />
1c. Onderzoek wijst uit dat de meeste ongevallen met dodelijke afl oop op korte trajecten gebeuren.<br />
➜ Zie 5.2. Enkele cijfers<br />
1d. Foute redenering: je moet je gordel in principe altijd dragen. Wat is een halve minuut “tijdverlies” vergeleken<br />
met de tijd die je in een ziekenhuis “verliest” omdat je de gordel niet aanhad?<br />
➜ Zie 5.1. Verkeerswetgeving<br />
2. (modelantwoord) Marijke draagt de gordel liever niet dan wel, om begrijpelijke redenen. Vóór 1 september<br />
2006 waren bezorgers inderdaad van het dragen van de gordel vrijgesteld. Sinds 1 september<br />
2006 dus niet meer. Als werkstudent kent Tom de specifi eke regelgeving niet. Het is begrijpelijk dat hij<br />
Marijke gelooft. Zeker als hij heel vaak moet in- en uitstappen, is het vast- en losklikken van de gordel<br />
een heel gedoe. Toch kan hij de gordel beter altijd dragen: de gordel is immers het effi ciëntst bij lage<br />
snelheden. En onderzoek wijst uit dat de meeste ongevallen op korte trajecten gebeuren. Op lange<br />
afstanden dragen Tom en Marijke de gordel wel en dat is prima.<br />
➜ Zie 5.1. Verkeerswetgeving<br />
➜ Zie 5.2. Enkele cijfers<br />
Deel 4: Antwoorden werkfi ches
Antwoorden Fiche 8: Thema gordeldracht en leeftijd en boetes<br />
1a. Dat klopt alleen maar als de auto gemaakt werd vóór de plaatsing van gordels verplicht werd.<br />
1b. Als de reiswieg niet met een autogordel is vastgemaakt, is hij niet voldoende beveiligd. Die kussens<br />
mogen de reiswieg dan wel “blokkeren” en verhinderen dat de wieg bij lichte schokken van de achterbank<br />
glijdt, de vraag is of ze het bij een botsing houden. Als je bedenkt dat bij een aanrijding met een<br />
snelheid van 50 km/ uur een kind van 25 kg in een massa van bijna 900 kg verandert, dan besef je wel<br />
dat die kussens niet veel betekenen. Zeker niet omdat die kussens zelf gewoon los tussen de zitting en<br />
de wieg zitten. Verder is de wet ook formeel: kinderen jonger dan 3 jaar mogen niet mee in een auto<br />
zonder gordels.<br />
➜ Zie 5.1. Verkeerswetgeving<br />
1c. Lisa is nog maar 2,5. De wet is formeel: als je een auto hebt die niet met veiligheidsgordels is uitgerust,<br />
b.v. een oldtimer, mag je geen kinderen van minder dan 3 jaar vervoeren.<br />
➜ Zie 5.1. Verkeerswetgeving<br />
1d. Inderdaad: Als je een auto hebt die niet met veiligheidsgordels is uitgerust, b.v. een oldtimer, mogen<br />
kinderen tussen 3 en 18 jaar en kleiner dan 1m35 achterin mee. Charlotte is ouder dan 3 jaar en mag<br />
dus zonder gordel en achterin meerijden.<br />
➜ Zie 5.1. Verkeerswetgeving<br />
1e. Neen, dat mag ze niet. Als je een auto hebt die niet met veiligheidsgordels is uitgerust, b.v. een<br />
oldtimer, mogen kinderen tussen 3 en 18 jaar en kleiner dan 1m35 alleen achterin mee. Weliswaar is<br />
Charlotte groter dan 1m35, maar ze is jonger dan 18 en dus mag ze niet voorin meerijden.<br />
➜ Zie 5.1. Verkeerswetgeving<br />
2. (modelantwoord) In feite is dit gevaarlijk en onverantwoord: zelfs als de wagen onverwacht en bruusk<br />
moet stoppen, bijvoorbeeld voor een verkeerslicht, vliegt de draagwieg gewoon van de achterbank<br />
af als ze niet is vastgemaakt. Ook Lisa kan dan van de achterbank geslingerd worden. De boetes en<br />
pakkans mogen geen motivatie zijn om de gordel te dragen, wel de bezorgdheid om de veiligheid van<br />
jezelf en van je medepassagiers.<br />
3. (modelantwoord) Het niet dragen van de gordel behoort inderdaad tot de overtredingen van de 1ste<br />
graad. Daarop staan boetes van 55 tot 1375 euro. De politie kan een onmiddellijke inning van 50 euro<br />
of een minnelijke schikking van 60 euro voorstellen, maar dat is niet de regel! Daarbij komt dat je<br />
rijbewijs voor een periode van 8 dagen of langer ingetrokken kan worden. Een hoop ellende en weggegooid<br />
geld dus.<br />
➜ Zie 5.6. Overtredingen van de 1ste graad<br />
Deel 4: Antwoorden werkfi ches<br />
19
20<br />
Deel 5: Achtergrondinformatie<br />
5.1. Verkeerswetgeving<br />
Wanneer draag je de gordel?<br />
Als je bestuurder of passagier bent, draag je de veiligheidsgordel in de auto, in oldtimers, in autocars,<br />
in bestelwagens en in vrachtwagens. Dat doe je op de plaatsen die ermee zijn uitgerust. Eerst<br />
neem je de plaatsen met een gordel in, dan pas die zonder gordel. De veiligheidsgordel gebruik je<br />
op een wijze die de beschermende werking ervan niet negatief beïnvloedt of kan beïnvloeden.<br />
Voor kinderen gelden bijzondere regels.<br />
• Kinderen die jonger dan 18 jaar en/of kleiner dan 1m35 zijn, moeten in<br />
een autozitje of op een verhogingskussen zitten. Dat mag zowel voorin als<br />
achterin. Er is slechts één beperking: je mag een kind niet in een naar achteren<br />
gericht autozitje op een plaats zetten, die met een frontale airbag is<br />
uitgerust, tenzij deze uitgeschakeld is. Het gewicht van het kind is het beste<br />
criterium om de keuze tussen zitje of kussen te maken. Van de geboorte tot<br />
13 kg: babyzitje tegen de rijrichting in. Van 13 tot 18 kg: kinderzitje in de rijrichting. Van 18 tot 36<br />
kg of vanaf 1,10 m: verhogingskussen.<br />
• Op de zitplaatsen waar geen veiligheidsgordel is, mogen geen kinderen vervoerd worden die<br />
jonger dan 3 jaar zijn. Op de zitplaatsen voorin zonder veiligheidsgordel mogen geen kinderen<br />
vervoerd worden die jonger dan 18 jaar zijn en kleiner dan 1m35.<br />
• Het kinderbeveiligingssysteem bevestig je zo in de wagen dat de beschermende werking ervan<br />
niet gehinderd kan worden.<br />
• Deze regels gelden niet in autobussen en in schoolbussen, dit zijn autocars die het vervoer van<br />
kinderen van en naar school verzorgen.<br />
Wanneer hoef je geen gordel te dragen?<br />
•<br />
•<br />
Als je met je wagen achteruit rijdt of achteruit parkeert, hoef je de gordel niet aan te hebben.<br />
In een autobus, dat is een bus van een openbare vervoersmaatschappij.<br />
Geen vrijstelling meer vanaf 1 september 2006!<br />
De bezorgers moeten dus vanaf 1 september 2006 de veiligheidsgordel wel dragen. Dat zijn personen<br />
die goederen afl everen of ophalen van locaties die dicht bij elkaar liggen.<br />
5.2. Enkele cijfers<br />
•<br />
•<br />
•<br />
De gordel wordt het minst gebruikt bij korte ritten en ritten bij lage snelheid. Dan is de gordel<br />
net heel effi ciënt. Bij een ongeval tegen 50 km/u loop je met de gordel om doorgaans geen al<br />
te zware kwetsuren op. In combinatie met de airbag beveiligt de gordel vrij goed bij ongevallen<br />
tegen 60 tot 70 km/uur. Dat komt overeen met een extra bescherming van ongeveer 6 tot 8 %.<br />
De impact bij een aanrijding met een snelheid van 50 km/uur komt overeen met 35 maal het gewicht<br />
van de persoon. Zo verandert een kind van 25 kg in een massa van bijna 900 kg. Een volwassen<br />
persoon van 75 kg wordt dan vergelijkbaar met een massa van meer dan 2,5 ton.<br />
De gordel vermindert het risico op schedelletsel bij een ongeval met meer dan 40 %, en het risico<br />
op overlijden of letsel met gemiddeld 50 %.<br />
Deel 5: Achtergrondinformatie
•<br />
•<br />
•<br />
Wie de gordel draagt, kan ongevallen tot 100 km/uur overleven. Zonder gordel bestaat het risico<br />
om al te overlijden bij een ongeval met een snelheid van 20 km/uur.<br />
Wie uit het voertuig wordt geslingerd, loopt vijf keer meer kans om te overlijden.<br />
De hoeveelheid kinetische energie die bij een aanrijding vrijkomt, is voor elke inzittende, voorin of<br />
achterin, hetzelfde en de verwondingen zijn dus dezelfde. Als je je achterin niet vastklikt, lopen de<br />
inzittenden voorin bij een ongeval tot 80 % meer kans op zware verwondingen.<br />
5.3. Gordel doorheen de tijd<br />
1958: invoering van de driepuntsgordel, zoals we die vandaag kennen<br />
1968: aanwezigheid van de gordel vooraan in nieuwe personenwagen verplicht<br />
1975: dragen van de gordel voorin personenwagen verplicht<br />
1984: aanwezigheid van de gordel achter in nieuwe personenwagens verplicht<br />
1991: dragen van de gordel achter in personenwagen verplicht<br />
1996: dragen van de gordel verplicht voor zwangere vrouwen, voorin en achterin<br />
2001: dragen van de gordel verplicht in alle motorvoertuigen met een gordel, bijvoorbeeld autocars<br />
2003: aanwezigheid van de gordel op alle plaatsen in nieuwe autocars verplicht<br />
2006: de gordel maakt deel uit van de technische controle van de wagen<br />
Voertuigen die gebouwd werden vóór een verplichting werd ingevoerd, hoeven niet aan die verplichting<br />
te voldoen.<br />
5.4. Mythes rond de veiligheidsgordel<br />
Hoe werkt de gordel?<br />
Het principe van de gordel is simpel: het lichaam op zijn plaats houden bij een schok. Bij een aanrijding<br />
verplaatsen de inzittenden van een wagen zich nog enkele tienden van een seconde tegen<br />
dezelfde snelheid verder. Dat noemt men het traagheidsbeginsel. Wie niet is vastgeklikt, wordt met<br />
die snelheid tegen voorwerpen of andere inzittenden in de wagen geslingerd, met alle gevolgen van<br />
dien.<br />
Kwetsuren door de gordel<br />
Bij ongevallen tegen hoge snelheid heb je enkele typische kwetsuren: sleutelbeenbreuken, ribbreuken,<br />
een breuk van het borstbeen, een letsel aan de ruggengraat. Maar altijd is de conclusie: zonder<br />
veiligheidsgordel waren de gevolgen nog veel erger geweest.<br />
Bescherming door de gordel: aanrijdingen in de fl ank en over de kop gaan<br />
De gordel biedt de meeste bescherming bij frontale of bijna frontale aanrijdingen. De fl ank is het<br />
zwakke punt van een auto. Daar zijn geen kreukelzones en daar heb je geen bescherming door het<br />
motorblok. Constructeurs proberen dat op te vangen met zijdelingse airbags, maar veel leveren die<br />
niet op. De gordel bewijst wel zijn nut als je in de andere fl ank wordt aangereden dan de kant waar<br />
je zit: voor de passagier aan de chauffeurszijde, voor de bestuurder aan de passagierskant. De buikgordel<br />
houdt je op je plaats en zorgt ervoor dat je niet uit de wagen wordt geworpen.<br />
De gordel doet hetzelfde bij alle ongevallen waar de wagen over de kop gaat. Een auto die van de<br />
weg raakt en tegen een lage hindernis botst of in een gracht sukkelt, gaat buitelen. Inzittenden die<br />
dan de gordel niet dragen, worden uit de auto geslingerd. Het gebeurt niet zelden dat zij onder de<br />
wagen terechtkomen.<br />
Gordel en airbag<br />
Een airbag alleen biedt geen bescherming. De gordel houdt de inzittenden in de<br />
juiste positie, zodat ze zoveel mogelijk baat hebben bij voordelen van de airbag.<br />
Door de baan van de persoon naar de openklappende airbag te vertragen, zorgt<br />
de gordel ervoor dat de airbag zijn beschermende taak naar behoren vervult. Iemand<br />
die de gordel niet om heeft, vliegt bij een botsing gewoon langs de airbag<br />
heen. Bovendien zijn er airbags die niet werken als de gordel niet vastgeklikt is.<br />
Deel 5: Achtergrondinformatie<br />
21
22<br />
Hoe klik je jezelf correct vast?<br />
• Het borstgedeelte van de gordel moet op het sleutelbeen liggen, zo ver mogelijk van de hals.<br />
Daarvoor moet de riemgeleider (die aan de deurstijl vastgemaakt is) op de juiste hoogte afgesteld<br />
worden, volgens de lichaamsbouw van de inzittende.<br />
• De heupriem moet op het bekken rusten en op de bovenkant van de dijen.<br />
• Het is vooral oppassen op de plaatsen achterin waar de gordel niet is bevestigd aan de bodem,<br />
maar aan de zetel, wat ten koste gaat van de plaatsing van de heupriem.<br />
Kinderen: ook klikvast<br />
• In een kinderzitje zijn er de riempjes van het zitje: de riempjes boven lopen<br />
over de schouders en komen bijeen in de sluiting tussen de beentjes.<br />
• Met een verhogingskussen schuift de heupgordel niet over de buik, maar ligt<br />
hij plat over de heupen. Het kussen zorgt er ook voor dat een schouderriem<br />
niet langs de hals van het kind loopt, maar wel over de schouder.<br />
• Het verhogingskussen zorgt ervoor dat bij een botsing het kind niet onder de<br />
“gewone” veiligheidsgordel doorschuift.<br />
Zwangere vrouwen<br />
Ook zwangere vrouwen moeten de gordel dragen. Om het kind niet te kwetsen draag je de gordel<br />
juist onder de buik, vervolgens over het bekken.<br />
5.5. Terreinwagens en autocars: de mythe van de veiligheid<br />
In terreinwagens zijn kinderen niet veiliger dan in een gewone personenauto. De verklaring is eenvoudig:<br />
door hun hogere ligging gaan SUV’s (1) bij een ongeval dubbel zo snel over de kop. Als het<br />
voertuig kantelt, lopen kinderen bovendien drie keer zoveel gevaar op ernstige verwondingen. Dit<br />
toegenomen risico doet de voordelen van het gewicht en imposante afmetingen teniet.<br />
Ook autocars en autobussen hebben een hoge wegligging, zodat het risico op kantelen bij autocars<br />
en autobussen met dat van SUV’s vergelijkbaar is. Bovendien is het risico op zware verwondingen<br />
bij een busongeval erg groot. Indien je in een autocar niet vastgeklikt bent, riskeer je door de bus<br />
geslingerd of door een van de grote ramen naar buiten gekatapulteerd te worden. Bovendien zijn<br />
verwondingen door rondvliegende bagage niet ondenkbaar.<br />
(1) Sports Utility Vehicle: een auto waarin laadvermogen en de capaciteit om passagiers te vervoeren<br />
wordt gecombineerd met off-road techniek in de vorm van vierwielaandrijving.<br />
5.6. Overtredingen van de 1ste graad<br />
Meer informatie over boetes en overtredingen vindt u op www.ikbenvoor.be<br />
De nieuwe verkeerswet die vanaf 31 maart 2006 geldt, bepaalt vier graden van overtredingen, volgens<br />
het gevaar dat ze opleveren. Per graad gelden specifi eke straffen. Hoe gevaarlijker de overtreding,<br />
hoe zwaarder de straf.<br />
Het niet-dragen van de veiligheidsgordel behoort tot overtredingen van de 1ste graad. De straffen<br />
daarbij zijn:<br />
•<br />
•<br />
een boete van 55 tot 1375 euro,<br />
een mogelijke intrekking van het rijbewijs voor een periode van 8 dagen tot 5 jaar, als je al 3 keer<br />
hiervoor een boete kreeg of werd veroordeeld.<br />
Opmerking wat de boete betreft: de politie kan een onmiddellijke inning van 50 euro of minnelijke<br />
schikking van 60 euro voorstellen. Dit hoeft niet altijd zo te zijn!<br />
Deel 5: Achtergrondinformatie
Deel 6: Nuttige adressen<br />
Op het internet kunt u zeker op volgende websites terecht. Hier vindt u veel informatie over de verkeerswetgeving,<br />
over specifi eke campagnes met het dragen van de gordel als thema. Bij enkele van<br />
die organisaties kunt u ook terecht voor hulp en begeleiding om op school projecten rond verkeersveiligheid<br />
op te starten en/of een schoolvervoerplan op te stellen. Ook vindt u er de mogelijkheid om<br />
uitgebreidere brochures en bijkomende pakketten in verband met verkeersveiligheid te bestellen.<br />
Het Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid (BIVV)<br />
• BIVV geeft onder andere het tijdschrift “Via Secura” uit. Dit tijdschrift kan ook online via de website<br />
gelezen worden.<br />
• BIVV richt ook een website in voor “Mensen voor veilig verkeer”: www.ikbenvoor.be (o.a. informatie<br />
over boetes en overtredingen).<br />
• BIVV ontwikkelt en verspreidt interessante folders over het dragen van de autogordel: “Kinderen<br />
in de auto? Klik ze vast!”, “Kinderen klikvast in de auto” en “Reizen per autocar: samen geven we<br />
voorrang aan veiligheid”.<br />
Adres: Haachtsesteenweg 1405 1130 Brussel<br />
Tel.: 02 244 15 11<br />
Fax: 02 216 43 42<br />
Website: www.bivv.be<br />
Vzw Wegcode<br />
• Vzw Wegcode informeert over de verkeerswetgeving en levert bijbehorende achtergrondinformatie<br />
Website: www.wegcode.be<br />
Uitweg<br />
• Gratis tijdschrift over mobiliteit en verkeer van de Vlaamse overheid, agentschap Infrastructuur.<br />
Verschijnt tweemaandelijks, behalve in juli - augustus.<br />
• Algemene informatie over verkeersveiligheid, campagne over het correct dragen van de gordel:<br />
gordel en airbag, cijfermateriaal, de gordel doorheen de tijd...<br />
Adres: Koning Albert II-laan 20 bus 4 1000 Brussel<br />
Tel.: 02 553 79 07<br />
Fax: 02 553 79 05<br />
E-Mail: redactie@uitweg.be<br />
Website: www.uitweg.be<br />
Mobiel 21 vzw<br />
• Mobiel 21 vzw is een centrum voor kennisontwikkeling, educatie en gedragsbeïnvloeding op het<br />
gebied van duurzame en veilige mobiliteit. Onder het motto “Milieuvriendelijk naar school” begeleiden<br />
zij scholen ook met het opstarten en ontwikkelen van een schoolvervoerplan.<br />
Adres: Vital-Decosterstraat 67A/0101 3000 Leuven<br />
Tel: 016 23 94 65 / 016 31 77 00<br />
Fax: 016 29 02 10<br />
E-Mail: info@mobiel21.be<br />
Website: www.mobiel-21.be, www.mobiel21.be,<br />
http://www.milieuvriendelijknaarschool.be/index.htm<br />
Deel 6: Nuttige adressen<br />
23
24<br />
Vlaamse Stichting voor Verkeerskunde (VSV)<br />
• VSV is een centrum waar kennis wordt ontwikkeld en verspreid. De drie pijlers van de werking zijn:<br />
Permanente vorming & Bijscholing, Stuurgroep Onderwijs, Academische Opleiding.<br />
Adres: Bruul 101 2800 Mechelen<br />
Tel.: 015 44.65.50<br />
Fax: 015 44.65.59<br />
E-mail: info@verkeerskunde.be<br />
Website: www.verkeerskunde.be<br />
VerkeersPedagogisch Instituut v.z.w. (VPI vzw)<br />
• De belangrijkste werkterreinen zijn schoolverkeer (in de ruimste zin van het woord), verkeers- en<br />
mobiliteitseducatie, verkeersbeleid en verkeersveiligheid. Het VPI vzw is geen studiebureau.<br />
Adres: Spinnersstraat 29 8800 Roeselare<br />
Telefoon & Fax: 051 21 04 17<br />
E-mail: info@verkeervpi.be<br />
Website: http://www.verkeervpi.be/ en www.verkeersland.be<br />
Mobiel Vlaanderen<br />
• Website de Vlaamse overheid voor alle vragen over mobiliteit en openbare werken.<br />
Adres: Vlaamse overheid<br />
Afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid<br />
Koning Albert II-laan 20 bus 2 1000 Brussel<br />
Fax: 02 553 71 08<br />
E-mail: mobiliteit.verkeersveiligheid@vlaanderen.be<br />
Website: http://www.mobielvlaanderen.be/<br />
Milieuzorg op School (MOS)<br />
•<br />
MOS helpt de school om op een pedagogisch verantwoorde manier een eigen milieuzorgsysteem<br />
(waaronder het thema “Verkeersveiligheid” ook thuishoort) uit te bouwen.<br />
Adres: Vlaamse overheid<br />
Departement Leefmilieu, Natuur en Energie<br />
Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel<br />
Fax 02 553 80 55<br />
Website: http://www.milieuzorgopschool.be/mos/index.htm<br />
Politie: Portaalsite: http://www.police.be/ en http://www.polfed-fedpol.be/<br />
Lokale politie: http://www.police.be/index_nl.htm : hier vind je ook de contactgegevens<br />
van de verschillende politiezones<br />
Federale politie: http://www.polfed-fedpol.be/home_nl.php<br />
Vzw Zebra, bondgenoot van jonge verkeersslachtoffers<br />
Adres: Bondgenotenlaan 134 3000 Leuven<br />
Tel. 016 31 91 10<br />
Fax 016 31 91 19<br />
E-mail: info@zebraweb.be<br />
Website: http://www.zebraweb.be/nl/<br />
Deel 6: Nuttige adressen
Appendix: En waarom geen gordelactie<br />
op schoolniveau?<br />
De school<br />
Als u, uw collega’s en de directie beslissen om van “het dragen van de gordel en verkeersveiligheid”<br />
een groter project te maken, dan kan dat. Sommige scholen werken liever met de beschikbare “vrije<br />
ruimte”. Dit pakket kan daar onder de vorm van ‘projectwerk’ of ‘seminarie’ perfect op aangesloten<br />
worden. In BSO-scholen kan dit pakket gehanteerd worden in het “Project Algemene Vakken”.<br />
De school kan haar bekommernis om een veilig vervoer van leerlingen en leerkrachten tonen door<br />
het dragen van de gordel als aandachtspunt in het beleid of in het pedagogisch project van de<br />
school in te schrijven. Dit laat zich op verschillende manieren vertalen:<br />
Het begin van het schooljaar is een ideale gelegenheid om via een brief of een contactavond de<br />
ouders eraan te herinneren dat de school aan de actie “Maak de klik. Altijd” deelneemt en daarvoor<br />
ook op de medewerking van de ouders rekent.<br />
De school kan een werkgroep “Verkeersveiligheid” oprichten. Deze groepeert, coördineert en organiseert<br />
de verschillende acties en activiteiten rond het thema verkeersveiligheid, waarvan het dragen<br />
van de gordel een onderdeel is.<br />
Bij excursies vraagt de school consequent aan de vervoersmaatschappij om een bus met gordels. Die<br />
schooluitstappen zijn dan de aanleiding om de leerlingen over het dragen van de gordel te sensibiliseren.<br />
Ten slotte is de website van de school het ideale kanaal om de bezorgdheid over de veiligheid van<br />
leerlingen en personeel uit te dragen. Op de website kan de school haar stappen en activiteiten in<br />
verband met verkeersveiligheid toelichten en illustreren.<br />
Ook de affi ches die gemaakt werden, kunnen in de algemene ruimtes van de school verspreid worden,<br />
zodat ouders en medeleerlingen tot het dragen van de gordel gestimuleerd worden.<br />
Als de school aan een schoolvervoerplan werkt, kan de hele campagne in dit grotere verkeersveiligheidsproject<br />
gekaderd worden. In een schoolvervoerplan wordt onderzocht hoe leerlingen en<br />
leerkrachten naar school komen en waar ze onderweg gevaarlijke verkeerssituaties tegenkomen.<br />
Hiervoor moeten de leerlingen, de leerkrachten en de ouders een enquête invullen. Op basis van<br />
deze gegevens kan de school samen met de ouders, de gemeente, de lokale politie en zelfs met het<br />
Vlaams Gewest acties ondernemen om samen veiliger naar school te komen of voorstellen doen om<br />
de omgeving verkeersveiliger te maken.<br />
In het eerste onderzoek voor het schoolvervoerplan kan er bijkomende aandacht gaan naar het dragen<br />
van de veiligheidsgordel. (Wie draagt de gordel als hij/zij de kinderen met de auto naar school<br />
brengt?) Die enquête maakt deel uit van een grotere campagne die de school en het oudercomité<br />
opzetten om ouders, leerlingen en leerkrachten te sensibiliseren over het dragen van de gordel.<br />
Finaal kunnen al deze inspanningen uitmonden in een “charter”: een offi cieel document waarin de<br />
school en de ouders de afspraken over het dragen van de gordel vastleggen.<br />
Appendix: Gordelactie op schoolniveau<br />
25
26<br />
De leerlingen<br />
De ouders<br />
Voor de leerlingen moet het dragen van de gordel een refl ex worden. Een mini-enquête in de klas<br />
is een goed begin voor verdere gesprekken met de leerlingen over het dragen van de gordel. Wie<br />
draagt de gordel wel/niet als hij/zij in de auto zit? Waarom draag je hem wel/niet? Wie draagt hem<br />
altijd/meestal/soms/zelden/nooit? Waarom wel/niet? Draag je hem als je voorin/achterin zit? Waarom<br />
wel/niet? Is de autogordel nuttig? Waarom wel/niet? Wat zou je ertoe kunnen aanzetten om de<br />
gordel wel (altijd) te dragen? Dragen je ouders de gordel? Die mini-enquête kan uiteraard ook afgenomen<br />
worden bij de ouders die hun kinderen aan de schoolpoort afzetten. De resultaten van dit<br />
minionderzoek kunnen uitmonden in de reeds besproken affi ches met actiepunten voor het dragen<br />
van de gordel.<br />
Dan is het tijd voor wat meer actie. De leerlingen kunnen in groepjes een sensibiliseringscampagne<br />
voor de hele schoolgemeenschap uitwerken. Hiervoor kan de leerlingenraad ingeschakeld worden,<br />
maar er kunnen ook per klas groepjes gevormd worden. En waarom eens niet klas- en/of jaaroverschrijdend<br />
te werk gaan? Om de leerlingen een extra stimulans te geven, kan er op schoolniveau een<br />
wedstrijd aan gekoppeld worden.<br />
De verschillende leeftijdsgroepen op de school aanspreken, vormt ongetwijfeld de grootste uitdaging.<br />
Dus kan u de campagne over de autogordel het best per leeftijdsgroep opsplitsen. Dat reduceert<br />
de omvang van de opdracht en maakt deze ook veel gerichter. Een dergelijke campagne is<br />
immers allesomvattend: van het ontwerpen en maken van affi ches, fl yers, spandoeken, vlaggetjes,<br />
mascotte, logo, refl ecterende banden, T-shirts, ... tot het organiseren van acties aan de schoolpoort.<br />
Een campagne rond het dragen van de gordel leent zich overigens uitstekend voor vakoverschrijdend<br />
werken. Enkele suggesties: de klasleraar kan het proces tijdens de lesuren met de enquête en<br />
de fi ches op gang brengen. De leraar Nederlands kan samen met de leerlingen aan slogans voor de<br />
campagne werken. De leerkracht plastische opvoeding kan de praktische uitwerking van de affi ches<br />
met de leerlingen in de klas op zich nemen. Tijdens de lessen natuurkunde kunnen de leerlingen zich<br />
buigen over de krachten die bij een botsing vrijkomen. Bovendien kan de werking van de gordel in<br />
deze les aan bod komen.<br />
Als de school de resultaten van alle acties tijdens een afsluitevenement toont, krijgt de gordelactie<br />
nog extra aandacht. Vooral als ook de lokale politie en de pers op dit gebeuren worden uitgenodigd.<br />
Maar bovenal is het voor de betrokken leerlingen een mooie beloning voor hun inspanningen<br />
en een sterke bevestiging van hun inzet.<br />
Ouders zijn, net als leerkrachten en de school, erg met de veiligheid van hun kinderen begaan. Zij<br />
zullen er zeker oren naar hebben om een één- of meerdaagse actie voor het dragen van de gordel<br />
op te zetten. Een handig instrument om de ouders te bereiken, is het oudercomité.<br />
Als leerkracht weet u als geen ander dat de ouders, zeker wat waarden en attitudes betreft, het<br />
grootste rolmodel voor hun kinderen zijn. Daarom is het belangrijk dat ook zij overtuigde gordeldragers<br />
zijn/worden. Het charter tussen school en ouders is één manier om daaraan te werken, het<br />
toonmoment op het einde van de campagne een andere (zie hierboven). Maar in het verlengde van<br />
de campagne kunnen de leerlingen ook hun ouders op het dragen van de gordel aanspreken. Door<br />
hen hun actieplan voor te leggen bijvoorbeeld. En de jongeren ontwerpen affi ches en fl yers om hun<br />
medeleerlingen tot het dragen van de gordel aan te zetten, dus waarom die fl yers ook niet uitdelen<br />
aan ouders die hun kinderen met de auto bij de schoolpoort afzetten en ophalen? De affi ches die ze<br />
ontwerpen kunnen ook op de schoolparking verschijnen. En misschien kunnen ook “Ik klik me ook<br />
vast”-stickers of -badges verdeeld worden...<br />
Appendix: Gordelactie op schoolniveau
Onderzoek heeft uitgewezen dat controle en boetes voor de meeste mensen dé motivatie is om<br />
de gordel te dragen. Waarom niet samen met de lokale politie, de school en het oudercomité een<br />
actie op touw zetten? Nodig de politie en de ouders uit, overleg samen de aanpak en timing, vraag<br />
hen om sensibiliserend materiaal! Laat bijvoorbeeld de lokale politie het verkeer rond de school ’s<br />
morgens en ’s avonds op het dragen van de gordel controleren en begeleiden. Dit kan dan met de<br />
campagne rond het dragen van de gordel van de leerlingen gecombineerd worden.<br />
Vandaag denken we ook aan morgen. Als de resultaten van deze acties meevallen, is het beslist een<br />
prima idee om elk schooljaar een gordelcampagne op te zetten. Het dragen van de gordel blijft voor<br />
sommigen een lastige opdracht en dus is een vaste gordelactie zeker aangewezen.<br />
Appendix: Gordelactie op schoolniveau<br />
27
28<br />
Appendix: Gordelactie op schoolniveau<br />
v.u.: ir. Fernand Desmyter, secretaris-generaal,<br />
Departement Mobiliteit en Openbare Werken,<br />
Koning Albert II-laan 20 bus 2, 1000 Brussel.<br />
publicatiedatum: November 2006