Binnenstedelijke Balkons in Beeld - Bouwfonds
Binnenstedelijke Balkons in Beeld - Bouwfonds
Binnenstedelijke Balkons in Beeld - Bouwfonds
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Beheer<br />
Na oplever<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>gebruiknem<strong>in</strong>g start de exploitatie- en beheerfase. Beheer van de opstallen is<br />
doorgaans <strong>in</strong> handen van private eigenaren, terwijl de overheid meestal verantwoordelijk is voor het<br />
beheer en onderhoud van de openbare ruimte (Peek 2006) Deze fase e<strong>in</strong>digt als het gebied of<br />
gebouwen daarb<strong>in</strong>nen door economische en/of technische verouder<strong>in</strong>g aan sloop of herontwikkel<strong>in</strong>g<br />
toe zijn (Smit 2000). Hiermee start de cyclus opnieuw.<br />
3.3.2 <strong>B<strong>in</strong>nenstedelijke</strong> appartementenontwikkel<strong>in</strong>g<br />
Vanuit de optiek van de gebiedsontwikkelaar is gebouwontwikkel<strong>in</strong>g vaak onderdeel van de<br />
realisatiefase. Dat neemt niet weg dat gebouwontwikkel<strong>in</strong>g zelf ook fasen doorloopt, waarbij <strong>in</strong><br />
pr<strong>in</strong>cipe ook de fasen <strong>in</strong>itiatief, planvorm<strong>in</strong>g, realisatie en beheer zijn te herkennen (Nozeman 2010).<br />
In de planvorm<strong>in</strong>gsfase van gebouwontwikkel<strong>in</strong>g krijgt het ontwerp steeds meer vorm. Onderscheid<br />
naar de subfasen schetsontwerp (SO), voorlopig ontwerp (VO) en def<strong>in</strong>itief ontwerp (DO) is gangbaar.<br />
In 1.7 werd gesteld dat de grens tussen gebouw en gebied bij ontwikkel<strong>in</strong>g van b<strong>in</strong>nenstedelijke<br />
appartementen lastig te trekken valt. De ontwikkel<strong>in</strong>gsfasen van beide trajecten zijn <strong>in</strong> het geval van<br />
b<strong>in</strong>nenstedelijke appartementen ook niet los van elkaar te zien. Het <strong>in</strong>itiatief voor een<br />
gebouwontwikkel<strong>in</strong>g v<strong>in</strong>dt vaak plaats nadat het <strong>in</strong>itiatief voor een gebiedsontwikkel<strong>in</strong>g is genomen,<br />
maar toch niet pas als de planvorm<strong>in</strong>g op gebiedsniveau is afgerond. Wel worden <strong>in</strong> het proces van<br />
gebiedsontwikkel<strong>in</strong>g voorafgaand aan gebouwontwikkel<strong>in</strong>g, kaders gesteld, die mogelijkheden voor<br />
afzonderlijke gebouwen daarb<strong>in</strong>nen beïnvloeden, zoals een SPvE of een beoogd programma. Initiatief<br />
en planvorm<strong>in</strong>g starten bij b<strong>in</strong>nenstedelijke appartementenontwikkel<strong>in</strong>g niet op een blanco lei.<br />
3.4 <strong>B<strong>in</strong>nenstedelijke</strong> appartementen en <strong>in</strong>stitutionele arrangementen<br />
Nu de verschillende fasen van het proces van b<strong>in</strong>nenstedelijke appartementenontwikkel<strong>in</strong>g zijn<br />
beschreven, wordt <strong>in</strong> deze paragraaf <strong>in</strong>gegaan op de vraag b<strong>in</strong>nen welk <strong>in</strong>stitutioneel arrangement dat<br />
proces zich voltrekt. Daarbij wordt verwezen naar de theoretische noties uit 3.2.<br />
Gebouwontwikkel<strong>in</strong>g<br />
De won<strong>in</strong>gmarkt is imperfect <strong>in</strong> termen van de (neo-)klassieke economie. Dat komt onder meer<br />
doordat vastgoed onlosmakelijk verbonden is aan een bepaalde locatie. Andere oorzaken zijn de<br />
lange ontwikkeltijd en levensduur, de hoge prijs <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met de onmisbaarheid van de functie<br />
wonen en de ger<strong>in</strong>ge elasticiteit van zowel vraag als aanbod (De Vries 2010; Buitelaar 2002).<br />
Marktimperfectie en marktfalen op de won<strong>in</strong>gmarkt zijn reden voor overheids<strong>in</strong>grijpen. De overheid<br />
beschouwt wonen als een primaire levensbehoefte, waarvan de voorzien<strong>in</strong>g te belangrijk is om (enkel)<br />
aan de markt over te laten (Priemus 2000). Bovendien ziet de overheid wonen van oudsher als een<br />
merit good. Het zorgen voor voldoende, betaalbare en kwalitatief goede won<strong>in</strong>gen is een<br />
verantwoordelijkheid van de overheid. Deze opvatt<strong>in</strong>g legitimeerde een stevige reguler<strong>in</strong>g van de<br />
won<strong>in</strong>gmarkt, ook <strong>in</strong> de nieuwbouwsector. Niet alleen de beschreven <strong>in</strong>tr<strong>in</strong>siek aan vastgoed<br />
verbonden eigenschappen, maar ook (hiërarchische) overheidsstur<strong>in</strong>g maakt dat er van marktwerk<strong>in</strong>g<br />
en optimale allocatie op de won<strong>in</strong>gmarkt feitelijk geen sprake is (Priemus 2000).<br />
Het overheids<strong>in</strong>grijpen <strong>in</strong> de won<strong>in</strong>gmarkt was en is niet onbetwist. Het merit good motief zou getuigen<br />
van paternalisme en niet goed passen <strong>in</strong> een democratie die de burger serieus neemt en zelfs als<br />
“woonconsument” betitelt (Priemus 2000; Fokkema & De Reus 2002). Langzaam treedt wel een<br />
verschuiv<strong>in</strong>g op. Vanaf de Nota Heerma (VROM 1989) is het overheidsbeleid gericht op meer<br />
marktwerk<strong>in</strong>g en decentralisatie. Volkshuisvest<strong>in</strong>g heet s<strong>in</strong>dsdien Wonen en er komt steeds meer oog<br />
voor zeggenschap van burgers <strong>in</strong> het proces.<br />
Over het algemeen wordt gesteld dat gebouwontwikkel<strong>in</strong>g het dome<strong>in</strong> is van private partijen (o.a.<br />
Wolt<strong>in</strong>g 2008; Peek 2006) en dus van de markt. Desondanks blijft er sprake van een omvangrijke<br />
overheids<strong>in</strong>vloed, waarop <strong>in</strong> paragraaf 4.2 wordt teruggekomen.<br />
Gebiedsontwikkel<strong>in</strong>g<br />
Al voordat de term gebiedsontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> zwang raakte werden er gebieden ontwikkeld. Als we<br />
gebiedsontwikkel<strong>in</strong>g opvatten als actuele vorm van ruimtelijke orden<strong>in</strong>g dan laat het <strong>in</strong>stitutionele<br />
kader waarb<strong>in</strong>nen gebiedsontwikkel<strong>in</strong>g plaatsv<strong>in</strong>dt zich kort als volgt omschrijven.<br />
21