Jaarverslag 2010 deel 2 (Personeel) - Horizon College

48
hebben werkgevers- en werknemersorganisaties
afspraken gemaakt over aanvullende bevoegdheden
voor de ondernemingsraad (or), waaronder
de medezeggenschap.
In de overgang naar een ondernemingsraad
heeft de CMR in de voorbereidingscommissie
geprobeerd zo veel mogelijk van de bestaande
structuur en bevoegdheden mee te nemen. Dat
is maar ten dele gelukt, voornamelijk doordat de
zittende medezeggenschapsraden wettelijk geen
rol hebben bij het vastleggen van afspraken over
zaken als de medezeggenschapsstructuur. De
wet schrijft voor dat het College van Bestuur een
ondernemingsraad instelt. Dit is in december
2010, na de verkiezingen, gebeurd.
Meer geld voor het lesgeven
Tijdens besprekingen over financiën heeft de
CRM zich in 2010 steeds op het standpunt gesteld
dat zo veel mogelijk middelen beschikbaar
moeten worden gesteld voor het primaire proces:
het lesgeven. De voorgaande jaren groeide
het ondersteunend personeel ten opzichte van
het onderwijzend personeel. In 2010 lijkt deze
verhouding gestabiliseerd te zijn, maar de CMR
heeft gepleit voor een grotere focus op het primaire
proces: er moeten genoeg docenten voor
de klas staan. Daarom heeft de CMR er jarenlang
op aangedrongen om bij het opstellen van de
begroting eerst uit te gaan van wat er nodig is
om kwalitatief goed onderwijs te bieden. In overleg
met het College van Bestuur en de Raad van
Toezicht heeft het Horizon College besloten om
de pilot Andersom Begroten uit te voeren.
jaarverslag 2010
Personeelsopbouw: zo evenwichtig mogelijk
De CMR heeft in 2010, net als vorig jaar, gepleit
voor een evenwichtige personeelsopbouw.
Daarbij is belangrijk dat het Horizon College
anticipeert op het grote natuurlijke verloop dat
de komende jaren te verwachten is. Om de kwaliteit
van het onderwijs te waarborgen, zouden de
contracten van tijdelijke, meestal jonge, medewerkers
niet beëindigd moeten worden, maar
zouden deze krachten juist in dienst moeten
blijven.
Onderwijsgerelateerde zaken
De discussie over onderwijszaken moet in eerste
instantie in de onderwijssectoren (en niet in de
CRM) gevoerd worden, omdat zij primair verantwoordelijk
zijn voor deze kerntaak. De CRM
heeft in 2010 wel aandacht besteed aan een
aantal onderwijsgerelateerde zaken zoals het
convenant over het terugdringen van het aantal
voortijdig schoolverlaters en het instellingsplan
Taal en Rekenen.
6.3 Professionele ontwikkeling
Het Horizon College heeft sinds 2006 een certificaat
Investors in People (IiP) voor de hele organisatie.
IiP is een keurmerk voor strategisch personeelsbeleid
en toont aan dat wij voortdurend
en gericht werken aan de ontwikkeling van onze
medewerkers in relatie tot onze doelstellingen.
In 2010 hebben assessoren van IiP tussentijds
beoordeeld of het Horizon College nog voldoet
aan de maatstaven voor dit keurmerk. Zij waren
positief getroffen door onze heldere missie, visie
en strategie. Ook de waardering die medewerkers
ervaren van collega’s en deelnemers en het
vertrouwen in hun direct leidinggevenden, vielen
de assessoren op in gunstige zin. De belangrijkste
resultaten van 2010 waren dat de sectordirecteuren
eerder worden betrokken bij de besluitvorming
en dat de nieuwe leiderschapsstijl wordt
bepaald door het hele management.
Er zijn ook verbeterpunten genoemd. Volgens de
assessoren hebben we maar beperkt voortgang
geboekt in het stimuleren van eigenaarschap bij
medewerkers door taken, verantwoordelijkheden
en bevoegdheden lager in de organisatie te
leggen. Medewerkers eerder betrekken bij de
besluitvorming en de ontwikkeling daarin ook
evalueren, zijn nog aandachtspunten. Ook de
opbrengsten van trainingen en opleidingen
worden nog onvoldoende gemeten. Aan deze
punten gaan we aandacht besteden om ons
goed voor te bereiden op het volgende assessment
in 2012.
Groei in functionerings­ en beoordelingsgesprekken
Onze medewerkers voeren jaarlijks een functionerings-
of beoordelingsgesprek met hun
leidinggevende. Hierin komen onderwerpen aan
bod als arbeidsomstandigheden, arbeidsvoorwaarden,
ontwikkelingsmogelijkheden, taakbelasting
en het functioneren in de eigen functie.
In 2010 is er in totaal met 87 procent van de
werknemers een gesprek gevoerd, waarvan
65 procent functioneringsgesprekken en