29.09.2013 Views

rapport 'Van mega naar beter - Dialoog Megastallen

rapport 'Van mega naar beter - Dialoog Megastallen

rapport 'Van mega naar beter - Dialoog Megastallen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

3 De uitgangspositie: feiten en meningen<br />

3.1 Feiten over de veehouderij in Nederland<br />

Uit het publieksonderzoek en delen van de dialoog blijkt dat er sterke behoeft e is aan informatie over de<br />

feiten en dat soms van verkeerde beelden wordt uitgegaan. Beelden - die niet altijd overeen komen met de<br />

feiten of waarvoor de basis wel eens ontbreekt - blijken soms bepalend te zijn voor de bijdrage in de<br />

dialoog. Heel in het bijzonder geldt dat bijvoorbeeld voor de vragen rond volksgezondheid, waarbij sprake<br />

is van veel feitelijke onzekerheid. Alvorens nu in te gaan op de verschillende onderdelen van de dialoog lijkt<br />

het daarom verstandig om eerst een beeld te schetsen van de dierlijke sectoren in Nederland en van de<br />

plaats van <strong>mega</strong>bedrijven en <strong>mega</strong>locaties daarin.<br />

3.1.1 Kerngegevens over de veehouderij<br />

In 2010 waren er 17.519 melkveebedrijven, zoals blijkt uit het LEI-<strong>rapport</strong> ‘Actuele ontwikkeling van<br />

resultaten en inkomens in de land- en tuinbouw in 2010’ 4 . Dit is een daling ten opzichte van 2009 met 1,7%<br />

of 296 bedrijven. Dat de teruggang relatief gering is, komt mogelijk mede door de situatie op de onroerendgoedmarkt;<br />

de verkoop van bedrijven stagneert. De schaalvergroting ging in de vijf voorafgaande jaren<br />

door: het gemiddelde aantal koeien per bedrijf nam in die periode toe van bijna 73 <strong>naar</strong> ruim 84.<br />

Het aantal bedrijven met vleesvee liep sinds 2000 met ruim 34% terug. Ook hier trad een stijging op van het<br />

aantal dieren per bedrijf, zij het een lichte. Het gaat hier vaak om gemengde bedrijven; naast vleesrunderen<br />

worden dikwijls ook melkrunderen, varkens en/of pluimvee gehouden. Ook de schapenhouderij heeft vaak<br />

een gemengd karakter, en maakt dan maar een klein deel van het bedrijf uit.<br />

In de vleeskalverhouderij is in 2010 het aantal dieren met bijna 4% toegenomen tot 928.000 ten opzichte<br />

van een jaar eerder. Groei was er vooral op gespecialiseerde bedrijven, waarvan het productieaandeel is<br />

gestabiliseerd op 90%. De schaalvergroting zet ook hier door. In 2010 had het gemiddelde bedrijf 582<br />

vleeskalveren, terwijl dat vier jaar eerder nog 520 was. Bedrijven met witvleeskalveren zijn duidelijk groter.<br />

Die hadden in 2010 gemiddeld 672 kalveren per bedrijf, tegenover gemiddeld 403 per rosékalverenbedrijf.<br />

De dalende trend van het aantal bedrijven met varkens zet door. In 2010 waren er nog circa 7.000, dat is 7%<br />

minder dan het jaar ervoor. Net als voorgaande jaren was de krimp ook nu het sterkste op bedrijven die de<br />

varkenshouderij als neventak beoefenen. Het aantal gespecialiseerde varkensbedrijven nam bijna 5% af tot<br />

4.500 in 2010. Zowel de bedrijven met fokvarkens als die met vleesvarkens en de gesloten varkensbedrijven<br />

daalden in aantal; fokvarkensbedrijven het minste. Het totaal aantal varkens is licht gestegen <strong>naar</strong> 12,3<br />

miljoen. Van alle varkens werd in 2010 88% gehouden op de gespecialiseerde bedrijven. Doordat in de<br />

afgelopen jaren de varkensstapel is gegroeid en veel (kleine) bedrijven de productie hebben gestaakt, zijn de<br />

overgebleven bedrijven gemiddeld groter en gespecialiseerder geworden.<br />

Het aantal bedrijven met pluimvee is in 2010 iets gedaald tot 2.570. Vooral bedrijven met pluimvee als<br />

neventak zijn gestopt, want er zijn bijna 2% meer gespecialiseerde bedrijven dan in 2009. De totale<br />

pluimveestapel is met 4% gestegen tot bijna 104 miljoen dieren. Bijna tweederde van de bedrijven waar deze<br />

dieren te vinden zijn, is gespecialiseerd. Samen houden zij bijna 90% van de totale pluimveestapel.<br />

Het aantal bedrijven met leghennen is eveneens iets lager dan in 2009 en ook hier trad een toename van de<br />

gespecialiseerde bedrijven op, nu met 4%. In 2010 had dan ook 63% van deze bedrijven zich toegelegd op<br />

leghennen. Het totaal aantal hennen op de gespecialiseerde bedrijven nam met een procent toe tot bijna 30<br />

miljoen dieren. Deze bedrijven houden 85% van alle leghennen in 2010.<br />

Uit deze gegevens blijkt dat de tendens <strong>naar</strong> schaalvergroting en specialisatie doorzet.<br />

3.1.2 <strong>Megastallen</strong>: waar hebben we het over?<br />

In mei 2011 is een <strong>rapport</strong> verschenen van Livestock Research en Alterra (Wageningen UR), gemaakt in<br />

opdracht van het Ministerie van EL&I, dat op grond van een quick scan de actuele stand van zaken schetst<br />

rond grootschalige veehouderij in Nederland 5 .<br />

Als eerste maakt Wageningen UR onderscheid tussen <strong>mega</strong>bedrijven en <strong>mega</strong>stallen. Bij een <strong>mega</strong>bedrijf,<br />

van meer dan 500 NGE, gaat het om een groot aantal dieren per bedrijf. Deze kunnen op verschillende<br />

locaties gehuisvest zijn en het kan ook om meerdere diersoorten gaan. Op de afzonderlijke locaties kan<br />

de omvang gangbaar zijn. Een dergelijk bedrijf levert onder normale omstandigheden inkomen op<br />

4 Actuele ontwikkeling van resultaten en inkomens in de land- en tuinbouw in 2010, LEI, Wageningen UR, december 2010.<br />

5 Feiten over grootschalige veehouderij in Nederland, Martien Bokma (Livestock Research) en Jaap van Os (Alterra),<br />

Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Van <strong>mega</strong> <strong>naar</strong> <strong>beter</strong> | 15

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!