rapport 'Van mega naar beter - Dialoog Megastallen
rapport 'Van mega naar beter - Dialoog Megastallen
rapport 'Van mega naar beter - Dialoog Megastallen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
de sfeer van de toeleverende agribusiness viel deze spreker bij: ‘Ga nou die ondernemer eens de ruimte<br />
geven. Zo’n milieumeetlat bijvoorbeeld, je wilt niet weten wat dat aan tijd en energie neemt om dat<br />
allemaal in te vullen. Ik draai het om: zet die ondernemer op de bok en laat hem het nu eens uitvoeren.’<br />
Maar dat konden de milieubestuurders natuurlijk niet laten passeren. ‘Tachtig procent van mijn achterban<br />
zal dat niks vinden. Jullie license to produce staat op het spel. Natuurlijk moet het niet heel ingewikkeld<br />
worden, maar stel je nou niet voor dat het heel simpel kan!’<br />
Het was in een soortgelijke discussie dat een boerenbestuurder eerder de zaal in de volle lengterichting<br />
had overgestoken om met een viltstift in de hand op een fl ap-over zijn elastiekmodel uit de doeken te<br />
doen. Hij tekende een driehoek met ‘ruimtelijke ordening en milieu’ bij de ene punt, ‘welzijn en<br />
gezondheid’ bij de andere en ‘markt en economie’ bij de derde. En een dikke punt in het midden: de<br />
veehouder. ‘De boer wordt als het ware door elastiek <strong>naar</strong> die andere twee punten getrokken, maar zelf<br />
móét hij wel proberen om zoveel mogelijk in de buurt van de markt- en economiehoek te blijven.’ Hij<br />
was het ook geweest die eerder zijn hakken in het zand had gezet tegen alle veranderingsdrift met de<br />
uitroep: ‘Er is er maar één die kan zeggen dat het anders moet, en dat is de markt!’.<br />
Verdienmodel<br />
Hoe begrijpelijk ook, zijn hartenkreet leek geen nauwkeurige weergave van de werkelijkheid en zeker niet<br />
van de werkelijkheid in deze vergaderzaal waar velen bereid waren te zeggen dat het anders moet en<br />
anders kan. De vraag die zich echter telkenmale in volle omvang opdrong was wel hoe de extra kosten<br />
van een duurzamer veehouderij - een diervriendelijker, een milieuvriendelijker, een minder intensieve en<br />
meer in het landschap geïntegreerde veehouderij - betaald moeten worden. Want dat die extra kosten er<br />
zijn, daarover bestond geen meningsverschil. Een bestuurder uit de melkveehouderij was maar een van<br />
de velen die de kwestie van de portemonnee onder de aandacht brachten toen hij erop wees dat bij het<br />
voldoen aan maatschappelijke wensen zoals ‘koeien in de wei’ of ‘stoppen met antibiotica’ een bepaalde<br />
melkprijs hoort. En een collega: ‘Als je de boer maar betaalt gaat hij het gewoon doen, zie de weidegang<br />
bij coöperatie CONO’. Niet alle discussianten toonden begrip voor die logica. Een aanwezige natuur- en<br />
milieumanager had er bijvoorbeeld weinig geduld mee: ‘Jullie moeten niet steeds als eis stellen dat je er<br />
geld mee kan verdienen. Ik wil best een campagne helpen voeren voor ‘eigen vlees eerst’, maar zeur nou<br />
niet steeds dat er betaald moet worden.’ En ook een strijdmakker liep niet over van begrip: ‘We praten<br />
steeds over: kan het wel uit en hoeveel extra zou het de producent kosten? Dat is niet goed. Dat doen we<br />
al tientallen jaren en dat heeft ons gebracht waar we nu zitt en. Probeer nou eens te zeggen: welke<br />
randvoorwaarden, hoe ziet het eruit, en hoe gaan we dat dan doen.’ De meeste aanwezigen konden<br />
echter wel instemmen met Hans Alders’ samenvatt ing dat er twee pakkett en zijn: één waaraan de sector<br />
gewoon moet voldoen, liefst op Europees niveau om een level playing fi eld te behouden, en één dat betaald<br />
moet worden uit de markt. Veel woorden werden besteed aan de vraag hoe dat laatste gerealiseerd zou<br />
kunnen worden. Aan producentenkant mengde vertrouwen zich met scepsis. Er is een beperkte ruimte in<br />
de markt voor premium-producten, citeerde een van de vertegenwoordigers van deze groep een<br />
onderzoek<strong>rapport</strong> terzake. ‘Zo’n vijft ien procent’. Een manager in de verwerkende industrie, die een<br />
gespreksgroepje had geleid dat zich speciaal over dit onderwerp had gebogen, zag kleine kansen: ‘We<br />
moeten doorgaan met het creëren van marktconcepten die de consument meer waard vindt. Maar die<br />
moet het dan ook wel echt als meerwaarde accepteren.’<br />
Stokje pakken en vooruit<br />
Echte oplossingen voor de vraag hoe verduurzaming van de veehouderij vanuit de markt kan worden<br />
gefi nancierd had zijn groep niet gevonden, moest hij <strong>rapport</strong>eren. ‘Eigenlijk zien we in dit opzicht niet zo<br />
veel perspectief. Het aanbod is vaak groter dan de vraag, dus hebben we lage prijzen. Dat is een fact of life.<br />
Van de huidige quotering willen de Europese overheden af, dus wat er nu nog aan prijsbescherming is<br />
wordt minder.’ Als een probleem wordt bovendien (vooral) aan producentenkant gezien dat de vraag <strong>naar</strong><br />
producten met een duurzame plus in andere Europese landen minder groot is dan bij ons. Dat hindert de<br />
afzet als het om premium-producten gaat, maar het remt ook de mogelijkheid om in Nederland ‘de<br />
bodem’ op te hogen van de eisen die op het gebied van welzijn en milieu worden gesteld. Zo vaak als er<br />
werd gepleit voor regels om de algemeen geldende minimumeisen op het gebied van ruimte, welzijn en<br />
milieu te verhogen, zo vaak werd daartegenin gebracht dat de NMa zich tegen vrijwillige, en de Europese<br />
markt zich tegen verplichte regels zou verzett en. En zoals in een dergelijk gezelschap te verwachten is,<br />
Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Van <strong>mega</strong> <strong>naar</strong> <strong>beter</strong> | 45