extra-parlementair. niet-parlementair - Koninklijke Bibliotheek
extra-parlementair. niet-parlementair - Koninklijke Bibliotheek
extra-parlementair. niet-parlementair - Koninklijke Bibliotheek
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
7 6<br />
4<br />
JAARGANG XIII (1912-1913) No. 47 VAN ONZEN TIJD<br />
Drost op de Keizersgracht over de Groenlandsche pakhuizen worden nauwkeurig<br />
beschreven waarin de Drostin, het boekje met Vondels treurspel doorbladerend,<br />
wordt opgeschrikt door het bekende kloostertafereel. Later op den avond komt<br />
Sweelinck en begeleidt Tesselschade bij haar zang van de kerstrei uit Gysbrecht.<br />
Plotseling komt Vondel binnen en brengt de tijding, dat ook dit treurspel op aandringen<br />
van de predikanten verboden zou worden. Toch wonen we nog de opvoering<br />
bii; en dit tafereel met zijn geestige beschrijving van den schouwbuig en de<br />
drukte en het gewoel op de straat, van Vondel, die met Anna zijn dochter, de eerste<br />
opvoering bijwoont van het „onsterffelijcke" spel, vormt een der aardigste schetsen van<br />
h6<br />
De°lezing van Lucifer door den akteur Adam Carelsz van Germez ten huize van<br />
Vondel in gezelschap van Isaac Vossius, Dirck Vennekool, Jan Vos en Marten<br />
Kretzer' is een geestige vondst van pater Molkenboer, om de eerste opvoering van<br />
Vondels meesterstuk, en al wat daaraan voorafging en volgde, echt boeiend te<br />
schetsen Maar ik mag den lezer het genot met ontnemen, dat hem bij de lezing<br />
wacht door hier een paar krabbeltjes te geven naar de kleurrijke paneeltjes, die<br />
de kunstenaar met zooveel zorg heeft bewerkt. Slechts één opmerking zou ik wi len<br />
maken dat Jan Vos toch wel in wat al te zwarte kleuren is weergegeven, ikkan<br />
<strong>niet</strong> aannemen, dat hij opzettelijk Vondels spelen bij de opvoering zou hebben<br />
tegengewerkt. Dat zij <strong>niet</strong> meer in den smaak vielen kwam zeker ook wel door<br />
de gruwelstukken van Vos en anderen, die, in navolging van het Itahaansche tooneel,<br />
in de mode waren gekomen. Maar Vos heeft juist getracht door Lucifer en Jephtha<br />
van dansen te voorzien, deze stukken meer in den geest van het publiek te doen<br />
vallen Het bericht bij Brandt over de oude, versleten costumes en de onbekwame<br />
spelers die Vos in 't bijzonder voor Vondels stukken zou hebben uitgekozen verdient<br />
geen geloof, alleen reeds omdat het <strong>niet</strong> waarschijnlijk is, dat Vos zóó slecht<br />
de belangen van zijn onderneming zou hebben begrepen, dat hij, welk stuk dan<br />
ook slecht zou hebben verzorgd. Dr. Worp heeft aangetoond, dat dezelfde uitmuntende<br />
spelers, Pietersz, Van Germez, Noseman, Adnana Noseman e. a. die in<br />
Vos' stukken voorname rollen vervulden, ook in Vondels tooneelspelen zijn opgetreden.<br />
Jaarlijks werden zijn stukken gespeeld toen Vos regent was dikwijls 14 ja<br />
20 maal 1<br />
)- Brandt had een veete tegen Vos, en nam daarom het bericht, dat hij<br />
van Antonides had, in zijn Vondel-biographie over. ;<br />
Antonides, de Vondelzoon, heeft als model gediend voor de vierde schets. De<br />
80-jarige Vondel wandelt met diens vader, Anthome Janszen, van de Bank van<br />
Leening naar het Singel en spreekt vol lof over de verzen van den jongen, ziekelijken<br />
Antonides, over Bellone aan Bant, waarvan het land vol lol is. Hij herkende<br />
daarin ,die lekkere adjektieven en vertroetelde draaien uit zijn eigen bundels<br />
weggesnoept", en de oude dichter had er schik in, dat „de brave borst zoo vol lof<br />
van hem zat" en hem te veel las. De goedige Vondel gaat den jongen dichter bezoeken,<br />
die ziek thuis zit in de Teertuinen met uitzicht op het Y en zijn zilveren<br />
golven' dat hem tot zijn beroemd gedicht de Ystroom inspireert.<br />
Van vinding en uitvoering is deze de meest ongmeele der vier Vondelschetsen.<br />
De oude krachtige Vondel, tegenover den jongen, zwakken Antonides, hem opbeurend<br />
'en aanmoedigend, en toch zoo voldaan en gelukkig, dat zijn zoon<br />
hem, den grooten zanger, na tracht te volgen, is een tafereeltje Ihym volkomen<br />
W<br />
pïter g<br />
Molkenboer heeft goed gedaan met deze minder bekende Vondelschetsen<br />
uit hun vergetelheid te halen. Zij verdienen ten volle gelezen en herlezen te worden<br />
omdat zii, in een bijzonder karakteristieke taal enkele van de groote momenten<br />
'uit Vondels leven, in Thijm's meesterlijken trant, maar geheel oorspronkelijk<br />
weergeven.<br />
HEEMSTEDE, Aug. 1913 J. F. M. STERCK<br />
!) Zie: Jan Vos, proefschrift van Dr. Worp, bl. 102—104.