CIRQ'ONSTANCES - VTi
CIRQ'ONSTANCES - VTi
CIRQ'ONSTANCES - VTi
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
OVER jONGLEREN<br />
EN VERBEELDEN<br />
m 2 – Cie Ea Eo<br />
Bij vier jonge makers uit Gent, die<br />
samen Cie ea eo vormen, zijn het<br />
jongleertechnieken die ze aan het<br />
vocabularium van het traditionele<br />
circus ontlenen. de voorstellingen<br />
die ze maken zijn echter duidelijk<br />
theatervoorstellingen. de wereld<br />
die in hun spel ge(re)presenteerd<br />
wordt of de atmosfeer die zij<br />
doen ontstaan wil geen bizar tegenbeeld<br />
creëren in traditionele<br />
zin. integendeel, met hun bewegingstechnieken<br />
en hun unieke<br />
vaardigheden zoeken ze net aansluiting<br />
bij de leefwereld van het<br />
publiek, ver weg van wat vreemd<br />
of onherkenbaar is. het fysieke<br />
spel ontstaat bij Cie ea eo als<br />
verlengde van een eerder universele<br />
gedachte, of als een manier<br />
om die gedachte zonder woorden<br />
toch concreet uit te drukken.<br />
het jonge gezelschap, dat bestaat<br />
uit eric longequel, sander<br />
de Cuyper, Jordaan de Cuyper<br />
en Bram dobbelaere, noemt zich<br />
specifiek ‘jongleergezelschap’, en<br />
vormt omwille van die gedeelde<br />
passie een groep. de vier zijn<br />
voornamelijk autodidact, twee van<br />
hen hebben circusschool gevolgd.<br />
Jongleren combineren zij met<br />
acrobatie, mime en elementen uit<br />
de breakdance, met als gevolg dat<br />
ze een heel eigen bewegingstaal<br />
ontwikkeld hebben waarmee<br />
ze zich uitdrukken op de scène.<br />
Maar wat vooral zo bijzonder is,<br />
is dat de vaardigheden van de<br />
spelers niet enkel het uitdrukken<br />
dienen: ze worden prominent op<br />
de voorgrond geplaatst door op<br />
een natuurlijke wijze deel uit te<br />
maken van het uitgedrukte thema<br />
– het fysieke vocabularium van de<br />
groep vormt als het ware een metafoor<br />
voor de thematiek van de<br />
voorstelling. in m 2 wordt dat heel<br />
duidelijk: één lijn of één narratief<br />
thema staat centraal, waarvan de<br />
uitkomst al in de titel verscholen<br />
zit. het stuk begint namelijk op<br />
een groot speeloppervlak – een<br />
vloer die bestaat uit houtkleurige,<br />
gladde laminaatplanken –, maar<br />
eindigt op een speelvlak van één<br />
vierkante meter. dit ruimtelijke<br />
verloop, dat de hele voorstelling<br />
behelst, krijgt bij iedere fase van<br />
haar ontwikkeling een antwoord<br />
in het spel van de acteurs. Waar<br />
de bewegingen van de groep en<br />
van de vier spelers afzonderlijk in<br />
het begin eerder vrij, uitgebreid<br />
en ruimtelijk zijn, worden ze doorheen<br />
het stuk steeds korter, grimmiger<br />
en gedrongen. Waar in het<br />
begin de afwisseling tussen spelen<br />
in groep en spelen als individu nog<br />
bestaat, vervaagt dat onderscheid<br />
naar het einde toe, zonder echter<br />
Courant 97 >> naar de inhoudstafel<br />
helemaal te verdwijnen. Wat overblijft,<br />
is een chaotische massa van<br />
vier lichamen waarin flitsen van<br />
het individuele bij momenten als<br />
een herinnering doorschemeren.<br />
in m 2 beschrijft Cie ea eo een situatie<br />
die exemplarisch is voor<br />
het functioneren van een gemeenschap:<br />
een groep mensen in dezelfde<br />
tijd en ruimte. aan de hand<br />
van het jongleren, waarin individuele<br />
vaardigheid en verantwoordelijkheid<br />
even belangrijk zijn als het<br />
bewustzijn van de ander en het naleven<br />
en respecteren van afgesproken<br />
regels, maken ze iets duidelijk<br />
over de verhoudingen binnen zo’n<br />
gemeenschap. het verloop zelf<br />
beschrijft de manier waarop verhoudingen<br />
normen worden, en op<br />
welke manier zowel het individu<br />
als de groep zich ten opzichte van<br />
die normen gaat gedragen. Wanneer<br />
er voor de vier spelers slechts<br />
drie stoelen klaarstaan, gaat het<br />
er voor iedere speler om toch een<br />
stoel te bemachtigen, waardoor<br />
telkens één iemand onvermijdelijk<br />
en beduusd recht blijft staan. een<br />
jongleerspel met rode balletjes in<br />
groep kan vreedzaam verlopen,<br />
maar hoe sneller en onverwachter<br />
de bewegingen worden, des te<br />
meer begint het erop te lijken dat<br />
de acteurs elkaar met de balletjes<br />
52<br />
esther severi<br />
onder het genre ‘circus’ verstaan we, traditioneel gezien, voorstellingen die bestaan<br />
uit een opeenvolging van verschillende, los van elkaar staande nummertjes<br />
of verhaaltjes. Iedere act probeert de andere in bevreemding en virtuositeit te<br />
overtroeven. Iedereen die eraan deelneemt, heeft een uitzonderlijke gave of beheerst<br />
een uitzonderlijke vaardigheid. Het aaneenrijgen van al die acts creëert<br />
een eigen bizarre wereld, die voor het publiek vreemd is maar voor de acteurs<br />
van het circus realiteit. Een wereld die dus ver van het publiek af staat, waarin<br />
het zich voor even volledig kan onderdompelen, om dan met die bevreemdende<br />
ervaring en met een hoofd vol nieuwe en onwaarschijnlijke beelden weer naar<br />
huis te keren. met het begrip ‘circus’ gaan echter ook een heleboel termen, technieken,<br />
en vaardigheden gepaard waarvan de toepassing vandaag de dag, onder<br />
invloed van de interdisciplinaire ontwikkelingen in de podiumkunsten en het<br />
bewustzijn van fysieke expressie op de scène, het begrip zelf tot een zeer ruim te<br />
interpreteren genre maakt.