603.45.976 Fiat Croma Instructie - Fiat-Service
603.45.976 Fiat Croma Instructie - Fiat-Service
603.45.976 Fiat Croma Instructie - Fiat-Service
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
DASHBOARD<br />
EN BEDIENING<br />
VEILIGHEID<br />
STARTEN<br />
EN RIJDEN<br />
LAMPJES EN<br />
BERICHTEN<br />
NOOD-<br />
GEVALLEN<br />
ONDERHOUD<br />
EN ZORG<br />
TECHNISCHE<br />
GEGEVENS<br />
ALFABETISCH<br />
REGISTER<br />
94<br />
PARKEERSENSOREN<br />
(indien aanwezig)<br />
Deze bevinden zich in de achterbumper<br />
van de auto fig. 123 en attenderen de<br />
bestuurder via een repeterend geluidssignaal<br />
op de aanwezigheid van obstakels<br />
achter de auto.<br />
ACTIVERING<br />
De sensoren worden automatisch geactiveerd<br />
als de achteruit wordt ingeschakeld.<br />
Als de afstand tot het obstakel achter de<br />
auto kleiner wordt, neemt de frequentie<br />
van het geluidssignaal toe.<br />
AKOESTISCH WAAR-<br />
SCHUWINGSSYSTEEM<br />
Als de achteruit wordt ingeschakeld,<br />
klinkt er automatisch een onderbroken<br />
geluidssignaal.<br />
De frequentie van het geluidssignaal:<br />
❒ neemt toe als de afstand tot het<br />
obstakel kleiner wordt;<br />
❒ klinkt ononderbroken als de afstand<br />
tot het obstakel minder is dan ongeveer<br />
30 cm en stopt onmiddellijk als<br />
de afstand tot het obstakel groter<br />
wordt;<br />
❒ blijft constant als de gemeten afstand<br />
onveranderd blijft, terwijl, als deze<br />
fig. 123<br />
F0L0143m<br />
situatie zich voordoet bij de sensoren<br />
aan de zijkant, het signaal na 3<br />
seconden onderbroken wordt, om<br />
bijvoorbeeld signalen te voorkomen<br />
als u langs een muur rijdt.<br />
Meetbereik<br />
Meetbereik in het midden 150 cm<br />
Meetbereik aan de zijkant 60 cm<br />
Als de sensoren meerdere obstakels signaleren,<br />
dan reageren zij alleen op die<br />
obstakels die zich het dichtst bij de auto<br />
bevinden.<br />
STORINGSMELDINGEN<br />
Eventuele storingen in de parkeersensoren<br />
worden bij het inschakelen van de<br />
achteruit aangegeven door het branden<br />
van het lampje è op het instrumentenpaneel<br />
(op het display verschijnt ook een<br />
bericht) (zie het hoofdstuk “Lampjes en<br />
berichten”).<br />
WERKING MET AANHANGER<br />
De werking van de sensoren wordt<br />
automatisch uitgeschakeld als de stekker<br />
van de elektrische kabel van de aanhanger<br />
wordt aangesloten op de stekkerdoos<br />
van de trekhaak.<br />
De sensoren worden automatisch weer<br />
ingeschakeld als u de aanhangerstekker<br />
loskoppelt.<br />
In wastunnels waar gebruik wordt<br />
gemaakt van stoom of hogedrukreiniging,<br />
moeten de sensoren kort worden<br />
gereinigd. Houd hierbij de straalpijp op<br />
meer dan 10 cm afstand.