31.10.2013 Views

nr. 6 juni - Publicaties Nederlandse Politieke Partijen

nr. 6 juni - Publicaties Nederlandse Politieke Partijen

nr. 6 juni - Publicaties Nederlandse Politieke Partijen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

WONDER EN WERI(ELIJK~HEID<br />

W anneer men feest viert, behoort het tot de slechte toon, de vreugde<br />

te bederven door zure opmerkingen te maken. Tot de ,goede toon" kan<br />

men echter geenszins de gewoonte rekenen de feeststemming op te vrolijken<br />

door zichzelf in het zonnetje te zetten en een onwerkelijke sfeer<br />

van rozengeur en maneschijn te scheppen, die niets met de werkelijkheid<br />

te maken heeft.<br />

Ter gelegenheid van de tienjarige herdenking van de bevrijding werd<br />

Nederland met een vloed van economische feest-literatuur bedolven die<br />

er op berekend was, zulk een sfeer van rozengeur en maneschijn te<br />

scheppen en de samenstellers er van in het zonnetje te zetten. Het<br />

meest opmerkelijke voorbeeld van deze literatuur is ongetwijfeld het<br />

lijvige document, dat het ministerie van economische zaken heeft laten<br />

verschijnen. ,Veelal bestempelde men het spectaculaire herstel van de<br />

<strong>Nederlandse</strong> economie als het <strong>Nederlandse</strong> wonder" heet het daar en<br />

wanneer men het ministerie moet geloven, dan danken wij dit wonder<br />

in de eerste plaats aan de Amerikaanse hulp in het kader van het Marshall-plan.<br />

Wat terughoudender is het gebruikelijke Jaarverslag van de Nederland.se<br />

Bank. Maar ook in dit omvangrijke stuk zal men vergeefs naar<br />

een objectieve voorlichting over de ware stand van zaken zoeken. Wanneer<br />

er in Nederland een ,wonder" heeft plaatsgehad dan zal dit logischerwijs<br />

in de toegenomen welvaart van de bevolking tot uiting moeten<br />

komen. En inderdaad moet men daar. wel aan geloven, wanneer men<br />

a,Uhans het regeringsdocument, getiteld ,<strong>Nederlandse</strong> economische ontwikkeling<br />

1945-1955" leest.<br />

Maar zelfs de door het ministerie verschafte cijfers doen al twijfel<br />

rijzen. Zo zegt het, dat het verbruik per hoofd van de bevolking in 1954<br />

zeven procent hoger was dan in 1951, maar nauwelijks een procent hoven<br />

het verbruik van 1949. Voorzichtiger is in dit opzicht al de directie van<br />

de <strong>Nederlandse</strong> Bank. Zij verklaart, dat ,de bewegelijkheid der lonen<br />

en prijzen" het moeilijk maakt een uitspraak te doen ,over de nauwkeurige<br />

omvang van de reele loonsverhoging, die in 1954 tot stand<br />

kwam". Op een cijfer wil zij zich niet vastleggen. Wel erkent zij dat<br />

,de stijging van de kosten van het gezinsverbruik in tegenstelling stond<br />

tot het prijsbeloop (de daling der prijzen) in de internationale goederenbeweging",<br />

een verschijnsel, waarop in dit tijdschrift reeds meermalen<br />

de aandacht is gevestigd en dat zijn verkla~ring vindt in het feit dat de<br />

kartels en monopolies de binnenlandse prijzen hoog houden, aldus extra<br />

winsten makend.<br />

De vraag blijft evenwel, hoe het nu met de ,reele loonsverhoging"<br />

staat.<br />

Volgens een statistiek, gepubliceerd in het Mei-nummer van Ec.­<br />

Statistische Berichten is de omvang van het verbruik per hoofd in ons<br />

land in 1954 even groot geweestals in het jaar 1938. (Dit exira-nummer<br />

draagt de welsprekende titel ,Herstel en opbloei van de N ederlandse<br />

economie 1945-'55".)<br />

Waar blijft evenwel de opbloei als blijkt dat we in 1954 nog even ver<br />

zijn als in 1938? Daarbij moet bovendien in het oog gehouden worden,<br />

323

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!