You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
MA<strong>DE</strong>MOISELLE LOLA<br />
Ik zal nu opstaan, en in de stad omgaan, in de wijken en in de straten, ik zal Hem zoeken...<br />
Hooglied 3:2<br />
MA<strong>DE</strong>MOISELLE LOLA<br />
Tijdens mijn eerste bezoek aan Parijs, in mei 1946, kwam ik door een toeval dat wel erg voor de<br />
hand lag, in een maison close terecht. Uit een respectabel aantal vrouwen mocht ik er drie<br />
uitkiezen die mij door middel van een petit spectacle in de geheimen van het liefdesspel zouden<br />
inwijden. Een beetje beduusd wees ik drie vrouwen aan, onder wie een mulattin op wie ik<br />
verliefd werd zodra zij de peignoir uittrok die zij bij de presentatie had gedragen. Nadat de<br />
vrouwen hun spel hadden opgevoerd en ik mocht zeggen met wie van hen ik het aanschouwde in<br />
praktijk zou willen brengen, wees ik zonder dralen en uit de grond van mijn hart die grote bruine<br />
vrouw aan met haar lieve ernstige gezicht die in mijn herinnering als de `zwarte Venus' is blijven<br />
voortleven. Bijna een halve eeuw later voel ik nog de opwinding, en de ontroering, waarmee ik<br />
mij, nadat ik mij had uitgekleed en zij mij en zichzelf had gewassen, op het grote kraakzindelijke<br />
bed naast haar neervlijde, haar begon te strelen en te kussen, haar zei hoe mooi ik haar vond en<br />
dat ik op het eerste gezicht (`au premier regard') verliefd op haar was geworden.<br />
Ik zal het verhaal van onze ontmoetingen hier niet uitvoerig vertellen (ik heb dat,<br />
trouwens, al eerder gedaan in het boek Plantage Muidergracht), maar ik verwijs ernaar om<br />
duidelijk te maken hoezeer ik, elke keer wanneer ik later Parijs bezocht, als vanzelf naar de<br />
plaatsen werd gezogen waar vrouwen hun gunsten te koop aanboden. Het was duidelijk dat ik<br />
hoopte mademoiselle Alpacca, zoals zij in het bordeel werd genoemd (in werkelijkheid heette zij<br />
Denise Oually), op een van die plaatsen terug te zien. De herinnering aan haar en aan het<br />
overweldigende geluksgevoel dat ik in haar gezelschap had ondervonden, nam bezit van mij<br />
zodra ik op het Gare du Nord uit de trein stapte of, om eerlijk te zijn, al meteen wanneer ik, om<br />
welke reden ook, mij had voorgenomen naar Parijs te gaan. De maisons closes waren na 1946<br />
verboden (nu werkelijk en in naam der wet gesloten) door de eerste vrouwelijke minister die in<br />
Frankrijk deel uitmaakte van een kabinet. Voortaan was ik op de straat aangewezen, le trottoir,<br />
zoals de Fransen zeggen, in de dubbelzinnige betekenis die dat woord voor hen heeft.<br />
Mademoiselle Alpacca heb ik nooit teruggezien.<br />
Op een van mijn speurtochten in Parijs kwam ik op een nazomermiddag in de buurt van de<br />
voormalige Hallen. Ik logeerde in hotel Madison, aan de boulevard Saint-Germain, en was met<br />
de metro tot aan de rue de Rivoli gegaan, waar ik uitstapte teneinde mij in het ongewisse,<br />
avontuurlijke te begeven. Het moet aan het eind van de jaren veertig of het begin van de jaren<br />
vijftig zijn geweest. Parijs werd nog door het toerisme met rust gelaten. Ik dwaalde er urenlang<br />
rond, hele ochtenden en middagen, om tenslotte moe en loom ergens uit te blazen en iets te eten.<br />
Op die gedenkwaardige middag liep ik, achter de Hallen, straat in straat uit. De prostituees zaten<br />
in de deuropening van de huizen of op het trottoir, lachten en wenkten. Ik zag niet wat ik zocht.<br />
Maar wat zocht ik?